Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. 43e Jaargang. Vrijdag 12 April 1929. No. 15. RedactearenDs. P. VAN DIJK te Serooskerke (W.) en Ds. A. C. HEIJ te Koadekerke. Persvereeniging Zeeuwsche Kerkbode. uit HET WOORD. Jezus' verschijning in den avond van den Opstandingsdag. Kerkelijk en Geestelijk Leuen. C. van Belzen. Verkeerd Bijbelgebruik. DADERS DES WOORDS. Schoolraadvergadering. Synodale Rapporten Het Vrouwenkiesrecht. ZEEUWSCHE KERKBODE Vaste medewerkers D.D. L. BOUMA, P. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, P. STAAL Pzn., en R. J. v. d. VEEN. Ab o n n e m n t s p r ij s I per kwartaal bjj vooruitbetaling f 1, Afzonderlijke nummers 8 oent. Ad V e r t e n.t I e p r I] s l 15 oent per regel]; bij jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reduotie UITGAVE VAN DE Adres van de Administratie: Firma UTTOOU OLTHOFP, Middelburg. Beriohten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdag morgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF Spanjaardstraat, Middelburg. TELEPOON 2 3 8. GIRONUMMER 42280 Als het dan avond was, op den zelfden eersten dag der week, en als de deuren gesloten waren, waar de discipelen vergaderd waren, om de vreeze der joden, kwam Jezus en stond in het midden, en zeide tot hen Vrede zij1 ulieden En dit gezegd hebbende, toonde Hij hun zijne handen en zijne zijde. De discipelen dan werden verblijd, als zij den Heere zagen. Jezus dan zeide wederom tot hen: Vrede zij ulieden gelijilcerwijs Mij de Vader gezonden heeft, zen-de Ik ook ulieden. En als Hij dit gezegd had, blies Hij op hen, en zeide tot hen Ont vangt den Heiligen Geest. Zoo gij iemands zonden vergeeft, dien worden ze vergeven zoo gij iemands zonden houdt, dien zijn ze gehouden. Jezus' verschijningen verkrijgen weer nieu we beteekenis. Ze zijn geschreven, opdat wlijl gelooven, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods en opdat wij geloovende, het leven hebben in Zijnen Naam. Met groote droefheid kan het vervullen, dat in onzen tijd zoovelen, die den Christen- naam dragen, hun twijfel openbaren of al deze dingen werkelijk zijn geschied zooals ze in de Schriften worden verhaald ja of al deze dingen werkelijk zijn geschied. Zijn er zelfs niet die durven zeggen, dat 't veel vromer is te ervaren, dat Jezus in ons leeft, dan te gelooven aan al die wonderen! en verschijningen onzes Heeren Ja, durft men niet in sommige kringen te twijfelen aan de waarheid van Jezus' opstanding, ja zelfs hieraan, dat hij eens geleefd heeft, geboren en gestorven is, en dan toch spreken van den Jezus in ons, in taal en woorden, die doen vermoeden, dat men in deze kringen! zich inbeeldt, dat echte vroomheid moet dur ven, moet. toonen het aan te durven, bijbel verhalen te verwerpen, hoe duidelijk' ze ook van Jezus getuigen Ervaring staat immers veel hooger dan geloof. Beelden w' ons niet in, dat deze vraag, zou het nu alles zoo en niet anders ziijn geschied, ook in onze kringen niet wordt! gedaan. De geest der eeuw komt met deze twijfelvraag tot elke ziel in onzen tijid in zonderheid tot hen die gelooven aan de Schrif ten die moeten ook twijfelen en tot hen die als kinderen des verboiids onderwe zen worden in de leer der Schriften. Wij mogen den Heere danken, dat in onze kringen het geloof aan de waarheid der Schriften nog wordt- gevonden dat men begeert de prediking van het Woord. Maar juist daarom is 't noodig trouw te zijn, te volharden in 't geloof en niet te dul den, dat eenig Schriftverhaal verdraaid of verworpen wOrdt. De verschijningen van Jezus hebben plaats gehad, en zijn geschreven opdat ook wij zouden gelooven in Jezus, den Zone: Gods. De avondverschijning is reeds de vijfde op den dag der opstanding. Elk der ver schijningen heeft weer een eigen beteekenis. Als Wij lezen van de verschij'ningen aan Maria Magdalena, de vrouwen, Petrus, de Emmaüsgangers ontgaat 't ons niet, dat Je zus als de goede Herder met deze verschij ningen een bijzonder doel heeft. De dag der opstanding is een dag van vreugde voor de wereld. De dag d!er droef heid is voorbij. De droefheid der vreugde kwam. Zoo wil Jezus in zijn onuitsprekelijke liefde komen tot al de zijden met zijn vraag Waarom ziet gij droevig 't Is avond. De discipelen zijn samen, mis schien in de paaschzaal. Er is vreugde, men jublet De Heere is waarlijk opgestaan. Maar er is ook droef heid, want velen gelooven 't niet. En zoo zou toch deze dag vreugdeloos eindigen, zelfs voor hen die Jezus zagen, omdat zij' anderen niet tot geloof kunnen brengen. Je zus ziet dit alles, en wjll niet dat deze dag van vreugde in droefheid eindige. Schoon de deuren goed gestoten Zijn, staat Jezus plotseling in 't midden. Jezus: kan alle deuren openen en sluiten. Is 't echter won der, dat zij verschrikt zijn, als daar plotse ling Jezus staat, en zij', zijn Vrede zij ulieden," liooren Luc. zegtzij meenden dat zij een geest zagen. Zij geloofden zoo maar niet. Alles moest werkelijkheid voor hen zijn, gelijk het werkelijkheid was. Terwijl Jezus' woord zijii werking doet, en er inner lijke vrede komt in hunne harten, opent Jezus aller oog voor de werkelijkheid. Hij toont zijn handen en zijde. Nu zien zij, zien zij allen Jezus. Weg is nu de droefheid. Allen zijn verblijd. Z ij W1 e r d e li v e r b 1 ij d, als z ij den Heere zagen. Zoo wilde het Jezus. De dag der opstan ding mocht voor zijn discipelen niet droevig eindigen. Zij mochten niet twijfelen, nu niet en nooit. Maar mochten de discipelen niet twijfe len aan de werkelijkheid van Jezus' opstan ding, en deed Jezus alles om den .twijfel te bannen, ook wij mogen 't niet. Maar nu. verschijnt Jezus niet telkens weer aan de zijnen. Hij is verschenen. Hij heeftj zichzelf levend vertoond. De verschijningen zijn geschreven opdat Wij gelooven. Ge schreven door heilige mannen, door den Hei ligen Geest gedreven. En de Heilige werkt, door het heilig evan gelie, het geloof in onze harten. Dat het de bedoeling van Jezus was ook ons door deze verschijningen tot geloof aan zijn opstanding te brengen, blijkt overduide lijk. Jezus herhaalt zijn Vrede zij! ulieden. Waarom w:as dat dit noodig. Was liet eer ste niet gehoord Stellig wel. Immers Zij waren verschrikt en bevreesd, toen zij hem zagen en hoorden. Had het dan geen .uit werking gehad Maar w'at zou Jezus ver hinderen vrede te geven, als hij" 't wil. Wij zien de uitwerking trouw'ens. Immers allen zijn verblijd. Jezus spreekt nu 't „Vrede zij ulieden", in verband met de „Zending" met de w:e- re ld taak, die wacht. Immers Jezus zegt: Gelijk er wijs Mij de Vader gezonden heeft, zende Ik ook ulieden. De Opgestane zendt, nu Hij heengaat tot den Vader, om te getuigen ook van zijn opstanding. Jezus deelt ook aan zijn Apostelen uit den Geest der ambtelijke gaven. Gezonden door Jezus, ontvangen zij den Heiligen Geest voor dit werk. Allen ambtsdragers in zijn Kerk wil Chris tus den Geest, die bepaalde gaven geeft, schenken. Maar de Apostelen ontvangen deze gaven op eenige wijze, wat uitkomt in de symbolische handeling, die deze mededeeling des Geestes verzelt. Jezus „blies op hen". Ziet den Opgestan. hier zenden gaven mededeelen aan de Apos telen voor hun getuigentaak; zie Hem hier voor U nog altijd zendend allen, die het getuigenis der Apostelen moeten doen voortleven, allen dienaren des Woords. Is Jezus niet opgestaan dan is er geen „z e n d i n g" van Apostelen of evangelie dienaren geen last om te prediken. De Zone Gods vergadert de uitverkorene gemeente bijeen door zijin Geest en Woord. Zijn zicht bare v e r s c h ij n i n g, en de, onder zichtbaar t e e k e n, mededeeling van deii Heiligen Geest moet, en voor de Apostelen en votor ons, allen twijfel aam de 'werkelijkheid van |ezu,s' opstanding en de waarheid dezer verschijning opheffen. Eindelijk blijkt Jezus' bedoeling om ook ons door de verschijning tot geloof aan de opstanding te brengen, uit de mededeeling van de macht om zonden te vergeven, ge schonken aan de Apostelen, eni in lien aan de Kerk des Heeren. Was er niet de werkelijkheid van Jezus' opstanding en van deze verschijning, dan was er ook niet de w'erkelijklieid van de vergeving der zonden. Niemand kan dan zeggen Ik heb de sleu telen der hel en des doodls, ons tot troost. Dan zijn wij nog in zonde dan zijn ver loren alle menschen. Christus, de Levende is onze lioipe, of wij züjn zonder hoop en zonder God inl de we reld. Arm Christendom, dat twijfelt aan de waar heid der Schriften. Het is ledig en dood 't zal geen dageraad hebben. Rijke gemeente van Christus, die leeft in en door Christus die hoort naar zijn Woord; die gelooft en ervaart, dat de Opgestane Je zus door zijn verschijning niet alleen vreug de bereid heeft voor de discipelen en ais- cipelinnen, die toen Hem zagen, maar oiok' voor ons. Jezus wilde niet, dat de dag der opstan ding droef en vreugdeloos zou eindigen voor de zijnen. De dageraad is er het lichtvoor de gemeente altijd licht en vreugde in Chris- IllliS. Vreugde hier nog slechts in beginsel ge smaakt, eens volkomen. Eens, als Jezus wordt gezien door allen, en tot de zijnen zeggen zal Gaat in in! de vreugde uws Heeren. Terneuzen. S. GROENEVELD. De vorige week berichtte een advertentie in ons blad het 'overlijden valni br. O. va n Belzen te Arnemuiden. Door uitstedigheid ontbrak ons de gele genheid van dit voor de Kerk' van1 Arnemui den zoo gezegende leven een enkel woord te zeggen. Br. Van Belzen is een der laatstem die in Arnemuiden de Doleantie geleid hebben. In 1888 werd hij, omdat hij onder leiding van Ds. Klaarhamer mede den stoot had gegeven tot de kerkelijke beweging, uit het lidmatenboek der Ned. Herv. 'Kerk geschrapt en kort daarop als ouderling gekozen in de nieuw geïnstitueerde Kerk. De Kerk van A. heeft hem daarna een twintigtal jaren als ouderling mogen bezitten. Hij heeft in dit ambt veel voor zijn Ko ning en Heere kunnen en met lust des har ten ook willen doen. Zijn bezadigdheid en wijsheid werden door velen in de kerk van A. gewaardeerd. Met br. Van Belzen is weer een van die voortrekkers heengegaan, die voor de groote wereld onbekend, in stilte hebben mogen ar beiden aan den opbloei van 's Heeren Ko ninkrijk in eigen omgeving. Ouderen van jaren zullen zich br. Van Belzen van de classicale vergaderingen indien tijd nog wel herinneren. Wij gedenken met dankbaarheid den ar beid ook door dezen eenvoudigen broeder verricht. De nagedachtenis der zulken is; tot zegening. Het is nog niet zoolang geleden gepas seerd en het betrof een vrome, doch nog al bevindelijk levende zuster. In haar gemeente was een dominee beroe pen. De beslissing zou over een piaar dagen afkomen. De spanning bij heel de gemeente was groot, want hij werd schier unaniem be geerd. Er werd door vele vrome zielen ernstig ge beden, of do miné komen mlocht. Voor sommigen stond dit redelijk wel vast. Waarom De bovengenoemde zuster, een erkend god vruchtig mensch, had aan een paar harer vertrouwden verklaard, dat zij „een tekst ge kregen" had. Den tekst: „Uwe oogen zullen uwie leeraars zien". De zekerheid der verlangende gemeente was geproportioneerd naar het vertrouwen, dat men in die oude zuster stelde. Na een paar dagen las ik' in de krant, dat dominé voor het beroep had bedankt Ik weet zeker, dat toen biijl' sommigen het geloof in de gebedsverhooring een moment in ernstige crisis is gekomen. Dat kwam door het verkeerd gebruik, dat in haar eenvoud deze zuster van den Bij bel maakte. De Bijbel vermaant ons om onze zorgen, ook die der gemeente, vertrouwensvol in de handen Gods neer te leggen, met de belij denis „niet mijn wil, maar de Uwie ge schiede Men mag Bijbelteksten niet gebruiken als een sleutelbos, waaruit men er een kiest om voortijdig achter een verborgenheid te ko.men. Zulke dingen kennen wel eens gelukken, omdat men ongetwijfeld ook goed raden kan maar als ze mislukken z'ijn ze tot schade van den breederen kring, die nog veel op heeft met vrome zielen. De fout is, dat men in zulke gevallen niet de tekst krijgt, maar den tekst ldi es t. Er dan zelf een verklaring van geeft en een toepassing op maakt, naar den trant van „Wat men wil gelooft men graag". En gebedsverhooring is juist dikwijls, dat ónze wil niet bevredigd wlordt. Dat dit maar goed is ook', blijkt echter pas na jaren. 't Gebed is een geloofszaak. De verhooring ook, zelfs n a dat wc de uiterlijke vervulling onzer wienschen aanschouwden. v. D. Ook nu mogen we wiel hier met een kort woord de aandacht vragen voor de vergade ring van district IX van den Schoolraad, die D.V. Vrijdag 3 Mei a.s. gehouden staat te worden in Goes. Op het agendum komt voor een rede van den heer Van Swigchem, leeraar aan de Christelijke Kweekschool te Middelburg, over: „Moderne taalbeschouwing en Het Taalon derwijs op de L. S." En een rede van Prof. Dr. J. Waterink van Amsterdam over „Be vrediging Een rustpunt of een keerpunt". Belangrijke onderwerpen komen alzoo aan de orde. Alle vrienden en vriendinnen van onze scholen met den bijbel zijin daar harte lijk welkom. En de schoolzaak blijft hun al ler belangstelling vorderen. Laat men dan dezen datum, 3 Mei, notecren, om zoo eenigs- zins mogelijk dan naar Goes te gaan. De Sehoolzaak is maar niet een zaak van de School en de onderwijzers, maar nog meer die van de ouders en van allen die, de komst van Gods Koninkrijk verwachten ook door onze scholen niet den bijbel. Ook inzake dit punt is een opfrissching van het geheugen allicht gewenscht. Op de zaak- zelve gaan we niet in maar willen alleen ob jectief het verloop van dit vraagstuk weer geven. Het begin der behandeling op onze Syno des ligt in het jaar 1923. Toen kwam deze vraag op de Synode van Utrecht, door een voorstel van de Particuliere Synode van Gel derland, die het van de Classis Tiel overnam en doorzond ook door een voorstel van do Partic. Synode van N. Holland, die vroeg, dat de Ger. Synode een principdeele uitspraak zou doen over de beteekenis van de stem ming door de leden der gemeente bij: de ver kiezing van ambtsdragers. En verder door een protest van Ds. N. Diemer en Ds. J. S. Post tegen een besluit der Partic. Synode van N. Holland inzake vrouwenkiesrecht. Deze voorstellen en protesten hielden dan alle ver band met wat de kerkeraad van de Geref. Kerk te Zandvoort deed, die n.l. het vrou wenkiesrecht had ingevoerd. Door een commissie, waarvan Prof. H. H. Kuyper rapporteur was, werd op die Synode, over deze voorstellen en protesten een breed voerig advies ingediend.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1929 | | pagina 1