lllflipiffllHWS |fc»j
- FEUILLETON.
Vaders Verjaardag.
Ofïicieele Berichten
heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, gewei
gerd een zoon van Farao's dochter genoemd te
worden,verkiezende liever met het volk van
God kwalijk gehandeld te worden, dan voor een
tijd de genieting der zonde te hebben, achtende
de versmaadheid van Christus meerderen rijk
dom te zijn, dan de schatten in Egypte want
hij zag op de vergelding des loons. De Egyp
tische wijsheid en cultuur moge ook voor Mo
zes van het grootste belang zijn geweest, zijn
vorming ook van beteekenis voor zijn toekom
stige roeping als het er op aankomt, laat hij
dat cultuurleven varen door zijn levenskeuze.
Hier ligt de lijn voor de Kerk aangegeven.
Het cultuurleven is veelzins in handen van
degenen, die met God en Zijn Woord niet re
kenen.
De vragen, die zich in het leven voordoen,
worden opgelost bij het licht der menschelijke
rede, met de bizondere openbaring wordt niet
gerekend.
Getornd wordt aan de grondslagen van recht,
maatschappij, overheid, gezin, huwelijk en op
voeding.
De kunst, denkt aan onze litteratuur, predikt
een godsdienst dezer aarde in de schoonste
vormen worden soms de gruwelijkste zonden
uitgebeeld en openlijk goedgekeurd.
Wat pikant is, de volle schouwburgen en
bioscooptheaters zeggen het ons, trekt publiek.
In de techniek zit de mensch op den troon.
Wie erkent de uitvindingen als gaven Gods
Wie sprak in deze week van de Edison's fees
ten over den Schepper
Negatief kan de kerk tegenover dit alles niet
staan, dan zou zij haar roeping niet verstaan
ook positief heeft zij te arbeiden, zal zij haar
kracht op het volksleven niet steeds meer ver
liezen.
Van de resultaten der wetenschap mag zij
dankbaar gebruik maken, maar getoetst aan
Gods Woord. Daarom danken wij God voor
onze beide Hoogescholen.
Spreekt de wetenschap van evolutie, dit zij
voor de kerk geen reden zulk een hypothese te
aanvaarden.
Wil men de menschelijke rede doen zegevie
ren, de kerk stelle er tegenover Gods openba
ring in Christus Jezus.
Marchandeeren met beginselen, al moet na
tuurlijk van alles geen beginsel gemaakt worden,
verzwakt de kerk.
Gebruikt men de gaven der techniek (welk
een vruchten kan de radio afwerpen voor de
uitbreiding van Gods Koninkrijk) voor de zon-
dedienst, de kerk doe haar vermaning hooren.
Tegen de sportverdwazing en de uitwassen
der mode getuige de kerk, door middel der huis
gezinnen. Laat het niet zijn eerst veroordeelen
en dan langzaam volgen. Altijd blijft voor Gods
^gemeente gelden, wordt der wereld niet gelijk
vormig en dat de gevaren hiervoor aanwezig
zijn, niemand onzer zal het durven ontkennen.
Natuurlijk mag de kerk de cultuur niet enkel
tot zonde rekenen, maar wel heeft zij ten op
zichte van het cultuurvraagstuk zuiver te onder
scheiden.
Een Christelijke cultuur is dan alleen moge
lijk, indien Christus Koning is in ons hart en
daarbij dringt de vraag op, of wel alle terreinen'
door ons kunnen betreden worden
Middelburg. SCHEELE.
BEROEPEN TE
Groningen L. v. d. Zanden te Smilde.
Serooskerke L. Oranje te Laren.
Nieuwerkerk (Z.) J. Snoek te
Vrijhoeve-Capelle.
Haulerwijk J. Dijkstra te Grijpskerke.
Alteveer Cand. M. P. Feringa te Utrecht.
BEDANK TVOOR
Lemmer B. Bouma te Dirkshorn.
SteenwijkS. Neerken te Ulrum.
Sassenheim. Ds. P. D. Kuiper, bevestigd
door zijn vader Ds. L. Kuiper van Kampen
met eene leerrede over Jesaja 25 68 deed
intrede met eene predicatie over 2 Corinthe
12 10 „want als ik zwak ben, dan ben ik mach
tig."
IV.
De officier had den- woesteling willen grijpen
om hem in verzekerde bewaring te stellen, tot
de militaire rechter hem zou straffen voor z'n
oneerbiedig gedrag. Maar Renard Loubert had
den officier in enkele woorden verteld van den
dood van Gerard Bouché en van de krankzin
nigheid van de moeder van André.
Toen was er iets zachts gekomen in de harde
oogen van den meerdere en hij had getracht
met zachte woorden den jongeling te kalmeeren.
Maar deze had niet eens de moeite genomen
om te luisteren. Met het geweer in de vuist stond
hij te loeren of er ook een Duitscher was, die
het zou wagen uit de tegenover hem liggende
loopgraaf, zich bloot te geven
„Weet je welke datum het morgen is, Lou
bert vroeg André aan z'n vriend.
„Welken datum", luidde het antwoord.
„Weineen, kerel, wat weet je hier op het slag
veld van datums. Ik weet nauwelijks wat voor
jaargetijde het is."
„Het is morgen 30 Augustus. Morgen is het
een jaar geleden, dat die vervloekte moffen
mijn broer hebben vermoord en m'n moeder
krankzinnig hebben gemaakt. Maar ik heb hen
gewroken Heb ik ze niet gewroken, Loubert?
Zeg nu heb ik ze niet gewroken
„Ja", luidde het antwoord. „Je hebt heel wat
leed uitgestort in het gezin van menig braven
Duitscher."
„Brave Duitschersluidde het hoonend
antwoord. „Brave Duitschers Die zijn er niet.
Het zijn allemaal moordenaars. Ja, ik heb hen
gewroken, maar nog lang niet genoeg. En mijn
Cand. A. J. Boss, van Zwolle, werd in
het vriendelijk houten kerkgebouw te Mariën-
berg (O.) door Prof. Dr. J. Ridderbos in het
ambt bevestigd met een predikatie over Jesaja
6 18. In het namiddaguur begon de nieuwe
Dienaar des Woords in het midden der Ge
meente zijn arbeid met een predikatie over
Hand. 8:35, daarbij de volgende vragen beant
woordende 1. door wien spreekt Filippus 2.
tot wien spreekt hij en 3. over wien spreekt hij?
Te Medemblik is vanwege de Geref.
Kerk een Evangelisatiegebouw aan de Meer-
laan geopend, in hoofdzaak voor de Zuiderzee-
werkers. Achtereenvolgens werd het woord ge
voerd door Ds. S. de Vries, van Medemblik
Ds. H. J. Heida, van Vlaardingen, en Ds. J. H.
Rietberg, van Maassluis, het Alg. Geref. Zuider-
zee-Comité vertegenwoordigend ouderl. J. Bos,
namens den Kerkeraad en ouderl. J. Mulder,
namens de Commissie voor Evangelisatie.
Hoek van Holland. D.V. Dinsdag 29 Oc
tober a.s. zal het 40 jaren geleden zijn, dat de
Geref. Kerk alhier geïnstitueerd is, en de ambten
zijn ingesteld. In 1878, als Evangelisatiepost van
het Britsch en Buitenlandsch Bijbelgenootschap
ter bearbeiding van de arbeiders welke aan den
Nieuwen Waterweg in keeten woonden, geko
zen, werd in 1887 deze arbeid overgenomen
door de afd. Zuid-Holland der Vereeniging voor
Inwendige Zending van de toenmaals Chr.
Geref. Kerk, voor welke Vereeniging de heer
C. H. Ph. Krohne, candidaat aan de Theol.
School te Kampen, hier als missionair Dienaar
begon te arbeiden, om na de institueering in het
najaar van 1889 als haar eerste Dienaar des
Woords bevestigd te worden.
Vervolgens dienden deze Kerk Ds. G. L. Go-
ris van 18921906 Ds. J. van Haeringen van
19061918 beiden zijn reeds overleden Ds.
R. Koolstra van 19191926, terwijl sinds Maart
van dit jaar Ds. D. Bremmer hier als Dienaar
des Woords arbeidt.
Te Werkendam ontving de Geref. Kerk
van een broeder een schenking van 300 tot
vermindering van de schuld op het orgel, en
voorts een schenking van zeven aandeelen van
een anderen broeder tot een waarde van 700
om de schuld der Kerk te verminderen.
Te Ridderkerk is aan den Kerkeraad der
Geref. Kerk door het Comité, dat gelden inza
melt voor de aanschaffing van een nieuw Avond-
maalstel, en van gordijnen en een nieuwe elec-
trische verlichting van het kerkgebouw, een en
ander op een door den Kerkeraad uitgeschre
ven gemeentevergadering bereids aangeboden.
Er was een bedrag van 650 ingezameld.
Staande de vergadering werd een orgelfonds ge
vormd, waarvoor reeds 200 werd toegezegd.
Te Geesteren-Gelselaar ontving de Geref.
Kerk van familieleden van wijlen mej. de Wed.
J. HilhorstScholten 'n gift van 550.
Te Medan (Sumatra) worden, naar het
Indische „Kerkblad" meldt, door de Geref. Kerk
ernstige plannen beraamd om te komen tot het
beroepen van een tweeden predikant wijl de be-)
arbeiding der Gemeente en het werk onder de
verstrooiden voor één predikant te zwaar wordt.
In eene buitengewone vergadering van
de Part. Syn. van Friesland (Noord) is breed
voerig gehandeld over een rapport der Depu-
taten van Art. 13 D.K.O. en eindelijk het vol
gende besluit genomen
1. dat het hulpbetoon van de gezamenlijke
kerken in de practijk bij de depp. der Generale
Synode niet meer overeenkomt met de wijze,
waarop dit in het besluit van Utrecht 1905 (ge
wijzigd 1908, 1920, 1923) is geregeld, in zoover:
2. dit hulpbetoon anders dan volgens deze
regeling, meer „regel" dan „uitzondering is ge
worden, en vooral, b. de berekening van de
aanvragen bij de Part. Synodes meer een gelijk
matige verdeeling van de pensioensverplichtingen
zelf dan van het hulpbetoon beoogt
2. dat door zulk een afwijking het karakter
van de bedoelde steunbieding geheel is veran
derd en in wezen niets anders is geworden dan
de overname door de gezamenlijke kerken van
de gezamenlijke pensioensverplichtingen naar
art. 13 K.O. met verdeeling der gezamenlijke las
ten naar draagkracht, en zoo de herstelling van
belofte die ik met een eed heb bezworen, heb
ik nog niet vervuld."
En toen geen antwoord volgde
„Weet je wat ik gezworen heb, Loubert?
Weet je het niet meer? Dan zal ik het je nog
eens zeggen. Ik heb gezworen, dat ik met deze
mijne tanden de borst zou openrijten van een
Duitscher, zooals die granaat de borst van m'n
armen broeder openreetJa, met deze lippen
zal ik het warme bloed drinken van den Duit
scher, dien ik eerst met m'n handen zal hebben
geworgd."
Droevig keek Loubert z'n vriend aan. Ant
woorden deed hij maar niet meer. Hij had reeds
zoo vaak getracht André tot zachtere gevoe
lens te brengen, maar z'n pogen had telkens tot
eenig gevolg, dat z'n vriend zich nog meer op
wond.
Na een poosje vervolgde André
„Je dacht zeker, dat ik die belofte vergeten
had Maar dan heb je het toch leelijk mis. Ik
heb met opzet gewacht tot den verjaardag van
den dood van mijn broer. Morgen, 30 Augus
tus, dan zal ik ze in vervulling brengen. Dan
ben ik 's avonds vrij. En dan ga ik niet naar m'n
tent, maar dan ga ik naar den vijand en dan
zal ik wraak nemen, echt wraak nemen
Het is 30 Augustus. Heimburg staat in een
loopgraaf tot z'n knieën in het water. Reeds
uren lang valt de regen in stroomen neer. Hij
is nat tot op z'n gebeente en rilt van de kou.
Toch gaan z'n gedachten naar huis. Ja, hij weet
het, hij is jarig, 's Morgens heeft hij nog gele
genheid gehad God te danken, dat Die hem
weer een jaar gespaard heeft. Ja, gespaard, zelfs
in de vuurzöne.
Hij weet het, thuis denkt z'n vrouw aan hem.
Hij voelt het, dat ze speciaal op dezen dag aan
z'n kinderen zal vertellen van Vader, die ze al-
een „Algemeene Kas", in strijd met het beginsel,
neergelegd in art. 13 K.O.
3. dat de Generale Synode van Utrecht 1923
we aan de Part. Synode meer vrijheid van be
weging gegeven heeft, maar in de instructie voor
de depp. Gen. Synode te dien aanzien geenerlei
wijziging bracht
van oordeel 1dat het niet gewenscht is, dat
er tusschen regeling en practijk langer zulk een
diepgaand verschil blijft bestaan, waaruit gelijk
reeds met de Part. Syn. van Friesland (N.G.)
noodzakelijkerwijze geschillen moeten worden
geboren
2. dat ook de historie van de uitvoering van
Art. 13 K.O. duidelijk doet zien, dat de stipte
uitvoering van het in dit artikel neergelegde be
ginsel ook voor de verzorging van de emeriti-
predikanten en hun weduwen en weezen het pro-
fijtelijkst is
BESLUIT de aandacht der a.s. Generale
Synode op deze afwijking te vestigen, haar be
zwaar daartegen in te brengen en haar te ver
zoeken, voor zoover haar bemoeiingen betreft,
ook in de practijk weer terug te keeren tot zulk
een uitvoering van Art. 13 K.O. als in de rege
ling van 1905 bedoeld en met 't beginsel van
Art. 13 K.O. in overeenstemming is, en daartoe
Gen. Depp. opdracht te geven.
Hieruit blijkt, dat de Gen. Syn. in 1930 zich
ook zal hebben bezig te houden over de uitvoe
ring van Art. 13.
Binnenkort is er wellicht gelegenheid en ook
plaats in onze Kerkbode hier even breeder op
terug te komen. Nu reeds wordt het besluit door
gegeven, opdat er eens over worde gedacht,
welke weg hierin moet bewandeld.
De nestor der Leidsche Gereformeerde
predikanten Ds. H. J. Kouwenhoven, heeft in de
deze week gehouden vergadering van den Ker
keraad van de Gereformeerde Kerk te Leiden
medegedeeld voornemens te zijn, met ingang van
1 April a.s. met emeritaat te gaan.
Ds. Kouwenhoven werd 25 December 1862
geboren en studeerde aan de Theologische
School te Kampen, waarvan hij steeds een warm
voorvechter is geweest.
In 1884 candidaat geworden, aanvaardde hij
1 Febr. 1885 het predikambt te Schoonebeek.
Hij stond achtereenvolgens te Zaamslag, Voor
schoten, Groningen en nu sinds 30 jaar te Lei
den. Met Ds. Kouwenhoven verdwijnt straks
een bekend figuur onder de Gereformeerde pre
dikanten uit den actieven dienst.
K. B. S.
Vlissingen. Verkiezing ambtsdragers.
Door den kerkeraad zijn de volgende dubbel-
getallen opgemaakt
a) voor ouderling de broeders
J. W. Arends, G. van Belzen, J. D. Fregeres,
M. J. Geuze, A. A. M. Goote, H. Harinck, W.
v. d. Hoeven, J. A. Huser, C. Rietmulder, Jac.
Suurmond, M. de Valk en N. M. de Vos
b) en voor diaken de broeders
L. v. Belle, C. van Belzen, P. Brasser, J. A.
Huser, G. M. Prins, A. v. d. Putte, J. Theune
en J. Verhage.
De verkiezing zal D.V. plaats hebben op
Maandag 28 October des avonds ten 8 ure in
de kerk Paul Krugerstraat.
Namens den Kerkeraad,
A. ROOS, Scriba.
Anna Jacobapolder. We mochten Zon
dag 20 dezer onzen ber. cand. J. Spoelstra zien
bevestigen door zijn broeder E. K. Spoelstra van
Meeden naar aanleiding van 2 Tim. 2 8. Na de
bevestiging deed hij den nieuwen leeraar staande
toezingen Ps. 134 3, aan handoplegging namen
deel de consulent Ds. W. M. Ie Cointre van
Bergen op Zoom. Onder groote belangstelling
deed namiddags Ds. J. Spoelstra zijn intrede. Hij
had tot text gekozen 1 Cor. 3:11 sprekende
van het fundament van de gemeente Gods, werd
stil gestaan bij 1ste het wezen, 2de de noodza
kelijkheid van dit fundament. Ds. Spoelstra be
sloot met toespraak aan de gemeente, den ker
keraad, zijn bevestiger, waarbij hij tevens her
dacht zijn onlangs overleden vader, die hem
oorspronkelijk zou bevestigd hebben, den con
sulent, de classis Tholen, vertegenwoordigende
len zoo liefhebben, en wiens dierbaar leven elk
oogenblik in gevaar is. Zij zal voor hem bidden:
zooals hij eiken dag voor haar en z'n lieve kin
deren bidt.
Zal er nog een cadeautje voor hem komen
Vroeger vond hij het reeds zoo leuk, als hij
een geschenk van z'n wijfje kreeg. Vooral, als
het iets was, dat ze zelf voor hem gemaakt had.
Dat vond hij veel leuker, dan iets, dat ze voor
hem had gekocht.
Maar nu haakt hij naar een cadeau. En toch,
het is reeds vier uur. En nog is er niets. Over
twee uur is 't aflossing. Dan heeft hij enkele
uren rust. Zal er dan nog niets voor hem zijn
Als er een pakje komt, zal hij er niet mee naar
de tent gaan. Vreemde oogen mogen niet zien,
wat z'n vrouw heeft ingepakt. Die mogen niet
loeren naar den brief, die alleen voor hem be
stemd is. Hij zal een stil plekje opzoeken, daar
achter dien muur. En daar zal hij den brief le
zen en de geschenken bekijken en dan in ge
dachten vertoeven, daar, waar hij zoo sterk ver
langt spoedig weer te mogen zijn. Als er ten
minste iets voor hem komt.
„Heimburg roept een barsche stem.
„Present, sergeant."
„Een pakje voor je."
Het is een donkere avond. Eindelijk is het
opgehouden met regenen. Maar er is geen ster
aan het firmament te zien.
„Een zeer geschikte avond om mijn plan uit
te voeren," mompelt André bij zichzelf. „Nog
een kwartiertje wachten en dan er op los Daar
valt zijn oog op een koffertje, dat hij altijd bij
zich heeft. Soms, midden in het gevecht, staakt
hij het schieten eenige oogenblikken en opent
het koffertje.
Ook nu grijpt hij er naar en opent het. Er
zit niet veel in. Enkele toiletartikelen, een paar
kerkeraden Bergen op Zoom en Oud-Vosmeer,
Burgemeester van St. Philipsland en het hoofd
der School. Hij werd zelf toegesproken door
ouderl. J. van Strien, voorzitter van den kerke
raad, door Ds. Le Cointre, als consulent namens
de kerkeraad van B.o.Z. en afgevaardigde van
de classe Tholen. Gezongen werd Psalm 20 1
Oud. Stelwagen sprak als afgevaardigde van
de kerk van Oud-Vosmeer.
Ds. Spoelstra sloot met gebed, na gezongen te
hebben Ps. 72: 11. Stelle de Heere onzen lee
raar tot een rijken zegen. Dank aan dominees
en cand. die ons in die 43/? jaar vacature hebben
gediend in prediking des Woords.
Namens den kerkeraad,
P. VOGELAAR, Scriba.
Geref, Kerk Middelburg.
Ingekomen met attestatie vanBergen op
Zoom, Johanna M. Schroevers, Gasthuis Delfs-
haven, Matje M. van AartsenVolk, Penning-
hoeksingel L 65a Catharina Naeye, Hofplein
E la Dordrecht, Leendert A. Vroon, Lange
Noordstraat L 180 Geersdijk, Wed. de Key-
serBlok, Noordweg S 204 Koudekerke, Jan
de Witte en gezin, Arn. Voetpad T 90 Oost-
kapelle, Elizabeth Spruijt, Jodengang R 227g
Poortvliet, Jozina H. van Dijke, N. Vliss. Weg
E 67 Wolphaartsdijk, Stoffelina den Toon
derThorenaar, Seisweg R 79.
Ingekomen met doopattest van Colijnsplaat,
Prientje Slotema, Langeviele K 390 Goes, Pie-
ternella J. van Driel, Langeviele K 390 Jacoba
den Toonder, Koudek. Weg D 1.
Belijdenis afgelegd en zich onder het opzicht
gesteldAdriana BlokpoclDourlein, Arn.
Voetpad T 145 Catharina JanseWattel, Pot
tenbakkerssingel Q 57 Lein de Klerk, Koe
poortsingel S 155a.
GedooptLeendert Adriaanse, Seissingel R
183 Anna P. Blokpoel, Arn. Voetpad T 145
Willemina J. Davidse, Jodengang R 213 B;
Maatje den Engelsman, Segeersweg V 87 Jo
hannes J. Geldof, Winterstraat Q 101 Jacoba
Janse, Pottenbakkerssingel Q 57Francina
Joosse, Segeerssingel V 66 Jan Pieterse, Veer-
sche Weg S 2 Jannetje A. de Rijk, Vlissing-
schestraat K 54 Jacobus Vader, Veersche
Weg T 268 Anthonie Wattel, Schroeweg V
29a Francina S. Wielemaker, Gortstraat K 15
Leintje C. Willeboordse, Seisweg R 155.
Gehuwd Hendrik Francke en Elizabeth C.
Heuseveldt, Heerengracht M 25 Jan A. de Kam
en Leuntje de Rijke, N. Oosterschestraat N 106
Jacob J. v. d. Burg en Arendina J. Vertregt,
Noordstraat L 109 Leendert Oranje en Jozina
C. Brombacher, Noordweg R 20 Willem
Schreuder en Martha Geertvliet, Veersche Weg
T 236.
Vertrokken met attestatie naarAmersfoort,
Arendina J. v. d. BurgVertregt, Noordstraat
L 109 Amsterdam, Wed. OranjeThorenaar,
Noordweg R 20 Kornelis M. Rooze, Noord
weg R 48 Delfshaven, Alida Brandsma, Dam
N 9 Delft, Pieternella C. v. d. Woestijne, Bo-
gardstraat D 38 Gapinge, Leendert Oranje,
Noordweg R 20 Koudekerke, Suzanna Roelse,
Heerengracht St. Laurens, Neeltje Boone, Kou-
dek. Weg D 62 Loosduinen, Elizabeth C.
FranckeHeuseveldt, Heerengracht M 25 Ma-
rum Klaas M. Pool, Pijpstraat N 212 Oostka-
pelle, Hendrik de Voogd en gezin, Seisweg R
131 Rotterdam, Jan A. de Kam en echtgenoote,
N, Oosterschesrtaat N 106 Serooskerke, Jo
hanna C. Meijers, Langeviele K 193 Souburg,
Francina de Bree, L. Singelstraat N 180 Jaco
bus Hubregtse, Welzinge Utrecht, Martha
SchreuderGeervliet, Veersche Weg T 236.
Vertrokken met doopattest naarAmersfoort,
Wilhelmina J. Camper, L. Delft A 86 Am
sterdam Z„ Willem J. Kögeler, Heerenstraat H
150 Axel, Abraham Naeye, Wal B 58 Colijns
plaat, Johannes Breure, Wal B 58 Delfshaven,
Johannes A. Brandsma, Noordstraat L 131
's Gravenhage, Frederika Boon, N. Oostersche
straat N 76 Johannes den Engelsman, 't Zand
D 85 Ruurd de Jong, Noordstraat L 180 Jo
hanna Pouwer, Nadorst S 250aPieternella
Spruijt, Jodengang R 213b Leiden, Willemina
M. Fey, L. Burg C 109 Neuzen, Pieternella
Dieleman, Spuistraat F 106.
kleedingstukken, een paar portretten en een bij
beltje.
Eerst neemt hij het bijbeltje op. „Al in geen
jaar in gelezen", zegt hij half luid en ruw werpt
hij het weer in den koffer.
Kijk daar valt er iets uit. Een plaatje. Hij
raapt het op. Het is een klein plaatje, zooals
kinderen wel krijgen op de Zondagsschool.
Moeder had het hem gegeven, toen de oorlog
was uitgebroken.
„Dat moet je maar trouw lezen, jongen", had
ze gezegd. „En als je dan in doodsgevaar ver
keert vrees dan niet, want God zal altijd met je
zijn. Hij zal je vertroosten, ook als de dood na
dert. Zorg, dat je altijd met God verzoend bent,
André, dat je altijd kunt sterven."
En werktuiglijk leest hij
„Al ging ik ook in een dal der schaduw des
doods, ik zoude geen kwaad vreezen, want Gij
zijt met mij Uw stok en LIw staf, die vertroos
ten mij."
Een oogenblik komt er een zachtere uitdruk
king op zijn door haat verwrongen gezicht. Dan
grijpt hij naar de portretten.
Eerst bekijkt hij de beeltenis van zijn broer,
dan van zijn Moeder.
„Beiden weg, voor altijd Gérard uiteenge-
scheurd en Moeder krankzinnig."
En weer laait het wraakgevoel in hem op en
weer flikkeren de oogen van booze lusten
Hij sluit de koffer en dan begeeft hij zich op
weg.
Voorzichtig kruipt hij over het veld. Hij weet
het, daar in de verte moet hij zijn. Daar is een
muur en niet ver van dien muur zijn de vijan
delijke loopgraven. Daar zal hij wachten en loe
ren, tot één zijner vijanden zich wat afzondert
van de anderen. En dan zal hij zich op hem
werpen, als een tijger op z'n prooi en eer deze
laatste eenig geluid zal kunnen uiten, zullen z'n