Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
43e Jaargang.
Vrijdag 21 Juni 1929.
No. 25.
RedactearenDs. P. VAN DIJK te Serooskerke (W.) en Ds. A. C. HEIJ te Koadekerke.
Persvereeniging Zeeuwsche Kerkbode.
UIT HET WOORD.
NA DEZEN VERSTAAN.
Kerkelijk en Geestelijk Leuen.
Enkele herinneringen.
KERKBODE
Vaste medewerkers D.D. L. BOUMA, P. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, P. STAAL Pzn., en R. J. d. VEEN.
Abonnementsprijs!
Advertenileprljsi
por kwartaal bjj vooruitbetaling f 1,
Afzonderlijke nummers 8 oent.
15 oent per regelj bjj jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrijke reduoti©.
UITGAVE VAN DE
Adros van de Administratie:
Firma LITTOOIJ OLTHOPP, Middelburg.
Beriohten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdag
morgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ Sc OLTHOFF
Spargaardatraat, Middelburg.
TELEPOON 2 3 8. GIRONUMMER 42280
Jezus antwoordde en zeide tot
hem Wat Ik doe, weet gij' nu niet,
maar gij' zult het na dezen verstaan.
Joh. 13:7.
Dit woord sprak onze Heere Jezus Chris
tus tot Petrus, bij gelegenheid van de voet-
wassching. Het kwam Petrus vreemd, ja zelfs
ongepast voor, dat Jezus, hun Meester der
dienaren voeten zou wasschen. Hij1 wilde den
Heere daarvan terughouden en zei „Heere
zult Gij miij die voeten wasschen Waarop
Jezus hem antwoordt „Wat Ik doe, weet
gij nü niet, miaar gij zult het na dezen ver
staan".
Neen, Petrus verstond het nog niet. Hij
begreep 's Heeren doen niet. En omdat het
hem' zoo vreemd1 voorkwam', en hij de ver
borgenheid niet verstond, meende hij', dat
het ook niet goed was. Gelukkig, dat hij'v,o;or
Jezus woord gebogen heeft en zich' de voe
ten heeft laten Wasschen. Later mocht Wiji het
verstaan en toen zag hij dat de Meester w'ijtzer
is dan de discipel.
Zoo w;as het in de Paaschzaal niet alleen.
Zulk een weg volgt de Heere dikwijls met de
zijnen. Wat al donkerheden en duisternissen,
wat al onbegrepen paden en handelingen
Gedurig zijn er leidingen des Heeren waarvan
het geldt„Wat Ik doe, w'eet giji nu niet".
Wat wist Jacob1 wat God deed, toen hij
naar zijn heilig bestel van Jozef werd beroofd
en de hongersnood hem naar 'Egypte dreef.
Wat verstond Abraham1 van Gods weg, toen
li'ijl bevel kreeg om zijin eenigen lieven zoon
Izak te offeren. Maar later hebben ze 't ver
staan, en Gode lof gezongen.
En wat van de heiligen uit Oud- en Niemw-
Testament geldt, geldt dat niet mee voor
ons Daar zijln zoovele dingen die God ons
doet ervaren, die ons al te wonderlijk lijken;
tegenstrijdig, schadelijk. Zooveel leidingen,
die we geneigd zijn af te keuren. Wat God
met ons doet in de leiding van ons leven in
voor- of tegen-spoed!, weten we niet, zoodat
er telkens een vraag oprijst. Waarom die
smart, die beproeving, die rouw Waarom
al dat onbegrepen leed Er is zooveel van
wat de Heere zendt, dat onzen welstand', ons
heil, de zaak van Gods Koninkrijk schade
schijnt te doen. Wij' meen en soms dat een
andere weg beter zou zijn. En als we, gelijk
Petrus een afkeurend wioord of gebaar doen
kennen, komt dat woord des Heeren ons te
gen „Wat Ik doe, weet gij nü niet, maar gij
zult het na dezen verstaan".
Onbegrepen dingen laat de Heere de zijnen
ervaren, opdat Hij hun geduld, hunne lijd
zaamheid en geloof zou beproeven. In zulke
Wegen toch zal het blijken of er vertrouwen
op Zijln Woord is, ook in duisternissen.
Met wijisheid handelt de Heere zoo, opdat
we leeren zouden ons zelf geheel aan Hem
over te geven en toe te vertrouwen. Petrus
moest leeren te gehoorzamen. Hij moest lee
ren gelooven, dat de Meester wel wist wat
Hij deed en waarom Hij het deed. Den disci
pel past slechts te volgen. Niet hiji moest Je
zus den wèg wijzen, maar Jezus hem1.
En zoo is het ook voor ons. Daar zijin
zooveel dingen, die oms vragend' het oog naar
b'oven doen richten, waarvan we geneigd z'ij'n
te zeggen het moet anders. Maar de Heere
wil ons leeren te erkennen, dat Hij God is,
de Al wijze, die den besten weg kent eui Wijst,
zooals het voor de zijnen goed is. Wijl weten
de bedoeling Gods niet in zijn handeli/ngen
met ons. Wlij' kunnen io Zijln raad niet zien
zijine gedachten niet doorgronden. Maar Hij'
wil ons leeren op Hem' te hopen eigen wijs
heid als niets te achten en Hem den scepter
te laten.
Dat is een wijze en heilzame bedoeling.
Zoo doet de Heere zich kennen als de grootc
Leermeester, en die veilige Leidsman. Zoo
leert Hij ons af tegen te spreken en te ver-
oordeelen. Zoo leert Hij ons matig te zijln in
ons gevoelen wachten uit te zien naar de
uitkomst. Zoo wekt Hij ?t gebed in de ziel
en den dank aan 't einde zijner wegen. Want
evenals na een 'donkeren dag het licht der
zon te liefelijker is evenals na een dag van
zwaren arbeid de rust dubbel verk'wikt,
zoo schittert na donkere, raadselvolle leidin
gen Gods aan 't einde te heerlijker zijin wijs
heid en liefde, als 't licht er over opgegaan1
is. Bemoedigend, vertroostend roept de Hee
re ons toe „Na dezen zult gij 't verstaan".
Dat „na dezen" is niet altijd na dit leven.
Ook hier beneden, zien wie wiel eens. van die
raadselen onthuld. Petrus heeft het kort daar
na ook al beter verstaan. Eerst werden Gods
gangen nog dionkerder toen 'i kruis voor
hunne oogen werd opgericht. Toen verston
den ze niets meer van Wat de Heere deed1.
Maar 'nauwelijks was de morgen der opstan
ding daar of het licht rees Op. En1 toani de
Pinksterdag kwam werd het nog klaarder. De
Heilige Geest leidde ze in de waarheid en
deed het gadeloos liefdeoffer van den ge
kruisten Christus kennen. Toen verstond' ook
Petrus Waarom de Heere hun de voeten had
gewasschen.
Zoo gaat het ook in ons eigen leven wel.
Daar zijii van die duisterheden in 's Heeren.
leiding en wegen, die >ve eerst niet verstaan.
Maar die straks bij' de uitkomst Worden op
gehelderd om Gods liefde te verkondigen.
Maar niet altijd is het zoo nabij. Het kan
wel eens aan het eind van een lange moeite
volle weg zijn, dat God het doet verstaan,
wat Hij deed. Jacob zuchtte in diepe smart
over Jozefs gemis. Hij verstond dien weg
Gods niet. Hij' klaagde, dat het hein' tegen
was. Later is 't hem verklaard', toen hij' Jo
zef in eere zag op den troon van Egypte.
Maar wat lange jaren van leed en druk lagen
daar tusschen. Zoo doet de Heere het soms
verstaan na een langen nacht van verlating
en donkerheid.
Na dezen zult giji het verstaan. Dat geldt
van zoo velen onbegrepen paden des Hee
ren, die het benauwende „waarom" in de ziel
geven. Menigeen is door smart neergebogen
geweest, die zuchtte „Waarom o Heere
ga ik allen dag in 't zwart Totdat aan 't
einde des levens gezien werd, dat God1 alles
dienstbaar maakte aan zijn eeuwig heil.
Na dezen zult gij 't verstaan. Dat kan ook
wel de stervensure Zijin. Voor sommigen gaat
het licht over Gods leidingen eerst op als
de schaduw van den dood valt. Jaoob had
nooit klaarder gezicht van wat de Heere te
Bethel deed ervaren, als toen hij op zijln sterf
bed lag. Toen zag hij1 helder wat God gedaan
had wat uit die belofte van Bethel voortge
komen was en wat de Heere daar nog uit
zou voortbrengen:
Zoo ligt er tusschen het „nü" en het „na
dezen" soms een kleine tijd, maar soimls ook
tal van jaren. Op Zijln tijd doet de Heere het
verstaan. Maar veel zal bewaard blijven tot
na dit leven. De volle ontraadseling zal eerst
zijin in den hemel. Daar zullen wie zien, dat
zelfs de dingen die hier tegen schenen Vóór
waren. Want alle dingen zullen ten goede
medewerken tot de zaligheid van hen die God
liefhebben.
Als gij eens, na strijd en lijden,
God in heerlijkheid aanschouwt,
En Hij al de levensraads'len,
Bij zijn eigen licht ontvouwt,
O, dan zal het hart Hem' danken,
Dat Hij' dus u heeft geleid.
En met vreugde zelfs erkennen
,,'t Was al liefde en wij's beleid".
F. STAAL Pz.
in.
Of de Gereformeerde Kerken in ide 18e
eeuw haar plaats in Jt land! van Axel met
•eere hebben ingenomen, zou ik niet durven
zeggen, 'maar het zal daar ook' wiel geweest
zijn als in andere deelen van1 ons vaperland.
De strijd) was gevoerd. De botsing tusschen
de Roomsche en Protestantsche bevolking
Was verminderd. De ijver voor die Gerefor
meerde belijdenis te verbreidien en te hand
haven! was min of meer verdoofd'. Het wias
Wiel geen vrede, maar er was stilstand geko
men. Uit het Zuiden kwam geen nieuw'Teven
en van het Noorden k'Wam ook' geen krachtige
aansporing. De Schelde w'as ook' een belem
mering tot inniger en opgewekter gemeen
schapsleven. De afwijkende wiijsgeerige denk
beelden, welke tot de universiteiten van ons
land doorgefdirongen waren verspreiden zich
ook' hoewel langzaam en deden schajdle aan
het kerkelijk- en godsdienstig leven in die
streken. Het rationalisme maakte zich gereed
om het Gereformeerde leven te overvleuge
len en als er maar alom kerken geweest wa
ren, die het haar toebetrouwde panfdl be
waarden, dan zou het niet Zoo'n vaart gelüo-
pen hebben, maar d'eze ontbraken en heel de
erve wierd helaas bijna geheel overstroomd
door een vloed dies ongeloofs. Schier overal
k'wam de prediking onjclfer dezen verderfelijk
ken invloed'. De doolde orthodoxie kon geen
Wieerstand bieden en wist het terrein niet te
behouden. De bevolking werd met dien stroioim
meegevoerd. Hoe zou het anders, waar er
geen licht en geen vvarm'te van de kerken uit
ging. Het was een droeve tijd; voor die geloo-
vigen, die onwillekeurig grepen behalve naai
den: Bijbel, naar boeken, waarin deze of gene
zijn bekecringsgeschiedenis verhaalde. Er was
wel iets goeds in, want men beluisterde diaar-
in de bekende Gereformeerde klanken, maar
het verkeerde was, dat men op dleze wlijize
aldoor lette op de ondervinding van enkelen
en geen oog hield voor het werk God's, zoo,-
als Hij het in den loop dier eeuwen verricht
had'. De meest gezonde boeken kwamen op
den achtergrond' en werken als van Schor-
tinghuis het innige Christendom kregen in
sommige kringen de belangstelling. Het was
een tijd, waarin de afwijking van dje rechte
fijn gemakkelijk veld won. Welbewuste gron
dige kennis van het evangelie werd schaarsch.
Dit blijkt o.a. ook hieruit, d'at ik' onder dfen
Hoek nog enkele besliste AntinOhrianen aan
trof en toen ik vroeg naar de lectuur, w'elk'e
Zij gebruikten kwamen boeken in mijn han
den, waarover ik mij! verbazen moest. Over
de heiligmaking werden o.a. daarin verklarin
gen gegeven, welke kant noch wal raakten.
Zooals ik mij nog herinner trof ik daarin'
aan een toelichting over het gedrag van de
vro'edvrouwen van Egypte, die dien koning
van Egypte misleidden' |d|oor voior te geven,
dat de Israëlietische vrouwen zoo1 sterk' Wa
ren, dat zij haar hulp niet noodig harden.
Sommige lieden, zoo stond er, zouden het
zonde noemen, omdat zij' zich aan leugen
schuldig maakten, maar dlat Was heelejmlaal
niet juist, wijl het als een vrucht der heilig
making moest worden beschouwd: Ook Ta-
mar, die in vleeschelij'ke gemeenschap met
Juda haar schoonvader was niet berispelijk,
maar alleen lofwaardig en in dien geest Wa
ren deze werken geschreven en dloor velen
'beschouwd als zuivere weergave van wat de
H. Schrift leerde aangaande die heiligmaking.
Nu weet ik wel, dat dit slechts voorkwam in
heet beperkten kring, maar het teekent toch
wel, hoe allerlei leeringen van lieverlede wa
ren binnen geloopen. Hoewel bijna heel de
bevolking tot de Gereformeerde Kerk ener
dagen behoorde, toch waren er reedis velen,
die niet zooveel achting meer voor haar had1-
den. Ziji was niet meer een pilaar en vastig
heid der waarheid' en zoodoende had' Ziji ook
geen macht om1 de geesten te leidien. Zontdler
dat het tot een openlijke breuk' w'as geko
men, was de levensgemeenschap geweken.
Verandering kwam er toen ook in dit laold
waarde Afscheiding haar invloed deed gelden.
De oefenaar VijgebOom van Axel was er d'e
baanbreker, die voortdurend wees op de trou
weloosheid, waarmede de Kerk handelde. Hij
zag het groote verderf, dat in die Kerk door
werkte en hij' voedde ooik niet die hoop, dat
zij terugkeeren zou. Hij stond op het stand
punt van Bilderdijk en verbrak die gemeen
schap der Kerk geheel. Enkele predikanten
der scheiding staken de Schelde over en preek
ten, waar zij maar gelegenheid vonden. Soms
Werd de godsdienstoefening gehouden in een
schip, dat op de rivier bleef liggen, om' zon
der stoornis te kunnen prediken en te luiste
ren. Als er eens in een schuur gepredikt Werd,
was de belangstelling groot en velen kwamen
er samen. Zoo begon net te gisten en k'wam
er beweging. Het kwam tot reformatie èn er
waren weldra drie gemeenten, een te Zaan-
slag, Axel en Terneuzen. De prediking vond
in ruimen lering bij'val, maar oinl finaal met
d'e bestaande Kerk te breken, daarvoor deins
den vielen terug. Zij wilden wel een prejdüking
der Waarheid, m'aar geenszins seheijdiing. De
'bestaande Kerk had toch ook nog veel goeidis
en er waren ook nog wel predikanten in heel
Nederland, welke de oude waarheid liefhad
den. Op dit terrein, Waar nog vele goeldle din
gen overgebleven waren, doch waar ook veel
onkunde en verwarring voorkwamen, versche
nen nu ook nog ds. Budldling, Ledeboer en
hun volgelingen. De eerste had' er in zijn eer
ste periode veel invloed en als hij' preekte,
dan liep elk locaal vol, m'aar later werd hlij
de vader van de vrij evangelischen, doch deze
pasten minder goed' in deze omgeving, mlaar
hoewel zij niet bedoelden pm een afzonldler-
lij'ke groep te vormen, toch konden zij het
op den duur met idle Hervormden noch Gere
formeerden vinden. Het laatste moet voor een
deel toegeschreven wOrdien aan het feit, dlat
er onder die Gere formeerde gezindheid zoo-
veel verschil was en er een sterke strooiming
Was, welke neigde naar het mysticisme. De
evangelischen hielden daar in 't geheel niet
van. Zij legden den nadruk op de Waarheid.
Wij hebben de verlossing en zijj eischten on
voorwaardelijk geloof. De vijf nieten van
Schortinghuis waren hun een dloorn in 't oog
en Zij1 beschouwden het als een ongelolof in
dien iemand niet k'wam tot de volle blijdschap
en zij' hebben inderdaad! in 't land van Axel
veel goed1 gedaan. Van een lijfdjelijik Christen
dom wilden zij niets weten en al het klagen
over d'e zonde en de ellende achten zij tot
niets nut. Zij' wilden alleen het evangelie den
menschen voorhouden en van een belijdenis
zooals de Gereformeerde wiltdlen zij niets we
ten. Het was in hun oog menschelijk geknut
sel en geschikt om blijik te geven van groote
scherpzinnigheid. Het evangelie was een bl'iji-
de boodschap, welke die mensc'h door onge
loof verwerpen kon, maar als hij' haar aan
nam1, dan mocht het ook blijken uit de vreug
de, waarmede hij! wandelde voor 't aange
zicht des Heeren. Wie belijdenis dies geloofs
aflegde en toegang tot het H. Avondmaal
begeerde, moest ook weten, dat hiji Jezus
liefhad'. En het hinderde hen, dat er onder de
Gereformeerden waren, die dikwerf in strijd
verkeerden over de vraag, of ziji wel werkelijk
het eigendom' van Jezus waren. 'Doch zijl wa
ren niet bestemd om kerkelijk een eigen plaats
in te nemen en velen hunner keurden dan
ook tot de Herv. Kerk terug. De man, die in
dezen kring lang leiding heeft gegeven was
P. van Strien, erkend predikant wonende te
Terneuzen. Hij was een man van een helder
oordeel, die door het lezen van een oude preek
over de woorden Mijin Vaidler geeft U dit
brood uit het evangelie van Johannis tot een
besliste keuze was gekomen en van dien tijld'
at niet meer luisterde naar vromen, d'ie geheel
in het mysticisme verward zaten. Hij zag
nu dat de aanbieding des heils van Gods Zijde
aan allen die onder het evangelie geheel wei-
me eniendi was. Verder bekoobdie hem' de meer
vrije prediking van sommige schrijvers uit Z.
Afrika en gevoelde hij1 veel voor de genezing
op het gebed. Als hij ziek was wilde hij
geen doctor hebben en geen medicijnen ge
bruiken. Hiji heeft als een eenzame geleefd',
doch prediken bleef zijn lust. Hij stond kerke
lijk geheel apart en het aantal van zijn vol
gelingen werd steeds geringer. Hiji bemoeide
zich niet veel met anderen en' deze niet m'et
hem: Een feestdag was voor hem een open
lucht-samenkomst, waarop Gereformeerde en
Hervormde predikanten het woord voerden
en hij waardeerde het zeer, als enkelen hem1
opzochten om eens met hem1 te spreken over
God en Zijin dienst en hij genoot er in, als
hij merkte, dat het Koninkrijk' Gods toegang
vond in veler hart. In 't laatst waren er wei
nigen, die hem begrepen en wijl hij kerkelijk
met geen enkele kerk meeleefde, kWaiml mj
hoe langer zoo meer alleen te staan. Zijn
ideaal was een gemeente van enkel geloovi-
gen, die zich eerst aan den Heere gegeven
hadden en daarna aan de Kerk en die toon
den in hun leven, dat Zij boven alle dingen
zochten het Koninkrijk Gods. Naar mijln mee
ning ontbrak het hem aan een juiste beschou
wing van het Verbond, zooals zich dit open
baart in de geschiedenis dier Christelijke Kerk.
Voor zich zelf was Christus hem alles.
BOUMA.