Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. No. 29. Vrijdag 19 Juli 1929. 43e Jaargang. Redacteur: Ds. A. C. HEIJ te Koadekerke. Persvereeniging Zeeawsche Kerkbode. UIT HET WOORD. ZOO LANGEN TIJD DADERS DES WOORDS. Synodalia. Een kracht der dwaling gazonden. Woord van opwekking. ZEEUWSCHE KERKBODE Vaste medewerkersD.D. L. BOUMA, P. J. v, d. ENDE, B. MEIJER, P. STAAL Pzn., en R. J. v. d. VEEN. Abonnementsprijs! per kwartaal by vooruitbetaling f 1, Afzonderlijke nummers 8 oent. 15 oent per regelbij jaarabonnement van minsten® 500 regels belangrijke reduotie UITGAVE VAN DE Adres van de Administratie: Plrma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. Beriohten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiên tot Vrijdag morgen 9 uur te zenden aan de Drukkere LITTOOIJ OLTHOFF Spanjaardstraat, Middelburg. TELEPOON 2 3 8. GIRONUMMER 4 2280 Jezus zeide tot hem1Ben ik' zoo- langen tijd met ulieden Johannes 14 9a. Drie jaren was dit niet het meeste dat die Heere bij' Zijin discipelen was Van hun roeping tot Zijln 'kruis, dat waren toch drie jaren slechts En nu zegt Hijl tot Filippus zoo langen- tijid. Zo-o is het dan den Heere lang geweest, die tijd der wissel en die omwandeling met Zijne jongeren. Was het Filippus soms, den twaalven, was het dien discipelen lang Hun was het slechts een tijd van voorbereiding. De korte tijld dier Wondervolle toebereiding van het Messiaan- sche heil. De rondgang van den Koningszoon die 't land beziet waarop Zijln scepter rusten zal in eeuwigheid. Waarop de troon van Zij nen vader David rijken zal tot in de verste nageslachten. En ook de gouden tronen zul len staan diergenen die Hij' vrienden noemde. Ziet niet hun oog dien dageraad van diets vol len dag die aanbreekt over 't aardsche Israël en voortlicht tot den middag toe Als hun gerechtigheid, als van het onderdrukte volk, van God', tot spijt van den Romein, in glan sen voortbreëkt en hun heil, bijl 't rijizen van dien dag, ten hoogen hemel klimt Hun was die tijd niet lang, maar kort. Tenzij! tenzij1 hun hoop gebroken wierdl en hun verwachitng, in haar aard'sgezindheid, door het woord des Heeren in haar stoute vlucht geraakt. Dan zijin zelfs enkle dagen lang. Als dien Hij! liefheeft, krank is en hij sterft en neergelaten wordt in 't graf. Als zoo- de stille vriend van dezen Koning met die krachten van Zijin Koninkrijk niet wordt ge diend dan is d'e tijld hun lang. Als naar het grootsch bestek de tempel'muren -worden opgebouwd, de schoonheid van dit aardsche Sion hunne ziel beweegt, als Christus dan de heerlijkheid daarvan verwierpt, die van Zijin Koninkrijk naar onb'epaalden toekomst wijist, dan Zijln de dagen lang omdat de uitgestelde hoop hun harten krenkt. Zegt Christus daarom nu: zoo langen tijid Omdat Filippus nóg niet weet en nóg niet kent en nóg niet ziet. Den stillen' luister van 't bedekt gelaat van *s Heeren Konink rijk'. De heerschappij van Zijn genade en; de iwondre krachten van Zijln liefde. Den glorie rijken gang van 't Koninkrijk van Zijn barrm hartigheden in zondaarsharten en in schuld- verslagen geesten. Omdat Filippus nóg niet weet en nóg niet kent en nóg niet ziet dien, Koning in Zijin Middelaarsschoonheid en dat Hiijl zich -een eeu'wigen troon bevestigt dojor den arbeid van Zijn ziel in lijden en gehoor zaamheid. Omdat zij: allen niet verstaan hoe in Zijn woorden zingt het lied des vredes van den Vader. De Vaderhand zich opent in de liefdedaden van den Zoon. Het Vaderhart in toegenegenheden luistert door 't open oor Waarin de ziel haar schuld en zwakheid fluis tert. En 't vriendlijk aangezicht des Vaders niet aanscho-uwien ook in Hem die zondaars aanziet en bemint Zegt Christus daarom' nu zoo- langen tijd Ja, daarom ook. Hier is het wohder, het mysterie. Dat Zijn verwachting hier vertre den wordt, hoewel Hij wleet wat 's menschen geest besluit, Zijn hoop gekrenkt werd1, al hoewel Hij! toch op menschen nooit vertrou- Wien heeft gesteld. Maar 't is niet dat nu plots, nu eerst de dagen Hem zoo lang zijln. Hier openbaart zich slechts die diepe wonde van Zijn hart. Het stille lijden dat Hij daarin heeft geleden waarover Hij voor menschen heeft geZwegen, waarmede Hij1 voor God slechts heeft gestreden, omdat ook' God al leen, Zijin Vader slechts de diepte daarvan peilen kon. Hier wordt het even zichtbaar, tastbaar voor onze huiverige handen als een teêre wond. Dat Hij; die eeuwigheid bezat, bezit, aleer de tijd geboren werd, dien tijd zoo traag vervloeien vindt. Dat, waar die tijld zijln rusteloozen maatslag breken mlag door 't eeuwig werk van Christus heen, Zijin hamering zoo loom en langzaam neervalt als uit doodvermoeide krachten. Zoo viel het onzen Heere lang ont in den tijjd te zijn. Elk uur bracht Hem' het vol ge wicht van 't matelooze lijden, sinds Hij zich toebereid had zóó tot Zijne heerlijkheid' te gaan. Elk uur ook had Hij zich bewust te zijln dat aan Zijn leven, de gehoorzaamheid daar in betoond het heil naar ziel en lichaam hing van al Zijn volk. Maar ook elk uur tot in zijin saamgeper- stei oogenblik'ken bracht Hem- het oordeel uit des Vaders, die met den Zooin als Zoion ook' in 't gehoorzaam Middelaarswerk be mint, maar toch den 'hamer van het recht, hoewel gedreven doo'r de kracht der liefde1, vallen liet waar onze schuld' verz'ameld was. En die lag aangebonden aan Zijin hart. Daarom1 viel het -den Heere lang. Omidat Hem van de urn des tijfd's zijn levensoogenï- blikken drupten met groote, zware droppen één voor één die vielen op Zijin hart. En nie mand' zag den stillen voortgang! van dit lije den, men zag het niet tot alles was volbracht. Neen, onze Heiland wil niet klagen. Het medelijden van een mlenschlijk hart raakt niet tot Hem', wiens diep erbarmen geen grond ontbloot voor wie daarin wil staren. Wie me delijden toont, die mensch wil dragen. Maar niemand draagt en kan ook dragen zelfs iets maar van dien zwaren, eindloos Zwaren last. Het is dat Christus zelve ons will dragen. Dat door het traag vervloeien van Zijin tijid voor al de Zijin en, voor altijfd het stille wieten zou geboren worden de Heere meet de langste, bangste uren, Zijin Heilandisschap is altijd achter mij. Al moet het jaren, jaren duren, Hij haast zich nooit voorbij. Geen oogenblik, met allen nood1 die daarin saamgeperst kan zijln, en dat miet zwaar ge wicht voor goed ons leven schijnt te ank ren in een zee van sm'art, is langer, hanger dan Zijln traag geslopen stonden. Hijl mat den tijld in al zijln uitgebreidheid, Hij zag het oogenblik zich vullen tot zijn wijdste grens, maar vulde daarin onzen levensbeker miet eindloos toegemeten zaligheid. M. VAN WIJK. ii. De kerken va nGörliz-en Breslau Korter kunnen we zijln over deze kerken. Toch willen we ook' daarover iets zeggen. Een rechtstreeksch kerkelijke zaak is dit niet. De steun, die aan deze kerkjes sinds enkele jaren geboden -wordt, is een uitvloeisel van de actie door een groot comité indertijd.' op tou-w' gezet tot versterking van het Geref. le ven in Diuitschland1. Buiten de kerken om werd' toen door dat comité aan d'e kerken ge vraagd voor dien arbeid een collecte te hou den. Bij! verdeeling van het gro-ote terrein Werd toen aan Zeeland bepaaldelijk toegewe zen dat deel van Duitschland, waarin Gör- litz en Breslau liggen. Door onze kerken werd toen in die collecte met mildheid geofferd. Daardoor was het mo gelijk', dat aan die kleine kerkjes gedurende enkele jaren, eenige steun -werd1 geboden. De kas raakte echter leeg. Daarom vroeg het comité voor Zeeland dat de kerken nog eens een collecte voor dat doel zouden willen houden. Die aanvrage werd ondersteund door Dr. Keizer en Ds. Rullmann en ook doior den praeses en scriba van de Partic. Synode van 1928 Ds. van der Veen en Ds. A. Scheele. Het antwoord1 op deze circulaire stelde te leur. Maar van 15 kerken kwam een collecte of gift binnen tot een gezamenlijk' bedrag van f 232.85. Onder die giften waren er, die met de opbrengst van een collecte gelijk te stel len waren. Andere evenwel wlaren, gerekend naar de draagkracht van de kerk, maar klein. Daarom wilde het comité er nog graag! op aandringen dat die kerken, die nog geen col lecte hielden dat alsnog zouden dloien en dat die kerken, die nog maar een kleine gift zon den nog zouden besluiten te collecteeren of hun gaven te verhoogen tot die zoowat gelijk kwam te staan mtet een collecte. Het vroeg de Partic. Synode deze vraag aan die kerken aan te bevelen en het stemt het comité tot blijdschap dat de Synodie al- zoo besloot. Zoo wordt dus deze vraag, nu ppfc1 namens Id'e Partic. Synode aan die kerken voioirgelegidl. Moge ze zoo een gunstiger onthaal vinden en er nog een belangrijk bedrag binnenkomen bij! den penningmeester, Ds. F. J. v. d. Ende te Kamperland. Dc kerkjes van Görlitz en Breslau hebben het zoo noodig dat ze, al thans nog een jaar, wat geholpen worden. Bij d'e dankbaarheid over d'en (uitslag der verkiezing, die geen meerderheid gaf aan d!e partijen, die leven uit de beginselen van het ongeloof, moet er ook droefheid zij'n1 omdat een toch heel groot deel van ons volk' het in aie zelfde verkiezing uitsprak, de Opper hoogheid Gods ook over het staatkundig le ven niet te willen erkennen. In ons Christelijk' Nederland waren -er toch ongeveer anderhalf milli-oen, die m'et hun stembiljet getuigden, dat met God en Zij'n Wooird in het Staatsrecht niet moet gerekend worden. In den weg nu, die naar die droeve open baring van den „volkswil" leidde, valt bijlzon der op de werking van de leugen. De menschen, die de erkenning van Gods Opperhoogheid over het heele leven bestre den, waren sterk in het doen van gro'ote be loften. Zij' beloofden aan de ouden van dagen een Weiverzorgden levensavond door den Staat. Aan de vrouwen ontheffing van het immers zoo harde huwelijksjuk. Aan allenvrede. De toekomst zou zoo mioo'-i worden, wanneer men hun maar die leiding van het volksleven toevertrouwde. Dan zou er een tijld komen, waarin geen gebrek meer zal geleden worden, ook geen ziekte en waarin nog wel de dood zal blijven, maar men zal zijin werking zoo onschadelijk maken als maar mogelijk is na een leven van geluk zal de mensch dan in hoogen ouderdom zonder vrees of pijfn op een zachte manier uit het leven scheiden. Als die leuzen en leugens wierden opgehe ven, -was de vraag gewettigd of de menschen nu waarlijk zoo dwaas zouden zijin pmi dat alles "te gelooven. Om de dwaasheid en leugenachtigheid van deze leuzen te zien is niet eens noodig het geloof naar de H.S. dat de mensch onmachtig is zichzelven uit de ellende te verlossen. De geschiedenis, vooral die van de laatste jaren, is daar om het onoimstootelijlk aan te toonen. De Staat, voorgelicht door de menschelijke wetenschap, zou dan den ouden menschen een goeden levensavond bezorgen. Maar in naam1 va ndie wetenschap werd reeds aan den Staat de eisch gesteld, die oude mem schen, die im'mers niet meer productief zijln, uit het leven weg te doen. Natuurlijk op een heel menschlievendc 'manierzoo zacht -moe gelijk Welke verwoesting er over het vrouw-en en kinderleven gekomen is onder de miacht der revolutionaire beginselen, kan ieder we ten, die iets las van de helsche toestanden in Rusland. En zij', die het hardst nu roepen, dat zij den vrede onder de menschen zullen bren gen, zijln die meest stiijdlustigen, die vaak in -ondierlingen strijd het leven tot een hel maken. Zouden -dan zoo> vroeg men zich af de menschen Waarlijk zoo dwaas zijln, dat zij die aperte leugens toch zouden gelooven. En dan nog wel die menschen, die het altijd' hebben over die menschelijke rede Die miet hun „gezond verstand" alles kunnen beoor- iQleelen Moest -dan dat verstand, als het wer kelijk' gezond was, hen dan niet doen zien dat het tallies louter leugens waren Toch vonden die leugens bij honderddui zenden geloof En daarin nu ligt het verbijsterende. Daar kan een mensch stil 'bij worden. Dat doet hem1 straks zeggenhoe is het mogelijk', dat de menschen zich zoo 'm'et open oogen laten bedriegen. Hoe is het mogelijk, dat ze de Waarheid niet zien en al die leugenaars niet hoo-ne:nd den rug toekeeren En op die vraag, hoe dat mogelijk is, is nu het antwoord te vinden in een Schrift woord. Er staat in 2 Thessal. 2:11 dat God zendien zal -een kracht der dwaling, dat de menschen die leugen zouden gelooven. Dat woord is in dit verband een hoogern stig woo lid. f Het Zegt, dat God zich met het wereldle ven nog bemoeit. Neen, het leven hier op aarde gaat niet om buiten zijin bestel. En als we zien, dat zoowelen de aperte leugen toch gelooven, dan zop wil de H.S. dan 'zullen we daarin opmerken een doen Gods. Dan zullen we daarin zien de werking van een kracht der dwaling, door God ge zonden, opdat bepaalde menschen die leugen zouden gelooven. Dan Tn-oeten we daarin zien^ wat Paulus -ook in Rom. 1 21, 22 zegt, een werking Gods, dat degenen, die God niet verheerlijk ten, hoewel Hij kennelijk openbaar is, ver ijdeld Zijln geworden in hun overleggingen en idiat hun onverstandig hart is verduisterd ge worden dat Ziji, zich uitgevende vpor wijl- zen, -dwaas zijln geworden. Dan is daarin hetzelfde te zien, waarvan Ps. 81 spreektMaar mijn volk heeft mlijlne stem niet gehoord; en Israël heeft mijner niet ge wild, dies 'heb Ik het overgegeven in het goeddunken van hun hart, dat zij! wandelden in hunne raadslagen. Daar is hiervan mie-er te zeggen. Maar diaar- over D.V. een volgend maal. HEIJ. In aansluiting aan het Z-endingsrappprt wil len we hier ook opnemen het schrijven, dat door het moderamen der Synode, gezonden Werd aan alle kerkeraden. HOSPITAAL TE MAGELANG. Aan de Kerkeraden der Geref. Kerken in Zeeland. WelE-erw. en Eerw. Heeren en Broeders De Particuliere Synode 5 Juni 1929 te Mid delburg gehouden nam een zeer belangrijik-e b-eslissing. i Zijl besloot n.l. in beginsel tot de oprichting van een hospitaal te Magelang, in d'e over tuiging, dat een Zendingshospitaal daar nood zakelijk is. Belangrijk is dat besluit met het oog op de bevordering van den Zendingsarb'eid1. Naar de overtuiging van allen, die hier tot oiordee- 1-en bevoegd' zijln, is de medische dienst ee-n niet te ontberen 'hulpmiddel. Omi contact te krijgen met -de bevolking, haar vertrouwen te winnen en zo-o den weg te banen vioor de pre diking van het Evangelie is een Zendingshos pitaal zo-o oordeelen ze onmisbaar. Die overtuiging vindt ook steun in de H. S. Dat komt wel bijzonder duidelijk uit in het Schriftwoord', dat gebeiteld werd' op den grafsteen van den bekenden Zendeling-arts Dr. Scheurer. Daarop werd' aangebracht Lucas 10 9, het woord, waarmee Jezus de zeventig uitzond en geneest de kranken die daar zijln en zegt tot hen Het Koninkrijk Gods is nabij gekomen. Zoo is een groote leemte te achten, dat op ons Zendingsterrein nog altijd dit belang rijkste hulpmiddel, in een volledig hospitaal, ontbreekt. Een leemte, die IPmleer |n 't ooig valt om-dat op alle andere Zendingsterreinen van onze Geref. Kerken reeds tal van jaren zulke hospitalen gevonden worden. En zoo mogen we vertrouwen, dat de uit voering van het genomen besluit en d'e op richting van een Zendingshospitaal ook te Magelang, den arbeid daar, onder den zegen des Heer-en, ongemeen zal bevorderen. Maar belangrijk is dat besluit obk te noe men miet het oog op de vermeerdering der uitgaven, die de oprichting en instandhoudi'ng van zulk een hospitaal vorderen zal. We ontveinzen niet, dat de uitgaven daar door zeer belangrijk zouden stijgen. Daar voor zdi elk jaar behalve wat n-u reedisi v-o-or de Zending wordt opgebracht jen blijlvend moet opgebracht worden noodig zijn een som' van f 15.000. We zouden het kunnen verstaan, wanneer gedachte opkwam, dat het onmogelijk zal zijd bij het vernemen van dit groote bedrag, de dit jaarlijks bij1 elkaar te brengen. Toch meenen we, d:at aan die gedachte geen voet mag gegeven word'en en dat bij nader inzien en biddend overwegen van de roeping, waarmee de Heere ons ook in den Zendings- arbei-d' roept, zal moeten wo-rden toegegev-en, dat bij ernstige inspanning die gelden nog wel bij; elkaar te brengen zijn. Om dit aan te wijzen, moge er op gewezen Worden dat, wanneer van elk lid der Geref. Kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Lim-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1929 | | pagina 1