FEUILLETON. Aan het eind van het rapport stelde de rap porteur namens de Commissie voor le. de Synode besluite om op het advies van den Kerkeraad der Geref. Kerk van Coe- vorden gesteund door 4 leden van de Particu liere Synode van Drenthe aandringende op uit stel van beslissing over het promotierecht der Theologische School met het oog op een nader in te stellen onderzoek door te benoemen ex perts op wetenschappelijk gebied niet in te gaan en dat op de gronden in het rapport genoemd 2e. de Synode besluite om niet in te slaan den weg door de classes 's-Gravenhage en Lei den en door den Kerkeraad der Gereformeerde Kerk van Westervoort aangewezen, bedoelende, dat, alvorens een beslissing genomen worde over het promotierecht der Theologische School, ja, zoo mogelijk om zulk een beslissing te onder vangen, de Synode aan de orde stelle het vraag stuk van de eenheid van opleiding, en wel op deze gronden dat onder de gegeven omstandig heden de behandeling van de eenheid van op leiding ontijdig en niet zonder gevaar is. Over dit punt werd breedvoerig gediscussi eerd. Ds. Meijnen stelde hierbij tegenover het voorstel der Commissie het voorstel der classis 's-Gravenhage. „De Generale Synode besluit le. voorloopig geen beslissing te nemen in zake het Promotierecht en eerst het vraagstuk van opleiding onder de oogen te zien. 2e. Deputaten te benoemen, die daarover op een in 1931 samen te roepen Synode een rapport zullen hebben in te dienen, 3e. de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op G. G. te verzoeken, een Commissie te willen benoemen ter samenspreking met Deputaten." Dit voorstel werd niet gesteund en kwam dus niet in stemming. Een amendement van Prof. Hepp, overgeno men door Dr. Van Andel, om het slot van de tweede conclusie te doen vervallen, werd ver worpen met 477 stemmen. Van de advisee- rende leden waren twee leden tegen. Het voorstel der Commissie werd hierop z. h. st. aanvaard. Dr. G. Keizer bracht allereerst verslag uit over het onderzoek, door Ds. J. C. Rullmann en hem ingesteld naar de kerkelijke toestanden bij de vrije Gereformeerde gemeenten in Silezië en Saksen. Prof. L. Lindeboom rapporteerde namens Commissie V over deze zaak. Na ampele discussie, werden de volgende conclusies aanvaard 1. Dank te brengen aan deputaten voor cor respondentie met buitenlandsche Kerken, voor het voldoen aan de opdracht der Synode te Gro ningen en hen daarvoor te déchargeeren. 2. Aan de broeders Ds. Graefe, Prediger en Aeltester Gasde en in hen aan de door hen vertegenwoordigde „gemeinden" dank te zeggen voor hun hartelijke groeten en zegenwenschen aan deze Synode en de door hun komst betoon de belangstelling in het leven en den arbeid van onze Gereformeerde Kerken, met wederkeerige groeten en zegenbeden voor hun moeilijken maar ook gezegenden arbeid op hun eenzame posten. 3. Aan de nieuw te benoemen Deputaten op te dragen a. deze „Gemeinden" aan te bevelen in de liefde en den financiëele steun onzer kerken, hetzij door een collecte of door een gift. b. Uit hun midden twee leden te benoemen, Over steunverleening aan Hongaarsche stu denten bracht de heer G. de Bakker namens Commissie V rapport uit. Overeenkomstig het voorstel der Commissie werd besloten 1De handelingen van deputaten onder dank zegging goed te keuren 2. voor de volgende jaren opnieuw deputaten te benoemen met dezelfde opdracht 3. hen te machtigen, zich namens de Synode te wenden tot de kerken om haar te verzoeken, het benoodigde geld bijeen te krijgen door het doen houden van collecten of het schenken van bijdragen 4. hen te machtigen, zich te wenden tot de classis met het verzoek, een deputaat te benoe men, die de zaak der Hongaarsche studenten bij de kerken aanbeveelt, de collecten int en over maakt aan den penningmeester van deputaten der Generale Synode 5. de Synode beveelt deze zaak dringend bij de kerken aan. De heer J. Beumer bracht verslag uit over het telegrafisch verzoek van den kerkeraad der Ge ref. Kerk te Soerabaia, nader breedvoerig toe gelicht „Soerabaia verzoekt stad Makassar als Zen- DE MOLENAAR VAN OOSTWOUD (HISTORISCH VERHAAL OMSTREEKS 1880) DOOR H. KINGMANS. IX. Het was stil in het molenhuis. De beide jongste kinderen waren in de buurt gaan spelen, zoodat Tjaard Evenhuis alleen met zijn vrouw was overgebleven. Maar het gesprek wilde niet vlotten. Er was een schaduw geval len. En het kwam beiden voor, dat die schaduw steeds dieper werd. En beiden hadden er hart zeer van. Vrouw Evenhuis stond op, liep naar den houten, zwart-marmer geverfden schoorsteen mantel en haalde er den Bijbel voor den dag, die daar sinds enkele weken een plaats had ge kregen, zonder dat iemand er ook maar een enkele opmerking over gemaakt had, al had men moeders doen vreemd gevonden. Alleen Leen- dert had het nog niet gezien. Die zou in zijn naïviteit wel iets gezegd hebben. De molenaar zag de bewegingen van zijn vrouw, maar hij zeide niets, toen de Bijbel op tafel werd gelegd en zij er in bladerde. Vrouw Evenhuis zocht den twee en veertig sten psalm op en las, de lippen bewegend „Gelijk een hert schreeuwt naar de water- stroomen, alzóó schreeuwt mijn ziel tot u, o God. dingsterrein te mogen bezitten." De classis Batavia betuigde adhaesie aan deze plannen. Op voorstel van Commissie IV werd de vol gende uitspraak aangenomen De Generale Synode, met groote blijdschap en dankbaarheid kennis genomen hebbende van de groeiende Zendingsliefde en de daaruit voort spruitende Zendingsplannen der Geref. Kerk van Soerabaia, besluit le. de bezetting van Makassar als Zendings terrein door de Kerk van Soerabaia goed te keuren 2e. aan de Deputaten voor de Zending op te dragen uit de Generale Kas het Zendingswerk te Makassar, na een daartoe strekkend gemoti veerd verzoek, waaruit de behoefte aan subsidie blijkt, te steunen met een bedrag van ten hoogste 3500.'s jaars, en hierover op de volgende Synode te rap porteeren. Ds. W. Breukelaar rapporteerde namens Commissie IV over het Christelijk Javaansch Boekenfonds. Na eenige bespreking werd besloten, aan de te benoemen deputaten voor de Zending op te dragen, na ontvangst van de inlichting die van de Algemeene Vergadering op Java is gevraagd betreffende het Chr. Javaansch Boekenfonds, in overleg met de vergadering van de afgevaardig den van de zendende kerken te overwegen, of steun aan het fonds noodig zal zijn en bijaldien genoemde vergadering met hen van oordeel zal zijn, dat steun noodig is, dit fonds uit de Gene rale Kas te steunen met een bedrag van ten hoogste 1000.per jaar en de zendende ker ken uit te noodigen, dat ook zij dit fonds steunen. De praeses verwelkomde ter Synode Z.Exc. de Min. van Staat H. Colijn en verzocht hem, als adviseerend lid ad hoe zitting te nemen. De heer Colijn bracht hierna verslag uit na mens Deputaten voor de verzorging van de verstrooide Gereformeerden in Ned. Indië. Ds. W. Breukelaar bracht namens Commissie IV rapport uit over dit verslag. De volgende conclusies werden vastgesteld 1. met hartelijken dank voor hunnen belang rijken arbeid en voor het door hen gevoerde be heer, al de handelingen der deputaten goed te keuren en hen te dechargeeren voor hun finan- cieele beslissingen 2. opnieuw negen deputaten te benoemen voor de Geestelijke verzorging der verstrooide Gereformeerden in Ned. Indië 3. aan deze deputaten op te dragen a. voor dezen arbeid gelden te verzamelen en namens de Generale Synode alle kerken drin gend te verzoeken, eenmaal per jaar voor dezen arbeid een collecte te houden en de inkomende gelden te beheeren b. uitvoering te geven aan wat voortvloeit uit de door deze en voorafgaande Synode te dezer zake genomen beslissingen c. aan de Kerk te Soerabaia, op haar telken jaar in te dienen gemotiveerd verzoek voor de uitvoering van het door haar ontworpen plan der bearbeiding Makassar, een buitengewoon subsidie te verleenen tot een maximum van 2000.per jaar d. voorts alles te verrichten wat naar hun oordeel van de geestelijke bearbeiding voor de verstrooide Gereformeerden noodig zal zijn en zulks in gebondenheid aan de besluiten der Ge nerale Synode en onder verantwoordelijkheid aan de volgende Generale Synode e. op de wijze, die zij het meest geschikt zullen oordeelen van den arbeid onder de ver strooiden mededeeling te doen, opdat deze ar beid, die zoo dringend den steun van de Kerken in Nederland behoeft, meer bekendheid verkrij gen en daardoor meer in de liefde, het gebed en de offervaardigheid der Kerken moge deelen. Prof. L. Lindeboom rapporteerde namens Commissie V over een circulaire van de Ned. Chr. Perscommissie met verzoek voor de uit zending van verslagen en berichten van haar in termediair gebruik te maken. Besloten werd z.h.st., op dit verzoek niet in te gaan, omdat de Synode voor haar publicaties geen behoefte heeft aan den dienst van genoemd Persbureau. Ds. J. E. Goudappel rapporteerde namens Commissie V over het verzoek van de Classis Batavia om „de actie voor de Radio hier in Indië zelfstandig te mogen voeren, met het oog op het speciaal Indisch karakter der kerken van de Classis Batavia". Besloten werd le. den wensch van de Classis Batavia in zoover in te willigen, dat zij haar machtigt, na- Mijne ziel dorst naar God, naar den levenden God wanneer zal ik ingaan en voor Gods aan gezicht verschijnen Mijne tranen zijn mij tot spijze, dag en nacht, omdat zij den ganschen dag tot mij zeggen waar is uw God Ik gedenk daaraan en stort mijne ziel uit in mij, omdat ik placht heen te gaan onder de scha re en met hen te treden naar Gods huis, met eene stem van vreugdegezang en lof, onder de feesthoudende menigte. Wat buigt gij u neder, o, mijne zielen zijt onrustig in mij hoop op God want ik zal Hem nog loven voor de verlossingen Zijns aange- zichts. O, mijn God mijne ziel buigt zich neder in mij daarom gedenk ik Uwer uit het land van den Jordaan en den Hermon uit het klein ge bergte. De afgrond roept tot den afgrond, bij het ge- druisch Uwer watergoten al Uwe baren en Uwe golven zijn over mij heengegaan Maar de Heere zal des daags Zijne goeder tierenheid gebieden, en des nachts zal Zijn lied bij mij zijn het gebed tot den Gods mijns levens! Ik zal zeggen tot God Mijne steenrots waar om vergeet Gij mij waarom ga ik in het zwart, vanwege des vijands onderdrukking Met een doodsteek in mijne beenderen hoo- nen mij mijne wederpartijders, als zij den gan schen dag tot mij zeggen Waar is uw God Wat buigt gij u neder, o, mijne zielen wat zijt gij onrustig in mij hoop op God, want ik zal Hem nog loven Hij is de menigvuldige ver lossing mijns aangezichts en mijn God." mens de Synode drie Deputaten voor het uit zenden van Radio-kerkdiensten en wat op die zelfde lijn ligt, in Indië te benoemen 2e. aan deze Deputaten op te dragen zich zooveel mogelijk met de Deputaten in Neder land voor deze aangelegenheid te verstaan en saamwerking voor Indië te zoeken 3e. aan deze Deputaten op te dragen, op de e.v. Generale Synode aangaande de verrichte werkzaamheden rapport uit te brengen. Nog rapporteerde Ds. Goudappel over kerk- telefonie voor zieken en ouden van dagen. Prof. Dr. J. Waterink rapporteerde namens Commissie IV over de vraagstukken inzake de betere vooropleiding voor Zendingsarbeiders. De Part. Synoden van Groningen, Drenthe, Gelderland en Zuid Holland (Zuid) en de das sen Leiden en Enkhuizen spraken zich alleen vóór betere voor-opleiding uit. Zd. Holland (Zuid) drong er daarbij op aan, te voren ern stig te onderzoeken, of de financieele kosten, daaraan verbonden, door de Kerken gedragen kunnen worden. Drenthe verklaarde „zich sym pathiek met de gedachte, om een Zendingspro fessor te benoemen". Over het rapport en de voorgestelde conclu sies ontstond een zeer breede discussie. De heer J. Weerstra rapporteerde namens Commissie IV over de Java-Soemba-film. Op voorstel der Commissie werd besloten le. De arbeid van deputaten voor de Zen ding voorzoover deze daarbij betrokken waren, goed te keuren 2e. dat de Gen. Synode het aanbod van het Comité tot overname van de Java-Soemba-film accepteeren 3e. aan de nieuw te benoemen Deputaten op te dragen de verdere afwikkeling te bevorderen. De heer Weerstra rapporteerde nog over de deelname door Deputaten aan de Zendingsten toonstelling. Geconcludeerd werd aangaande handelingen van Deputaten en dezen goed te keuren en De putaten te machtigen bij een eventueel opnieuw te houden Zendingstentoonstelling te handelen als zij gewenscht achten onder verantwoordelijk heid aan de Gen. Synode. Tenslotte rapporteerde de heer Weerstra over het pensioen van Ds. L. Adriaanse, em. miss. predikant te Poerworedjo waaromtrent een re geling werd vastgesteld. De behandeling van het rapport over de „Be tere Vooropleiding" werd voortgezt. De Com missie deelde mee, dat zij haar vorig voorstel terugneemt. Na breede discussie werden de conclusies nu als volgt vastgesteld 1. De Synode betuigt haar dank aan de de putaten voor de Zending onder Heidenen en Mohammedanen voor het opstellen van het Rap port inzake de „betere vooropleiding" en voor den velen en gewichtigen arbeid voor de opstel ling van dit rapport verricht 2. Zij besluit maatregelen te nemen, welke kunnen leiden tot de benoeming van één Hoog leeraar in de Zendingsvakken aan de Theol. School te Kampen 3. Zij besluit, een Commissie te benoemen om over de practische uitvoerbaarheid van het Sub 2 genoemd besluit staande de Synode ad vies uit te brengen. Over de derde conclusie werd gestemd. Van de adviseerende leden stemden er 2 tegen en 4 voor. Van de stemhebbende 44 voor en 11 tegen. Hiermee was tegelijkertijd verworpen een voorstel van Ds. van Es „De Generale Synode, de behoefte erken nend, mede met het oog op de opleiding van hen, die arbeiden zullen voor de Zending, aan een wetenschappelijke beoefening, van onze Geref. beginselen uit, der Zendingsvakken, en de wenschelijkheid van de benoeming van een hoogleeraar, die zich geheel aan deze taak kan wijden, besluit de te benoemen Depp, voor de Zending op te dragen met de Curatoren der Theol. School en de Direct, der V. U. daarover in nader overleg te treden en de volgende Gen. Synode van advies te dienen. Ds. Joh. Jansen rapporteerde namens Com missie V over het rapport inzake Vrouwenkies recht. Na breede bespreking werd besloten, de con clusies ter nadere formuleering aan de Commis sie terug te zenden. Dr. H. Kaajan rapporteerde namens Commis sie I over het „leerboek voor de catechisatiën". De heer J. van der Waals bracht mede namens een drietal andere leden van Commissie I een minderheidsrapport uit. De volgende conclusies, waarover de Com- De lezeres zag op, toen zij den psalm gelezen had. Een traan druppelde langs haar wang. Zij veegde dien haastig weg, schuw kijkend naar de plaats, waar Evenhuis zat. Maar zij bemerk te dat de plaats ledig was. En wéér voelde zij, met een hart, dat inéén kromp van wee, dat er een schaduw gevallen was tusschen haar man en haar. De psalm, dien zij gelezen had, vertolkte de stemming van haar ziel, die schreeuwde tot God. Maar zij kreeg geen antwoord. En er kwam geen rust. Doelloos bladerde vrouw Evenhuis verder, hier en daar lezend. Er was evenwel niets, dat tot haar sprak dat haar bevrediging schenken kon. Er was ook zooveel, dat zij niet begreep. O, was er slechts iemand, die haar helpen kon haar uitlegging geven kon haar innerlijk-zijn begrijpen kon. Vrouw Siemens sprak zij alleen des Zondags en dan was Tjaard er bij, Tjaard, die het zoo goed met haar meende, maar die van haar gemoedstoestand niets, totaal niets be grijpen kon. Zij zou iemand moeten raadplegen zonder dat Tjaard het wist. Maar daartegen zag zij op. Zij had drie en twintig jaar lang niets zonder hem gedaan, ook het geringste niet en hij niet zonder haar. Zij zag al zijn verwijtend oog, als hem later zou blijken, dat zij buiten zijn voorkennis, met iemand had gesproken over dat, wat haar ziel beroerde en dat hij muizenissen noemde, die hij, in zijn goedheid en liefde voor haar, haar trachtte uit het hoofd te praten. De goeierd begreep niet, oordeelde zij, dat hij het er erger mee maakte. Intusschen voelde zij het groote bezwaar, met vrouw Siemens of met een missie eenstemmig was, werden vastgesteld De Synode besluit 1. het door Deputaten ad hoe aangeboden Leerboek terzijde te leggen, omdat het als niet- geslaagd moet worden beschouwd 2. de door haar benoemde Deputaten onder dankzegging voor den door hen verrichten arbeid te déchargeeren 3. de wenschelijkheid van een nieuw leer boek onverzwakt te handhaven. Over deze derde conclusie werd gestemd, waarbij zich een 2-tal der adviseerende en 21 stemhebbende leden tegen verklaarden 4 ad viseerende en 35 stemhebbende leden waren voor. Besloten werd, dat over den inhoud van een vierde conclusie in een volgende zitting gestemd zal worden, daar overleg tusschen verschillende voorstellers gewenscht is. Ds. W. W. Meynen rapporteerde namens Commissie IV van een bezwaarschrift van Ds. K. van Dijk, Miss. Dienaar des Woords te Ke- boemen, over de quaestie van het Liederenboek op de Zendingsterreinen. Ds. van Dijk zond hierover een drietal brieven aan de Synode, die gedrukt werden rondgezonden. De Part. Synode van Friesland (Z. G.) drong er op aan deze zaak nauwkeurig te onderzoeken. Prof. Dr. V. Hepp rapporteerde namens Com missie I over het Liturgie-rapport en de zaken, die daarmede samenhangen, behoudens die in zake kerkgezang. Na zeer breede bespreking werd besloten, dat de zaak, m.n. van het formulier voor de beves tiging van de Diakenen, opnieuw in de Commis sie zal worden besproken. Prof. Dr. H. Bouwman rapporteerde over de vraag van de Classis 's-Gravenhage, om advies inzake de vraag van den heer A. Taal, vroeger predikant te Hoogvliet, die eigener beweging het ambt heeft neergelegd, om weer tot het pre dikambt te worden toegelaten. De Synode sprak uit le. dat aan iemand, die moedwillig zijn ambt neerlegde zonder bewilliging en tegen het advies van den kerkeraad en de classis niet anders dan om zeer bijzondere redenen weder den weg tot het ambt behoort te worden geopend 2e. dat de classis 's-Gravenhage in het bij zonder geval van br. Taal, niet zonder advies en bewilliging van de classis en Particuliere Sy node, waaronder hij ressorteerde, toen hij amb telijke bediening verliet, voorts met goed getui genis der kerk, waaronder hij thans behoort en tevens met kennis en goedvinden van de Parti culiere Synode van Zuid-Holland-Noord aller eerst een onderzoek instelt naar de beweegrede nen, die broeder Taal leidden tot zijn verzoek, en of de boetvaardigheid duidelijk blijkt en daar na beoordeelt en beslist of de weg tot het ambt voor hem weder kan worden ontsloten 3e. Hierbij moet nog worden overwogen of hij nog geschikt is voor de ambtelijke bediening en nog met stichting kan dienen, of hij instemt met de leer der kerk en of hij met betrekking tot zijn gaven en kennis beantwoordt aan de eischen, die God stelt aan de dienaren des Woords. Na bevredigend onderzoek wordt hij door de classis beroepbaar verklaard. Prof. Hepp rapporteerde hierop nader over het Liturgierapport. De volgende conclusies werden vastgesteld De Synode besluit A. de voorstellen der Deputaten inzake de Christelijke gebeden en de Formulieren te aan vaarden doch a. de lezing „ten onzen beste" in het formu lier om den Heiligen Doop aan de kinderen te bedienen, te handhaven, b. de lezing „overmits in alle verbonden twee deelen begrepen zijn" in het sub a. ge noemde formulier te behouden, c. in het gebed voor de Doop der volwas senen voor „dezen Uwen dienaar" te lezen „hem (haar)" die den Heiligen Doop zal ont vangen, (lid d. der conclusie, betreffende de formulie ren voor de bevestiging van Dienaren des Woords, ouderlingen en diakenen, werd ter na dere bespreking aan de Commissie teruggezon den), e. in het formulier om den heiligen huwelij ken staat voor de Gemeente van Christus te bevestigen, te lezen 1in de toespraak tot den man, 2e regel „zoudt leiden" inplaats van „leiden zoudt" 2. in de toespraak tot de vrouw „wereldsche pracht" inplaats van „wereldlijke pracht" (ter overweging van verdere aanvulling wer den de conclusies naar de Commissie terugge- ander te gaan praten, terwijl Tjaard er niets van wist. En zij durfde het hem niet zeggen, dat zij het doen wilde, omdat hij bezwaren op peren zou en opmerken, dat het alles onzin was, omdat het met hen allen toch goed ging en er op hen niets aan te merken viel. En dan was zij nog even ver. Neen, neen, zij moest er niet met Tjaard over spreken. Misschien was het veel beter, zonder zijn voorkennis, het te doen, hoe vervelend zij het vond. Maar als het moest als zij er rust door krijgen kon Ter zijde van het molenhuis, op een bank in de schaduw, zat Tjaard Evenhuis, rookend zijn pijp en met belangstelling lezend zijn courant. Hij was een man, die mééleefde met wat er in de wereld omging. Hij dacht na over wat hij ge lezen had. En hij was niet iemand, die voetstoots alles aannam, wat de courant meedeelde, al was die courant dan het groote, dure dagblad, dat hij met Heerema gezamenlijk las. Tjaard Evenhuis volgde met groote belangstel ling den strijd, dien de courant voerde met Dr. Kuyper, den man, die de laatste jaren zoo van zich deed spreken. En ook nu las hij het artikel, waarop Heerema hem geattendeerd had. Maar in tegenstelling met den boer, die er enthousiast over was, las Evenhuis het critisch. Want hij was het wel met Menno Siemens eens, dat Kuy per een man van beteekenis was, dien men maar niet zoo in een hoek kon duwen, al ging men dan volstrekt niet met hem mede. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1930 | | pagina 2