Ij^pKNIEWg FEUILLETON. Allereerst het is hoog noodig dat krachtig opgetreden worde tegen de oneerbaarheid in de kleeding, want hier staan hooge belangen op het spel. Dan van dat krachtig verzet kan vooral dan vrucht worden verwacht, wanneer het mee ge dragen wordt door een krachtige organisatie. Alzoo hier ligt voor een krachtige organisa tie een eerste roeping. Het was deze gedachtengang, die er ons toe bracht te schrijven, dat de jeugdactie onder deze meisjes o.i. op een belangrijk punt teleurstelling geeft. En we blijven nog van oordeel, dat, de Geref. Meisjesbond een onberekenbaren zegen zou brengen, wanneer hij de groote kracht van zijn groote organisatie gebruikte tot een gemeen schappelijk verzet tegen een oneerbare mode, die beide, meisjes en jongelingen, belaagt. En vele vaders en moeders zouden God danken wanneer zij alzoo in hun strijd tegen de zonde machtigen steun zouden ontvangen. HEIJ. TWEETAL TE Haarlem G. C. Berkouwer te Oudehorne. K. Sietsma te Eindhoven. BEROEPEN TE O. en N. BildtzijlCand. A. de Ruiter te Giessendam. Schiedam J. van der Meulen te Soest. Kollum A. Mout te Gorredijk. Hijken Cand. J. Hartkamp te Zutfen. AANGENOMEN NAAR Numansdorp-KlaaswaalCand. E. Mobach te Haarlem. Krabbendam Cand. J. J. Bosma te Zuidwolde. BEDANKT VOOR Oostburg Cand. E. Mobach te Haarlem. Den HelderS. E. Wesbonk te Hoorn. Appelscha Cand. J. J. Bosma te Zuidwolde. Ierseke J. Wiepkema te Neede-Rekken. Smilde H. Wiersema te Oldehove. Ds. S. J. P. Goossens, beroepen miss. predikant voor Soemba, heeft Zondag j.l. voor de Geref. Kerk van Achlum afscheid gepreekt met 1 Tim. 1 15. De scheidende leeraar werd na de predikatie op hartelijke wijze toegespro ken namens Kerkeraad en Gemeente door oud. J. van Sluis en namens de Classis Franeker door Ds. S. van Wouwe, van Arum (Fr.). Een kerkgang. In de 's Gravenh. Kerk bode schrijft Dr. C. Bouma onder dit hoofdje het volgende stukske, dat voor de kerkleden in andere groote steden ook nuttig kan zijn. „Zondagmorgen had ik het genoegen met mijn gezin te mogen opgaan naar den Dienst des Woords. Dat is voor een dominee iets eigenaardigs. Eens als elk ander in de kerk te zitten al die verwonderde gezichten rondom me heen te zien en dat half onderdrukte gelach, dat er dien dag twee dominees in de kerk zaten, die niet preek ten. En dan eens onder den dienst te zitten luis teren het Woord Gods te hooren komen ook tot den dominee. Ook in ander opzicht was de dienst een ver heuging voor me. Met blijdschap constateerde ik, dat de kerk zoo goed bezet was. Of neen, eigenlijk was er iets anders in mijn ziel. Bij het uitgaan hoorde ik de menschen zeg gen, dat er zooveel kerkgangers dien dag waren. Ik moet iets anders zeggen iets, dat ik in de Oosterkerk ook wel eens van den kansel heb gezegd dat er zoo weinig menschen waren. Er waren laat ons zeggen duizend menschen. Veel meer dan vroeger. Volgens de overlevering der ouden moet het toen treurig zijn geweest, tin nu groeit het getal kerkgangers gestadig aan. Maar er waren Zondag nog ongeveer zes- of zevenhonderd te weinig. Als allen, die konden, waren gekomen, had den alle paden propvol gestaan, boven en be neden dan had de consistoriekamer vol geze ten en hadden er nog een paar honderd naar huis moeten gaan, die er eenvoudig niet in kon den. Zeker, er wordt beter gekerkt. Maar door velen nog zeer slap. Zondag^ heb ik eens weer de kerk doorge keken, en gezien, dat er zeer weinig kinderen waren. Daar zit één der foutener zijn gezinnen, DE MOLENAAR VAN OOSTWOUD (HISTORISCH VERHAAL OMSTREEKS 1880) DOOR H. KINGMANS. XIV. De vrouw van den predikant zag haar man aan. Als bij intuïtie had zij gevoeld, waarover hij had gedacht. „We zijn er nog niet, Peter", zeide zij. „Wat bedoel je, moeder „Waar jij over denkt. Op zulk een school kunnen onze kinderen niet blijven gaan. Of denk je, dat meester Otterloo het niet zóó gezegd heeft „Ik geloof wel, dat hij het gezegd heeft. Piet luistert altijd veel te goed. Bovendien ligt het geheel in de lijn van zijn opvattingen. Dominé Puthake oordeelt immers precies zoo Maar natuurlijk, ik moet eerst zekerheid hebben. En daarom stel ik mij voor, het meester Otterloo eens op den man af te gaan vragen. Hoewel ik, als het waar is en dat zal wel, niet weet wat er dan verder gebeuren moet. Hoe komen wij aan een eigen school Het is ondoenlijk, vooral na die wet van Kappeyne." „Je wist ook niet, hoe het met den kerkbouw moest, maar heeft de Heere niet een verrassen de uitkomst gegeven Dominé Petersma werd verkwikt en be waar men met het grootste pleizier een of meer kinderen thuis laat. Waar het verdeeld wordt des morgens gaan een of meer, en des avonds de andere helft. Ouders, denkt ge, dat zóó de bedoeling Gods is In de dagen van Joël moesten ook meekomen de zuigelingen. God rekent de kinderen der ge meente bij Zijn Kerk, en dan hebben wij niet het recht, ze thuis te laten. Des Zondags behooren we zelf getrouw te komen als gezinnen, en dan met blijdschap te zeggen tot den Koning der Kerk „Zie, Heere, wij en de kinderen, die Gij ons gegeven hebt." Als we het zoo doen, is de Oostkerk in een ommezientje veel te klein. Ja, ik hoor het wel„En als allen er dan niet in kunnen Weest maar niet ongerust daar zorgt de Kerkeraad voor. Als gij maar komt. Uw Heere rekent er op. Niet, dat ge thuis blijft. Niet, dat ge aan de radio een dominee hoort, die nog veel beter is. Niet, dat ge thuis blijft, omdat er toevallig visite komt. Hij ver gadert er met Zijn gemeente. En Hij wacht er ook u." Dr. Bouma heeft niet alleen geluisterd naar de bediening des Woords, maar ook eens goed rondgekeken en alles tezamen deed hem schrij ven iets, waar niet genoeg op kon gewezen Hij, de Heere, wacht ook u in de Kerk u en uw gezin. Ds. H. W. Laman schrijft Nog dieper kloof. Tusschen de zich noemende dat zijn ze toch heusch „Geref. Kerken in Nederland" en de gemeenten, die de oude beproefde en bevindelijke waarheid wenschen te handhaven is, schrijft „de Saambinder" van Ds. Kersten, ontegenzeggelijk een groot verschil. De Synode te Arnhem besloot den voor de Liturgie te benoemen Deputaten op te dragen, den bestaanden bundel „Eenige Gezangen" uit te breiden met eenige liederen, die berijming zijn van Schriftgedeelten, of die zich aan de Heilige Schriften nauwste aansluiten, om den kerken te worden aangeboden ten gebruike inzonderheid op de Christelijke feestdagen, op de dagen, die bestemd zijn voor de herdenking van het lijden en sterven van Christus, bij de bediening der Heilige Sacramenten, de bevestiging van ambts dragers en huwelijksbevestigingen. Nu zullen de Geref. Kerken een gezangen bundel invoeren 2) wellicht eerst een kleinen straks een vervolgbundel enz. enz. Want de massa zal die liederen wel willen. Aan het oude Psalmboek heeft men niet genoeg. Wat nieuws moet ingevoerd. Dit riekt vies. Zoeke jong en oud het onverouderde kerk boek, 3de oude, niet-verminkte belijdenis en de berijming der Psalmen en enkele gezangen door de Synode van Dordrecht in 1619 aangewezen. Deze zijn ons voor kerkgezang genoeg. Aan het door hem geciteerde bericht uit „de Saambinder" voegt hij nog enkele opmerkingen x) Het was wel te verwachten, dat Ds. Ker sten natuurlijk hierover de trompet zou blazen. 2) Invoeren? Die bundel „eenige gezangen" bestond reeds sinds lang, zijt gij een leeraar in Israël, collega Kersten, en weet ge dat niet al sinds de dagen der vaderen, immers der vaderen, die de oude, beproefde, bevindelijke waarheid eerst schiepen en sinds bewaarden. 3) Het onverouderde kerkboek met de psal men van Datheen, die zelfs vóór hen door de kinderen Korach niet gezongen werden, want deze zongen ze op hun zuiverst in het He- breeuwsch. Wie de psalmen volkomen zuiver, echt zuiver wil zingen, moet ze zingen in het Hebreeuwsch en niet in het Oud-Hollandsch der 16e eeuw. Daar zijn geen bijmengselen in. Ds. Kersten moet zijn Hebreeuwschen psalmbundel in zijn Hebreeuwschen Bijbel maar eens vergelij ken met zijn Datheensch, onverouderd psalm boekje. Dat is nog al een verschil, Collega Of weet ge dat ook al niet Praat er dan ook niet over Aan den redacteur van „de Samenbinder", het orgaan van de Gereformeerde Gemeente, is, naar in verschillende bladen te lezen staat, de vraag gesteld of een kerkeraadslid uit zijn ambt kan worden ontzet op grond van het feit, dat hij in eene brandassurantie is Die vraag deed met groote belangstelling uit zien naar het te geven antwoord, dat we hierbij overnemen. Ds. Kersten beantwoordt deze vraag ontken nend. Met een beroep op enkele synodale uit spraken verklaart deze dan, dat geen censuur schaamd door het geloofsvertrouwen van zijn vrouw. „Je hebt gelijk, kind. Ook hier is onze God de Machtige Israëls. Maar dat neemt toch niet weg, dat wij de werkelijkheid niet voorbij mogen zien. En die is, dat schoolbouw zoo goed als uitgesloten is, ik kan, geloof ik, wel zeggen, ge heel uitgesloten. Allereerst moet er kapitaal voor den bouw zijn. Als wij dat krijgen, komen wij op zware lasten voor de rente en de aflos sing. Bovendien moet er door de ouders een hoog schoolgeld worden betaald. En dat kun nen wij schier niet. Je moet ook niet vergeten, dat de gemeente, door den kerkbouw, heel wat meer zal moeten opbrengen. Ik zie geen enkele mogelijkheid. En toch moet er een school met den Bijbel komen. Dat weten wij niet van van daag of gisteren. Er is, zooals je weet, reeds zoo vaak over gesproken. Maar wat Piet op merkte, heeft mij de oogen geheel geopend. Het kan zoo niet blijven. Wij geven onze kinderen aan het modernisme over. Wij breken door de school af, wat wij in huis bouwen." Zij luisterde aandachtig en was het volkomen met hem eens. Zij stond op, nam zijn hoofd in haar handen „Je bent nog niet door de moei lijkheden heen, Peter. Er komen er nog veel meer. Ik kan niets doen dan bidden, of God ons helpen wil. En dan geeft Hij, vroeg of laat, de uitkomst, vaak ongedacht. Kom, jongen, laat je niet ontmoedigen. Is dat nu dankbaarheid voor de heerlijke uitredding, die wij vanmorgen ontvingen „Kind, ik dank God al den dag, dat Hij mij jou gegeven heeft. Jij bent in staat, mij weer op dient te worden toegepast maar vermanend moet worden opgetreden. En ten nader antwoord wijst de hoofdredac teur van „De Samenbinder" den vrager op deze zinsnede uit de Acta der Synode „Deze weg is de aangewezene. Niet alleen omdat verzeke ring gesteld moet worden onder consciëntie ge vallen. Maar veel meer is het standpunt der Synode van Rotterdam te verdedigen op grond daarvan, dat het kwaad der verzekering zoo algemeen geworden is dat het maatschappelijk leven zich zoozeer op het verzekeringswezen heeft ingesteld, dat indien verzekering werd cen- surabel gesteld dit niet dan tot verwoesting der kerk zou leiden." Wel voorzichtig en ook zeer merkwaardiq K. B. S. OFFICIEELE BERICHTEN. VERGADERING van den Kerkeraad (Smal). Middelburg, 30 October 1930. Praeses Ds. D. Scheele. Aanwezig 26 broeders. Praeses opent de vergadering, leest Ps. 95 vers 1 6 en gaat voor in gebed. Notulen der vorige vergadering worden gele zen en vastgesteld. Ingekomen stukkenEen bericht van een jeugdvereeniging, voor kennisgeving aangenomen. Een schrijven van H. voor kennisgeving aange nomen. Een ingekomen attestatie in handen van een broeder ouderling gesteld. Een verzoek om toezending van een bewijs van vroeger lidmaat schap, waaraan zal worden voldaan. WoensdagavondcommissieEen aangevraag de attestatie, twee doopsaanvragen en een aan gevraagde huwelijksbevestiging toegestaan. Een ingekomen doopattest aanvaard. RapportenNamens de jeugdouderlingen wordt rapport uitgebracht over de onder hun opzicht gestelde doopleden, alsmede voor de catechisaties en jeugdvereenigingen. Een voorstel om een lid der gemeente wegens overtreding van het 7e gebod onder de le trap der censure te stellen wordt aangenomen. Rapport wordt uitgebracht betreffende grens regelingen, als gevolg daarvan zal een schrijven aan de kerk van S. gezonden worden, met mede- deeling dat een lid der gemeente onder haar opzicht behoort. Rapport wordt uitgebracht omtrent een lid der gemeente wegens overtreding van het 7e gebod, een voorstel om de le trap der censure toe te passen, wordt aangenomen. Een dooplid der gemeente wordt onder tij delijk toezicht der jeugdouderlingen gesteld. Rondvraag. Dankzegging. Sluiting. Volgende week breed, 13 Nov. Sectie, 20 Nov. smal. De Kerkeraad. Grijpskerke. De zusterkerken in de Classis Middelburg worden uitgenoodigd afgevaardigden te vertegenwoordigen bij de intrede van Ds. H. Pestman op 9 Nov., waarvan antwoord wordt ingewacht uiterlijk 6 Nov. Hiermede bericht ondergeteekende aan de kerken in de classis Middelburg, dat hij D. V. Donderdag a.s. 6 November des voormiddags van 1112 uur zitting zal houden in de consis torie der Noorderkerk tot het in ontvangst ne men van de collecte voor de Hulpbehoevende Studenten. Ontvangen collecten voor de Theologische School van de kerken in de classis Middelburg Arnemuiden 12.Domburg 14.05 Ga- pinge 17.20 Grijpskerke 38.25 Koudekerke 24.St. Laurens 19.60 Meliskerke 24.59; Middelburg 148.75; Oostkapelle 11.72^; Serooskerke 43.12J/2 Souburg 32.36 Veere 19.29 Vlissingen 74.33 Vrouwepolder 18.01 Westkapelle 7.53. De classis. Correspondent, S. DEN HARTIGH. Middelburg, 31 October 1930. De vergadering der Classe Tholen zal ge houden worden D.V. op Woensdag 12 November a.s. des v.m. om 9 ure in het vergaderlokaal te Bergen op Zoom. 1Opening der vergadering door den Praeses. 2. Vaststellen Maderamen. 3. Nazien der credentiebrieven. 4. Lezen der notulen. 5. Zaken uit de notulen. te beuren. Je hebt gelijk. Wij moeten de moei lijkheden moedig onder de oogen zien. Wat bij de menschen onmogelijk is, is bij God mo gelijk." „Ziezoo, dat is mijn oude Peter. Het komt wel goed, man. Als wij slechts geduld en geloof hebben." „Vrouw „Ja, Peter „Wat is meer noodig een kerk of een school?" „Ze zijn allebei hard noodig." „Dat is geen antwoord. Eén van de twee moet toch het meest noodig zijn." „De kerk", antwoordde zij onmiddellijk. „In drommen komen de menschen, om hun geeste lijken honger te stillen. Gestadig breidt de ge meente zich uit. Er gaat schier geen Zondag voorbij, of ik zie een nieuw gezicht, dat gere geld terugkomt. Daarom moet er eerst een kerkje komen. En dan moet je zoo spoedig mogelijk over een school gaan praten." De predikant had aandachtig geluisterd. „Ik geloof, dat je gelijk hebt, Eika. Maar aan den anderen kant is een school ook drin gend noodig. Wij hebben een, zij het primitieve, plaats van samenkomst voor de gemeente „Behalve, dat er afgeloopen Zondag een twin tig mannen buiten moesten staan. Hoe moet dat dezen winter, Peter Wil je de menschen weg jagen „Neen, natuurlijk niet. Ik zei zooeven al, dat je gelijk hebt. Maar een school is van even groote beteekenis als „Laat die overwegingen varen, Peter." „Welke overwegingen 6. Ingekomen stukken. 7. Praeparatoir examen van den Heer J. v. d. Guchte te Bergen op Zoom. Preekvoorstel over Matth. 11 830. Exegese O. T. door Ds. C. A. Vreugdenhil Jer. II. Exegese N. T. door Ds. W. M. le Cointre Matth. I. Dogmatiek door Ds. A. Andree. Onderzoek beweegredenen door Dr. C. Vel- tenaar. 8. Behandeling ingekomen stukken. 9. Rapporten. 10. Rondvraag naar Art. 41 D.K.O. 11. Vaststellen vacaturebeurten. 12. Rondvraag. 13. Lezen persverslag. 14. Vaststellen volgende vergadering en sluiting. Mede te brengen collecten a. Theol. School b. Hulpbeh. Kerken. Op last der Classe, E. TANGE, Scriba. Rilland-Bath, 28 October 1930. KORT VERSLAG van de vergadering van de Cl. Axel van Geref. Kerken op Dinsdag 28 October '30. Art. 1. Namens de roepende kerk van Oost burg opent Ds. de Vries, consulent van O., de vergadering op de gebruikelijke wijze. Art. 2. De credentiebrieven worden nagezien en zijn in orde. De kerk van Zaamslag heeft een instructie. Art. 3. Als moderamen neemt zitting Ds. Vanhaelen, praeses Ds. Post, scriba Ds. Kok, assessor. Art. 4. De notulen van de vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Art. 5. Rondvraag Art. 41 K.O. levert voor de korte notulen niets op. Art. 6. In behandeling komt 't voorstel van de kerk van AxelDe kerkeraad zou gaarne zien, dat aangaande de bestaande regeling voor de tucht op doopleden, werd onderzocht in hoeverre deze unaniem door de verschillende kerken in de classis wordt toegepast. De cl. ziet geen reden om zulk een onderzoek in te stellen, doch draagt dit de kerkvisitatoren op. Zij geeft een uittreksel uit de vorige notulen betreffende deze zaak aan de vergadering mee. Art. 7. Rapport kerkvisitatie. De rapporten geven veelszins stof tot dank. Art. 8. De classis meent, dat er geen reden is in te gaan op de instructie van Zaamslag. Art. 9. Rapport Zending. De Zendingsdepu- taat doet verblijdende mededeelingen over 't Zendingswerk. De cl. besluit de kerkeraden op te wekken hun aandeel in de som van 1600 bijeen te brengen voor exploitatie van het hos pitaal. De kerken, voorzoover zij dit nog niet gedaan hadden, worden aangespoord de van haar gevraagde som in 't stichtingskapitaal te storten. Art. 10. Afdoening geldelijke zaken. Art. 11. De Commissie van de cl. om N. en Z. te bezoeken in verband met de steunaan vragen van A., brengt verslag uit. Z. meent de gevraagde steun niet te kunnen verleenen. N. moet nog een beslissing nemen. Op de volgende cl. vergadering zal dus op deze zaak worden teruggekomen. Art. 12. De cl. Dep. geestelijke verzorging van Geref. militairen wekt de kerken op om in 't belang van de aanstaande militairen werk zaam te zijn. Art. 13. De quaestor dient de begrooting in. Ze wordt goedgekeurd. Hij hoopt 't verslag van 't vorig boekjaar aan de kerken te zenden. Art. 14. Benoeming Deputaten der Classis. 1Adres en Archiefbewarende kerk Neuzen. 2. CorrespondentDs. Groeneveld. 3. Quaestor: Ds. de Vries. 4. Voor Kerkvisitatie Di. Groe neveld en Kok, sec. Post en Vanhaelen. 5. exa mina primi Di. Groeneveld en Post, sec. Kok. 6. Approbatie beroepingen de kerken van Neu zen en Zaamslag, sec. kerk van Axel. 7. Rege ling vacaturebeurten Ds. Vanhaelen. 8. Corresp. Theol. SchoolBr. A. de Koeyer van Zaam slag. 9. Class, collectenM. Riemens te Neu zen, sec. Jac. Riemens te Zaamslag. 10. Voor coll. Kas Em. pred. wed. en weezen Ds. Post. 11. Art. 13 K.O.Ds. Post, Ds. Kok, sec. 12. Art. 19 K.O. voordracht Ds. Groeneveld, Ds. Post, sec. 13. Art. 49 K.O. Ds. Groeneveld. 14. ZendingDs. Groeneveld, sec. Ds. Van haelen. 15. Zending Joden Ds. Groeneveld. 16. Rijn-Pruisen en Ev. N. Br. en L.J. Boidin te Schoondijke. 17. Prov. Kas beh. idioten enz. voordrachtC. Dees en A. Jansen te Zaamslag. ,,'k Heb het al lang begrepen. Je zoudt van het verkregen geld een schooltje willen bouwen. Maar dat gaat niet, man. Allereerst is een kerkje harder noodig. Maar bovendien het geld wordt gegeven voor het bouwen van een kerk. Je moogt het niet voor een school gebruiken." „Ik zou dat natuurlijk eerst vragen." „Goed. Maar je moet het niet vragen. Wij moeten eerst een kerkje hebben, en daarna zoo spoedig mogelijk een school. Haal nu niet alles door elkaar. Dat is toch nooit je gewoonte. En laat ons het aan den Heere overlaten." Als steeds, luisterde dominé Petersma naar den raad van zijn verstandige vrouw, die hem al zoo vaak geraden had. En opgelucht liep hij naar zijn studeerkamer, waar hij vier briefjes krabbelde, alle vier luidende „Hedenavond ge wone tijd spoedeischende kerkeraadsvergadering. Belangrijke mededeeling." Precies om zeven uur waren zij presentde ouderlingen Edzo Tuinman, die met zijn volwas sen zoon een klein keuterboerderijtje dreef en Lunshof, een landarbeider met een helderen kop en een vroom gemoed, zooals dominé Petersma altijd zeide en dan nog de beide diakenen, Van Landen, timmermansknecht, en Straatsma, land arbeider. Zij waren nieuwsgierig, wat het te beduiden had, dat een spoedeischende kerkeraadsvergade ring was bijeengeroepen en wat er voor belang rijke mededeelingen te hooren waren. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1930 | | pagina 2