Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. No. 12. Tweede Blad. FEU1LLETON. ÜITITe ~p"érs. 43e Jaargang. Vrijdag 22 Maart 1929. RedactearenDs. P. VAN DIJK te Serooskerke (W.) en Ds. A. C. HEIJ te Koadekerke. Persvereeniging Zeeuwsche Kerkbode. Wat hebben wij in onze Vrije Universiteit? De gestolen Ring. ZEEUWSCHE KERKBODE Vaste medewerkers: D.D. L. BOUMA, F. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, F. STAAL Pzn., en R. J. v. d. VEEN. AbonnementsprIJsi per kwartaal bjj vooruitbetaling f 1, Afzonderlijke nummers 8 oent. AdvertenileprIJsi 15 oent per regel,'; bjj jaarabonnement van rrinstens 500 regeis belangrijke reduotir. UITGAVE VAN DE Adres van de Administratie: Firma LITTOO'J OLTHOPP, Middelburg. Beriohten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdag morgen 9 uur te zanden aan de Drukker» LITTOOIJ Sc OLTHOFF Spanjaardstraat, Middelburg. TELEFOON 2 3 8. GIRONUMMER 4 2 280 i. In September 1926 kwam er aan de Vrije Universiteit een student uit Zuid-Afrika. Hij was niet de eerste student, die vandaar tot ons kwam. Wij hopen, dat hij niet de laatste is geweest. Een jaar slechts heeft hij het onderwijs aan de V. U. kunnen volgen. God nam den student Bennie Roode weg door den dood. Toen hij gestorven was, werd er getuigd, dat hij iets beteckend had voor velen. Nog slechts een paar maanden was hij; in ons land. Toen sprak hij! het „Wat is het heerlijk te studeeren aan een Gereformeerde Universiteit. Als ik weer in Kaapstad was en ik moest ïo,opende terugkomen als ik hier wéér studeeren wilde 'k geloof, dat ik 't probeeren zou. Wat is Holland rijk door zulk een Universiteit." Hij zag het. Zien wij het .ook Of gewennen we heel spoedig aan den grooten zegen, dien God in de V. U. ons volk geeft Zóó, dat we liefst enkel c r i- tiek oefenen op Gods gave? Wanneer we gaan rekenen dan valt de rekening zeker ten onzen nadeele uit, wan neer we zien op datgene wat dc Universiteit geweest is voor God. Zooals bij alle in en- schellij ke werk, is ook het werk van de V.U. vol zjonde en tekortkoming. Jegens God heb ben volk en Universiteit steeds weer enkel reden tot schuldbelijdenis, als ze zien op eigen werk en eigen leven. Maar het zou ondankbaar zijn, om niet te letten op datgene, wat God gaf in de V.U. De resultaten, materieel en ide- e e 1, zijn toch aan te wijzen. Rusultaten van den arbeid der stichters. Resultaten zegeningen van onzen God. En ook hier hebben we de roeping om o<p Gods daden te merken. Daar zijn in de eerste plaats de meer tast bare resultaten. Toen in 1905 Prof. Dr. J. Woltjcr de eer ste vijf en twintig jaren der V.U. overzag, wees hij op de groote beteekenis van de tot dien tijd gehouden rectorale oraties. Een in drukwekkende rij van titels liet hij de revue passeeren. Het was voornamelijk in 'deze ora ties, dat vele der hoogleeraren een goed deel van de resultaten van hun arbeid pu bliceerden. Enkelen uitgezonderd, zagen blijk baar de meesten toch juist in die oraties het middel bij uitnemendheid om hun wetenschap pelijk werk het licht te doen zien. En nu, drie en twintig jaar later, mogen nog de redevoeringen, die aan de V. U. worden ge- i. Iedere jongen van het stadje Rustenburg wist het, dat Karei Frok harde knuisten had. Als hij driftig was, dan kon hij er op los slaan en wee den ongelukkige, die het dan moest ontgelden. D'an wist hij van geen ophouden en dan kon het hem niets schelen, wat er ook van kwam. Gelukkig was hij bijna nooit kwaad, stond hij zelfs onder zijne medekornuiten bekend als een goedige, hartelijke speelmakker. Hij plaagde bijna nooit iemand en toch kon hij er best tegen zelf geplaagd te wor den Op zijn verjaardag had hij' van een, oom een oude fiets gekregen, een echte oude rammelkast. Oom kon hem niet langer ge bruiken, hij trapte te zwaar. Maar Karei was er nog wat lekker mee. De fiets had echter ook een bagagedrager en wanneer Karei aan het rijden was, gebeurde het meermalen, dat één der makkers stil naderde en op den ba gagedrager zitten ging. Het gevolg was, dat de rijder, die toch al moeilijk vooruit kwami, omdat de fiets zoo zwaar reed, nu in 't geheel geen vordering meer maakte. „Ga er af jong", zei Karei dan, „anders vallen we." Maar als de „jong" er niet afging en ze ten slotte met fiets en al omtuimelden, had houden, tot die wetenschappelijke ges drif ten gerekend worden, die in breeden kring de aandacht trekken. Maar er is méér. In allerlei .boekwerk, in tijdschrift en courant, vindt ons volk thans datgene, wat als resul taat ^dikwijls van moeizamen arbeid, 'door hoogleeraren in de Theologie der V. U. wordt geboden. In eendrachtige samenwerking met de professoren van de Theol. School te Kam pen, en met enkele andere geleerden, geven zij de „Korte Verklaring" van den Bijbel, met een nieuwe vertaling speciaal voor the ologen verschijnen de commentaren op het Nieuwe Testament, mede vrucht van den ar beid der V. U. Op het gebied van de wijs begeerte vloeit er aan de V. U. nieuw leven op, en een eigen vvijsgeerig stelsel, daar ge doceerd, trekt algemeen in den lande de aan dacht voor de rechtsfilosofie worden er de lijnen getrokken omtrent belangrijke histo rische vraagstukken werd, ook in de laatste jaren nog, tot het volk gesproken belang stelling in de literatuur omtrent en ,in het werk van een man als Dullaert werd ge vraagd op een wijze, die van groote nauwge zetheid en brandende liefde tot het Calvinis me getuigt, zoodat richting werd gegeven aan het denken en zoeken over vraagstuk ken van internationale strekking ontving men voorlichtingde historie van den school strijd werd besproken in boek' eii blad vraag stukken van taal-filosofischen aard werden aangesneden over paedagogische en psy chologische vraagstukken werd voorlichting gegeven. Daarbij komt dan nog de journalistieke arbeid van méér dan één hoogleeraar, die, zooal niet direct, dan toch wel zijdelings mede te danken is aan het feit, dat de V.U. mannen met gaven om te leiden, tot leiden de gelegenheid en de ruimte biedt. Dankbaar mag ons Antirevolutionaire volk zijn voor den politikken arbeid van méér dan één hoogleeraar, waar ze ons volk verte genwoordigen in staten en raden. En nu spreken we enkel nog van de hoog leeraren. Toen Prof. Woltjer zijn feestrede hield bij het 25-jarig bestaan der Universiteit, sprak hij over „een 24-tal dissertaties, waarop leer lingen onzer Universiteit gepromoveerd zijn". Nu, 23 jaar later, is dat vierentwintigtal ge worden een getal van 176 En wat toen van die dissertaties gezegd werd, mag thans nog ongewijzigd herhaald worden „sommige daarvan, ik mag wel zeggen vele, hebben opgang gemaakt en zijn in binnen- en buiten- landsche wetenschappelijke tijdschriften zeer gunstig beoordeeld." Dan hoeveel arbeid is er niet verricht door hen, die leerling der V. U., juist krach tens hun opleiding tot dien arbeid voor ons volk in staat waren Er wordt wel eens ge klaagd maar geeft God ons geen stof tot dankbaarheid in dezen, wanneer we zien, hoe in allerlei kringen, in allerlei colleges cu besturen de antirevolutionaire beginselen worden uitgedragen en verdedigd dloor hen, die in den wetenschappelijken en den prae- Karel evenveel pleizier als de bewerker van den val. Neen, hij werd niet gauw boos, maar als hij eenmaal nijdig was, dan was het het best om een eind uit de buurt te blijven. Karei had nog een eigenaardigheid en deze was, dat hij dol op boeken vvfas. Lezen en studeeren, dat was zijn lust en zijjn leven. Op school was hij dan ook numero één. Altijd geweest, van de eerste klasse af tot de zesde toe, waarin hij nu zat. Meester dweepte met den jongen cn meermalen riep hij uit „Als jullie allemaal eens je best zoo goed deden als Karei Frok, wat zou ik dan een gemak kelijk leventje hebben." Als de kinderen op school goed hun best deden, dan mochten ze 's Zaterdags uit dc bibliotheek een mooi boek kiezen. En één van de klanten, die nooit behoefde pver te slaan en die ook nooit oversloeg, was Karei. Maar behalve die bibliotheeklectuur gaf meester ook nog wel eens andere boeken, die zijn persoonlijk eigendom waren, aan zijn leergierigen leerling mee. Dan weer kwam de iongen thuis met een dik boek over aardrijkskunde dan weer met één, dat allerhande verhalen bevatte uit de algemeene en vaderlandsche geschiedenis. Ook wel een boek, waarin velerlei bijzond :r- heden waren te lezen over het leven der die ren. De vader van Karei was over dat alles niet erg te spreken. Vond al die geleerdighe- den maar dwaasheden. Vader Frok was schoenmaker, werkte heel hard van 's mor gens vroeg tot 's avonds laat en verdiende dan ook een behoorlijk stuk brood voorzich- tischen kamp (welke laatste intusschen dik wijls meer met wetenschap te maken heeft, dan velen denken) met eere strijden Daarbij, blijde mogen wc constateeren, dat bij ons gymnasiaal onderwijs, oud-leerlingen van dc V. U. veelal een leidende o.f in ieder geval een invloedrijke plaats innemen. Wel dra zullen het niet enkel classici zijn, die ons voorbereidend hooger onderwijs dienen. Reeds zijn er, die Ned. letteren en geschiede nis studeeren, iii den practischen arbeid. Al meer begint de V. U. een centraal punt te zijn, van waaruit lijnen getrokken worden, principiecle lijnen, naar allerlei levenssfeer. En hocvelc jonge menschcn hebben God niet gedankt voor de leiding, die ze zelve in hun leven, door het onderwijs aan de V. U., ontvingen Maar dit zijn alle min of meer materieele ol althans eenigszins tastelijkc resultaten. Hoe staat het echter met liet resultaat ideëel gezien Daarover in een volgend artikel. J. WATERINK. DUITSCHLAND. Vrucht van Chr. bearbeiding bij ccn ideoot. In ,onze Gereformeerde Kerken komt nu en dan de vraag aan de orde, hoe de Kerk ten opzichte van idioten en zwakzinnigen heeft te handelen, met name of men den Heiligen Doop aan hen mag bedienen. Wij doelen met het oog hierop datgene mie de, wat de predikant Hapipick, director van dc Hephata stichtingen te Treysa, in een, voordracht bij een conferentie verhaalde. „Ongeveer 20 jaar lang werd in on/e in richting een meisje, Kathe gcnaamld, ver pleegd. Van de geboorte af bleek dit kind geheel idioot (volstandig verblödet) te zijn. Zij leerde nooit één woord spreken. Geheel stompzinnig leidde Kathe een plantenleven. Afwisselend staarde zij uren lang beweging loos voor zich uit, of maakte zij trappelende bewegingen. Zij at en dronk, sliep of liet een kreet hooren. Andere uitingen van leven hebben wij in die lange jaren niet bijl haar kunnen waarnemen. Alles wat er onil haar gebeurde, scheen niet den minsten indruk op haar te maken. Ook lichaimielijk werd het meisje steeds ellendiger een been moest worden afgezet, en haar krankte nam steeds toe. Al lang verlangden wij dat God aan haar armzalig leven een einde zou maken. Op zekeren morgen verzocht Dr. W|. müj met hem naar Kiithe te gaan, die op sterven lag. Toen wij bij de sterfkamer kwatmlen, vraagden wij ons af wie voor Kiithe Chris telijke liederen zong. Toen wijl in de kamer kwamen, konden wij onze ooren niet geloio- ven, want de van kindsbeen af idiote Kiithe, die nooit één woord gesproken had, zong zelve de liederen die bestemd zijn voor ster- zelf, zijn vrouw cn zijn eenig kind. Hij ver stond zijn vak uitstekend en was daar wat trotseh op. „Als i k de schoenen gemaakt heb", zoo placht hij zich te beroemen, „kan het eimi- mers water regenen, zonder dat dc wande laar nat wordt." Toen hij tien jaar was, had hiji de school voor altijd verlaten. Dadelijk was hij in het vak gegaan, had bij verschillende bazen ge diend, dan hier dan daar. Hij had altijd zJuinig geleefd en toen hij een paar jaar met zijn Grietje verkeerd had, had hij juist genoeg bij elkaar vergaard om voor zichzelf te beginnen. Lezen kon hij een heel klein beetje schrijven net voldoende om een re kening voor zijn klanten in elkaar te zetten. Verder strekte zijn kennis niet. Maar, zooals gezegd, zijn vak verstond hij uitstekend en zijn klanten roemden he'mi zeer. Zijn eenige illusie was, dat zijn zoon later bij hem in „de zaak" zou komlen,. „Dan zjal je nog eens wat zien", zooi snoefde hiji te gen zijn Grietje. „Dan kan de jongen het lapwerk verrichten en ik doe niets anders dan nieuwe schoenen maken. Dan zal je eens zien, hoeveel geld er wel in het laatje komt!" En vergenoegd wreef hij zich de handen. Maar als hij den jongen dan weer met ccn boek onder den arm' zag thuis komlen, dan versomberde zijn gezicht. „Al die geleerdheid", mopperde hij dan, „wat heb je er aan Heb i k soms veel geleerd En verdien ik dan niet eerlijk mijn brood. Daar heb je Pieter Singel. Moest lee- venden. Telkens herhaalde zij het lied:„Wo t i n d e t die S e e 1 e die Heimat, die R u h, R u h, h i m m 1 i s c h e R u h". (Waar vindt de ziel het Vaderland, de rust, rust, hemelsche rust.) Ongeveer een half uur lang zong zij met een glans van heerlijkheid en zaligheid op het gelaat en ging daarna zacht cn stil heen. Hoeveel vragen werden ons dooi dit sterfbed gesteld Kiithe had dus slechts schijnbaar niet deelgenomen aan al datgene wat er in hare omgeving gebeurde. Het was nu gebleken, dat zij veel in zich opgenomen had. Want van waar had' zij de woorden en de melodie van het lied1, als het niet uit hare omgeving was En zij had den inhoud van liet lied goed verstaan en, paste deze in dc beslissende ure baars, levens toe. Dat was ons reeds een wonder. Nog grooten werd ons dit, doordat d'e tot hiertoe geheel stommie Kathe plotseling klaar en duidelijk de woorden van het lied wedergeven kón. Dr. W. verklaarde „Uit een geneeskundig oogpunt sta ik voor een raadsel. Door tal rijke ontstekingen van het hersenvlies zijjn zoodanige anatomische veranderingen in de hersenschors teweeg gebracht, dat het voor het verstand onbegrijpelijk is, dat het ster vende meisje plotseling helder, duidelijk cn met bewustheid zingen kon"." Iets dergelijks vernam ik van een nnijlner ambtgenooten. Een idioot imeisjc bezocht in 's-Gravenpolder mijn catechisatie voor school kinderen. Zij had al den leeftijd van 18 jaar bereikt en nog kwam zijl getrouw' m'et kin deren van den leeftijd van 12 a 13 jaar naar „de leering". Ik sprak daarover met een ambtgenoot uit de nabijheid en vroeg hem1, of het niet beter zijn zou o.m dit mieisje niet meer te laten komen, omdat zij er toch niets aan had en soms door dc andere catechisan ten geplaagd werd. Deze ontraadde mij dit ten stelligste. Het was hem bekend, dat in een naburige gemeente een idioot meisje tot dertig-jarigen leeftijd op de catechisatie voor de jongste kinderen geweest was. Het meisje werd ziek en stierf. Doch tot verba zing van haar leeraar bleek het op haar sterfbed, dat al wat zij op de catechisatie omtrent den Heere Jezus gehoord had, in haar hart gezonken was, zoo dat zij heerlijk in Christus ontsliep. Het was alsof er een floers om het bcvattingsvermiogen van het meisje gewonden was geweest, dat tot ver heerlijking van den naam des Heeren 'in de ster vensure werd weggenomen. GEEFT UW ADVERTENTIES TER PLAATSING AAN HET ADVERTENTIEBUREAU VAN LITTOOIJ OLTHOFF MIDDELBURG. ren van zijn vader. En wat is er gebeurd Toen hij student was, maakte hij de zuur verdiende centjes van zijn vader op. En wat is hij nu Een kunstemaker-acteur geloof ik, noem je dat mót een vreemld' woord. In de stad staat hij dan 's avonds allerlei mals voor te dragen, staat geklce gezichten te trekken om de menschen aan 't lachen te maken. Een mooie manier om je geld te verdienen En dat komt allemaal van dat studeeren." Het was hem een voortdurende ergernis, dat Karei n og niet van school mocht. Toen hij jong was, was het een heel andere tij'd, veel beter. Toen waren de ouders ten min ste zeil baas over hun kinderen. Ze moch ten ze van school nemen, wanneer ze wilden. Maar daar moet je nu om komen Twaalf jaar zegge twaalf jaar is die jongen van mij nu al. En nog moet hij, een vol jaar blijven. Dat komt allemaal van die leerplicht wet. De menschcn, die die wet gemaakt heb ben, mankeert het hier (en liij wees met den vinger naar zijn bol). Gelukkig, dat je ten minste buiten de school nog baas was over je eigen kinderen, vond de oude Frok'. En hij meende dan ook, dat er geen betere re medie tegen al die boekengeleerdheid was, dan veel boodschappen doen. En zoo moest onze Karei er veel op uit. Hier schoenen halen, die gemaakt moesten worden daar schoenen brengen, die gerepa reerd waren. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1929 | | pagina 5