FEUILLETON. ZENDING De gestolen Ring. Ouderlingen-Conferentie. BOEKAANKONDIGING. derde gezindheid is deel van de bekeering (Z. 33). En de veranderde wil stempelt de daad tot een geloofsdaad. Over het getuigenis des Heiligen Geestcs kan ik in een enkelen brief niet schrijven alleen wil ik opmerken dat de zekerheid uit het getuigenis des Geestes niet naast het aannemen van de Waarheid en naast het leven uit de Waarheid staat, want dit ge tuigenis werkt door 'die beide onafschei delijke dingen. Wanneer Br. W. zekerheid heeft, doordat de Geest met zifn geest getuigt, dan kan dit alleen in den weg der genademiddelen die de Heere aan zij!n Kerk heeft gegeven. We moeten aan het Pinksterfeit ook voor ons persoonlijk geloofsleven in het midden van Christus' Kerk vasthouden. Het geloof brengt zij:n eigen zekerheid mee. Wie het Evangelie hartelijk liefheeft en God bidt dit Evangelie ook in zijln leven in practijk te mogen brengen, die is zeker. Ik zou nog veel liever gelezen hebben, dat mijn oude broeder van Biggekerke m'aar een voudig gezegd had „De grond van mijn vertrouwen, dat ik geestelijk leef, die ligt in de Schrift. Ik vertrouw me nu eenmaal zoo- als ik ben aan de barmhartigheid van mijn Heiland toe. Hij: zal het maken". Ik vermoed dat ook Br. W. gaarne toegeeft dat er veel waars in het wioord yan D r K r o m s i gt ligt die in zijln boek over Schor- tinghuis zegt „Door niets wordt een gevoel meer tegengehouden dan door een voortdu rend angstvallig onderzoek er naar of men het ook heeft. Het letten op de bevindingen verlamt den wil." De zekerheid des geloofs wordt nooit ge vonden door op ons zelf te zien, maar d>or van onszelven af en op Christus te zien. Het anker moet buiten boord geworpen worden, zal het schip er aan vastliggen. Wat echter de uitdrukking van Br. Wisse betreft: Wie beschuldigt mij van zulke zan den, die onmogelijk met wedergeboorte ge paard gaan ik ben blif, dat hij daaropi dat vers laat volgen, want in dit gebed erkent hij, dat aan dit volbrengen van Gods gebo den nogal wat bij een geloovige ontbreekt. Er is maar één zonde, die m(et wederge boorte niet gepaard kan gaan, en dat is de zonde tegen den Heiligen Geest, in den grond 1 der zaak is dit de zonde van absoluut on- geloof. Maair anders, wij' Gereformeerden, erken nen dat Rom. 7 door een geboovigen Paulus is geschreven. Doch gelijk gezegd, zoo bedoelt Br. Wisse het ook. Het allereerste goede werk van een Christen is zijn geloof Dat om de onder houding van de Goddelijke wet der liefde dagelijks leert bidden. v. D. Met veel dank kan ik weer de volgende bijdragen voor 't Zendingsziekenhuis verant woorden. Uit Zeeland, Brabant en Limburg Oudelande D. M. f 100.Schoondiijke Wed. I. L. f 7.50 Axel A. de V. f 2.50 Klunidert H. K. en kinderen f 30.Den Bosch K. G. B. f 5.Gapinge collecte t 32.68 Veere collecte f 63.10 Nieuwen- dijik G. A. T. f 25.Terneuzen A. v. H. 1 1.50 Nieuwdorp netto opbrengst van een uitvoering der Zangver. f 58.24 Zierikzee verzamelde bijdragen f 95.van S. te K. een gift van f 100 en een 5 pCt. obligatie a t 500.voor de jaarlijksche exploitatie toe zegging van H. v. M. te S. a f 250.Dom burg collecte t 40.Serooskerke collec te f 47.29 Oostkapelle collecte f 32.50. Uit andere provinciën AmsterdamJ. K. H. f 12.50 L. T. S. t 10.— Mr. J. V. f 5.— J. B. f 5.— Prol. Dr. F. W. G. f 10.— J. K. v. d. B. f 3.50 J. S. D. f 2.50 H. D. de K. f 2.50 J. D. t 2.50 K. N. f 5.— J. W. L. f 10.— Prof. C. v. G. f 15.— J. C. B. f 2.50 C. H. t 2.50 J. H. v. d. V. f 1.— P. d. D. f 1.— C. V. f 2.— A. K. f 2.— Wed. S. J. de B. f 20.— G. H. M. K. f 2.— C. H. V. t 2.50; L. v. D. f 2.50 P. H. P. f 1.— Mrs. G. S. M. en H. f 10.— Mej. A. H. VI. Spoedig begaf ze zich naar de huiskamer, keek goed rond en toen ze bemerkte, dat ze alleen was, sloop ze op haar teenen naar de tafel, opende voorzichtig de portemon- naie en haalde er twee guldens uit. Daarna haastte ze zich naar de gang terug, nam een borstel van den spijker en begon' Karei flink af te borstelen. „Op Zij zit ook nog wat. Houd je hoofd den anderen kant uit, anders stoot ik tegen je kin." Terwijl de jon gen den linkerkant uitkeek, borstelde zij stevig de rechterzijde en wist tegelijk heel handig de twee guldens, die ze uit het beursje genomen had, in Zijn jas zak te laten glijden. „Ziezoo, jongen, nu zie je er weer fat soenlijk uit. Ga nu maar gauw naar huis." Mevrouw Teune zat met spanning opi de klomst van haar man te wachten. Als hij nu maar gauw komt, dacht ze. Ze had hem al op willen bellen op het kantoor, maar hij was er niet. Nog een poosje wachtte ze toen hoorde ze de buitendeur dichtslaan en even later vernam ze de haar zoo bekende voetstappen. Spoedig deed ze de kamerdeur open, had zelfs geen tijd om hem1 te groeten, maar f 2.50 P. A. v. Z. f 2.50 Alphen a.d. Rijn N. S. f 10.— A. P. C. f 2.— H. J. L. f 5.— C. T. v. S. f 10.— K. S. f 10.— C. v. d. W. f 2.50 C. J. H. f 5.— D. J. T. f 2.50 Ter Aar J. v. d. M. f 1.— Aer- denhout H. H. F. f 10.Andijk Wed. J. T. f 1.75 H. F. f 1.— J. F. f 1.— K. S. f 2.50 Assen L. v. cl. S. f 2.50 Bolnes J. W. D. f 25.—Mej. W. P. v. D. f 2.50 Bodegraven A. C. H. f 2. W. K. Dz. f 2.50 Bussum W. H. f 2.50 Broek op L. J. S. f 2.50 M. K. f 2.50 Buiksloot Ds. A. S. f 2.50 Barendrecht Gerei. Kerk f 10.— Beverwijk A. L. 12.50; Bleiswijk Geref. Kerk f 5.Doesburg H. M. f 3.Dordrecht P. L. de G. T. f 10.— DelftDs. H. f 5.— Enkhuizen J. B. f 2.50C. de J. Az. f 2.50G. A. f 1.N. G. Jr. f 5.'s Gravendeel J. F. f 1.'s Gravenhage Dr. F. v. d. H. f2.50; H. B. f 10.— P. K. f 1.— L. v. d. T. f2.50 T. V. 1 1.— H. v. A. f 2.50 A. G. f 2.— Mr. A. J. L. v. B.C. f 50.Haarlem A. Z. f2.50; G. Azn. f 10.—W. K. f5.— Hei en Boeicop J. B. f 1.Hillegom P. v. d. B. Jr. f 2.50 N. C. v. d. L. f 53.25 zijnde een bedrag dat door een drietal meis jes van de C. B. School, n.l. L. S., M. S. en G. T. aldaar werd bijeenverzameld Ha- zers'woude Jac. v. A. f 1.50 G. W. fl. Hilligersberg A. D. f 2.50 S. G. f 2.50 J. J. R. f 5.Hoornaar D. K. A. f 5. Hoog Blokland W. B. f 1.Heerjansdanv Ds. N. f 10.— Hellevoetsluis F. J. G. f 1.Hekendorp: W. V. f 1.Honse- laarsdijk J. v. A. f 7.50 P. A. S. f 5. Hilversum P. F. v. d. S. f 10.— Klaaswaal: G. D. de K. Jzn. f 10.Leiden J. P. V. f 2.50 Dr. H. R. W. f 25.— C. Z. B. f2.50; H. f 1.— J. de L. f 1.— Lisse Dr. Th. R. Jr. f 2.50 Leiderdorp Mej. C. M. f 2.50 Mevr. L. W. v. G. f 5.Moordrecht Ds. D. P. K. f 2.50 Meerkerk J. N. f 2.50 Maassluis T. F. f 15.Mijnsheerenland A. d. J. f 5.A. J. G. f 2.Molenaars graaf H. A. v. d. H. f 5.— Monster W. V. Sr. f 2.50 M. G. v. L. f 1.50 D. V. f 1.— Noordeloos F. B. f 1.N. Lekkerland J. d. V. f 2.— H. de J. f 2.— Naaldwijk I. I. v. B. f 1.25 G. P. f 10.— J. A. f4.- Fa. J. P. en Z. f 5.— Ds. T. f 10.— Noordwijk a. Zee C. v. d. N. f 3.— Nieuw- veen de zusters der Joh. S. f 10.Nieu- werkerk a. d. IJsel M. v. W. f 2.50 Nieuw koop Geref. Kerk f 2.— Oegstgeest J. C. W. Cz. f 2.50 A. T. K. f 10.— Ph. W. H. E. f 5.— J. W. B. f 50.— Ottoland P. R. f 1.— Ouddorp Joh. d. B. f 2.— Oudewa ter W. v. d. K. f 5.Pijnacker C. M. v. d. V. f 1.Poortugaal C. H. f 1.50 A. C. v. W. f 1.— M.' f 2.50 Pernis G. M. f 1.— H. f 2.50 L. M. f 2.50 Pernis A. H. f 1.— P. de W. f 1.— H. B. f 3.— J. H. f 1.Rotterdam A. M. f 1.J. P. H. f 5.— D. G. H. f 2.— G. D. f 1.— Mej. C. de Z. f 1.— C. L. f 4.— M. J. C. B. f 10.— S. f 10.— F. T. f 2.50 C. v. D. f 2.50 Jac. H. M. f 10.— P. H. J. T. f5.— Rijnsburg N. P. f 1.Reeuwijk L. J. L. f 2.— Rijsoord B. de K. f 25.— Ds. D. P. f 25.— M. L. Sr. f 2.50 J. S. f 2.50 M. W. Mzn. f 2.50 Ridderkerk A. de Z. tl.Rozenburg W. d. B. f 5.L. N. 12.50; Sliedrecht: Wed. A. W. f 1.A. B. f 1.— Schipluiden M. v. d. L. f 5.— Schoonhoven Zr. M. J. B. f 2.50 Schellui- nen A. v. d. M. f 2.50 Strijen G. A. D. t 2.50 C. v. R. f 1.J. C. D. f 5.— A. d. K. t 1.J. H. f 2.SpSj'k'enisse P. G. t 2.— L. v. d. M. Hzn. f 2.50 W. C. V. t 2.— J. v. I. Jzn. f 5.— Somlmielsdijik C. Knape Azn. f 2.50 Sassenheim E. Dijkstra t 1.— G. v. E. f 2.— UtrechtMej. N. N. tl.Vianen A. v. H. f 5.— Voorscho ten Ds. G. D. f 5.— Ds. H. A. f 10.— Woerden B. F. B. f 5.— Waddinxveen M. D. B. f 2.50 Wassenaar Wed. P. D.— de R. f 5.Woubrugge Ds. D. N. f2.50; O. C. v. H. f 0.50 J. v. R. f 1.50; Zuid- land A. C. de B. f 2.50 Zand voortH. G. d. J. f 10.— Zuideinde D. A. K. f 1.— ZeistW. v. M. f 2.50 Zevenhoven C. C. f 1.Zegwaart C. v. D. f 1.Wed. v. A. f 2.— S. de W. f 2.— C. J. v. d. S. t 2.50 Zoetermeer Wed. Z. V. f 3.50. A. MERKELIJN. Adres Columbusstraat 256. Gironummer 141811. fluisterde hem zacht in het oor „Er Zijn twee guldens uit mijn portemion- naie." Even later werd er gefelephoneerd en het duurde niet lang, of de meid diende een in specteur en een agent aan. „Laat ze maar binnen", zei Mijnheer. Toen de dienstbode dit gedaan had, wilde ze zich weer verwijderen, maar de agent nam haar bij den armi en noodigde haar uit binnen te komen. „Mijnheer, U vindt goed, dat ze in deze kamer blijft vroeg hij. Intusschen ga ik de juffrouw opzoeken. Na een poosje kwam hij met de gezochte, die zeer verwonderd deed, terug. „Meisjes", zei de inspecteur, „in dit huis wordt den laatsten tijd herhaaldelijk iets ver mist. Er mloet dus een dief in huis zijin. Ik vermoed, dat één van jullie twee te lange vingers heeft. Biecht eens eerlijk op, wie is de daderes." Een diep stilzwijgen volgde. „Kcmaan", vervolgde de vorige spreker, „Stelen is heel erg. Daar staat een zware straf op. Maar een eerlijke bekentenis ver zacht veel." Doodsche stilte. „Dan zullen we andere maatregelen ne men", vervolgde de inspecteur. „Mijnheer, als U met 'mij! mee zou willen gaan en we de slaapkamers van de da'mles wijzen, dan blijft de agent hier met mievrouw op de twee meisjes piassen. De sleutels van jullie koffer wou ik ook wel hebben, dames." Woensdag 24 April j.l. werd te Middelburg in de Gasthuiskerk de 10de Zeeuwsche Ouder lingen-Conferentie gehouden, onder leiding van den Voorzitter van het Comité dhr. N. J. Bastmeijer van Goes. De morgenvergadering werd door den Voorzitter op gebruikelijke wijze geopend. Na een welkomstwoord aan de opgekoimienen wees hij: er op dat het thans de 10de Con ferentie is, toonde aan het nut der confe renties en sprak een enkel woord in verband met de te behandelen onderwerpen. Na afdoening van enkele zaken van meer huishoudelijken aard hield dhr. J. C. Jansen van Neuzen een referaat over „De lectuur in het gezin". Spr. vangt aan niet aan te toonen, dat dit onderwerp, hem door het Comité opgegeven, zeer urgent is. Het m!o- derne cultuurleven ontwikkelt zich sterker dan ooit, maar ook nooit zij'n de anti-Goddelijke krachten bruter voor den dag getreden. In de lectuur onzer dagen spiegelt die krachts ontplooiing zich krachtig af. Het hier schui lend gevaar voor de Kerk des Heeren wordt aangetoond, voor wat betreft, dagblad, ge ïllustreerde bladen, allerlei ontspanningslec tuur enz. In een algemeene rondschouw wordt de lectuur onzer dagen onder de loupe ge nomen. Hier is gevaar Hoe kan dat bestreden wor den Kennis van het karakter van dit ge vaar is voor den Ouderling eisch. Kennisne ming van lectuur is brood noodig. Zelf lezen, getrouwe kennisname van goede recensies. Bij het huisbezoek moet gewezen op het ge vaar, onderzocht naar wat gelezen wjordt en het lezen van Christelijke dagbladen, en spe cifiek Christelijke boeken. Öp enkele moei lijkheden wordt gewezen als „Zoeklichtlezers" enz. Eene geanimeerde bespreking volgde, waar aan door een 10-tal broeders wordt deelge nomen. De spreker wist op aangename wiij'ze de vragers van antwoord te dienen. In de middagvergadering sprak Dr. J. Hoek van 's-Gravenhage over „De roeping van Christus' Kerk, met namis van de ambtsdra gers dier Kerk, ten opzichte van de gevaren van het moderne leven. Eerst wordt met enkele lijnen het mioderne leven getcekend en aangegeven, welke moei lijkheden daaruit voortvloeien voor den amb telijke n arbeid. Niet heel het moderne leven kan en mag zoo maar in den ban worden gedaan en de belijdenis van de gemeene gratie moet zuiver en onverzwakt worden gehandhaafd. Welke de ambtelijke roeping nu is ten opzichte van de met het mloderne ver bonden gevaren is in het algemeen, zoowel naar de negatieve als naar de positieve zijde, wel duidelijk. De meeste moeilijkheden ontmoet de ambts drager bij de wijlze, wjaarop hij die roeping in bijzondere gevallen te vervullen heeft. Hierbij wordt allereerst de wienschelijlkheid uitgesproken, dat hij niet vervalle in een ka- suïstische behandeling. Op die wijze schiet men mleestal zijn doel voorbij. Kasuïstiek oefent immers geen klem op de consciëntie. De uitwendige gedraging moet herleid tot de zielehouding, welke er toe dreef. Mede met het oog hierop, worden de geestelijke of liever ongeestelijke kenmerken genoemd, waardoor het moderne leven innerlijk te ty peereu is. De ouderling mag daaraan niet on opmerkzaam! voorbijgaan. En hij! moiet de objecten van zijn zorg herinneren aan het of fer, dat zij om 's Heeren wil te brengen hebben. Bijzondere aandacht vraagt de referent ook voor de bearbeiding der jeugd, die te mid den van het gevaarlijke moderne leven op groeit en voor de Christelijke Sociale actie, die den ambtelijken steun zoo noodig heeft en ook verdient. Op de vraag of de kerk niet meer publieke getuigenissen heeft te doen uitgaan tegen allerlei misstand en afwijking, wordt geantwoord, dat de kerk' als instituut zich in het algemeen er voor wachten mloet te treden op het gebied van de kerk als or ganisme. Wanneer de kerk als instituut zich anders den bij wijze van uitzondering hier mede inlaat rijzen tal van practische be zwaren. Er moet zeker getuigd naar buiten, maar het instituut is daarvoor niet de eerst aangewezene. Ten slotte wordt met een enkel woord her innerd aan wat uit dit alles voor het per soonlijke en ambtleijke leven van den ouder- De juffrouw gaf dadelijk haar sleutel. De keukenprinses had hiertegen eenig bezwaar. „Mijnheer", zei ze tegen den agent, „mijn (ouders zijn maar arme menschen, maar ze zijn altijld eerlijk geweest. Ze zijn in Gods hand het middel geweest, dat ik al vroeg den Heere heb leeren vreezen en ik' weet, dat stelen een groote zonde is. Ik heb het ook niet gedaan en nu wou ik wel, dat U mij op miijln woord vertrouwde." De inspecteur en de agent glimlachten te gen elkaar. „Hoor eens kind", zei de inspecteur, „als je werkelijk eerlijk bent, dan kan je gerust den sleutel geven. Dan komt immers juist uit, dat je niets hebt weggenomen Hierop gat ook zij den gevraagden sleutel. Thans werd een degelijk onderzoek inge steld in de slaapkamers van de twee verdach ten. Alle hoekjes en gaatjes werden nage zien, letterlijk niets werd vergeten. Er werd echter niets gevonden, dat van diefstal af komstig was. Onverrichterzake kwamen de twee heeren dan ook weer in de huiskamer. „Jullie hebben een portemonnaie in jullie zak. Geef die eens hier", com'mlandeerde de inspecteur. Beiden haalden hun beursje te Voorschijn. In dat van de dienstbode bevond zich alleen eenig kleingeld. In het andere waren ook eenige guldens geen enkele bevatte echter een inktstreepje. „Dat is gek", meenden de heeren van de politie, een beetje teleurgesteld. ling zeiven voortvloeit. Op dit leerzame en actueele referaat, volgde een breedvoerige bespreking, waarna de re ferent gelegenheid had op verschillende on- derdeelen nog breedvoeriger in te gaan. Nadat Dr. Hoek was voorgegaan in dank gebed werd de welgeslaagde conferentie door den Voorzitter gesloten. De Conferentie werd door 95 ouderlingen en 20 predikanten bijgewoond. Door de b r a n di n g, door J. Smelik. Uitg. Bond Geref. Jeugdorg. Ik zou bij de bespreking een vraag willen doen Weet de schrijver dat er Leiders van Knapen vergaderingen zijn, die ernstig geaar zeld hebben, sommige nummers van hetKna- penblad, waarin Door de b r a n d i n g als vervolgverhaal verscheen onder de oogen hunner jongens te brengen Ik kan mij dit zeer goed voorstellen ik had het zelf waarschijnlijk ook niet gedaan. Blz. 11 „Nou toen ik met hemj stond te praten, vloekte dienog al erg ook Zeker dat „Allemachtig" dat ligt 'm| in den mond bestorven Ja, dat ook, maar een keer zei hij! zelfs.... je weet wiel Ik heb de drie letters, die daar staan door streepjesvervangen. Want ik wil me in deze recensie niet aan1 de fout bezon digen jegens mijn volwassen lezers, als wiaar- aan dit boek zich schuldig maakt tegenover kinderen. Ik heb in mijn jeugd een eenvoudig chris ten gekend, die de boeken die zijin kinderen meebrachten, b.v. van Jules Verne, inkeek en er was geen pardon voor als er een vloek instond, dan ging het limea recta terug naar de plaats, waar het vandaan Lw:am'. Het spijt me zeer erg voor Smlelik, dat hij vooral met blz. 11 van zijn boek de vraag voor ons tot een ernstige heeft gemaakj, doen we goed zulke lectuur in handen onzer kna pen van 1218 te geven Ik heb nog meer bezwaren. Het is mie als Christelijk bedoelde roman te pikant. Het prikkelt verwachtingen waarop' die verhou dingen tusschen jongens en meisjes, tusschen den dansmeester en Fie, tusschen Anna Kern kamp en haar jongen toch zullen uitloopien. Bovendien is veel te onduidelijk verklaard waar de oorzaak van de verwereldlijking de zer beide domineeskinderen ligt. Ligt het aan de opvoeding Of aan de lee raars op het Gymnasium', den sjaotter Blom Wat een onbenullige dominé is het, die N.B. op een Chr. Gym. zijin jongen in' zijn gods dienstige gevoelens laat beleedigen. Wat een onmogelijke rector, die de vader niet inlicht't Loopt met je zoons studie straks nog verkeerd. Waar is de reden voor den val van Fie Gelooft de schrijver, dat zoo'n door de wol heengeverfde bakvisch, die liegt alsof 't ge drukt staat, die elke week dansles neemt, die zelfs terwijl er twiee meiden in huis Zijln1, met haar broer danst in huis zonder dat ooit vader en moeder er iets van aan de weet komen, ik zeg gelooft de schrijver zelf, dat zoo'n jongejuffer direct bekeerd is van de dwaling haars wlegs wanneer het uitkomt en moeder er ziek van wordt Ook de figuur van Mr. Bikker is een Voor de jeugd allesbehalve aantrekkelijke figuur. Ik kan dit boek werkelijk niet aanbevelen. 't Is eigenlijk niet veel adders dan sensia- tielectuur onze kinderen worden in een wie- reld met hun gedachten gevoerd, die hrun meer aantrekkelijk moet lijken dan afschuwe lijk. Want het leelijke zit in dit boek nergens in die wereld zelf, maar in de beide kinderen, en in menschen die zich voor christen uit geven. Waarom dansen b.v. verkeerd is, zal va der aan zijin zoon I e s beter duidelijk kun nen maken als hij een paar jaar ouder is. Ja, dat is de onevenwichtigheid van dit boek. De jeugdige lezers worden in een we reld van dancings, cabarets e;n bioscoops in gevoerdmaar wat er nu eigenlijk in Ver keerd is, dat kan aan kinderen niet verteld worden, ook aan de kinderen van de Geref. Jeugdorganisatie niet. Maar kinderen zien scherp. En nu maken ze de conclusie, als Fie er niet Zoo bij' gelogen had, en Jes zijn werk „Wanneer heeft de diefstal plaats gehad, Mevrouw „Vanmiddag oim twee uur heb ik de porte monnaie op tafel gelegd, nadat ik imlij eerst nog heb overtuigd, dat de zeven guldens er in waren en om' half vier waren er twice! uit." „De diefstal moet dus plaats hebben ge had tusschen twee uur en half vier", con cludeerde de inspecteur. „Is er in dien tijd ook iemand anders ge weest Niemand kon hierop een bevestigend ant woord geven. „Ga jullie dan maar aan je werk", beval de inspecteur. Toen ze vertrokken waren1, merkte hij op „Als één van de twee het gedaan heeft, is het de juf. Die bevalt mij niet." „Mij ook niet," beaamde de agent. Nadat ze nog een poosje met Mijnheer en' Mevrouw gepraat hadden, werd er zacht ge klopt en daarna kwam juf binnen'. „Heeren," zei ze tot de agenten, „nu her inner ik mij, dat er wel iemiand geweest is, maar dat is een eerlijke jongen, die kani het niet gedaan hebben." „Daar weet jij niets van", viel de inspec teur wat barsch in. „Wie is die jongen „De zoon van den schoenmaker Frok." „Is die hier in de kamer geweest „Och, dat denk ik niet. Maar hij deed wel wat vreemd. Toen hij de schoenen had' te ruggebracht, liet ik hern in de gang oiml aan Mevrouw te vragen, of er nog iets was, dat

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1929 | | pagina 2