FEUILLETON.
conferentie bewijzen zal, dat de bezwaren, die
wij hier zien, maar denkbeeldig zijn.
En daar is ook een en ander dat grond geeft
deze hoop te koesteren.
Bergen op Zoom is door de stichting „Vrede
rust", die daar de laatste jaren geregeld haar
jaarvergadering houdt, in heel Zeeland bekend
en van alle deelen van onze provincie maken
tal van broeders en zusters telken jare de reis
daarheen.
Daarbij komt dat het agendum ook nu aan
lokt, de conferentie bij te wonen. Ouderling
Tange hoopt te refereeren over „De ouderling
en het gezinsleven, in verband met het huisbe
zoek". Algemeen wordt onder ons gevoeld, dat
het gezinsleven door tal van gevaren wordt be
dreigd en dat het behoud van het goede gezins
leven ook voor het Gereformeerd kerkelijk leven
van de grootste beteekenis is. Het is dus wel een
goede gedachte, dat ter conferentie dit onder
werp aan de orde wordt gesteld.
Het onderwerp, dat door Prof. Aalders zal
behandeld worden, is niet nieuw. Hoe vaak is
al in de laatste jaren gehandeld oVer het ver
band van Doop, Belijdenis en Avondmaal. Toch
is het niet overbodig, dat dit onderwerp ook nu
weer behandeld zal worden. Nog telkens blijkt,
dat door velen dit verband niet recht wordt
verstaan. En dat misverstaan heeft voor het gees
telijk en kerkelijk leven de meest nadeelige ge
volgen. En Prof. Aalders, die blijkens zijn arti
kelen in het Ouderlingenblad de gave bezit om
helder de zaken uiteen te zetten, zal dit onder
werp dan wel zöö behandelen, dat allen daar
winst mee kunnen doen bij de bearbeiding der
gemeente in het huisbezoek.
Is deze conferentie nu een Ouderlingen-confe
rentie dat wil dan niet zeggen, dat daar alleen
maar ouderlingen zouden mogen komen. Alle
broeders en zusters, die in deze dingen belang
stellen, zijn daar welkom.
DISTRICTSVERGADERING SCHOOLRAAD
Ook dit jaar zal er, zoo God wil, weer een
vergadering zijn van district IX van den School
raad en wel op Vrijdag 8 Mei a.s. te Goes.
Daarop zullen dan een tweetal referaten ge
houden worden, die kunnen oriënteeren op het
gebied van de School-wetgeving en de practijk
in het schoolleven.
Het lag in den aard der zaak, dat nu aan de
orde zou gesteld worden wat we kortheids
halve aanduiden als het rapport-Rutgers. Het
bestuur vond Mr. P. A. Schwartz bereid de
bespreking daarvan in te leiden.
In de middagvergadering hoopt de heer G.
Meima, directeur van de Kweekschool met den
Bijbel te Groningen, in de schoolwereld een zeer
bekende persoonlijkheid een referaat te houden
over het onderwerp Tact.
Binnenkort zullen de agenda worden gezon
den aan de besturen en het personeel der bij den
Schoolraad aangesloten scholen, maar reeds nu
willen we door dit korte woord deze vergade
ring aankondigen.
HEIJ.
VOOR ONZE ZENDINGSVRIENDEN.
Het is niet denkbaar, dat er Nederlanders zijn
geweest, die op de gehouden wereldtentoonstel
ling te Antwerpen, vergeten hebben de Holland-
sche afdeeling te bezoeken. Deze mocht er zijn
en niet het minst trokken de producten van onze
koloniën de aandacht. Het Indisch leven werd
afgebeeld in allerlei vorm, maar door de veel
heid kwam niet alles tot zijn recht.
Nu had ook de Zending daar een stand, welke
werkelijk de moeite van bezichtigen waard was.
Waar velen niet in Antwerpen zijn geweest
en die de tentoonstelling bezochten, deze stand
maar vluchtig zagen, hebben de Hervormde Zen
dingsraad en de Gereformeerde Zendingscom
missie besloten, deze tentoonstelling van Indische
voorwerpen, verzameld door de Zending, ook in
Middelburg te houden.
Volgende week is hiervoor de gelegenheid.
Zes personen, met Indië op de hoogte, waar zij
er zelf hebben gewerkt, zullen alle mogelijke
inlichtingen geven.
Dinsdagavond van 8.1510 uur en Woensdag
en Donderdag van 25 en van 710 uur ver
wachten wij U in het „Schuttershof". De toe
gangsprijs is billijk, voor den eersten dag 0.50,
de overige dagen 0.25.
Moge ook dit werk ten goede komen voor
den Zendingsarbeid, door God ons opgelegd.
D. SCHEELE.
DE MOLENAAR VAN OOSTWOUD
(HISTORISCH VERHAAL OMSTREEKS 1880)
DOOR
H. KINGMANS.
XXXIV.
Heerema greep de courant weer. Hij had den
ganschen avond nog geen veertig regels met aan
dacht gelezen
Half elf sloeg de klok. Maar geen van het
drietal sprak van naar bed gaan
Elf uur sloeg de klok.
„De lamp gaat uit", zei Martha, „de angstwek
kende stilte verbrekend.
„Doe er olie in", beval haar moeder, om met
benepen stem, een blik op haar man slaande, te
vervolgen „Ik ga niet naar bed."
„Wij kunnen toch niet den heelen nacht blijven
opzitten", vond Martha.
„Misschien komt hij nog wel."
Heerema sprak geen woord.
„Moet ik de lamp vullen, moeder
„Ja, Martha."
Het meisje nam de lamp en liep er mede naar
de keuken, man en vrouw in de tastbare duister
nis achterlatend."
„Klaas."
„Ja, wat is er Waar blijft Martha nou 't Is
hier zoo donker als de nacht."
„Ze is net weg. Zeg, zou Jan niet weer ko-
EEN ONBILLIJK VERWIJT.
Het verwijt, dat inzake de actie van het Zoek
licht onze kerken trof, luidde
„Al staat het Zoeklicht niet op kerkelijk
standpunt, het doet dan toch maar, wat
door onze kerken wordt verzuimd, in vele
gevallen zelfs tegengewerkt."
Voorbeelden Er worden Maranathabijeen-
komsten gehouden zonder tal verleden jaar reed
in de dorpen van Z. Vlaanderen bewesten de
Braakman een Evangelisatieauto rond en van
't jaar was hij er weer.
Onder gevangenen wordt gewerkt en niet zon
der vrucht.
Eveneens onder zieken, en de brieven getui
gen van veel zegenenz.
Ik denk bij de tegenstellingen, die tusschen den
vurigen ijver van het Zoeklicht en het verzuim
van eigen kerken gemaakt wordt aan een versje
van Cats
„Wat is er menig mensch gezind op vreemde
landen
Die nog met stillen geest niet eens en heeft
bedacht
Wat uit zijn eigen hof kan worden voortgebracht!
Och, waarom toch gezweefd met alle vreemde
winden
Al wat men elders zoekt, is binnen ons te vinden."
't Is een tikje aanstellerig, wanneer we als
Gereformeerden van eigen werk op het gebied
van Evangelisatie een opsomming geven.
Maar het kan noodig zijn, vooral wanneer in
eigen kring de ontevreden opmerking wordt ge
maakt „Het is bij buurman beter dan bij moeder
thuis".
Is het waar, dat wat door onze kerken wordt
verzuimd en zelfs tegengewerkt door het Zoek
licht volijverig wordt gedaan
Wij zullen niet ontkennen, dat de actie van
het Methodisme den stoot heeft gegeven aan het
machtig evangelisatiewerk zooals dit op velerlei
wijze thans wordt verricht.
Ik wil zelfs erkennen hoewel reëele gege
vens mij niet ten dienste staan dat de Zoek
lichtbeweging zich veel opoffering van tijd en
van geld getroost, om de menschen tot bekeering
te bewegen.
Maar men moet het niet zóó voorstellen alsof
alle energie en vuur in eigen kerken zóó zeer
is gedoofd dat we met het Zoeklicht niet in één
adem zelfs genoemd kunnen worden.
Ik bepaal me alléén tot het gebied van de
Evangelisatie.
Wat de Gereformeerde Kerken in Nederland
doen voor instandhouding van den eeredienst,
wat ze geven aan hun armen, het offer dat zij
brengen voor hun School en Universiteit de
stichtingen van barmhartigheid en de Zending op
Java en Soemba, wil ik hier maar uitschakelen.
Hoewel dit toch alles alléén één doel heeft
„Bewaren en bouwen
„Houden wat we hebben" wat ook een
ernstige roeping is, volgens de Schrift.
„En zaaien, waar nog niets groeit."
Ik weet niet of de Zoeklicht-actie zich bijzon
der interesseert voor het natmaken, of dat ze
zich alleen maar bezig houdt met den zaai. Maar
dan konden menschen in 't vruchtbare Zeeland
weten, dat de onkosten van den akker niet voor
't grootste deel liggen in het bezaaien, doch wel
in 't prepareeren, en daarna wieden, en voort
durend verzorgen van den akker.
Prof. Kolde heeft in zijn boek over het Me
thodisme eenmaal uitgesproken dat hij zeer waar
deerde, dat het velen bereikt, die de Kerk tot
dusver niet bereikt heeft, maar „iedere dominee
weet er van mee te praten dat hun zoogenaamde
inwendige Zending een niets-ontziende inbreuk
is in zijn kudde. Zij maaien, waar zij niet gezaaid
hebben. In het kleinste dorp, waar de dominee
elke ziel kent en over haar kan waken, drijven
zij hun Zending, en juist de trouwst-meelevende
kerkgangers zijn het, die in hun net gevangen
wordenzonder dezen zou het in de meeste
plaatsen niet eens mogelijk zijn, eenig resultaat
te bereiken".
Ik geloof, dat behoudens het respect dat ieder
een hebben mag voor de toewijding die de
Zoeklicht-actie toont, dit oordeel van Prof. Kolde
ook op haar van toepassing is en dat het daar
om zoo onbillijk is te zeggen „De Kerk doet
niets, het Zoeklicht werktWant de ervaring
die wij zelf er van hebben de aangetoonde
ketterij nog daargelaten is ook dat de Mara-
nathazending meer een oogsten lijkt van wat de
kerk heeft gezaaid, dan een voortschrijden naar
men
„Hij is een dwaas, om mijn woorden zoo hoog
op te nemen."
„Waarom houd je je dan niet in
„Hij moet dat meisje laten loopen. 'k Wil die
lui niet in de familie. Ze moesten allen het land
uitgewerkt worden."
„Ik hoor stemmen op het erf", zeide zij.
Heerema sprong op.
„Wees voorzichtig, vader. Jan kan het niet
zijn, want die is alleen."
Er werd op het raam geklopt.
„Doe even open, Heerema. Evenhuis."
„Evenhuis", herhaalde de boerin op een toon,
die een juichtoon geleek. „Evenhuis met Jan."
Op het gelaat van den boer kwam even een
wolk van ergernis. Maar hij liep toch haastig
het vertrek uit.
Hij opende de deur en zag de beide mannen
staan Evenhuis en Jan, die geen woord zeide.
„Wat is er vroeg Heerema kortaf.
„Laat mij even binnen, 'k Moet iets vertellen",
antwoordde de molenaar op ietwat bevelenden
toon.
Werktuigelijk gehoorzaamde de boer en ging
hij den molenaar voor naar het huisvertrek. Jan,
de deur sluitend, volgde.
„Goeden avond", zei Evenhuis tot de beide
vrouwen.
„Evenhuis. Ga je niet zitten
„Neen, vrouw Heerema. 't Is al laat. En 'k heb
maar een paar woorden te zeggen."
„Is Jan
„Ja, stil maar, Jan is hier. Hij kwam om tien
uur bij ons en vertelde, wat er gebeurd was. Hij
het oorspronkelijk doel dat Jeruël zich stelde
„Evangelie-prediking aan buitenkerkelijke per
sonen".
En nu het antwoord op de vraag naar de
Evangelisatie.door eigen kerk? Laat ik beginnen:
Zondagsschoolvereeniging „Jachin".
Tractaatgenootschap „Filuppus'
Actie onder Binnenschippers met eigen vaar
tuig.
Auto-zending van Ds. v. d. Zee.
Ik wil zoo niet voortgaan. En het behoeft ook
niet, want elke kerkeraad is in 't bezit van de
Handelingen van het Eerste Congres voor Evan
gelisatie in 1913 gehouden. En indien men wil,
kan men deze lezen.
Maar de oude Prof. Lindeboom, die in Zaan
dam al evangeliseerde toen mijn geachte cor
respondent en ik nog niet eens bestonden, heeft
in zijn openingsrede op dat Congres gezegd
„Reeds voor jaren in 1876 is in Amster
dam een Inwendige Zendingsconferentie ge
houden, uitgaande van de Prov. Synode der
Chr. Geref. Kerk in N. HollandIn die
jaren is er veel gearbeid, en met rijken ze
genIn de eerste tijden van de uitleiding
der Gereformeerde Kerk had meermalen
één dienaar des Woords een geheele of
halve provincie tot zijn arbeidsveld, en nog
jaren daarna predikten vele dienaren be
halve in eigen gemeente op onderscheiden
stations van welke vele door de werking
des Geestes tot bloeiende gemeenten ge
worden zijn
Of er dan ook heden nu wij „weer een krach
tige opleving zien" niet veel meer kon worden
gedaan
Ongetwijfeld. Ik bescherm de lakschheid niet
van kerk of classis.
Maar ik wil mijn lezers en mijn geachten op
ponent waarschuwen, om niet op kerkelijk ge
bied in de dwaasheid te vervallen van de tal-
looze jongelui, die het vooral tegenwoordig over
al elders beter vinden, dan bij vader en moeder
thuis.
Ze moeten echter maar eens een paar maanden
„elders" in den kost geweest zijn
Zaandam. v. DIJK.
SYNOD ALIA.
Van de hand van Ds. Klaarhamer, de accu
rate le scriba van de Gen. Synode van Arnhem,
nemen we uit het Friesche Kerkblad het volgende
over
„Wellicht bewijzen we sommigen kerkeraden
een dienst door even te wijzen op die artikelen,
waarvan het wel dienstig is kennis te nemen.
Het zijn vooreerst die artikelen, waarheen in het
register verwezen wordt onder de woorden
collecten, en finantieele steun. De meeste dezer
collecten worden of zijn reeds door onder
scheiden deputaten op last der Synode aange
vraagd.
Maar dan zijn er ook andere artikelen rakende
zaken, die den arbeid der plaatselijke kerk be
treffen.
Het zijn de volgende artikelen 42 opgave te
doen van naar Canada emigreerende personen
aan de adressen in bijlagen IX en X genoemd
60. De Bazuin te lezen en zorg te dragen dat
dit blad meer gelezen worde
91 over de bevoegdheden van oefenaars
92 over geldigheid van den Darbistendoop
93 over plaatsing van onze diaconiën op de
lijst der instellingen van weldadigheid volgens art.
3 der Armenwet
205bevestiging van gemengde huwelijken
206 krankencommunie
240 over de archieven van plaatselijke ker
ken, classes en synoden
271 over catechisatie aan schipperskinderen
(waarover ook een circulaire aan de kerkeraden
is gezonden)
294 over het ongedoopt blijven van vele kin
deren des verbonds
319herziening van de bepalingen voor de
toekenning van emeritaatsgelden en pensioenen
320 hoe te handelen ten aanzien van dienaren
des Woords, die in de termen vallen voor eme
ritaat, maar nog wel een kleine gemeente zou
den kunnen dienen.
Een en ander met de bijlagen die er bij be-
hooren. We willen hiermee natuurlijk niet zeg
gen, dat men het andere wel ongelezen kan la
ten maar dat hierop bijzonder te letten is.
We zouden daarbij meer bepaald nog alle ker
keraden willen aansporen, vooral kennis te ne
men van wat in art. 93 en 294 met de daarbij
behoorende bijlagen XXVIII, CII en CIII staat
wilde vannacht bij ons onderdak, om morgen
ochtend verder te gaan. Maar dat is onzin. Hij
behoort hier. Dat hebben mijn vrouw, Marie en
ik hem aan het verstand trachten te brengen. Hij
moet zijn vader gehoorzamen. Hij kwam nu met
mij mee. Maakt het weer goed met elkaar. Meer
heb ik niet te zeggen. Goedenavond."
De molenaar wilde vertrekken.
„Evenhuis", riep de stem van de boerin hem
terug.
„Ja, vrouw Heerema
„Je bent bedankt, hoor."
„Niets te danken. Het zal met Jan nu wel
gaan. Zoekt nu geen van allen ruzie meer. Dat
is veel beter."
Heerema had nog geen woord gezegd, alleen
van Jan naar den molenaar en van den molenaar
naar Jan gekeken, alsof hij de zaak niet ver
trouwde.
„Ik zal er niet veel meer van zeggen", zeide
hij dan, trotscher weer, nu zijn zoon terug was,
„maar Jan moet doen, wat ik zeg en niet brutaal
zijn."
„Dat zelfde beweer ik ook, Heerema. Maar
vergeef het hem nu, want hij was wat overstuur.
Het komt wel in orde."
„Alleen als hij mijn zin doet. Ik wil niet, dat..."
„Ja, ja, dat weet ik al lang. Jan komt niet in
het molenhuis en hij heeft ons beloofd, dat hij
Marie niet meer spreken zal. Dat is voor beide
partijen het beste. Goeden avond."
Tjaard Evenhuis verliet Olmhoeve.
Heerema voelde, al kon hij het niet goed be
redeneeren, dat hij en niet Evenhuis de overwon
nene was dat Evenhuis edeler handelde dan
te lezen.
Achter in de bijlagen staan de wijzigingen die
in de liturgie zijn aangebracht, maar die nog niet
van kracht zijn blijkens art. 166 sub B. Ook is
daar in haar geheel opgenomen de regeling naar
art. XIII K.O., zooals die ingevolge de besluiten
der synode nu is geworden.
en voor de classes.
De classes zullen wel goede nota nemen, voor
zoover haar aandacht niet reeds opzettelijk daar
op gevestigd is, van wat er staat in
art. 82 sub 3e. dat deputaten der generale
kas voor hulpbehoevende kerken gemachtigd zijn
zoo noodig de helft in plaats van 1/3 der eerste
collecte voor hulpbehoevende kerken te vragen
art. 135 sub 4e dat deputaten voor steun aan
Hongaarsche studenten de classes mogen ver
zoeken een deputaat voor deze zaak te benoe
men
art. 164, met het zeer lezenswaardig en helder
advies van prof. Bouwman in de bijlagen over
het weer toelaten tot het predikambt van iemand,
die dit moedwillig heeft verlaten
art. 201 betreffende overgang van dienaren
des Woords tot een anderen levensstaat
art. 240 over de taak van den deputaat der
generale synode dr. Th. Ruys ten aanzien van
de plaatselijke classicale en synodale archieven
art. 294 sub 3e, waarbij aan de classes is op
gedragen toe te zien, dat nageleefd worde wat
de synode besloten heeft ten aanzien van het
doopen van kinderen van ouders die zelve nog
niet zijn gekomen tot het doen van belijdenis
des geloofs
art. 319 betreffende de berekening der emeri
taatsgelden en pensioenen, waarbij ook is te
raadplegen bijlage CXVI
art. 320 welke „de meest geordende weg is"
waarlangs een dienaar des Woords, die recht
op emeritaat heeft maar nog wel een kleinere
kerk kan dienen, in den dienst van zulk een
kleinere kerk kan overgaan. Als deze uitspraak
der synode gevolgd wordt komen kerken en
emeriti af van den minder geordenden weg, die
thans veelal wordt bewandeld. Iets waarover
trouwens genoeg klacht is gevallen."
(Friesche Kerkbode.)
Tot zoover de Friesche Kerkbode.
Hierbij een enkel woord over „collecten" en
„finantieele steun".
Welke collecten zijn door de Synode uitge
schreven
1. Radio-kerkdienstuitzending. De deputaten
ad hoe verzonden reeds eene circulaire met ver
zoek deze collecte te houden vóór Augustus 1932.
2. Zending onder de Joden. Verzocht zal
worden aan alle kerken deze collecte te houden.
3. Evangelisatie-arbeid in Noord-Brabant en
Limburg, 't Moderamen kreeg opdracht deze col
lecte bij alle kerken dringend aan te bevelen.
4. Evangelisatie in België en ambtelijke bear
beiding van de verstrooide Gereformeerden in
Frankrijk. Aan de deputaten is opgedragen voor
dezen gecombineerden arbeid een collecte uit
te schrijven.
5. Wonosobo. De deputaten voor de Zending
zijn gemachtigd met bekwamen spoed eene bij
zondere collecte te vragen voor den bouw van
het hospitaal te Wonosobo en het moderamen
is opgedragen die aanvrage mede te teekenen.
Dringende uitnoodiging dit te doen binnen
één jaar.
6. Geestelijke bearbeiding van de verstrooide
Gereformeerden in Nederlandsch-Indië. Dringend
verzoek eenmaal per jaar voor dezen arbeid eene
collecte te houden.
7. Zuiderzee-werken. Dringend verzoek jaar
lijks in de maand Januari eene collecte te houden.
8. Generale Kas Zending. Als het noodig is
een of meermalen eene extra-collecte aan te vra
gen voor de Generale Kas.
Verder zijn nog aanbevolen de arbeid in Rijn-
Pruisen en Westfalen de gemeenten in Görlitz
en Oderwitz de belangen der Hongaarsche stu
denten en de verzorging van de geestelijke be
langen onzer militairen, alsook die der Gerefor
meerden op Curasao.
't Kan best wezen, dat er nog iets over het
hoofd is gezien, maar zelfs al mocht het zoo
niet zijn, dan zijn er nog belangen genoeg, die
op de hulp der kerken wachten en naar we
vertrouwen, zullen onze menschen, daartoe op
gewekt, ook voor de genoemde zaken volgaarne
iets afzonderen, wijl het gaat om 's Heeren eere
en den op- en uitbouw van Zijne Kerk.
Wel wordt er van onze kerken veel gevraagd,
maar wat ons steeds treft, is dat zelfs in deze
dagen de offervaardigheid blijft, als het gaat om
's Heeren zaak.
K. B. SCHEELE.
hij. En dat was niet geschikt, om de wrok, die
hij langzamerhand tegen het molenhuis was gaan
koesteren, weg te nemen
De boer van Olmhoeve liep naar de deur, om
de grendels er op te schuiven. Toen hij terug
keerde, zag hij, dat voor Jan eten gereed gemaakt
werd.
„En dan onmiddellijk naar bed hoor", beval hij.
Hij zeide niets tot zijn zoon en Jan zeide niets
tot zijn vader.
En allen beseften, dat de oplossing nog niet
gevonden was
„Wij gaan naar bed. Martha kan het alleen
met Jan wel af", zei de boer, het doodsche stil
zwijgen verbrekend. „Wel te rusten."
De boerin volgde haar man. Maar zij zag nog
kans, Jan toe te fluisteren „Stil maar, Jan. Het
komt wel goed. En doe jij in het vervolg ook
niet zoo onverstandig."
In het slaapvertrek gekomen smeekte zij haar
man „Doe jij nu ook wat vriendelijker, Klaas."
„Kan hij niet wat zeggen?"
„Nu ja, dat komt nog wel."
„Hij moet weg", zei Heerema in eenen.
„Begin je nu weer Hebben wij vanavond geen
ellende genoeg gehad Je vondt het zelf ook ver
velend, wij hebben het wel gemerkt."
Op de laatste opmerking gaf hij geen antwoord.
„Ik jaag hem niet weg. En hij behoeft ook
niet weg te loopen. Hij blijft nog wat thuis, om
in het voorjaar te vertrekken, 't Is goed voor
hem, dat hij op een boerderij in Holland gaat
kijken, een paar jaar. 'k Heb dat meer gewild.
En dan zijn wij in eenen van alles af."
(Wordt vervolgd)