FEUILLETON.
Officieele Berichten.
heel den mensch en over heel zijn activiteit en
over heel de menschheid. De Schrift staat bo
ven verstand en wil, hart en geweten, haar ge
zag is absoluut, wijl goddelijk. Daarom kan en
mag er met de Schrift ook nooit en in geen
enkel opzicht, gemarchandeerd en daarom mag
en moet de prediker ook vragen een onvoor
waardelijk buigen voor het, met goddelijk ge
zag tot den mensch komend, Schriftwoord.
B. o. Z. LE C.
KERK EN CULTUUR.
VI.
Er zijn terreinen, die altijd tot schade zullen
zijn van Gods Kerk. In dit verband wensch ik
te wijzen op dans en tooneel.
Ik kan niet beter doen dan te herinneren aan
den brief van Ds. Merkelijn, waarin het gevaar
van het dansen, zoo scherp mogelijk geteekend
werd. Deze brief kwam voor in onze Kerkbode
van 4 October j.l.
Hetzelfde leege leven vinden wij ook hier.
Wat Ds. Smelik schreef in zijn „Door de bran
ding" ten opzichte van het dansen, is volkomen
waar. Wat wordt in onze kringen daar soms
makkelijk over gesproken, waardoor steeds
meerdere jonge menschen leeren dansen, meestal
nog in het geheim, om straks voorgoed, indien
zij er niet mee breken, te gaan wandelen op het
pad der zonde. Onze dansen zijn door en door
onzedelijk en voeren naar het verderf. De Kerk
heeft in dezen een geweldige roeping.
En waar het steeds meer gewoonte gaat wor
den ook ten opzichte van het tooneel wat an
ders te gaan denken verdedigers opstaan voor
het tooneel, lijkt het mij niet ondienstig te wij
zen op wat Dr. K. Dijk eens schreef
„Mag ik hier herinneren aan een woord van
wijlen Dr. de Moor
„Ik behoor tot die ouderwetsche, weinig ver
lichte menschen, die niets moeten hebben van
het tooneel en een groot gevaar zien in het pro-
pageeren van de gedachte, dat wij ook dit ge
bied zoogenaamd hebben te veroveren voor
het Christendom. Ik denk, dat het precies an
dersom zal gaan en het tooneel heel wat Chris
tenen groote schade zal doen en juist hen ver
overen zal voor de wereld, als God het niet
verhoedt."
En Dr. de Moor was toch op het terrein van
de kunst geen vreemde.
Waarlijk, ik zeg deze dingen niet om te vitten.
Maar de ervaringen, die wij in ons pastoraal
werk opdoen, dringen ons onze vereenigingen
toe te roepen van al deze wegen terug te kee-
ren. En onze ouders hebben mede te werken.
Ik ben het zoo eens met wat Mevrouw Havelaar-
van Beeck Calcoen schreef in het nummer van
„Opgang", dat handelde over onze verhouding
tot het tooneel„dat het tooneel te mij
den een offer is, dat de geloovige te brengen
heeftEn dat niet aarzelend, niet zuchtend,
maar, omdat, als de vrede, die alle verstand te
boven gaat, in onze harten gekomen is, wij aan
al dat andere geen behoefte hebben. Onze visie
op deze dingen is zoo geheel anders geworden.
En nu zal men mij wel tegenspreken, men zou
mij willen toevoegen„Wien maakt gij uzel-
ven?" Maar God weet, dat ik mij niet beter
acht, dan diegenen, die meenen, dat die wereld-
sche dingen ons leven kunnen en mogen verrij
ken, maar toch roep ik het hun toe gij verliest
tenslotte meer dan gij wint. Gij loopt gevaar,
omdat de wereld u tot de haren gaat rekenen,
ge wordt door hen, bij wie gij thuis hoort, ver
keerd beoordeeld, gij brengt anderen, die naar
u zien op wegen van verleiding en ik kan het
niet anders zien uw zieleleven moet er on
der lijden. Want immers, wanneer Hij, naar
Wiens naam gij genoemd zijt, iets voor u is,
dan moet Hij ook alles voor u zijn, en dan hebt
ge geen tijd voor andere, geen tijd om met den
dimstok na te meten, hoeveel er wat de we
reld aan schoons biedt kan blijven staan en
hoeveel gij er af moet knippen, eer het voor u
pasklaar is te maken.
En waar niemand onzer zichzelven leeft en
niemand zichzelven sterft, daar blijft tenslotte
nog deze vraag waardoor en door wien wordt
in de sombere tijden, die wij beleven, de Kerk
des Heeren gebouwd, door hen, die zoo ver
mogelijk met de wereld meegaan, of door hen,
die de lijnen strak trekken, desnoods ten koste
van eenige, wellicht zware offers?"
Alles ter eere Gods kan worden een doel-
waardoor wij onze lusten wenschen te streelen
en onze begeerten te bevredigen.
Nooit genoeg kunnen wij rekenen met het
feit der zonde en het ten deele kennen. Tot
DE OOM UIT AMERIKA.
I.
De menschen schudden meewarig het hoofd,
toen Tine Boone en Leo Kardoes in het huwe
lijksbootje stapten.
„Als dat goed gaat, gaat er meer goed",
meenden sommigen.
„Arme Tine, wat is dat schepsel diep te be
klagen," verkondigden anderen.
„Toch wel een knap stel", bracht een opti
mist in het midden.
Ja, een knap stel was het zeker. Beiden za
gen ze er kern gezond uit en waren flink en
fier van leden. Als men ze op den dag van hun
huwelijk gearmd zag loopen, beider gezicht stra
lend van geluk, zou men dan ook niets begrij
pen van de sombere profetieën van de meeste
toeschouwers. Als men althans niet wist, wat er
aan het huwelijk was voorafgegaan
Tine Boone was altijd een aardig meisje ge
weest van haar prille jeugd af. Reeds vroeg
had ze haar ouders verloren, maar doordat ze
lichamelijk sterk en van goeden wil was, had
het haar weinig moeite gekost om een plaats
te krijgen als dienstbode bij boer Jopse.
Reeds spoedig stond ze bij Jopse en z'n
vrouw hoog aangeschreven. En dat was ook
geen wonder, want Tine was ijverig en handig.
En daarbij had ze een heerlijk humeuraltijd
opgeruimd, bekeek ze altijd de dingen van de
zonnige zijde.
's Heeren gemeente behooren vraagt dikwijls
opoffering en deze zullen wij moeten aanvaar
den, zal de cultuur ook ons niet afvoeren Be
hoort het ook niet tot het cultureele leven onzer
dagen, dat de gezinnen moeten beperkt worden
en dat openlijk wordt gepropageerd voor de
Sanitaswinkels, een pest voor ons volksleven
Is er geen vrees en geen stille fluistering, het
dringt ook bij u door
Het mag geen vraag zijn, hoever kunnen wij
gaan, maar hoe zullen wij zijn een stad op een
hoogen berg, die haar licht werpt over alle le
vensterreinen.
Daarom is voortdurende voorlichting noodig
door middel van het Woord om het cultuur
vraagstuk te benaderen.
Dat Woord blijft in eeuwigheid. De cultuur
zal vergaan, Sprengler predikte het in zijn „Un-
tergang des Abendlandes", Dostojewski profe
teerde „het einde der wereld" zij mogen door
nadenken tot deze gedachte gekomen zijn, de
Schrift echter geeft alleen een recht inzicht in
de toekomst, in het hoe en waarom. Wat zich
tegen God verheft, moet vallen.
Alleen Gods genade doet leven en Hij zal
triumfeeren over alles alle dingen zullen Hem
onderworpen worden.
De christen mag zich niet door de cultüur
laten beheerschen, omdat hij een burger des
hemels is, daarom heeft hij de wetten van dat
Koninkrijk in te dragen in dit aardsche leven.
Heeft de christen, heeft de Kerk daartoe de
kracht
Alleen, als er is een waar christelijk leven,
levend contact door het geloof met Christus.
Moge dan de Kerk vernieuwend en heiligend
optreden in wat de cultuur ons biedt, vasthou
dend aan de woorden, waarmee Da Costa zijn
„Bezwaren tegen den Geest der eeuw" eindig
de „Laten wij Christenen zijnBidden wij
daartoe om geloof, om liefde, om nederigheid,
om ijver, om zelfverloochening, om heiliging,
om moed, om standvastigheid, om ver
trouwen, om den Heiligen Geest. Het is vooral
in dagen, als wij thans beleven, dat de geloo-
vigen worden opgeroepen met de woorden van
den ProfeetDe Verstrooier trekt tegen uw
aangezicht, bewaart de vesting, bezichtigt den
weg, sterkt de lendenen, versterkt de kracht
zeer."
De Kerk trede met brandende lampen den
Bruidegom tegemoet.
Middelburg. SCHEELE.
VERGADERING der Classis Tholen op
Woensdag 13 November 1929 des
voorm. om 9 ure, in het vergaderlokaal
te Bergen op Zoom.
Agenda
1Opening der vergadering door den praeses
2. Nazien der Credentiebrieven en instruc-
tiën.
3. Vaststellen moderamen.
4. Lezen en vaststellen der notulen.
5. Zaken uit de notulen.
6. Ingekomen Stukken.
7. Behandeling instructiën.
8. Rapporten.
9. Rondvraag naar art. 41 en zoo noodig
art. 43 D.K.O.
10. Benoeming deputaten.
11Aanvrage en vaststelling vacaturebeurten
12. Rondvraag.
13. Lezen persverslag.
14. Vaststelling aanvang volgende vergade
ring en sluiting.
Mede te brengen collecten
a. voor de Theol. School
b. voor Hulpbeh. Kerken.
Op last der Classe,
E. TANGE, Scriba.
Rilland-Bath, 29 Oct. 1929.
KORTE NOTULEN der vergadering der
classis Goes, 24 Oct. '29.
1. Namens de kerk van Yerseke opent Ds.
B. Meijer de vergadering.
2. Nadat de credentiebrieven zijn nagezien
en gerapporteerd is, dat alle kerken wettig ver
tegenwoordigd zijn, wordt de vergadering ge
constitueerd Ds. C. Vonk, praeses Ds. E.
Beukema, assessor Ds. Joh. Booy, scriba, na
dat nog de kerk van Nieuwdorp deelneming is
betuigd met het overlijden van haar em. die
naar Ds. G. Doekes, die bij dezen nog eens her
dacht wordt.
3. Examen van den heer M. B. van 't Veer,
Daarbij was ze strikt eerlijk, zoodat men
steeds op haar woord kon bouwen.
Toen Tine de twintig jaar naderde, was er
dan ook menige jonge man, die haar gaarne z'n
meisje had willen noemen en meer dan een had
dan ook reeds aanzoek om haar hand gedaan.
Maar Tine had met alle mogelijke vriende
lijkheid telkens meegedeeld, dat ze zich nog veel
te jong voelde om nu reeds een keuze voor haar
leven te doen.
Maar niettegenstaande dat alles bleef zij in
het gezelschap van jongelui altijd het middel
punt der belangstelling van het mannelijk ge
slacht vormen.
Ook 's winters, als er ijs was. Dan werden er
door de jongelui uit het dorp vaak lange toch
ten georganiseerd, waaraan zoowel jongens als
meisjes deelnamen.
Had men den wind in den rug, dan reed
ieder meestal zelfstandig. Immers zelfs de zwak
ste rijders konden dan nog gemakkelijk voort.
Wanneer echter de wind tegen was, dan
achtte iedere jongeman het een aangename plicht
een meisje uit te kiezen en haar te helpen de
elementen te trotseeren. Weer is het winter.
Eenige dagen achter elkaar heeft het fel gevro
ren. Het was zelfs zóó koud, dat menig gerou
tineerd schaatsenrijder liever bij de kachel bleef
dan zich bloot te stellen aan den scherpen Oos
tenwind. Vandaag echter is de wind gaan lig
gen. De zon schijnt heerlijk. Het is bladstil en
het ijs spiegelglad.
Geen wonder dus, dat groote drommen schaat
senrijders van de kostelijke gelegenheid profi-
teeren om „eens uit te vliegen". Ook Tine is
Theol. Cand. predikatie over 1 Cor. 1: 2629;
Exegese O. T. Jesaia 42 N. T. Joh. 3 Dogma
tiek de candidaat wordt met algemeene stem
men toegelaten.
4. De notulen worden gelezen en vastgesteld.
5. Benoemingen naar art. 7 der huishoude
lijke regeling geschieden de broeders worden
gecontinueerd.
6. De collecten worden geïnd.
7. De acta der Partic. Synode leveren gene
bespreking op.
8. Vacaturebeurten's-GravenpolderDs.
Koolstra Ds. Meijer Ds. Scheele Wemel-
dinge Ds. Booy, Ds. Koolstra, Ds. Meijer, Ds.
Scheele Wolfaartsdijk Ds. v. d. Veen, Ds. C.
Vonk.
9. Ds. A. Scheele doet eenige mededeelingen
over de Zending.
10. Bij de rondvraag naar art. 41 vraagt de
kerk van K. toestemming voor haar Diaconie,
om, met het oog op een bijzonder, bekend ge
val, finantieelen steun te vragen. Deze wordt
gegeven.
11De kerk van W. zegt dank voor den ont
vangen steun.
12. De kerk van N. brengt ter sprake de
em. uitkeering aan Mevr. Wed. G. D„ waar
over eene welwillende beslissing wordt geno
men.
13. De voor de Jan. vergadering te storten
collecten Theol. School, Hulpbeh. Stud., Zen
ding onder de Joden.
14. Roepende kerk: Baarland; volgende
vergadering vastgesteld op 16 Jan. '30, 10 uur.
15. De korte notulen worden gelezen en
vastgesteld.
16. Na dankzegging sluit de voorzitter de
vergadering.
Op last der classis,
Ds. E. BEUKEMA, h.t. ass.
AGENDUM voor de Vergadering der
Classis Middelburg op Woensdag 13
November 1929 in de Gasthuiskerk te
Middelburg, aanvang 9Yi uur-
1. Opening.
2. Nazien der Credentiebrieven.
3. Samenstelling van het Moderamen Prae
ses Ds. M. VreugdehilAssessor Ds. J. E. Vis
ser le. Scriba Ds. P. van Strien 2e. Scriba
Ds. D. Scheele.
4. Ingekomen Stukken.
5. Rapporten: (o.a.) tucht over Doopleden
en kerkelijke behandeling bij gedwongen hu
welijken.
6. Instructies.
7. Benoemingen naar Art. 9 H. R.
8. Rondvraag. Art. 41 D.K.O.
9. Aanwijzing roepende Kerk.
10. Rondvraag.
11. Lezing der Korte Notulen.
12. Sluiting.
Namens de roepende Kerk van Veere,
Ds. P. VAN STRIEN, Praeses.
H. LUIJK, Scriba.
Veere, 30 Oct. 1929.
N.B. Inning bijdrage voor Noord-Brabant,
Limburg en Rijn Pruisen en Westfalen.
Overzicht Vlissingen over de maand October.
Met attestatie vertrokken naarSemarang
Cornelis van Kerk en Johanna Baarschers Ant
werpen Cornelia Fröberg, geb. Puype Colijns-
plaatJacoba Karman.
Met doopattest naarHelder Cornelis Pley-
te Nijmegen Johanna H. W. v. Limburg Ant
werpen A. M. Fröberg Maasland Philippus
Lock Batavia Egbert Bogerd.
Met doopatt. gekomen vanNieuw Helvoet
Pieter Cornelis Spingbroek (Zeevaartschool)
WatergraafsmeerJan Coenraad v. d. Hilst
(Noord-Brabant) TholenPieter de Heer
(Zeevaartschool) Leiden Nicolaas Valentgoed
(Bomvrije Kazerne).
Gedoopt6 Oct. Adriana Maria de Wolf,
Hendrik Landman, Aaltje Hendrika Lootsma,
20 Oct. Jansje Trijntje Blaauw, 27 Oct. Cor
nelis Jacobus Roose.
Belijdenis des geloofs afgelegd doorMartina
Roose, geb. Boogaard (27 Oct.).
GetrouwdMarinus Theune en Levina Cor
nelia Stroo (25 Oct.).
OverledenWed. J. Koster, geb. v. Leersum,
85 jaar Johan Hendrik Steketee, 7 maanden.
Zich onttrokken aan het toezicht der Kerk
Jannetje van Beers, geb. de Ridder.
CollectenTheol. School 80.62 Emeriti
69.125 Huwelijk 25 Oct. 34.52 Deurbus
sen 11.34 Catechisatiebus 28.54.
met verscheidene andere meisjes en een even
groot aantal jongens er op uitgetrokken. Den
geheelen middag hebben ze gereden. Nu begint
het avond te worden en zijn ze op de terugreis.
Haast behoeven ze echter niet te maken, want
het maantje staat helder aan den hemel en zorgt
er wel voor, dat het niet donker wordt.
Heerlijk zwieren ze over de gladde vlakte
totop eens Tine komt te vallen. In een
oogenblik is ze omringd door verschillende vrien
den, die haar gaarne de hand toesteken om haar
op te helpen. Lachend weert Tine echter al die
gedienstigheden af en in een ommezien staat ze
weer overeind. Maar verder kan ze niet, want
haar schaats is stuk. Geen nood echter Anke
Scheltens verstaat immers uitstekend de kunst
zulke voorwerpen te herstellen. Anke zet echter
een bedenkelijk gezicht. „De toestand is ern
stig". zegt hij. „Een rustig onderzoek is noodig
om de diagnose vast te stellen". Dan kijkt hij
rond.
„We zijn vlak bij de herberg van Pruim la
ten we daar een kop koffie drinken", stelt hij
voor, „dan kan ik in dien tijd de patient gene
zen."
Een oogenblik later is de gansche schare bij
Pruim te gast. Onder vroolijk gelach bestelt de
één een kop koffie, de andere chocola, een der
de limonade. Er zijn er ook een paar, die mee-
nen, dat een glas ijskoud bier de meest te ver
kiezen drank is.
En ondertusschen gaat de „dokter" aan 't
werk, om de gebroken schaats te repareeren.
Enkele jongelui manen hem aan niet al te veel
spoed te maken. Hoe langer de operatie duurt,
Ontvangen collecten voor de Hulpbehoevende
Kerken in de Provincie van de Geref. Kerken
in de classis Middelburg
Arnemuiden 25.10 Domburg 10.08 Ga-
pinge 8.36 Grijpskerke 26.07 Koudekerke
21.16 St. Laurens 15.60 Meliskerke 14.48;
Middelburg 132.50 Oostkapelle 12.65
Serooskerke 32.76 Souburg 32.19 Veere
18.46 Vlissingen 72.73 Vrouwepolder
13.46 Westkapelle 6.91.
Ondergeteekende bericht hiermede aan de
Kerken in de classis Middelburg, dat hij D.V.
Donderdag 7 November zitting zal houden in de
consistorie der Noorderkerk, des voormiddags
van 1112 uur tot het in ontvangst nemen van
de collecte voor de Theologische School.
De classic. Correspondent,
S. DEN HARTIGH.
Middelburg, 1 November 1929.
VERGADERING van den Kerkeraad (Smal).
Middelburg, 31 October 1929.
Praeses Ds. D. Scheele.
Aanwezig 24 broeders.
Opening als gewoon.
Notulen vorige vergadering worden gelezen
en vastgesteld.
Ingekomen stukkenJaarverslag van den
arbeid onder de Visschers „Bethsaida" verwezen
naar het archief een schrijven van het Chris
telijk Nationaal Vakverbond, om zijn actie in
het gebed te gedenken, daaraan zal worden vol
daan drie aanvragen om steun verwezen naar
de desbetreffende commissie een schrijven in
zake een dooplid van de kerk te R. voor ken
nisgeving aangenomen twee classicale rappor
ten, die een onderwerp van bespreking zullen
uitmaken bericht ingekomen van een legaat
groot 456.40 voor onze Zending van een
overleden zuster, wat dankbaar wordt aanvaard.
Woensdagavondcommissie Drie aangevraag
de attestatiën en twee doopattesten toegestaan,
drie ingekomen doopattesten aanvaard, een
doopaanvrage toegestaan.
Sectierapportendrie doopleden zullen on
der het opzicht der jeugdouderlingen worden
gesteld. Een lid heeft zich onttrokken aan het
opzicht der kerk.
Volgende week breed.
Rondvraag. Dankzegging. Sluiting.
De Kerkeraad.
BEROEPEN TE
MusselCand. J. Tijmes te Hoogeveen.
Hillegom Dr. S. P. Dee te Haren.
Waddingsveen W. J. Smidt te Dwingeloo.
Steenwijk Th. Delleman te
Giessen O. en N. Kerk.
Moerdijk Cand. M. P. Feringa te Utrecht.
Nieuwe Pekela J. C. Haartsen te Driesum.
Nieuwerkerk a. d. IJssel (als dienaar des
Woords) J. Versteegt, thans voorganger aldaar.
AANGENOMEN NAAR
KatendrechtDr. G. B. Wurth te Souburg.
Schoondijke Cand. D. J. de Vries te Ermelo.
StadskanaalCand. A. Schouten te Aalten.
BEDANKT VOOR
LutjegastCand. D. J. de Vries te Ermelo.
Door de Classis Goes is praeperatoir
geëxamineerd dhr. M. B. van 't Veer, Piccardt-
straat, Goes en met algemeene stemmen beroep
baar gesteld.
Cand. Joh. G. Lensink hoopt Zondag 12
Januari 1930 in den namiddagdienst intrede te
doen als predikant der Geref. Kerk van Glaner-
brug (O.), na des morgens bevestigd te zijn
door Ds. A. Schouten, van Aalten.
Kerkinstitueering. Te Batavia is dan nu
de Maleische Gereformeerde Kerk geïnstitueerd.
Het Kerkblad van de Geref. Kerken in Ned.-
Indië herinnert eraan, dat de Hollandsche Ge
ref. Kerk te Batavia sinds tientallen jaren onder
de inlandsche bevolking aldaar Zendingsarbeid
heeft verricht. De vroegere predikanten Haan
en Husing dienden Batavia's Kerk ook in dezen
missionairen dienst. Later is Ds. L. Tiemersma
beroepen als tweede predikant van Batavia met
de bijzondere opdracht om haar Zendingswerk
te verzorgen. Van 19121921 heeft Ds. Tie
mersma in dezen arbeid gediend.
hoe langer dit gezellig samenzijn kan rekken.
Tine verzoekt echter aan Anke zich aan al die
opmerkingen niet te storen.
„Maar dat behoef ik eigenlijk ook niet te
vragen", voegt ze er aan toe, „ik weet, dat je
een knappe dokter bent en de patient dus in
den kortst mogelijken tijd weer op den been zult
helpen."
Bij 't hooren van dit compliment, acht Anke
het z'n plicht om een potsierlijke buiging te ma
ken, hetwelk weer groote vroolijkheid tenge
volge heeft.
Zoo vliegt de tijd om en als eindelijk de
schaats gereed is, vindt de heele schare het jam
mer, dat men nu wel weer verder moet trekken.
Plotseling hoort men luid gezang uit schorre
kelen. De deur wordt opengeworpen en vier
jonge mannen komen met veel lawaai binnen.
Het gezelschap, dat reeds aanwezig was,
heeft thans spijt, dat ze niet eerder vertrokken
zijn, want ze weten vooraf, dat de nieuwelin
gen hun vreugde zullen bederven.
Drie der pas aangekomenen staan al buiten
gewoon ongunstig bekend. Ieder uit de beurt
kent ze en schuwt ze. Werken doen ze wei
nig, maar drinken des te meer. Hoe ze steeds
aan geld komen om hun verteringen te betalen
is voor menigeen een raadsel. Sommigen, die
ze meer van nabij kennen, weten echter een op
lossing van het raadselin den jachttijd trekken
ze er 's avonds op uit en schieten ze hazen en
patrijzen.
(Wordt vervolgd.)