Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
No 52.
Vrijdag 26 December 1930.
44e Jaargang.
UIT HET WOORD.
DADERS DES WOORDS.
ZEEUWSCHE KERKBODE.
REDACTEUR: Ds. A. C. HE IJ TE KOUDEKERKE.
VASTE MEDEWERKERS: D.D. L. T50UMA, W. M. LE COINTRE, F. J. v. d. ENDE, A. B. W. M. KOK, J. VAN LONKHUIJZEN, F. STAAL Pzn., A. SCHEELE, D. SCHEELE
en R. J. VAN DER VEEN.
ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal bij vooruitbetaling 1.
Afzonderlijke nummers 8 cent.
ADVERTENTIEPRIJS15 cent per regelbij jaarabonnement
van minstens 500 regels belangrijke
reductie.
UITGAVE VAN DE
PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE
ADRES VAN DE ADMINISTRATIE:
FIRMA LITTOOIJ 6 OLTHOFF, MIDDELBURG
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ
OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg.
TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280.
AL DEN VOLKE.
Want zie, ik verkondig U groote
blijdschap, die al den volke wezen zal.
Lucas 2 10b.
De Kerstboodschap is vol van vreugde en
vrede.
Het Kerstevangelie is vol van licht en leven.
Der Engelen melding is vol van zegen en
zaligheid.
Altijd nieuw, altijd schoon, altijd heerlijk.
Alles fonkelt van nieuw leven, gloedvol, tin
telend leven.
Nachtelijk duister wijkt, sterren verbleeken,
de hemelen scheuren, goddelijke lichtglanzen
flonkeren, engelen-heerlijkheid zweeft aan de
aarde houdt haar adem in, elk geluid verstilt,
alle leven ontroert vol siddering, alle ziel onder
gaat de huivering voor het heilige, de herderen,
de begenadigden, ze ontsluiten alle poorten van
het innerlijk leven en leggen al hun zinnen te
luisteren vol ingehouden spanning en angst.
Heilig oogenblik, de aanraking van het zondig
aardsche met het reine hemelsche, van vereen
zaamde schapenhoeders met een bode Gods uit
het aardsche zorgenleven opgeheven in engelen
wereld wat zal dan wel de boodschap zijn
DE GASTHUISKERK TE MIDDELBURG.
[„De kapel van St. Barbara."]
Motto „Eeuwen zien op U neder".
Napoleon Bonaparte.
Nu de Gereformeerde Kerk van Middelburg
a.s. Maandagavond 29 December, haar nieuwe
Hofpleinkerk in gebruik hoopt te nemen, begint
er een nieuw tijdperk in de geschiedenis harer
kerkgebouwen.
Sinds de ineensmelting van A, B en C in 1917
kwam de gemeente in drie gebouwen samen
de Gasthuiskerk (A), de Hofpleinkerk (B) en
de Noorderkerk (C).
liit dezen historischen toestand laat het zich
verklaren dat Middelburg zich in drie predikants
plaatsen mocht verheugen. Die tijd is echter
voorbij. In 1925 verkreeg Ds. L. Bouma eervol
emeritaat en vóór dat, ondanks herhaalde pogin
gen, in de vacature voorzien was, vertrokken
in 1927 slechts enkele weken na elkander de
predikanten R. Hamming en J. H. Telkamp.
Gelukkig was middelerwijl door Ds. D.
Scheele van Oudewater het beroep in de vaca
ture Bouma aangenomen, zoodat de gemeente
niet al te lang volslagen herderloos was.
Drie weken na het afscheid van Ds. Telkamp,
werd Ds. Scheele den 18en Dec. 1927 in Mid
delburg bevestigd.
Het beroepingswerk in de vacature Hamming
werd met kracht voortgezet, als gevolg waarvan
Ds. D. Ringnalda Jr., overgekomen uit Leimui-
den, 1 Mei 1928 zijn intrede deed.
Niet lang daarna besloot de kerkeraad met
groote meerderheid van stemmen in de vacature-
Telkamp niet te voorzien en het dus bij twee
predikantsplaatsen te laten.
Nu moge het een ideale toestand zijn meer
predikanten te hebben dan kerkgebouwen, ieder
gevoelt dat het omgekeerde meer kerkgebouwen
dan predikanten, een onhoudbare omstandig
heid is.
Vandaar dat besloten werd de kleine, bouw
vallige Hofpleinkerk af te breken en op dezelfde
plaats een grooter gebouw te doen verrijzen, dat
vrijwel evenveel menschen zou kunnen bergen
als in de voormalige Hofpleinkerk en in de
Gasthuiskerk tezamen ondergebracht konden
worden.
Dit nu is thans geschied.
De gemeente heeft voortaan twee predikanten
en in overeenstemming daarmede twee kerkge
bouwen, de Noorderkerk met 950 en de nieu
we Hofpleinkerk met 850 zitplaatsen.
Uit dit alles volgt dat de vermaarde Gast
huiskerk voor den Dienst des Woords gesloten
wordt.
Ondergeteekende hoopt er a.s. Zondagavond,
28 December, den laatsten dienst te leiden met
een prediking over Mattheus 25 10 slot„En
de deur werd gesloten", een tekst, hem aan de
hand gedaan door één der kleindochters van wij
len Ds. A. Littooij, die meer dan veertig jaren
in dit historisch gebouw het Evangelie naar de
Schriften mocht brengen.
Kan het anders dan een blijde boodschap we
zen, in zulk een hemelsfeer Hier past geen
angst en schrik alleen maar heilige ontroering:
Vrees niet, want zie, ik verkondig U groote
blijdschap, die al den volke wezen zal n.l. dat
U heden geboren is de Zaligmaker, welke is
Christus, de Heere, in de stad Davids.
Een blijde hemeltijding aan de aarde aan de
herders van Efratha, aan het volk Israël, aan
ieder volk.
God is geopenbaard in het vleesch, de Hemel
koning is ingegaan in 's menschen levensduister
nis, is komen wonen in 't tranendal van levens
nood en stervenssmart gaat deelen in de sla
vernij van den Overste dezer wereld maar
alleen om die boeien te verbreken, om de zonde
nevelen te doen verzwinden, om alle treurigen
te troosten, om de gevangenen vrijheid uit te
roepen, om te geven sieraad voor asch, vreugde
olie voor treurigheid en 't gewaad des lofs voor
een benauwden geest.
Een blijde hemeltijding bestemd voor ,,al den
volke".
De „groote" blijdschap kan alleen voor „alle"
volken zijn.
Heerlijk hemelwoord, in den nacht gesproken
voor 't oor van sidderende kuddewachters ver
tolkt en verbreid onder alle natiën vernomen
vol vreugde door heilbegeerende zondaren.
De heidenen mogen tot het Licht gaan en
De deur der Gasthuiskerk gesloten
Althans voor den Dienst des Woords in de
Gereformeerde Kerk.
Moeten wij dezen gang van zaken betreuren
Sommigen doen het en wij kunnen dat verstaan.
De nood is ons echter opgelegd.
Nieuwe tijden brengen nieuwe toestanden.
God heeft in alle levende dingen, ook in Zijn
levende Kerk, het beginsel van voortzetting en
ontwikkeling gelegd.
Wie bij het oude stil blijft staan, gaat ach
teruit.
De huidige omstandigheden maken de sluiting
der Gasthuiskerk noodzakelijk.
Wij mogen echter van dit gebouw niet schei
den, zonder een terugblik te hebben geworpen
in zijn belangwekkend verleden, want aan de
Gasthuiskerk zijn herinneringen verbonden, die
niet alleen van beteekenis geacht moeten worden
voor de gemeente van Middelburg, maar ook
voor de Gereformeerde Kerken van Nederland
in het algemeen.
De laatst gehouden vergadering der Classis
Middelburg, op 3 December j.l., was van de
waarheid dezer laatste stelling zóó hartgrondig
overtuigd, dat zij, op voorstel van Ds. A. C.
Heij te Koudekerke, nevensgaande foto liet ma
ken, om deze te publiceeren in de Zeeuwsche
Kerkbode.
De Classis besloot hiertoe niet, omdat zij
zichzelve zoo gewichtig vindt, maar wel omdat
zij het van beteekenis achtte de allerlaatste
„meerdere vergadering" in dit historisch monu
ment, waarin zoo vele samenkomsten van classes
en synoden gehouden werden, te vereeuwigen.
Ds. Heij zeide in zijn pittig „afscheidswoord"
op de Classis terecht „dat de meerdere verga
deringen, die straks in het nieuwe kerkgebouw
zullen samenkomen, daar, ondanks al het be
koorlijke van het nieuwe, iets zullen missen, n.l.
den band aan de geschiedenis".
De Generale Synode van 1869, waarop de
Vereeniging van de Christelijke afgescheidene
Gereformeerde Kerken en van de Gereformeerde
Kerken onder het kruis tot stand kwam, hield
hare zittingen in de Gasthuiskerk.
De beroemde Synode van 1896, waarop de
Zendingsbeginselen der Gereformeerde Kerken
in Nederland werden vastgelegd en waarvan wij
nog alom in den lande die oude, bekende foto
aantreffen, werd gehouden inde Gast
huiskerk.
Deze Synode van 1896 werd den 11 en Augus
tus geopend door den pastor loci, Ds. A. Littooij,
met een toespraak over „Het kerkelijke leven
in Middelburg".
Het zij ons vergund aan deze openingsrede de
volgende interessante en merkwaardige bizonder-
heden te ontleenen
„Voorzeker, broeders, Zeeland en vooral
Zeeland's hoofdstad is eene plek, gewijd
door de geschiedenis. Beginnen wij ons te
oriënteeren, dan veroorloof ik mij U aller
eerst te wijzen op het gebouw binnen welks
dikke muren wij, zoo de Heere wil en wij
leven, de eerstvolgende dagen, als Synode
der Gereformeerde Kerken in Nederland
koningen tot den Glans, die in Israël is opgegaan.
Al den volke groote blijdschap niemand dooie
in het duister rond in het kille, dorre, arme
leven, buiten Bethlehem ieder late zich over
stralen door hemellicht en z'n ziel bekoren door
engelenboodschap in stille aanbidding en lof-
zingende zielsverheffing dien Heiland, die waar
achtig, nieuw leven bracht.
Groote blijdschap al den volke, ook voor U
Voor elk, die in het duister dwaalt
Verstrekt deez' zon een helder licht.
Dat hem in schaüw des doods bestraalt,
Op 't vredepad zijn voeten richt.
St. Laurens. A. KONING.
PATRIMONIUM.
Onlangs gevraagd om op de jaarvergadering
van een afdeeling van Patrimonium een enkel
woord te spreken, meenden we, aan dat verzoek
voldoende, goed te doen met iets te zeggen over
de beteekenis en taak van Patrimonium in dezen
tijd.
Omdat daarin vragen behandeld werden, die
algemeene belangen raken en vooral geestelijke
belangen, nemen we, met een enkele wijziging,
dat woord op in de Kerkbode, in de hoop, dat
het zal kunnen meewerken dat men in dezen
tijd, vol verwarring, de rechte paden zal blijven
zien.
zullen vergaderd zijn.
Toen Bonaparte zijn leger had gebracht
in de schaduwen der Pyramiden van Egyp
te, riep hij uit, wijzende op die reusachtige
steenklompen „Eeuwen zien op U neder".
Zonder overdrijving kunnen wij op deze
plek zijn woord herhalen. Dit gebouw toch
is een der oudste van Middelburg.
Het staat hier meer dan vijf eeuwen.
In 1394 wordt er, in nog aanwezige schrif
ten, reeds van gesproken. En het was, als
kapel, aan St. Barbara gewijd.
Bij het overgaan dezer stad aan den
Prins van Oranje, 1574, kregen de Gerefor
meerden eerst de St. Pieter-, daarna de
Westmonster- en de Abdijkerk en in 1590
deze aan St. Barbara gewijde kapel.
Natuurlijk werd de wierookwalm toen ge-
bluscht, het altaar weggenomen, het koor
gezang vervangen door het lied, tijdens den
beeldenstorm zoo menigmaal gezongen den
115en Psalm van Datheen, den welbeken
den Vlaamschen prediker, die ook hier zoo
menigmaal optrad.
Drie eeuwen later kwam dit kerkgebouw
na de hervorming de Gasthuiskerk ge-
heeten weder in de handen der Roomsch-
Katholieken. Zij kregen het, dewijl het een
stadskerk was, van Napoleon. Toen het
voor hen te klein was en nadat het zelfs
nog eenigen tijd voor kolenpakhuis had ge
diend, kocht het, vóór ongeveer een halve
eeuw, de Christelijk Afgescheidene Gerefor
meerde gemeente voor ruim 1450."
Vet gedrukte van mij. D. R. Jr.)
O, Gasthuiskerk, hoe veel bewogen was uw
leven
1390— 1590:
1590—1810
1810—1840:
1840—
1845
1931
1845
1931
Roomsch Kerkgebouw
St. Barbara.
Gereformeerd Kerkgebouw—
Gasthuiskerk.
Roomsch Kerkgebouw
St. Barbara.
Heel geen Kerkgebouw
Kolenpakhuis.
Gereformeerd Kerkgebouw—
Gasthuiskerk.
77? 77
In uw Roomsche perioden hebben de devote
nonnekens hare gebeden binnen uwe muren ge
preveld.
Maar niet altijd waren Uwe Gothische ge
welven toen de stille toeschouwers van vreed
zame tooneelkens.
Herinnert gij U nog, o grijze, trouwe Gast
huiskerk, hoe te Middelburg in 1566 de beelden
storm uitbrak
Weet gij het nog, o, kapelleke van St. Bar
bara, dat toen de stoere geuzen het Madonna
beeldje op Uw voordeur onthoofd hebben, wat
tot op dezen dag nog zichtbaar is
Waren de Calvinisten in 1566 niet dermate
meester van het terrein, dat zij van half Augus
tus tot 5 September hun Gereformeerde gods
dienstoefeningen binnen Uwe muren hielden, tot-
Beteekenis en taak van Patrimonium in
dezen tijd.
Wanneer ik dit als m'n onderwerp aankondig,
zou het niet ondenkbaar zijn, dat iemand bij
zichzelf dachtis dat nu nog noodig Is dan
nu de beteekenis en taak van Patrimonium nog
niet voldoende bekend geworden
Toch zou het m.i. niet juist zijn uit het feit,
dat Patrimonium al zooveel jaren bestaat, af te
leiden dat beteekenis en taak van Patrimonium
daarom al genoegzaam bekend zijn. Dat kon wel
eens tegenvallen.
Zelfs acht ik het niet onmogelijk, dat een
heel tegenovergestelde vraag oprijst n.l. hoe
iemand den moed heeft om nu in dezen tijd,
nog over de beteekenis en taak van Patrimonium
te spreken Immers deze tijd is een buitenge
woon gedrukte tijd. Voor heel velen en ook
voor de landbouwers. En de voorstelling, die
velen zich van Patrimonium hebben gemaakt is
deze, dat het een Vereeniging is, die hierin haar
beteekenis en taak vindt, dat zij altijd aandringt
op meer loon voor de arbeiders. Wijzen daarop
op de taak van Patrimonium zou dus beteekenen,
dat ik weer den eisch zou naar voren brengen,
dat Patrimonium ook nu zou moeten vorderen,
dat de arbeiders en dat zijn hier meest de
landarbeidershooger loon zouden moeten heb
ben. En ge begrijpt dan slaat men van
verbazing de handen ineen en zegthoe is 't
mogelijk, dat die man, nu nog durft spreken over
de beteekenis en de taak van Patrimonium
Laat hij liever Patrimonium den raad geven zich
nu maar heel koest te houden, om op betere
tijden te wachten zoo die tenminste nog eens
dat de Overheid U terugvoerde in de moeder
schoot der Roomsche Kerk
Ja, waarlijk, reeds in 1566 werd van Uw
kansel, zij het dan slechts voor een drietal weken,
de Gereformeerde Waarheid gepredikt
Doch eens zouden die 3 weken tot 3 eeuwen
worden
O, Gasthuiskerk Van 15901810 is Uw
leven rijk geweest aan zegeningen door den
Koning der Kerk Zijn gemeente geschonken
Mocht reeds Petrus Datheen 'n enkele maal
in 1566 Uw kansel beklimmen, den 27sten Juni
1599 mocht gij Hermanus Faukelius als Uw
eigen leeraar begroeten.
25 jaar lang heeft deze geleerde, die met
„meer als gemeyne gaven" versierd was, het
Kort Begrip opstelde en op de Synode van
Dordrecht tot de „Statenvertalers" behoorde,
onder meer in de Gasthuiskerk gepredikt.
En Willem Teelinck, de vrome prediker van
het practisch Christendom, heeft hij niet sinds
zijn intrede te Middelburg in 1613 „Zions Ba-
suyne" geblazen en „Balsem Gileads voor Zions
Wonde" uitgereikt inde Gasthuiskerk
Doch dan mogen we ook zeker Bernardus
Smijtegelt wel noemen.
Hij arbeidde van 16951739 te Middelburg.
Menige predikatie van dezen geliefden „oude
schrijver" is in de Gasthuiskerk door gemeente
leden tijdens den dienst opgeteekend. Ds. Littooij
verklaarde in zijn openingsrede op de Synode
van 1896
„Meer dan eenmaal zag ik een kerk-
briefje, waarop ook de naam van Ds. Smij
tegelt stond voor den dienst in de Gast
huiskerk."
De tweede Gereformeerde periode der Gast
huiskerk vangt aan in 1845.
Het heeft ons heel wat naspeuringen in oude,
verschrompelde notulenboeken gekost om daar
over meerdere gegevens te verkrijgen.
Onze moeite werd echter rijk beloond en wij
kunnen niet nalaten eenige resultaten van ons
onderzoek te publiceeren.
De aanvang der periode, die a.s. Zondag af
gesloten wordt, moge aldus aan de vergetelheid
ontrukt worden.
Het oudste notulenboek der Christelijk Af
gescheidene gemeente te Middelburg, dat wij in
ons archief konden vinden, begint met een ker-
keraadsverslag van 18 April 1845. Daaruit blijkt
dat op 17 April van dat jaar Ds. H. G. Kleyn,
overgekomen uit Kockengen, als opvolger van
Ds. J. L. Lankhorst intrede deed met een pre
diking over Jesaja 40 8 slot„Het woord onzes
Gods bestaat in der eeuwigheid".
Deze intrede vond plaats in het toenmalig
kerkgebouw der Christelijk Afgescheidene Gere
formeerde gemeente aan de Kinderdijk, Perceel
P 103, welk huis gedeeltelijk ook als pastorie
was ingericht.
Toen Ds. Kleyn deze pastorie betrok en zijn
intrede deed, was de Gasthuiskerk echter al ge
kocht, want tot mijn geluk vond ik in het ar
chief een verschoten nochtans goed leesbaar kas-