FEUILLETON.
ZENDING
De gestolen Ring.
Ouderlingen-Conferentie.
BOEKAANKONDIGING.
derde gezindheid is deel van de bekeering
(Z. 33).
En de veranderde wil stempelt de daad
tot een geloofsdaad.
Over het getuigenis des Heiligen Geestcs
kan ik in een enkelen brief niet schrijven
alleen wil ik opmerken dat de zekerheid uit
het getuigenis des Geestes niet naast het
aannemen van de Waarheid en naast het
leven uit de Waarheid staat, want dit ge
tuigenis werkt door 'die beide onafschei
delijke dingen.
Wanneer Br. W. zekerheid heeft, doordat
de Geest met zifn geest getuigt, dan kan dit
alleen in den weg der genademiddelen die de
Heere aan zij!n Kerk heeft gegeven. We
moeten aan het Pinksterfeit ook voor ons
persoonlijk geloofsleven in het midden van
Christus' Kerk vasthouden.
Het geloof brengt zij:n eigen zekerheid mee.
Wie het Evangelie hartelijk liefheeft en
God bidt dit Evangelie ook in zijln leven in
practijk te mogen brengen, die is zeker.
Ik zou nog veel liever gelezen hebben, dat
mijn oude broeder van Biggekerke m'aar een
voudig gezegd had „De grond van mijn
vertrouwen, dat ik geestelijk leef, die ligt
in de Schrift. Ik vertrouw me nu eenmaal zoo-
als ik ben aan de barmhartigheid van mijn
Heiland toe. Hij: zal het maken".
Ik vermoed dat ook Br. W. gaarne toegeeft
dat er veel waars in het wioord yan D r
K r o m s i gt ligt die in zijln boek over Schor-
tinghuis zegt
„Door niets wordt een gevoel meer
tegengehouden dan door een voortdu
rend angstvallig onderzoek er naar of
men het ook heeft. Het letten op de
bevindingen verlamt den wil."
De zekerheid des geloofs wordt nooit ge
vonden door op ons zelf te zien, maar d>or
van onszelven af en op Christus te zien.
Het anker moet buiten boord geworpen
worden, zal het schip er aan vastliggen.
Wat echter de uitdrukking van Br. Wisse
betreft: Wie beschuldigt mij van zulke zan
den, die onmogelijk met wedergeboorte ge
paard gaan ik ben blif, dat hij daaropi dat
vers laat volgen, want in dit gebed erkent
hij, dat aan dit volbrengen van Gods gebo
den nogal wat bij een geloovige ontbreekt.
Er is maar één zonde, die m(et wederge
boorte niet gepaard kan gaan, en dat is de
zonde tegen den Heiligen Geest, in den grond
1 der zaak is dit de zonde van absoluut on-
geloof.
Maair anders, wij' Gereformeerden, erken
nen dat Rom. 7 door een geboovigen
Paulus is geschreven.
Doch gelijk gezegd, zoo bedoelt Br. Wisse
het ook. Het allereerste goede werk van een
Christen is zijn geloof Dat om de onder
houding van de Goddelijke wet der liefde
dagelijks leert bidden.
v. D.
Met veel dank kan ik weer de volgende
bijdragen voor 't Zendingsziekenhuis verant
woorden.
Uit Zeeland, Brabant en Limburg
Oudelande D. M. f 100.Schoondiijke
Wed. I. L. f 7.50 Axel A. de V. f 2.50
Klunidert H. K. en kinderen f 30.Den
Bosch K. G. B. f 5.Gapinge collecte
t 32.68 Veere collecte f 63.10 Nieuwen-
dijik G. A. T. f 25.Terneuzen A. v. H.
1 1.50 Nieuwdorp netto opbrengst van een
uitvoering der Zangver. f 58.24 Zierikzee
verzamelde bijdragen f 95.van S. te K.
een gift van f 100 en een 5 pCt. obligatie a
t 500.voor de jaarlijksche exploitatie toe
zegging van H. v. M. te S. a f 250.Dom
burg collecte t 40.Serooskerke collec
te f 47.29 Oostkapelle collecte f 32.50.
Uit andere provinciën
AmsterdamJ. K. H. f 12.50 L. T. S.
t 10.— Mr. J. V. f 5.— J. B. f 5.— Prol.
Dr. F. W. G. f 10.— J. K. v. d. B. f 3.50
J. S. D. f 2.50 H. D. de K. f 2.50 J. D.
t 2.50 K. N. f 5.— J. W. L. f 10.— Prof.
C. v. G. f 15.— J. C. B. f 2.50 C. H.
t 2.50 J. H. v. d. V. f 1.— P. d. D. f 1.—
C. V. f 2.— A. K. f 2.— Wed. S. J. de
B. f 20.— G. H. M. K. f 2.— C. H. V.
t 2.50; L. v. D. f 2.50 P. H. P. f 1.—
Mrs. G. S. M. en H. f 10.— Mej. A. H.
VI.
Spoedig begaf ze zich naar de huiskamer,
keek goed rond en toen ze bemerkte, dat ze
alleen was, sloop ze op haar teenen naar
de tafel, opende voorzichtig de portemon-
naie en haalde er twee guldens uit. Daarna
haastte ze zich naar de gang terug, nam
een borstel van den spijker en begon' Karei
flink af te borstelen.
„Op Zij zit ook nog wat. Houd je hoofd
den anderen kant uit, anders stoot ik tegen
je kin."
Terwijl de jon gen den linkerkant uitkeek,
borstelde zij stevig de rechterzijde en wist
tegelijk heel handig de twee guldens, die
ze uit het beursje genomen had, in Zijn jas
zak te laten glijden.
„Ziezoo, jongen, nu zie je er weer fat
soenlijk uit. Ga nu maar gauw naar huis."
Mevrouw Teune zat met spanning opi de
klomst van haar man te wachten. Als hij
nu maar gauw komt, dacht ze. Ze had hem
al op willen bellen op het kantoor, maar hij
was er niet.
Nog een poosje wachtte ze toen hoorde
ze de buitendeur dichtslaan en even later
vernam ze de haar zoo bekende voetstappen.
Spoedig deed ze de kamerdeur open, had
zelfs geen tijd om hem1 te groeten, maar
f 2.50 P. A. v. Z. f 2.50 Alphen a.d. Rijn
N. S. f 10.— A. P. C. f 2.— H. J. L.
f 5.— C. T. v. S. f 10.— K. S. f 10.—
C. v. d. W. f 2.50 C. J. H. f 5.— D. J.
T. f 2.50 Ter Aar J. v. d. M. f 1.— Aer-
denhout H. H. F. f 10.Andijk Wed.
J. T. f 1.75 H. F. f 1.— J. F. f 1.—
K. S. f 2.50 Assen L. v. cl. S. f 2.50
Bolnes J. W. D. f 25.—Mej. W. P. v.
D. f 2.50 Bodegraven A. C. H. f 2.
W. K. Dz. f 2.50 Bussum W. H. f 2.50
Broek op L. J. S. f 2.50 M. K. f 2.50
Buiksloot Ds. A. S. f 2.50 Barendrecht
Gerei. Kerk f 10.— Beverwijk A. L. 12.50;
Bleiswijk Geref. Kerk f 5.Doesburg
H. M. f 3.Dordrecht P. L. de G. T.
f 10.— DelftDs. H. f 5.— Enkhuizen
J. B. f 2.50C. de J. Az. f 2.50G. A.
f 1.N. G. Jr. f 5.'s Gravendeel J. F.
f 1.'s Gravenhage Dr. F. v. d. H. f2.50;
H. B. f 10.— P. K. f 1.— L. v. d. T. f2.50
T. V. 1 1.— H. v. A. f 2.50 A. G. f 2.—
Mr. A. J. L. v. B.C. f 50.Haarlem A.
Z. f2.50; G. Azn. f 10.—W. K. f5.—
Hei en Boeicop J. B. f 1.Hillegom P.
v. d. B. Jr. f 2.50 N. C. v. d. L. f 53.25
zijnde een bedrag dat door een drietal meis
jes van de C. B. School, n.l. L. S., M. S.
en G. T. aldaar werd bijeenverzameld Ha-
zers'woude Jac. v. A. f 1.50 G. W. fl.
Hilligersberg A. D. f 2.50 S. G. f 2.50
J. J. R. f 5.Hoornaar D. K. A. f 5.
Hoog Blokland W. B. f 1.Heerjansdanv
Ds. N. f 10.— Hellevoetsluis F. J. G.
f 1.Hekendorp: W. V. f 1.Honse-
laarsdijk J. v. A. f 7.50 P. A. S. f 5.
Hilversum P. F. v. d. S. f 10.— Klaaswaal:
G. D. de K. Jzn. f 10.Leiden J. P. V.
f 2.50 Dr. H. R. W. f 25.— C. Z. B. f2.50;
H. f 1.— J. de L. f 1.— Lisse Dr. Th. R.
Jr. f 2.50 Leiderdorp Mej. C. M. f 2.50
Mevr. L. W. v. G. f 5.Moordrecht Ds.
D. P. K. f 2.50 Meerkerk J. N. f 2.50
Maassluis T. F. f 15.Mijnsheerenland
A. d. J. f 5.A. J. G. f 2.Molenaars
graaf H. A. v. d. H. f 5.— Monster W.
V. Sr. f 2.50 M. G. v. L. f 1.50 D. V. f 1.—
Noordeloos F. B. f 1.N. Lekkerland
J. d. V. f 2.— H. de J. f 2.— Naaldwijk
I. I. v. B. f 1.25 G. P. f 10.— J. A. f4.-
Fa. J. P. en Z. f 5.— Ds. T. f 10.—
Noordwijk a. Zee C. v. d. N. f 3.— Nieuw-
veen de zusters der Joh. S. f 10.Nieu-
werkerk a. d. IJsel M. v. W. f 2.50 Nieuw
koop Geref. Kerk f 2.— Oegstgeest J. C.
W. Cz. f 2.50 A. T. K. f 10.— Ph. W. H.
E. f 5.— J. W. B. f 50.— Ottoland P. R.
f 1.— Ouddorp Joh. d. B. f 2.— Oudewa
ter W. v. d. K. f 5.Pijnacker C. M.
v. d. V. f 1.Poortugaal C. H. f 1.50
A. C. v. W. f 1.— M.' f 2.50 Pernis G.
M. f 1.— H. f 2.50 L. M. f 2.50 Pernis
A. H. f 1.— P. de W. f 1.— H. B. f 3.—
J. H. f 1.Rotterdam A. M. f 1.J.
P. H. f 5.— D. G. H. f 2.— G. D. f 1.—
Mej. C. de Z. f 1.— C. L. f 4.— M. J. C.
B. f 10.— S. f 10.— F. T. f 2.50 C. v. D.
f 2.50 Jac. H. M. f 10.— P. H. J. T. f5.—
Rijnsburg N. P. f 1.Reeuwijk L. J. L.
f 2.— Rijsoord B. de K. f 25.— Ds. D.
P. f 25.— M. L. Sr. f 2.50 J. S. f 2.50
M. W. Mzn. f 2.50 Ridderkerk A. de Z.
tl.Rozenburg W. d. B. f 5.L. N.
12.50; Sliedrecht: Wed. A. W. f 1.A.
B. f 1.— Schipluiden M. v. d. L. f 5.—
Schoonhoven Zr. M. J. B. f 2.50 Schellui-
nen A. v. d. M. f 2.50 Strijen G. A. D.
t 2.50 C. v. R. f 1.J. C. D. f 5.— A.
d. K. t 1.J. H. f 2.SpSj'k'enisse P. G.
t 2.— L. v. d. M. Hzn. f 2.50 W. C. V.
t 2.— J. v. I. Jzn. f 5.— Somlmielsdijik C.
Knape Azn. f 2.50 Sassenheim E. Dijkstra
t 1.— G. v. E. f 2.— UtrechtMej. N. N.
tl.Vianen A. v. H. f 5.— Voorscho
ten Ds. G. D. f 5.— Ds. H. A. f 10.—
Woerden B. F. B. f 5.— Waddinxveen
M. D. B. f 2.50 Wassenaar Wed. P. D.—
de R. f 5.Woubrugge Ds. D. N. f2.50;
O. C. v. H. f 0.50 J. v. R. f 1.50; Zuid-
land A. C. de B. f 2.50 Zand voortH. G.
d. J. f 10.— Zuideinde D. A. K. f 1.—
ZeistW. v. M. f 2.50 Zevenhoven C. C.
f 1.Zegwaart C. v. D. f 1.Wed. v.
A. f 2.— S. de W. f 2.— C. J. v. d. S.
t 2.50 Zoetermeer Wed. Z. V. f 3.50.
A. MERKELIJN.
Adres Columbusstraat 256.
Gironummer 141811.
fluisterde hem zacht in het oor
„Er Zijn twee guldens uit mijn portemion-
naie."
Even later werd er gefelephoneerd en het
duurde niet lang, of de meid diende een in
specteur en een agent aan.
„Laat ze maar binnen", zei Mijnheer.
Toen de dienstbode dit gedaan had, wilde
ze zich weer verwijderen, maar de agent
nam haar bij den armi en noodigde haar uit
binnen te komen.
„Mijnheer, U vindt goed, dat ze in deze
kamer blijft vroeg hij. Intusschen ga ik
de juffrouw opzoeken. Na een poosje kwam
hij met de gezochte, die zeer verwonderd
deed, terug.
„Meisjes", zei de inspecteur, „in dit huis
wordt den laatsten tijd herhaaldelijk iets ver
mist. Er mloet dus een dief in huis zijin. Ik
vermoed, dat één van jullie twee te lange
vingers heeft. Biecht eens eerlijk op, wie is
de daderes."
Een diep stilzwijgen volgde.
„Kcmaan", vervolgde de vorige spreker,
„Stelen is heel erg. Daar staat een zware
straf op. Maar een eerlijke bekentenis ver
zacht veel."
Doodsche stilte.
„Dan zullen we andere maatregelen ne
men", vervolgde de inspecteur.
„Mijnheer, als U met 'mij! mee zou willen
gaan en we de slaapkamers van de da'mles
wijzen, dan blijft de agent hier met mievrouw
op de twee meisjes piassen. De sleutels van
jullie koffer wou ik ook wel hebben, dames."
Woensdag 24 April j.l. werd te Middelburg
in de Gasthuiskerk de 10de Zeeuwsche Ouder
lingen-Conferentie gehouden, onder leiding
van den Voorzitter van het Comité dhr. N.
J. Bastmeijer van Goes.
De morgenvergadering werd door den
Voorzitter op gebruikelijke wijze geopend.
Na een welkomstwoord aan de opgekoimienen
wees hij: er op dat het thans de 10de Con
ferentie is, toonde aan het nut der confe
renties en sprak een enkel woord in verband
met de te behandelen onderwerpen.
Na afdoening van enkele zaken van meer
huishoudelijken aard hield dhr. J. C. Jansen
van Neuzen een referaat over „De lectuur
in het gezin". Spr. vangt aan niet aan te
toonen, dat dit onderwerp, hem door het
Comité opgegeven, zeer urgent is. Het m!o-
derne cultuurleven ontwikkelt zich sterker dan
ooit, maar ook nooit zij'n de anti-Goddelijke
krachten bruter voor den dag getreden. In
de lectuur onzer dagen spiegelt die krachts
ontplooiing zich krachtig af. Het hier schui
lend gevaar voor de Kerk des Heeren wordt
aangetoond, voor wat betreft, dagblad, ge
ïllustreerde bladen, allerlei ontspanningslec
tuur enz. In een algemeene rondschouw wordt
de lectuur onzer dagen onder de loupe ge
nomen.
Hier is gevaar Hoe kan dat bestreden wor
den Kennis van het karakter van dit ge
vaar is voor den Ouderling eisch. Kennisne
ming van lectuur is brood noodig. Zelf lezen,
getrouwe kennisname van goede recensies.
Bij het huisbezoek moet gewezen op het ge
vaar, onderzocht naar wat gelezen wjordt en
het lezen van Christelijke dagbladen, en spe
cifiek Christelijke boeken. Öp enkele moei
lijkheden wordt gewezen als „Zoeklichtlezers"
enz.
Eene geanimeerde bespreking volgde, waar
aan door een 10-tal broeders wordt deelge
nomen. De spreker wist op aangename wiij'ze
de vragers van antwoord te dienen.
In de middagvergadering sprak Dr. J. Hoek
van 's-Gravenhage over „De roeping van
Christus' Kerk, met namis van de ambtsdra
gers dier Kerk, ten opzichte van de gevaren
van het moderne leven.
Eerst wordt met enkele lijnen het mioderne
leven getcekend en aangegeven, welke moei
lijkheden daaruit voortvloeien voor den amb
telijke n arbeid. Niet heel het moderne leven
kan en mag zoo maar in den ban worden
gedaan en de belijdenis van de gemeene
gratie moet zuiver en onverzwakt worden
gehandhaafd. Welke de ambtelijke roeping nu
is ten opzichte van de met het mloderne ver
bonden gevaren is in het algemeen, zoowel
naar de negatieve als naar de positieve zijde,
wel duidelijk.
De meeste moeilijkheden ontmoet de ambts
drager bij de wijlze, wjaarop hij die roeping
in bijzondere gevallen te vervullen heeft.
Hierbij wordt allereerst de wienschelijlkheid
uitgesproken, dat hij niet vervalle in een ka-
suïstische behandeling. Op die wijze schiet
men mleestal zijn doel voorbij. Kasuïstiek
oefent immers geen klem op de consciëntie.
De uitwendige gedraging moet herleid tot
de zielehouding, welke er toe dreef. Mede
met het oog hierop, worden de geestelijke
of liever ongeestelijke kenmerken genoemd,
waardoor het moderne leven innerlijk te ty
peereu is. De ouderling mag daaraan niet on
opmerkzaam! voorbijgaan. En hij! moiet de
objecten van zijn zorg herinneren aan het of
fer, dat zij om 's Heeren wil te brengen
hebben.
Bijzondere aandacht vraagt de referent ook
voor de bearbeiding der jeugd, die te mid
den van het gevaarlijke moderne leven op
groeit en voor de Christelijke Sociale actie,
die den ambtelijken steun zoo noodig heeft
en ook verdient. Op de vraag of de kerk niet
meer publieke getuigenissen heeft te doen
uitgaan tegen allerlei misstand en afwijking,
wordt geantwoord, dat de kerk' als instituut
zich in het algemeen er voor wachten mloet
te treden op het gebied van de kerk als or
ganisme. Wanneer de kerk als instituut zich
anders den bij wijze van uitzondering hier
mede inlaat rijzen tal van practische be
zwaren. Er moet zeker getuigd naar buiten,
maar het instituut is daarvoor niet de eerst
aangewezene.
Ten slotte wordt met een enkel woord her
innerd aan wat uit dit alles voor het per
soonlijke en ambtleijke leven van den ouder-
De juffrouw gaf dadelijk haar sleutel. De
keukenprinses had hiertegen eenig bezwaar.
„Mijnheer", zei ze tegen den agent, „mijn
(ouders zijn maar arme menschen, maar ze
zijn altijld eerlijk geweest. Ze zijn in Gods
hand het middel geweest, dat ik al vroeg
den Heere heb leeren vreezen en ik' weet,
dat stelen een groote zonde is. Ik heb het
ook niet gedaan en nu wou ik wel, dat U
mij op miijln woord vertrouwde."
De inspecteur en de agent glimlachten te
gen elkaar.
„Hoor eens kind", zei de inspecteur, „als
je werkelijk eerlijk bent, dan kan je gerust
den sleutel geven. Dan komt immers juist
uit, dat je niets hebt weggenomen
Hierop gat ook zij den gevraagden sleutel.
Thans werd een degelijk onderzoek inge
steld in de slaapkamers van de twee verdach
ten. Alle hoekjes en gaatjes werden nage
zien, letterlijk niets werd vergeten. Er werd
echter niets gevonden, dat van diefstal af
komstig was.
Onverrichterzake kwamen de twee heeren
dan ook weer in de huiskamer.
„Jullie hebben een portemonnaie in jullie
zak. Geef die eens hier", com'mlandeerde de
inspecteur.
Beiden haalden hun beursje te Voorschijn.
In dat van de dienstbode bevond zich alleen
eenig kleingeld. In het andere waren ook
eenige guldens geen enkele bevatte echter
een inktstreepje.
„Dat is gek", meenden de heeren van de
politie, een beetje teleurgesteld.
ling zeiven voortvloeit.
Op dit leerzame en actueele referaat, volgde
een breedvoerige bespreking, waarna de re
ferent gelegenheid had op verschillende on-
derdeelen nog breedvoeriger in te gaan.
Nadat Dr. Hoek was voorgegaan in dank
gebed werd de welgeslaagde conferentie door
den Voorzitter gesloten.
De Conferentie werd door 95 ouderlingen
en 20 predikanten bijgewoond.
Door de b r a n di n g, door J.
Smelik. Uitg. Bond Geref. Jeugdorg.
Ik zou bij de bespreking een vraag willen
doen Weet de schrijver dat er Leiders van
Knapen vergaderingen zijn, die ernstig geaar
zeld hebben, sommige nummers van hetKna-
penblad, waarin Door de b r a n d i n g als
vervolgverhaal verscheen onder de oogen
hunner jongens te brengen
Ik kan mij dit zeer goed voorstellen ik
had het zelf waarschijnlijk ook niet gedaan.
Blz. 11 „Nou toen ik met hemj stond te
praten, vloekte dienog al erg ook
Zeker dat „Allemachtig" dat ligt 'm| in
den mond bestorven
Ja, dat ook, maar een keer zei hij! zelfs....
je weet wiel
Ik heb de drie letters, die daar staan
door streepjesvervangen. Want ik wil
me in deze recensie niet aan1 de fout bezon
digen jegens mijn volwassen lezers, als wiaar-
aan dit boek zich schuldig maakt tegenover
kinderen.
Ik heb in mijn jeugd een eenvoudig chris
ten gekend, die de boeken die zijin kinderen
meebrachten, b.v. van Jules Verne, inkeek
en er was geen pardon voor als er een
vloek instond, dan ging het limea recta terug
naar de plaats, waar het vandaan Lw:am'.
Het spijt me zeer erg voor Smlelik, dat hij
vooral met blz. 11 van zijn boek de vraag
voor ons tot een ernstige heeft gemaakj, doen
we goed zulke lectuur in handen onzer kna
pen van 1218 te geven
Ik heb nog meer bezwaren. Het is mie als
Christelijk bedoelde roman te pikant. Het
prikkelt verwachtingen waarop' die verhou
dingen tusschen jongens en meisjes, tusschen
den dansmeester en Fie, tusschen Anna Kern
kamp en haar jongen toch zullen uitloopien.
Bovendien is veel te onduidelijk verklaard
waar de oorzaak van de verwereldlijking de
zer beide domineeskinderen ligt.
Ligt het aan de opvoeding Of aan de lee
raars op het Gymnasium', den sjaotter Blom
Wat een onbenullige dominé is het, die N.B.
op een Chr. Gym. zijin jongen in' zijn gods
dienstige gevoelens laat beleedigen.
Wat een onmogelijke rector, die de vader
niet inlicht't Loopt met je zoons studie
straks nog verkeerd.
Waar is de reden voor den val van Fie
Gelooft de schrijver, dat zoo'n door de wol
heengeverfde bakvisch, die liegt alsof 't ge
drukt staat, die elke week dansles neemt, die
zelfs terwijl er twiee meiden in huis Zijln1,
met haar broer danst in huis zonder dat ooit
vader en moeder er iets van aan de weet
komen, ik zeg gelooft de schrijver zelf, dat
zoo'n jongejuffer direct bekeerd is van de
dwaling haars wlegs wanneer het uitkomt en
moeder er ziek van wordt
Ook de figuur van Mr. Bikker is een Voor
de jeugd allesbehalve aantrekkelijke figuur.
Ik kan dit boek werkelijk niet aanbevelen.
't Is eigenlijk niet veel adders dan sensia-
tielectuur onze kinderen worden in een wie-
reld met hun gedachten gevoerd, die hrun
meer aantrekkelijk moet lijken dan afschuwe
lijk.
Want het leelijke zit in dit boek nergens in
die wereld zelf, maar in de beide kinderen,
en in menschen die zich voor christen uit
geven.
Waarom dansen b.v. verkeerd is, zal va
der aan zijin zoon I e s beter duidelijk kun
nen maken als hij een paar jaar ouder is.
Ja, dat is de onevenwichtigheid van dit
boek. De jeugdige lezers worden in een we
reld van dancings, cabarets e;n bioscoops in
gevoerdmaar wat er nu eigenlijk in Ver
keerd is, dat kan aan kinderen niet verteld
worden, ook aan de kinderen van de Geref.
Jeugdorganisatie niet.
Maar kinderen zien scherp.
En nu maken ze de conclusie, als Fie er
niet Zoo bij' gelogen had, en Jes zijn werk
„Wanneer heeft de diefstal plaats gehad,
Mevrouw
„Vanmiddag oim twee uur heb ik de porte
monnaie op tafel gelegd, nadat ik imlij eerst
nog heb overtuigd, dat de zeven guldens
er in waren en om' half vier waren er twice!
uit."
„De diefstal moet dus plaats hebben ge
had tusschen twee uur en half vier", con
cludeerde de inspecteur.
„Is er in dien tijd ook iemand anders ge
weest
Niemand kon hierop een bevestigend ant
woord geven.
„Ga jullie dan maar aan je werk", beval
de inspecteur. Toen ze vertrokken waren1,
merkte hij op
„Als één van de twee het gedaan heeft, is
het de juf. Die bevalt mij niet."
„Mij ook niet," beaamde de agent.
Nadat ze nog een poosje met Mijnheer en'
Mevrouw gepraat hadden, werd er zacht ge
klopt en daarna kwam juf binnen'.
„Heeren," zei ze tot de agenten, „nu her
inner ik mij, dat er wel iemiand geweest is,
maar dat is een eerlijke jongen, die kani het
niet gedaan hebben."
„Daar weet jij niets van", viel de inspec
teur wat barsch in. „Wie is die jongen
„De zoon van den schoenmaker Frok."
„Is die hier in de kamer geweest
„Och, dat denk ik niet. Maar hij deed wel
wat vreemd. Toen hij de schoenen had' te
ruggebracht, liet ik hern in de gang oiml aan
Mevrouw te vragen, of er nog iets was, dat