Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
43e Jaargang.
Vrijdag 10 Mei 1929.
No. 19.
RedactearenDs. P. VAN DIJK te Serooskerke (W.) en Ds. A. C. HEIJ te Koadekerke.
Persvereeniging Zeeawsche Kerkbode.
UIT HET WOORD.
Eendrachtiglijk volhardende.
DADERS DES WOORDS.
Halve protestanten.
Walchersche Brieven.
ZEEUWSCHE KERKBOD
Vaste medewerkers D.D. L. BOUMA, F. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, F. STAAL Pzn., en R. J. v. d. VEEN.
Abonnementsprijs
Ad v e r t e n t I e p'r I] s i
per kwartaal bjj vooruitbetaling f 1,
Afzonderlijke nummers 8 oent.
15 oent per regel]; bij jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrijke reduotie.
UITGAVE VAN DE
Adres van de Administratie:
Firma LITTOOIJ OLTHOPP, Middelburg.
Beriohten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiên tot Vrijdag
morgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ Sc, OLTHOFF
Spar\jaard8traat, Middelburg.
TELEPOON 2 3 8. GIRONUMMER 4 2 280
En als zij ingekomen waren, gin
gen zij op in de opperzaal, waar Zi)
bleven, n.l. Petrus en Jacobus, en
Johannes, en Andreas, Philippus en
Thomas, Bartholomeiis en Mattheüs,
Jacobus Alfeus' zoon, en Sinioim Ze-
lotes, en Judas, Jacobus' broeder.
Deze allen waren eendrachtiglijk vol
hardende in 't bidden en smeeken,
met de vrouwen en Maria de moe
der van Jezus, en met zijn broeders.
Handelingen 1 1314.
In de opperzaal en niet in den Joodsehen
tempel heeït God Zijn Kerk bereid voor de
uitstorting des Geestes. Als Jezus opgevaren
is naar Boven, dan volgen de gelo,o.vige dis
cipelen gehoorzaam het bevel van hun Mees
ter om naar Jeruzalem' te gaan. Niet in Ga-
lilea's ge'bergte, noch aan de zee van Tibe
rias, zal Hij Zijne belofte waarmaken. Neen.
in Jeruzalem zal Hij zegen schenken. Op> dan,
naar de bloedstad, naar de onheilige plaats
die den Heilige heeft buiten geworpen Vindt
gij het niet vreemd, dat zij juist daar ge
tuigen moesten zijn van hun Heiland Was
de vrede dien Hij' beloofd had, nu daar te
vinden? Neen, niet den vrede dien de
wereld zoekt zonder ziehzelve voor God in
schuld .te werpen, zouden de jongeren in Je
ruzalem vinden de wereld zou ook h e n
uitwerpen, maar ze zouden er toch vinden
den rustigen vrede der ziel. De discipelen
moesten het verstaan, dat zij een roeping had
den in de plaats, die Jezus had gedood. Juist
van Jeruzalem uit, moesten zij getuigen zij'n,
vertrouwend op Gods Woord en Jezus be
lofte.
Nu zendt Jezus ook u telkens Jeruzalem in,
de plaats, waar het voor den belijder vaak
moeilijk en bang is, met deze belofte in dc
jwereld zult gij verdrukking hebben, maar
heb goeden moed Ik heb de wereld overwon
nen. Zijt gij, lezer, zooals deze discipelen,
gewillig daarheen te gaan Ja, zelfs met
vreugde te g'aan (Luc. 24 25). Z o. li der
Jezus, want Hij is ten hemel gevaren en toch
Weer met Jezus want Hij bidt daarboven
ook voor u. En zie ik ben; met u alle de
dagen tot de voleinding der wereld.
Dat de vrede des Heeren, ook als wij' mid
den in den strijd zijn, zoo heerlijk kan ge
maakt worden, toont ons wel het verblijf in
die welbekende opperzaal te Jeruzalem. Welk
een liefde, welk een eendracht, welk een ziele-
vrede heerscht daar Dat gaan in geloofsge
hoorzaamheid naar Jeruzalem1, dat geduldig
willen dragen hetgeen God zendt, bracht rust
en geen vreeze, gaf vertrouwen voor de toe
komst ook temidden van een gode vijandige
wereld.
Waar is het beter te toeven, in die eenvou
dige zaal met zijn niet vele rijken en niet
vele wijzen of in den prachtigen tempel, vol
eigengerechtigheid
Laat ons het gezelschap overzien, het zijn
meest allen oude bekenden. De evangelist
Lucas volgt hier een andere groepeering dan
in zijin Evangelie, daar beslist de vleesche-
lij'ke afkomst, hier in de Handelingen de
geestelijke verwantschap. Een Petrus staat
er naast Jacobus, de rotsman naast den don
derzoon, de vurige mannen van het initiatief,
de godsmannen van te groot enthousiasme.
Johannes en Andreas, fijnbesnaarde zielen,
diepgevoelige naturen, Johannes de apostel
der liefde, de lieveling des Heeren en Andreas
de stille in den lande, die toch Simon Petrus
tot Jezus leidde. Daar vindt ge in die opper
zaal Philippus naast Thomas, de beide twijfe
laars uit den apostelkring Bartholomeüs, de
zelfde als Nathanaël en Mattheüs ook Levi
genaamd, de oprechte Israëliet uit Kana naast
de# kloekberaden tollenaar van Kapernaüm
Jacobus de zoo,n van Alfeüs naast Simon dc
Zelotes, nu de ijveraar voor den hemelsehen
Koning. En eindelijk Judas, de broeder van
Jacobus ook wel Thaddeüs of Lebbeüs ge
naamd tegenover Judas van Karioth neen
de twaalfde wordt in den liefdevollen kring
gemist - - hij ging heen naar zijin eigen plaats.
Broederlijk vereend met de elve ziet ge er
nog enkele andere mannen, een viertal, dat
ge er niet verwacht zoudt hebben het zlijm
de eigen broeders des Heeren die waarschijn
lijk' eerst door Jezus' dood tot geloof in Hem
waren gekomen daar zij zooals Johannes ons
meedeelt eerst zeer vijandig tegenover Hem'
stonden (Joh. 7 5) en niet in Hem! geloof
den. De vijanden zijn vrienden geworden. De
Galileesche vriendinnen van Jezus, die liet
eerst op den opstandingsmorgen den luister
van het geopende graf mochten aanschouwen,
hoe konden zij: hier ontbreken En dan is
er nog één, die onze opmerkzaamheid trekt
de meest deemoedige en stille en toch nu ook
de meest gelukkige, 't Is Maria, de mioeder
des Heeren, die voor het laatst in! de evan-
gelieges'chiedenis optreedt om dan stil te
verdwijnen, misschien heeft zij' bij haar Za
ligmaker en Zoon Pinksteren gevierd, doch
nu is zij er nog. Welk' een gezelschap is hier
bijeen Eén van hart en één van zin Im
mers de Schrift zegt van hen dat ze e e n-
d r a c h t i g volhardende waren in 't bidden
en smeeken. Dat is de stemming, de kinder-
stenïnr.ling die de belofte des Vaders verwacht;
dat is dc weg waarlangs de Geest van God
straks zijn koninklijken intocht doet- Zij heb
ben toch de belofte ontvangen, dat de Hei
lige Geest niet lang na deze dagen uitge
stort zal worden. En die belofte wekte de be
hoefte tot gebed en schonk' ook de vrijmoe
digheid er toe zoo kunnen wiij nog steeds
den Hecre tegenkomen met Z ij; n e belofte
in onze hand. Het gebed is de voorbode
van zegen en vrede. Zoo toch is er een ont
vankelijke ziel waarin onze God Zijin zegen
kan doen neerdalen. Dit bidden nioct smee
ken worden en dat wiordt het ook in die
opperzaal. Smeeken is inniger dan bidden.
Smeeken houdt ook aan, als de vervulling
schijnt te toeven. Er was daar in die dagen
voor het Pinksterfeest een volharden in
't bidden en smeeken.
Daar hébben ze aangehouden 'in hun wor
stelen voor den troon daar is in die zaal
tesaam het Koninkrijk der hemelen geweld
aangedaan. En toen dag na dag voorbijging,
zonder dat de Trooster verscheen, hebben ze
toch volhard in het gebed. Ze waren zeker
van de vervulling der belofte.
De Geest in hen, Die hen samenbond, oad
om den Geest voor hen, dat Hij nu in hen
gemeejnschappelijk als het geestelijke
lichaam van Christus zou neerdalen en wo
ning maken. Zoo baden zij1. Waarachtig ge
loof alleen, lezer, volhardt in bidden en
smeeken. Het houdt God vast zoolang,
tot Hij uitkomst schenkt. Hier in dc opperzaal
bidden zij allen tesaam één in geloof, hoop
en liefde. En dan bidt Maria, de moeder des
Heeren niet voor hen maar als zondares
en verloste met hen. En zoo bereiden zij,zich
voor op de komst van den Geest, den Hei
lige.
Er was groote verscheidenheid in dien kring
doch één verlangen bezielde hen allen tesaam.
Geen twistvuur, geen onheilig' gedoe, niets
van dit alles. Och, als de band met broeders
en zusters van éénzelfde huis niet sterk is,
dan is ook de band met Christus niet sterk.
Deze kleine huisgemeente geeft zulk een be
schamend voorbeeld voor menigeen in om
zen tijd. Wij stooten vaak elkander af om de
kleinste nietigheden in 't gemeentelijke samen
leven. De één wil voor den ander niet buk
ken. Het koude egoïsme in menige Kerk en
ook in menig hart bedroeft den Heiligen
Geest, zoodat Hij wel niet verdwijnt, maar
Zijn liefdeswerking inhoudt. Waar nijd, haat
en twist wordt aangehouden, k a n de Geest
niet tieren en moet het leven verdorren.,
Ware Pinksterzegen en Pinkstervrede zal al
leen gemaakt worden niet in den temlpel
maar in de opperzaal, niet in dc Kerk,
maar in de binnen kamer. Daar wil de
Heere in de dorre harten een bedding gra
ven, waardoor de stroom des Geestes bruist.
Eer de deur naar de schatkamer des:
Geestes voor hen openging', werden de disci
pelen eerst in de w acht k a m e r der ge
nade gelaten. Op Pinksteren moet glij u
voorbereiden.
Van die voorbereiding hangt uw Pink
sterzegen af. Doe dit, door de giemeenschap
der heiligen te zoeken. Met Christus aller
eerst. Daarna ook met Zijne leden op aarde.
Bidt en smeekt in Jezus' naam'. Worstelt om
de komst van den Trooster.
„Zoo daalt Zijn kracht op u in zwakheid neer,
Wacht dan, ja wacht, verlaat u op den Heer."
Domburg. J. E. VISSER.
Er verschijnt in ons goede land een blad
onder den manhaïtigen naami „De Protestant".
Het is het orgaan van en wordt uitgegeven
door de Evangelische Maatschappij.
Bij gelegenheid van de herdenking van den
Rijksdag te Spiers in 1529, gaf het een her-
inncringsnummier, dat aan alle kerkeraden
Werd toegezonden en ons alzoo onder de
oogen kwam.
De inhoud van dat blad voldoet dan ech
ter niet aan de verwachting, die men bij
zoo fieren naam, miag koesteren. Deze „Pro
testant" is maar een halve protestant.
Waarom het ging in het beroemde pro
test van 1529 werd door de toenmalige pro
testanten duidelijk uitgesproken. Tegenover
de aanslagen van cle Roomsche meerderheid
ging hun protest omdat en nu volgen hun
eigen woorden „Wij ons hebben voor
genomen, om, met Gods hulp, de hand te
houden aan de zuivere en on ver
vals elite prediking van het Woord
v a n G o d, zooals dat ons geopenbaard cn
te vinden is in de boeken des Ouden en dps
Nieuwen Testaments en zonder daaromtrent
eenige bijvoeging of afwijking te gedoogen."
Een protestant in den historischen zin van
dat woord is dus hij, die opkomt voor de
zuivere cn onvervalschte prediking van het
Woord Gods, zooals ons dat geopenbaard is
in de H. Schrift en die getuigt tegen eiken
aanslag daarop.
In dien zin is er voor een protest ook lie
den ten dage genoegzame aanleiding. Te
protesteeren is dan tegen hen, die in de kerk
vrijheid vorderen voor een niet-zuivere, een
vervalschte prediking van het Woord' Gods.
Te protesteeren is dan tegen hen, die het
goddelijk giezag der H. Schrift aanranden. Te
protesteeren is dan tegen hen, wier staat
kundige beginselen blijkens de practijk, leiden
tot een belemmering van de zuivere en on
vervalschte prediking van het Woord Gods
tegen hen, wier beginselen, blijkens de prac
tijk in Rusland, er toe geleid hebben die zui
vere prediking te verbieden.
Van zulk een protest is echter in „De Pro
testant" geen sprake.
Wanneer de beteekenis van het protest en
den naam protestant voor dezen tijd wordt
aangegeven dan leest ge „Hij wekt ons nog
op om te protesteeren tegen1 alle pogingen,
die ook heden tcii dage
Ge denkt dat kan goed worden, want er
zal dan wel volgen tegen alle pogingen, die
ook heden ten dage ondernomen worden te
gen de zuivere prediking van liet Evangelie,
.niet alleen van Roomsche zijde, maar ook
van het modernismie en ook van hen, die het
goddelijk gezag der H. Schrift aanranden.
Maar dat komt dan niet heelernaal uit. Al
leen worden genoemd de pogingen, die ook
lieden ten dage van de zijide der Roomsche
Kerk hier en in andere landen van Europa
ondernemen worden, olmi onze heerlijke pri
vilegies aan te tasten of te ontrooven.
Merkwaardig is dan ook, dat, wanneer „Dc
„Protestant" een deel van het protest afdrukt,
liet blad juist weglaat dat gedeelte,
dat spreekt van de handhaving der zuivere en
onvervalschte prediking van liet Woord Gods,
zooals dat geopenbaard is in de boeken cles
Ouden en des Nieuwen Testaments.
Merkwaardig maar ook verklaarbaar. On
der hen, die zeggen zooveel te hechten aan
don naam Protestant, zijn er niet weinigen,
die van de zuivere prediking van het Woord
Gods naar de Schriften niets moeten hebben.
Die deze prediking van het Evangelie naai
de Schriften nog meer vervalschen dan de
Roomsche Kerk ooit gedaan heeft. Maar die
dan ook .geen recht hebben zich met den
naam protestanten te sieren.
De schrijver van het hoofdartikel betuigt:,
dat de Eugelschman, ten onrechte zegt
„What is a name Dat zeggen vindt hij: op
pervlakkig. Maar als zulke menschen, die niet
vasthouden aan de zuivere prediking van het
Evangelie, naar de H. Schrift, zich toch pro
testanten noemen, dan zijn zij1 zelf de oor
zaak, dat men zeggen moet „What is a
name
Het schermen met den naam protestant
wordt zoo wat verdacht. Als men het toch
niet ernstig meent met de groote zaak, waar
om het in liet beroemde protest van 1529
ging als men het niet ernstig mie ent met
het handhaven van de zuivere prediking van
het Evangelie naar de Schriften, waarom
noemt mien zich dan met een naam, die eigen
bedoelen niet zuiver weergeeft
En dat men in den kring van het blad „De
Protestant" er niet aan deukt dien naanii in
z'n vollen zin te nemen, komt in dat bijzon
dere nummer ook elders duidelijk uit.
In liet hoofdartikel staat de mooie zin
„Hij (dc Naam) roept ons ten strijde tegen
de belagers van onze godsdienstige en staat
kundige vrijheid".
ZOiO'n zin geeft weer moed. Daarin wordt
toch gesproken van de belagers van onze
godsdienstige en staatkundige vrijheid.
Daartoe zijn te rekenen de vrijzinnigen van
alle schakeering, van liberaal tot communist.
Hoe het liberalisme de godsdienstige en
staatkundige vrijheid belaagde 'heeft de vo
rige eeuw getoond in den strijd voor kerk-
herstel, vanaf dc Afscheiding tot de Dolean
tie, en in den schoolstrijd. En hoe het socia
lisme en communisme dat doen toont deze
tijd.
Alzoo zal „De Protestant" wanneer hij! ook
aan politiek doet, waarschuwen vooral tegen
hen.
Maar niets daarvan. Niet dat „Dc Prote
stant" ook niet aan politiek doet. Hij doet
er wel niet aan naar hij) zegt maar hij
doet er wel aan, gelijk hij toont.
Datzelfde nummer bevat ook een, door
het hoofdbestuur van de Evangelische Maat
schappij opgesteld, manifest aan de kiezers
van Nederland.
Dat me'nifest wil dan waarschuwen op zijn
hoede te zijn, opdat in ons vrije vaderland
vrijheid zij en blijve voor allen.
Dat is prachtig. En dan moet het waar
schuwen tegen cle vrijzinnigheid, die onder
de leuze der vrijheid cle vrijheid wegneemt.
Van die zijde dreigt nu vo.oral het gevaar.
Er is geen denken aan, dat de Roomschen
in de Tweede Kamer dc meerderheid halen,
en zoo de macht krijgen om1 de dingen naar
hun hand te zetten. Maar daar is wel gevaar,
dat dc vrijzinnigen cle overhand krijgen en dan
Weer op vrijzinnige manier de minderheid
gaan onderdrukken.
De echte protestant zal dus waarschuwen
om het groote goed van de zuivere prediking
van het Evangelie naar de Schriften veilig te
stellen.
„Dc Protestant" doet dat evenwel niet. Zijn
raad is om bij dc stembus de verroomsching
van ons Protestantsche volk tegen te gaan.
Neen, hij wil geen aanbeveling geven voor
een bepaalde politieke partij, maar hij geeft
clan toch wel duidelijk te kennen, welke par
tijen in zijn oog geen genade vinden.
Zooals de vrijzinnigen in den naam der vrij
heid, dc vrijheid nekken, zoo breken deze
protestanten de zaak af, waarom het in het
beroemde protest van 1529, in de eerste plaats
ging-
Elke protestant zij gewaarschuwd tegen „Dc
Protestant". HEIJ.
Amice,
Voor eenigen tijd ontving ik van een wel
willend lezer uit Middelburg een schrijven,
waarvan ik hier een deel weergeef.
Ik had me in verband met een mij gedane
vraag een öogenblik gemengd in de zaak
die er tusschen Dr. v. d. Vaart Smit en Prof.
Hepp aanhangig was, en nu zegt mij de
briefschrijver vriendelijk
„Daar ik geen andere kerkelijke krant