KERKNIEUWS FEUILLETON. UIT DE PERS. AAN MIJN ZEEUWSCHEN VRIEND LUCTOR. De lezer van onze Kerkbode heeft nu alreeds bemerkt, dat de Oud-Gereformeerden van het type Ds. Daan Bakker zich niet bekommerden om de Gereformeerde Belijdenisschriften of de Kerkenorde. Zooals het dan heet, rekenen zij alleen met Gods Woord. Maar dit is toch in den grond der zaak in menig opzicht niet meer dan schijn. Bij al de goede trouw en de op rechtheid die wij aannemen in hunne handelin gen, blijkt het toch wel, dat, zij zich door hun eigen gevoel en hun eigen meening laten lei den en die van wie bij hen voor kinderen Gods worden erkend. Een invallende tekst, geheel uit zijn verband gerukt, en naar eigen opinie opgevat en toege past, wijst den weg. Zooals wij dan nu vernomen hebben, Daan Bakker was in het nauw gebracht door ,,een zeker vriend", die tot hem zeide „Wat uw roeping tot het leeraarschap aanbelangt, daar stemmen genoegzaam alle kinderen Gods, die u gehoord hebben, mede inmaar wat uw be vestiging betreft, daar zullen er velen tegen zijn, omdat dit door geen geordend leeraar zal plaats hebben dit kan ook niet goed wezen, want het kan niet bestaan, dat de mindere den meerderen zou inzegenen". Ds. Bakker verhaalt, dat hij hierop niet veel te antwoorden had. Wij schreven de vorige maalHoe hij uit deze moeilijkheid kwam, hopen wij de volgende week te vernemen. Welnu, Ds. Bakker schrijft Na het vertrek van dien vriend, kreeg ik het erg benauwd. Daar greep het ongeloof post op mijne ziele. Dit was de eerste maal, nadat ik mij aan den Heere had overgegeven, dat ik het zoo bang kreeg. Mij ontbrak licht, om deze te vereffenen. Zooverre ik mijzelven in dezen be wust was, wilde ik toch volstrekt niet anders, dan overeenkomstig Gods Woord, weg en wille, dit gewichtig ambt aanvaarden. Hoe nader het aan de bevestiging kwam des te beklemder werd het mij om het hart. Ja, ik was zoo benauwd en beangst, dat ik tot een zeker goed vriend van mij zeide„als ik het zoo moest doen, als ik thans ben, dan had ik liever, dat vóór dien tijd mijn doodkist in huis kwam, dan om in zulk een toestand leeraar te worden". Ik kreeg evenwel nog geen verlich- tenis integendeel, mijne banden werden van dag tot dag grooter. Maar op zekeren morgen kwam de Heere mij met deze waarheid voor „De benauwdheid en zal niet tweemaal oprijzen", Nahum 1 9b. Desniettegenstaande bleef mijne benauwdheid voortduren. Daarom kon ik van deze waarheid geen gebruik maken. Doch des avonds be haagde het den Heere, om mij opening te geven, opdat ik met vrijmoedigheid Zijnen mond ver mocht raad te plegen. Ik kon den Heere met de meeste vrijheid als getuige inroepen, dat ik geen leeraar wenschte te worden tegen Zijn Woord. Ik mocht Hem ook ernstlijk aanloopen, om mij Zijne Goddelijke raad niet te onthouden en dat het Hem toch bekeven mocht, om mij naar Zijn onfeilbaar Getuigenis te onderrichten daar Hij mij toch reeds zoo menigmalen raad en wijsheid in mijne zaken en omstandigheden geschonken had. En, zietVrienden de Oneindige Goedheid geliefde mij onwaardige door Zijn dierbaar Woord te onderwijzen. Hij kwam mij voor met deze waarheid „Toen kwam Jezus van Galilea naar den Jordaan tot Johannes, om van hem ge doopt te worden. Doch Johannes weigerde hem zeer, zeggende, Mij is noodig van U gedoopt te worden, en komt gij tot mij Maar Jezus ant woordende zeide tot hem, laat nu afwant aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij van hem af." Matth. III1315. Hierbij geliefde de Heere Zijn Goddelijk licht in mijne ziele te schenken, waardoor ik te zien kreeg, dat het geoorloofd is, dat de mindere den meer deren inzegent. Nu„mocht ik mij wederom bij vernieuwing aan den Heere overgeven en daarna ook aan de ge meenten, om door derzelver opzieners als leeraar ingezegend en bevestigd te worden. Kort daarop werd ik dan ook door de ouder lingen de handen opgelegd en ingezegend. Dit is geschied te 's-Gravenpolder den 18den October 1865. De ouderling M. Luyk van Sta- venisse hield bij deze gelegenheid eene toespraak uit 2 Timoth. IV 2. DE OOM UIT AMERIKA. XX. Deze wilde hieraan gevolg geven, merkte ech ter den drempel niet op, struikelde er over en kwam lang uit op den vloer te liggen vlak voor den Commissaris. Deze, die wel gewoon was, dat velen zijner bezoekers, diep voor hem bo gen, vond deze beleefdheid wel wat erg over dreven en gelastte haar dan ook spoedig op te staan. Met veel moeite slaagde de bezoekster daarin, waarna ze zich op een stoel wist te werken. „En wat komt U hier doen?" vroeg de Com missaris streng. En toen begon ze haar verhaal, zooals wijze Bet ze dat had voorgezegd. Alleen die tong deed, juist nu ze hem zoo noodig had, zoo raar. An ders kon die zich zoo vlug bewegen in haar mond. En nu was het net, of hij van lood was. Maar ze wist dan toch te vertellen, dat ze een jongen had, een heele, lieve jongen, waarvan ze o zoo veel hield. En dat die jongen was weg- geloopen. En dat ze hem nu weer naar huis kwam halen en of de Commissaris nu, as je blieft, wou zeggen, waar ze hem vinden kon. De Commissaris dacht even na. Toen zeide hij ,,Nu zeg ik U het adres niet. Ik wil niet, dat U de vriendelijke menschen, die Uw jongen hebben opgenomen, vanavond lastig valt. U moet eerst Uw roes maar eens uitslapen. Kom morgenochtend maar terug." Ik ondervond na dien tijd over deze handel wijze steeds volkomen vrede in mijn gemoed, zoodat ik daaromtrent nimmermeer zulke aan vallen en bestrijdingen ondervonden heb. De Heere heeft in deze zaak aan mij gedane belofte uit Nahum 1 9 genadiglijk vervuld. Ja, met het oog op den toestand der Kerke kan ik met alle vrijmoedigheid van ganscher harte voor den Heere verklaren, dat ik niet zou wenschen eenen anderen weg of eene andere bevestiging van eenig leeraar, hoe uitnemend ook, meer wensch te ondergaan. Het menschelijke oordeel over deze handeling is zeker zeer verschillend geweest. Zoowel in geschriften, als op predikstoelen is er veel van gezegd geworden en heb ik aan vele aanvallen bloot gestaan. Indien de goede Ds. Daan Bakker nu de kant- teekening eens opgeslagen had op Nahum 1 9, zou het later wellicht niet zoo gemakkelijk voor hem gebleven zijn, want daar wordt deze ge dachte als verklaring, aangegeven De zin is God zal u, o Ninivé, met dezen tocht zoo on derdrukken, dat Hij niet ten tweeden male zal behoeven te komen. Hij zal u eens vooral ten tweeden male uitroeien. J. W. GUNST. DRIETAL TE O. en W. Souburg S. J. Popma te Nieuwendam. K. Spoelstra te Meeden. J. B. Vanhaelen te Hoek. TWEETAL TE Urk K. van Anken te Delft. R. J._ van der Meulen te Ymuiden. Assen B. A. Bos te Haarlemmermeer. W. A. Wiersinga te Weesp. BEROEPEN TE Ferwerd S. Wouters te Dronrijp. De Glind Cand. G. Zeijl te Sneek. Sleen Cand. J. C. Borgdorff te Oud-Beijerland. AANGENOMEN NAAR Amsterdam (als miss. pred. voor Djocja) D. J. B. Allaart te Kollum. BEDANKT VOOR Harlingen W. de Graaf te Hoogersmilde. Eindhoven. Ds. A. J. Fanoy deed intrede met eene predikatie over 2 Corinthe 5 20 na bevestiging door Ds. K. Sietsma, die sprak over Mattheus 13 52. Reeuwijk. Ds. J. D. Boerkool van Water graafsmeer bevestigde na eene prediking over 1 Thess. 5 1214 Cand. P. Warmenhoven, die zich daarna aan de gemeente verbond sprekende over 1 Corinthe 3 9. Driesum. Ds. J. C. Haartsen nam afscheid na een arbeid van 3l/i jaar- Hij had bij deze gelegenheid tot text 1 Petrus 5 10 en 11. De tot hem gerichte afscheidswoorden spraken van waardeering. Ds. Tj. Petersen, predikant der Geref. Kerk te Boskoop, hoopt Woensdag 2 April a.s. zijn zilveren ambtsfeest te vieren. Na zijn studie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, aan vaardde hij in 1905 het ambt te Oosterzee. In 1908 deed hij intrede te Winsum (Fr.), in 1911 te Purmerend, in 1917 te Anjum, in 1921 te Wolvega en staat sinds 1 Oct. 1927 te Boskoop. Ds. D. J. B. Allaart, predikant der Geref. Kerk te Kollum, heeft het beroep naar de Kerk van Amsterdam als missionair predikant te Djog- jacarta aangenomen. De echtgenoote van Ds. Allaart is een dochter van wijlen Dr. J. G. Scheurer. Zij werd op Java geboren en bleef er tot haar 10de jaar. Te Hillegersberg (Straatsweg) is voor afbouw van het orgel in de Nassaukerk der Geref. Kerk o.m. een gift van twee duizend gulden ontvangen. Te Gouda heeft de Kerkeraad der Geref. Kerk besloten over te gaan tot den bouw van een nieuwe kerk. Overstrooming op Soemba. Naar een par ticulier telegram uit Pajeti meldt, is deze stad, Maar nu meende vrouw Kardoes, dat het tijd werd, dat ze eens ging optreden. Driftig stond ze op, of liever trachtte ze op te staan, - want nauwelijks had ze zich van haar zetel verheven, of ze plofte weer neer. Ze balde de vuisten te gen den, Commissaris en begon tegen hem uit te varen „Wat, meen je dat ik dronken ben Dacht je zoo van mij af te komen Dat zou je wel willen, hé Denk je dan dat ik niet weet, wat er gebeurd is Dat die rijke kerel, die mijn kind heeft gestolen (en de spreekster toonde zich bij dat mijn kind dusdanig verontwaardigd, dat ze met de vuist op de tafel sloeg), dat die rijke vent je gestopt heeft Hij heeft je natuurlijk een hoop geld gegeven, opdat je hem zou helpen om mijn jongen te houden, hé En nu eisch ik de helft van het geld, dat hij je gegeven heeft, en het adres. En als je niet gauw doet, wat ik je zeg, dan krab ik je de oogen uit het hoofd..." Ze had nog veel meer willen zeggen, maar of nu de Commissaris er niet veel voor voelde zich de oogen uit het hoofd te laten krabben, of wel, dat hij niet veel tijd had, we weten het niet. Maar hij drukte tweemaal op een belletje en terstond verschenen twee sterke politieagenten. „Berg die vrouw van nacht op in het cachot", klonk kort z'n bevel. Dadelijk traden de agenten toe, namen ieder een arm van de bezoekster, en voor deze begreep, wat men eigenlijk met haar voor had, was ze opgesloten in een klein ka mertje, waarvan een houten bank het eenige meublement uitmaakte. Zoodra ze een beetje van haar verbazing was bekomen, begon ze te slaan op en te schoppen tegen de deur. Maar gelegen op Soemba, het Zendingsterrein der Geref. Kerken van Groningen, Drente en Over- ijsel, overstroomd. Volgens het telegrafisch be richt, aldus de „Stand.", bleef alles behouden. Nadere bijzonderheden ontbreken nog. Te Arnhem kwam Woensdag de 11de Prov. Ouderlingenconferentie bijeen. Ds. B. van Halsema, van Ermelo, sprak over „Beteekenis en waardeering van het kerkelijk leven". Spr. schetste dit leven als een van God gewild instituut, waarvan de ambten door Chris tus zelf zijn ingesteld. In het bijzonder moet de jeugd op de waarde van een gezond kerkelijk leven en onderwerping aan Gods Woord gewe zen worden. Na de pauze trad als spreker op Ds. J. Douma, van Arnhem, tot het houden van zijn referaat over„De beteekenis van de kennis der dog matiek voor de zielszorg". Spr. toonde aan de ware beteekenis voor den ambtsdrager van een degelijke dogmatische kennis met goed gefun deerde principes naar de Schrift ter wederleg ging van de vele dwalingen en afwijkingen van den tegenwoordigen tijd. Vooral bij het huis bezoek is dit een eerste vereischte en kan daarin voorlichting gevonden worden in de werken van de groote theologen Kuyper en Bavinck. Een diep onderzoek der Schrift is alzoo voor den ouderling een eerste eisch. Door vele voor beelden uit de praktijk werd een en ander ge staafd. De Voorzitter sloot hierna de vergadering. Over het Rapport „Leerboek" is reeds veel geschreven en het is wel duidelijk, dat het niet deelen mag in de algemeene bewondering. Dit was ook wel te verwachten. Enkele kerke lijke vergaderingen spraken zich uit over enkele der aangeboden rapporten. Hier volgt iets uit de vergadering van de Classis Amsterdam De vergadering besloot om het volgende voor stel inzake het rapport-Leerboek aanhangig te maken bij de a.s. particuliere Synode van Noord Holland ter indiening bij de a.s. Generale Sy node „De Generale Synode aanvaardde het ontwerp van Deputaten niet als officieel Leerboek voor de catechisatie, omdat het geheel als niet-geslaagd moet worden beschouwd, zooals, behalve uit den doorgaans niet belijdenden toon, uitkomt in de nuchtere en onlogische inleiding, de gebrek kige formuleering van sommige, de onjuistheid en onvolledigheid van andere antwoorden en het onlogische aanhangsel Sta daarom den rapporteurs evenmin toe, het door hen ontworpen Leerboek, met Synodale aanbeveling, uit te geven, ook wijl daardoor het doel der Synode van Leeuwarden om 'n Kerke lijk Leerboek in te voeren, zeker juist niet be reikt wordt." Malsch is dit oordeel niet. Met vacantie. Dr. H. A. van Andel hoopt D.V. 14 Mei a.s. naar het vaderland terug te keeren. Ds. L. P. Krijger, docent aan de Geref. Op leidingsschool te Karoeni (Soemba) 25 Juni a.s. Dr. J. Berg, miss. arts op Soemba 9 Juli a.s. Dr. F. L. Bakker, docent aan de Geref. Op leidingsschool te Djogja in November of De cember a.s. Ds. W. van Dijk, miss. pred. te Karoeni, heeft zijn komst met verlof uitgesteld tot 1931. K. B. S. Promotierecht Theologische School. De kerkeraad van Franeker stelt de classis Franeker voor, het volgende te besluiten „De Classis Franeker, gehoord het rapport inzake het promotierecht aan de Theologi sche School, van oordeel, dat 1. de hoogleeraren in zich het weten schappelijk recht hebben, om studenten voor den doctorstitel op te leiden en dezen titel te geven 2. de uitoefening van dit recht in het belang is van de studenten aan de Theol. School en van de Geref. Kerken 3. de uitoefening van dit recht niet in strijd is met het „beding" van 1892 stelt aan de Part. Synode van Friesland (Noord) voor aan de Generale Synode van Arnhem te verzoeken, ten eerste, aan de Hoogleeraren aan de Theol. School toe te staan van hun recht gebruik te maken, ten tweede, aan het Curatorium op te dragen daartoe de noodige maatregelen te nemen." deze scheen nog al stevig te zijn en wilde maar niet opengaan. Toen begon ze te razen en te tieren, maar het was net, of de agenten plotse ling doof waren geworden, want ze gaven heele- maal geen antwoord. Eindelijk, uitgeput door zooveel vermoeienissen, wist de vrouw niet beter te doen, dan op de bank te gaan liggen. En weldra viel ze in slaap. Toen ze den volgenden morgen ontwaakte, voelde ze zich allesbehalve prettig ze had een zware hoofdpijn daarbij een ondraaglijken dorst. Ze trachtte zich te herinneren, wat er den vorigen avond met haar gebeurd was en ze begreep weldra, dat haar bezoek bij dien Com missaris heel anders geloopen was, dan wijze Bet haar dat had voorgesteld. Ze voelde naar haar portemonnaie die was zoo goed als leeg. Ook dat stemde tot nadenken. Als de Commis saris niets afschoof en die rijke mijnheer, die haar jongen bij zich had genomen, ook niet, hoe moest ze dan thuiskomen. Maar misschien viel alles nog wel wat mee. Ze zou nog eens ernstig met den Commissaris spreken. Daartoe kreeg ze spoedig de gelegenheid eerder dan ze verwacht had, want de deur werd geopend en een agent noodigde haar uit hem te volgen. Een oogenblik later stond ze weer voor de deur met het opschriftCommissaris van politie. Weer werd de deur geopend, maar nu struikelde ze niet weer over den drempel en maakte bij het entrée dan ook niet zulk een diepe buiging als gisteren. „Vrouw", begon de Commissaris streng, „ik ben verplicht tegen U proces-verbaal op te ma ken en wel om drieërlei vergrijp OFFICIEELE BERICHTEN. Middelburg. Aan de catechisanten, die mijn belijdenis-catechisatie bezochten, deel ik mede, dat de openbare belijdenis D.V. 30 Maart zal plaats hebben in de Hofpleinkerk en dus niet in de Gasthuiskerk. D. SCHEELE. Middelburg. Vergadering van de Commissie van Beheer Vrijdag 28 Maart a.s. De Secretaris. Vacaturebeurten in de classe van Geref. Kerken van Zierikzee. BRUINISSE. 27 April Ds. Spoelstra van Anna-Jacoba-Polder. 29 Juni Dr. J. van Lonkhuijzen. NIEUWERKERK. 11 Mei Dr. Veltenaar van Tholen. 15 Juni Ds. Elgersma. OOSTERLAND. 27 April Ds. F. J. van de Ende. 11 Mei Ds. Joh. de Boer. 29 Juni Ds. Vogelaar. GEERSDIJK. 27 April Ds. Z. Hoek. 18 Mei Dr. J. van Lonkhuijzen. 22 Juni Ds. Joh. de Boer. WISSENKERKE. 27 April Ds. Elgersma. 18 Mei Ds. F. J. van de Ende. 1 Juni Ds. Vogelaar. 29 Juni Ds. Z. Hoek. Namens deputat. ad hoe., Z. HOEK. VERANTWOORDING van LIEFDEGAVEN Middelburg. Ontvangen van een zuster f 5, voor vervolgden in Rusland; f 1,25 van een zuster en f 1,— van een broeder, die ik bestemde voor interieur kerk. Voor andere giften houd ik me aanbevolen. D. Scheele. ZENDING. Middelburg. In dank ontvangen van den kas sier der diaconie f 1,— uit de collecte door tns- schenkomst van Mej. A. f 1,van Mej. J. verkoop zilverpapier f 3,75; inhoud catechesatiebus f 7,91 plus f 1,van een catechesant. Verkocht een kaart Zendingsterrein Magelang (groote schaal) aan de Chr. Kweekschool te Middelburg f 1,van deze kaarten zijn er nog enkele over. Mochten er nog liefhebbers zijn voor deze kaarten, bijv. Hoofden dei- scholen, die kunnen deze bekomen bij den heer Heemskerk, Dam te Middelburg. Ook mocht ik ont vangen van Mej. C. Littooij, Molstraat een pakje met dezen inhoud 2 rijksdaalders, 2 guldens 2 kwart jes, 1 dubbeltje, 52 stuivertjes. 1 kluit, 144 centen, 2606 halve centen, samen f 24,69s. Namens de Commissie, L. A. Tange, Penningm. V 1 i s s i n g e n. Met hartelijken dank ontvangen van de kinderen der 6e en 7e klasse der Chr. School in de Kasteelstraat f 4 53; van zuster V. een zak zilverpapier, een pakje postzegels en „uit 't schufie" 24 halve centen van Maatje. Jaap en Joop de Bruijne 50 halve centen en een pakje capsules en zilver papier van familie G 70 halve centen en van Marie en Paulien Wagenaar 45 halve centen en twee doozen zilverpapier, capsules en ook theelood. Namens de Zendingscommissie, W. Karreman, penningm. VEREENIGINGSLEVEN, Geref. Mannenvereen. „Dr. Herman Bavinck" vergadert D V. 28 Maart a s. 's avonds 8 uur 15 min. in de Consistorie Hofpleinkerk. I. Ingekomen stukken. II. Mededeelingen van het Bestuur. III. Inleiding „De Inspiratie van den Bijbel" door Dhr. W. Willeboordse. Geref. Jongelingsver. Dr. Lützen Wagenaar, Middelburg Afd. A. N. T. schets 15, vr. L Geschiere. 0. P. art. 12, vr. J. Wattel. Afd. B. N. T. Schets 20. Doel van gelijkenissen door vr. J. Ton. V. G. Schets 16. Strijd tusschen de regenten en Maurits door vr. L. de Rijke. Ie. wegens openbare dronkenschap 2e. wegens beleediging, want U hebt me be schuldigd, dat ik mij heb laten omkoopen 3e. wegens bedreiging, want U hebt mij de oogen willen uitkrabben. Dat alles zal U een flinke straf bezorgen, maar het schijnt me toe, dat U dat noodig heeft. Dan zal U zich in het vervolg wel wat behoor lijker gedragen. Voorts geef ik U hierbij het adres van de menschen, die zich het lot van Uw kind heb ben aangetrokken. Als ik U een raad mag ge ven, zou ik den jongen daar laten hij heeft het er beter dan bij U thuis." Een oogenblik later stond vrouw Kardoes op straat. De prettige stemming, waarmee ze den vorigen dag op reis was gegaan, was geheel verdv/enen. En daarvoor bestond ook reden ge noeg het geld was op en inplaats dat de Com missaris haar flink wat gegeven had, had ze een proces-verbaal opgeloopen, dat misschien ten gevolge zou hebben, dat ze in de gevangenis te recht kwam. Een oogenblik stond ze in dubio, of ze nog naar den rijken man zou gaan of niet. Ze vrees de, dat dit toch ook wel op niets zou uitloopen. Maar ze had geen reisgeld, kon dus ook niet naar huis terug. Ze besloot dus om naar het adres te gaan, dat haar door den Commissaris was gegeven. Verliezen kon ze er in elk geval niets bij. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1930 | | pagina 2