Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. Eerste Blad. No. 8. Vrijdag 21 Februari 1930. 44e Jaargang. Vaste medewerkersD.D. L. BOUMA, P. J. v. d. ENDE, P. STAAL Pin., en R. J. t. d. VEEN. UIT HET WOORD. DADERS DES W00RDS. ZEEUWSCHE KERKBODE Redacteur: Ds. A. C. HEM te Koudekerke. Abonnem9ntsprl]si per kwartaal bjj vooruitbetaling f 1,UITGAVE VAN DE Beriohten, Opgaven Predikbeurten en Advortentiën tot Vrjjdag» Afzonderlijke nummera 8 oent. PerSVereetligltig ZeCUWSChe Kerkbode. morgen 9 uur te zenden aan de Drukker» LITTOOIJ OLTHOFF Ad ter entleprljsi 15 oent per regelbjj jaarabonnement van Adree van de Administratie: Spar\jaardetraat, Middelburg. minetena 500 regels belangrijke reduotie Firma LITTOOIJ ft OLTHOFF, Middelburg. TELEFOON 2 91. GIRONUMMER 42 28 0 SCHADUWEN VAN DEN ANTICHRIST. En hij zal woorden spreken tegen den Allerhoogste en hij zal de heiligen der hooge plaatsen verstoren. Daniël 725. Het oog der gansche Christenheid is dezer dagen gewend naar het Russische rijk. De nood kreet der verdrukten heeft ieder in de ooren geklonken. En nu slaat men met ontzetting de gruwelen gade die daar worden gepleegd. Met ontroering ziet men hoe een golf van verschrikkingen de matelooze vlakten van het vroegere Czarenrijk overspoelt. Het zijn zulke donkere schaduwen die gevallen zijn over hen die den Naam des Heeren aanroepen, ja over het heele land. Wat dat toch wel voor scha duwen mogen zijn Het profetisch woord dat zeer vast is, zal het u kunnen zeggen. Het zijn de schaduwen van den Antichrist. Hij nadert. En verschrikkin gen gaan voor hem uit. Beschouw die duister nissen maar bij profetisch licht. Van de komst van den Antichrist heeft ook Daniël gesproken. Hij heeft diens rijk getee- kend en schemerig zijn beeld laten zien, maar toch weer zoo duidelijk dat ge hem wel her kennen moet als hij komt. Telkens echter laat de Schrift u zien dat er antichristelijke bewe gingen zijn voor dat de eigenlijke „mensch der zonde, de zoon des verderfs" geopenbaard is. Zoo moet ge dan wel heel voorzichtig zijn en niet overhaast iemand met dien naam noemen. Maar de gruwelen van thans zijn toch zeker een profetie van zijn komst, en dragen zijn stem pel. Luister maar naar wat Daniël van hem zegt. „Hij zal woorden spreken tegen den Allerhoog ste". In zijn mond zal Godslastering wezen. Hij zal Gods grootheid beschimpen en Zijn macht. Hij zal den spot drijven met al de deugden des Heeren die Hij in Zijn Woord en in de wereld laat schitteren. Hij zal lachen met den dienst des Heeren en smadelijk spreken over Zijn beloften. Hij zal groote woorden hebben tegen Hem Die Zijn troon gevestigd heeft in den hemel. Hij zal met het zwaard van z'n mond krijg voeren tegen den Heere. En zoover zal hij de vermetelheid drijven dat hij „zich tegenstelt en verheft boven al wat God genaamd of als God geëerd wordt, alzoo dat hij in den Tempel Gods als een God zal zitten, zichzelven vertoo- nende dat hij God is." (2 Thess. 2:4). En nu kan deze korte beschrijving U dit groote feit ontsluieren dat hij de verbitterde te genstander zal zijn van God en van Zijn dienst, en dat hij geen middel schuwen zal om zijn he melbestorming met gunstigen uitslag te bekro nen. Maar, in de antichristelijke beweging paart zich aan den feilen strijd tegen den Heere steeds de aanval op Zijn gemeente. En zoo weet Da niël u verder te zeggen, gedreven door den Heiligen Geest„en hij zal de heiligen der hooge plaatsen verstoren". De heiligen der hooge plaat sen zijn de ware geloovigen. Het zijn de heili gen van den Allerhoogste. Het zijn die men- schen die het eigendom des Heeren zijn, het uit verkoren geslacht, de gemeente van Christus Je zus. De geloovigen worden door den antichrist zwaar vervolgd en verdrukt. Het zal maar niet een even fel oplaaiende vervolging wezen, maar een langdurige onderdrukking. Hij zal niet rus ten voor hij de heiligen overwonnen heeft en voor over heel de wereld het vreugdefeest kan worden gevierd van zijn zegepraal, het vreugde feest waarop men elkander geschenken zendt omdat de gemeente verwoest is. (Openb. 11 10) Ja, dat is het eind de verstoring, de volko men verwoesting van harden kamp van de heiligen der hooge plaatsen. En dat beteekent niet dat in die zware tij den geen overblijfsel zal behouden worden, maar de georganiseerde gemeente is dan verwoest als is 't niet voor altoos. We hebben ons nu door de Schrift iets laten verhalen van het werk van den komenden Anti christ. En verwondert het u nu dat wij als we het oog naar Rusland wenden, spreken van schaduwen van den Antichrist Daar is de strijd, de georganiseerde strijd, tegen God en Zijn dienst daar is de bittere vervolging van de heiligen der hooge plaatsen. Dezelfde schaduw valt ook over andere lan den, ook over ons vaderland. Neenwel niet zóó donker en zóó dreigend, maar zij is er toch. We hooren hier ook groote woorden spreken tegen den Allerhoogste. Dat is het be gin. De strijd tegen de geloovigen is nog niet ontbrand, maar is dat een bewijs dat hij altoos wegblijven zal Is 't niet veeleer zoo dat waar het woorden spreken tegen den Allerhoogste ge vonden wordt, vroeg of laat ook komt het ver storen van de heiligen der hooge plaatsen En dringen deze dingen ons niet om onze aan dacht te spannen op de toekomst des Heeren We moeten er door opgeschrikt worden uit onze loomheid en weer leven in de sterke ver wachting die geboren wordt uit het geloof in de belofte Zie, Ik kom haastelijk. We moeten gereed zijn voor de laatste worsteling. Want wij weten niet of de schaduwen die nu al don kerder vallen, nog wijken zullen. Doch zoo ze al wegtrekken na eenigen tijd (wie durft het gelooven) dan komen ze vroeg of laat weer terug. En eensklaps zal toch de wereld volstaan van de geduchte tegenwoordig heid van den Antichrist. Zoo moeten wij dan gereed zijn, als hij komt. Gereed om trouw te getuigen tegen hem. Gereed om als de afval groot wordt te ge tuigen van den Naam des Heeren. Gereed om voor den Naam des Heeren het leven te geven. Gereed door krachtig geloof Zullen wij dan bidden dat de Antichrist toeve ken Zullen wij da nbidden dat de Antichrist toeve te komen Doch hoe zullen geloovigen dit durven bidden. Zou zulk een gebed niet wezen de verlooche ning van de bede Kom, Heere Jezus, ja kom haastiglij k Want Zijn dag komt niet tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mensch der zonde, de zoon des verderfs. Zoo willen wij dan niet bidden om uitstel van de komst van den Antichrist. We willen ook mee bidden om afstel daarvan, wijl we mee vragen mogen dat God Zijn raadsplan breke. We willen bidden om de verhaasting van de komst van Christus op de wolken des hemels. En als we dan de schaduwen van den Anti christ zien vallen over de wereld, dan willen we ons verheugen omdat de dag des Heeren na bij is, maar met zeer groote beving. Dan zullen we daarin de opwekking hooren„Laat uwe lendenen omgord zijn, en de kaarsen brandende". En bij het klimmen van den nood willen we zeg gen „Ik neem mijn toevlucht onder de schaduw Uwer vleugelen, totdat de verdervingen zullen voorbij zijn gegaan." (Ps. 57:2). Veere. VAN STRIEN. VAN BOEKEN. III. Als er vroeger van Dr. Bavinck gesproken werd wist iedereen wie er bedoeld werd. Dat is niet meer zoo. Nu moet er de vraag bij wien bedoelt ge Prof. Bavinck of Dr. J. H. Bavinck Daarin ligt al een sprekend getuigenis over de groote gaven door den Heere geschonken aan den zoon van den Rotterdamschen Ds. Bavinck, zooals die uitkwamen in door hem gepubliceer de studies. En het doet denken aan het heerlijk Verbond der genade, wanneer men ziet, dat deze jonge geleerde zijn gaven gebruikt in over eenstemming met de familie Bavinck, die onder ons Geref. volk wordt geëerd en geliefd. Deze Dr. J. H. Bavinck gaf nu weer een boek: Levensvragen. Een motto herinnert aan het be kende woord van De GenestetIn raadselen wandelt de mensch op aard. Met het wijzen op het bestaan van vele en groote levensraadselen begint dan de schrijver. Maar hij gaat dan ook spreken over „den zin van het leven" en zegt dan (bl. 51) „Voor Jezus was de vraag van den zin van het leven geen vraag. Dat kwam omdat Hij altijd en onmiddellijk zag den die pen, eeuwigen achtergrond van elk menschen- leven. Hij zag liet „koninkrijk Gods" dat in ons leven worden kan". De mensch heeft een groot- sche levensbestemming, maar zal hij, tot die le vensbestemming geraken, zoo is noodig zijn ver lossing door den Verlosser, den Heere Jezus Christus. Het antwoord op de levensvragen ligt in Hem. Moge dit boek er toe dienen dat velen dit antwoord vinden. Van den bekenden Ds. J. J. Knap Cz., twee boekenBileain, toepasselijke verklaring zijner profetiën en Geplukte aren, Bijbelsch dagboek. Tweede druk. Om met het laatste maar te beginnen. Dat van dit handige, in keurigen linnen band gebon den, boekje een tweede druk verscheen bewijst al dat er veel vraag naar was omdat de een het aan den ander recommandeerde. Het heeft dan ook veel aanbevelenswaardigs. Het formaat is ongeveer anderhalf maal zoo groot als een scheurkalenderblaadje. De lezing van de daarop gegeven tekstverklaring vraagt dus niet veel tijd. Hoe Ds. Knapp zoo'n meditatie geeft is bekend uit Maranatha en Zijn groot dagboek. Wanneer men zich daarbij dan houdt aan het achterin gegeven register van de te lezen Schriftgedeelten is ook het gevaar vermeden, dat de Schriftle zing zou verwaarloosd worden. Gemakkelijker zou nog zijn, wanneer dat aan den voet van elke bladzijde was aangegeven. Bileam. Die naam trekt aan om het geheim zinnige, dat zweeft om dezen ziener van Pethor. Daar komt dan nog bij de geschiedenis van de sprekende ezelin het jukdragende stomme dier, sprekende met menschenstem (2 Petri 2:6). En wanneer dan een man als Ds. Knapp gaat schrij ven over dezen Bileam en over zijn profetiën, dan behoeft men er niet aan te twijfelen of daar belangstelling voor zijn zal. Gelijk dat ook moest is het grootste deel van het boek gewijd aan de verklaring van de wonderheerlijke profetiën, waartoe deze Bileam verwaardigd werd. Hier is opening der Schriften. De heer J. C. Wirtz Cz., Oud-Inspecteur van het L. O., schreef een boek over De opvoeding der vrouwelijke rijpere jeugd. Men kan er zich over verwonderen dat niet eerder een boek over dit onderwerp verscheen. Het is toch al weer eenige jaren geleden dat de Bond van Meisjes- vereenigingen zijn snelle groei begon. En die groei was weer een gevolg van de groeiende belangstelling voor de opvoeding der vrouwe lijke rijpere jeugd. Maar daarom kan men ook dankbaar zijn dat de heer Wortz hierover nu z'n studie gaf. Het lag ook min of meer op zijn weg, waar hij in nauwe relatie staat met den Bond van Meisjesvereenigngen en de studie der paedagogie tot z'n levenstaak behoort. Na een breed overzicht over de geschiedenis dezer op voeding, handelt hij over de vrouwelijke psyche, over de practijk der opvoeding en over de op voeders der rijpere jeugd. Allen, die in dit op zicht een taak hebben, zullen wel doen, wan neer ze van dit boek, waarin ze ook veel ge gevens vinden over allerlei organisaties, kennis nemen. Het zal hun arbeid ten goede komen. Aan onze meisjesvereenigingen willen we bijzon der aanbevelen de lezing van wat op bl. 162 vlg. gezegd wordt over het onderscheid tusschen een jongelings- en een jongedochters-vereeniging en over de consequentie, die daaruit moet ge trokken worden voor de vakken. Het lijkt ons toe, dat dit verschil wel eens te veel uit het oog wordt verloren. Tenslotte nog iets over den reeds genoem den catalogus, waarin alle uitgaven van Kok ver meld staan. Achterin vindt men nog een niet minder dan zeven bladzijden groote lijst van uitverkochte werken. Voor dien catalogus vra gen we nog de aandacht om wat in een inlei dend woord gezegd wordt over het gebruikelijke leenen van boeken. „Dat komt" zoo lezen we daar „doordat velen boeken beschouwen als een soort overbodige weelde. Maar diezelfde velen geven zonder er bij stil te staan wel ge makkelijk hun geld uit voor tal van andere din gen." Terecht wordt er op aangedrongen dat men ook boeken koopen zal. Dan zal men lee- ren verstaan wat een rijkdom en heerlijkheid er ligt in het bezit van een eigen verzameling boeken. We hopen dat onze bespreking, die we dit maal wat uitvoeriger gaven, tot dat koopen zal opwekken. OPROEP TOT GEBED. We willen hier opnemen een gedeelte van het schrijven door de Classis 's-Gravenhage van onze Kerken verzonden aan de kerkeraden. De Classis 's-Gravenhage der Gereformeerde Kerken in Nederland, daartoe gemachtigd door de Generale Synode dier Kerken, gehouden te Groningen 1927, heeft in haar vergadering van 6 Februari j.l. besloten de Kerken op te roe pen tot een ure des gebeds en der verootmoe diging op D.V. Zondag 23 Februari a.s., in de morgen-samenkomst der gemeente. Tot dezen oproep heeft haar in het bijzonder gedrongen de nood der christenheid, die in tal van landen door hevige vervolging verdrukt wordt en tegen wie het rijk der duisternis steeds feller strijd voert. Het lot, dat in China vele christenen ge troffen heeft en dreigt de groote gevaren, waar aan onze broeders en zusters in Zuid-Afrika van de zijde der door de communisten opge hitste inboorlingen bloot staan, en met name de bittere vijandschap, die in Rusland tegen de christelijke religie en al wat christen is, open baar is geworden, zijn evenzoovele ontroerende getuigenissen van dezen strijd en bevestigen het woord van onzen Heiland in de werld zult gij verdrukking hebben. En dit alles mag ons niet onbewogen laten. Wel laat onze God in Zijn genade ons vrede en rustwel kan door Zijn trouw ons kerkelijk leven geregeld voortgang hebben wel hebben wij in diepe ootmoedigheid voor onnoemelijk veel zegeningen te danken, maar de geloovigen, die in China en Rusland vervolgd en gedood worden, zijn in Jezus Chris tus onze broeders en zusters, en de gemeenschap der heiligen moet ook hierin uitkomen, dat wij in hun lijden en druk om Christus' wille van harte medeleven. En meer nog. Het communis me, dat in Rusland op zulk een gruwelijke wijze zijn anti-christelijk karakter openbaart, rust niet, maar woelt voort en wil de wereld overmees teren. Het dringt met zijn god-looze propaganda door in alle volkeren. Zoo licht kan de vlam in de richting van ons vaderland overslaan, en... zouden dan wij gespaard blijven voor de ure der verzoeking en der beproeving Voor een bijzondere gebedsure is er naar het oordeel der Classis 's-Gravenhage alle reden. Reeds dit alles noopt tot opzettelijke gemeen schappelijke smeeking. En hieraan is nog zooveel toe te voegen. De Classis wil u wijzen op de beroering en de onrust onder de volkeren, die wel, en het stemme ons tot dankbaarheid jegens God, tel kens samenkomen om toenadering en vredes- herstel te zoeken, maar toch hun begeerte naar macht niet willen prijsgeven. Zij noemt voorts de toenemende ontkernstening der christelijke naties en de ergerlijke verwildering op het ge bied van zedelijkheid en recht. Zij denkt ook aan het diepe verval, dat hoe langer hoe meer ons volksleven van God en van Zijn wet afvoert, en dat zich openbaart èn in de vijandschap tegen Zijn Woord èn in de velerlei miskenning en overtreding van Zijn gebod. En zij mag ook niet zwijgen van de inzinking in de gemeente van Christus, waarin velen insluimeren in valsche ge rustheid en zondige zekerheid en niet letten op de teekenen der tijden, die ons het Maranatha boodschappen en opwekken tot heilige waak zaamheid. De geestelijke nooden, die tot gemeen schappelijk gebed dringen, zijn vele, en het is naar het oordeel der Classis wel de tijd om in een bijzonderen bedestond den Heere aan te roepen en te smeeken om Zijn ontferming. Het lijkt ons toe, dat met het bovenstaande de opwekking tot een bijzondere gebedsure wel is gemotiveerd. En we vertrouwen dat in al onze kerken daaraan gevolg zal gegeven worden. DRUKFOUT. In het artikel „Christelijk Lyceum voor Zee land", kwam een drukfout voor, die ons precies het omgekeerde deed zeggen, van wat we be doelden, wanneer we het hadden over de be- teekenis van het einddiploma-Gymnasium. Er werd gedrukt dat dit den toegang tot de hooge- school uitsluit er moest natuurlijk staanin sluit. Enkele regels verder staat saamroeping inplaats van saam voeging. Eindelijk zij hieraan toegevoegd nu we toch over deze zaak iets moeten zeggen dat het niet onze bedoeling was precies aan te ge ven de rechten verbonden aan een einddiploma- H.B.S. Het ging ons alleen om een algemeene ka rakteriseering. HEIJ.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1930 | | pagina 1