Synodale Rapporten Een nieuiu leerboek uoor Catechisatie en School. kIrkelijke oudheden. Walchersche Brieven. willen dat ook wel een Christelijk Zieken huis noemen. Toch, wanneer wij; spreken over een Chris telijk Ziekenhuis, denken we aan wat anders dan aan een Roomsche inrichting. Dan ne men we het woord „Christelijk" in den zin, waarin het onder ons, na de groote Refor- matie van dc zestiende eeuw wordt verstaan. Alleen een Gereformeerde inrichting kan ons volledige bevrediging schenken. En we nemen dan het woord „Gereformeerd" niet in kerkdijken zin maar in confessioneelen zin. We denken ons dan een stichting als die van de Vereeniging tot Christelijke verzor ging van Krankzinnigen in „Vrederust". Deze stichting toch staat blijkens art. 2 op den grondslag der Heilige Schrift, naar de verklaring der Gereformeerde Kerken, ver vat in de Drie Formulieren van Eenigheid. Het woord „de Gereformeerde Kerken" wordt dan echter verstaan in breeder historischen zin. De samenwerking van allen, die in dien breeden zin Gereformeerd zijn, zal noodig zijn om tot zulk een ziekenhuis te komen. Het wordt dunkt ons tijd dat aan deze toch belangrijke zaak eens aandacht gegeven wordt. Waarom zou niet evengoed op dit terrein saamwerking kunnen gevonden worden En zou het niet noodig zijn dit ernstig te be proeven Moet niet ook in ons eigen ge west in het ziekenhuis aan den Heere Jezus Christus de eere worden gegeven, die Hem toekomt Gok in onze ziekenhuizen moet de eere worden gegeven aan Hem, van Wien de Schrift ons zegt, dat Hij met innerlijke ontferming bewogen is over de ellendigen. .Ook de zaak van een nieuw leerboek voor Catechisatie en School is al vanaf de Synode van Leeuwarden, in 1920, in onze kerken aanhangig. Ze werd daar gebracht door onderschei dene Particuliere Synoden, die vroegen om een leerboek voor de catechisatie. En ook door een ernstig en dringend verzoek van het „Gereformeerd Schoolverband", dat vroeg maatregelen te nemen, om1 een leerboek tot stand te doen komen als onze Gereformeer de Scholen behoeven. De Synode ging op deze verzoeken in. Een verzoek van d!e Geref. Kerk van Am sterdam-Zuid om niet alleen voor de cate chisatiekamer, maar ook voor den kan- s e 1 e*en leerboek op te stellen werd afge wezen, omdat dit niet noodzakelijk en ook niet gewenscht geacht werd. Het verzoek om een nieuw1 leerboek voor de catechisatie, dat ook voor de scholen zou kunnen dienen, vond echter op de Synode een gunstig onthaal. De commissie, die over deze zaak te rap porteeren had, oordeelde ons, dat in den Catechismus menig, voor onzen tijd1 belang rijk, punt niet genoegzaam wordt besproken. Ze erkende de deugdelijkheid der bezwaren van methodischen en paedagogischen aard, die in het adres van „Gereformeerd School verband" waren aangevoerd. De Commissie waardeerde ook zeer, dat van de zijde der scholen het opstellen van een leerboek van de kerken werd verwacht, opdat aldus de eenheid van het onderwijs in de leer der waarheid, in kerk en school, zou gehand haafd blijven. Zij deed dan ook voorstellen, die beoogden zulk een leerboek saam te stellen. Uitdrukkelijk werd daarbij uitgesproken dat niet gedacht werd aan het opstellen van een nieuw bel ij cLe nisschrift. Om den schijn zelfs te vermijden, dat de Synode een nieuw belijdenisschrift zou geven, werd overwogen, of het niet beter was de opstel ling van dat leerboek aan particuliere han den over te laten. Maar die gedachte werd losgelaten omdat, wanneer een leerboek met het gezag der kerken werd ingevoerd, het in de kerken ook beter inganig zoui vinden. Volgens art. 115 van haar Acta besloot de Synode van Leeuwarden dan ook een Com missie te benoemen van één hoogleeraar in de Theologie, één Dienaar des Woords en één deskundige op onderwijsgebied, om het ontwerpen van een nieuw leerboek voor ca techisatie en school ter hand' te nemen. De hiervoor benoemde deputaten brachten door A. M. WESSELS. III. Fragmenten uit de Historie der Kerk van Goes. Wij zullen niet in een beschouwing treden, hoe de Kerk een organisatie werd, maar ons tot Goes bepalen, hoe zij weer tot de ware Kerk, waarvan Christus Koning is, terug keerde of zooals Groen van Prinsterer het uitdrukte „zich buiten het Genootschap be gevende, in de Kerk te blijven". In Zeeland stond een predikant Huibert Jacobus Budding. Te Rhenen in 1810 geboren, was hij ten tijde der Afscheiding of beter gezegd weder- keering in Goes, terwijl hij in den omtrek der stad voortdurend predikte. Deze man Gods had in Augustus 1834 voor het eerst gepredikt te Biggekerke. Zijn prediking maakte diepen indruk op de hoor ders en het was dan ook geen wonder, dat deze gemeente hem gaarne als Leeraar be geerde. Hij werd er beroepen en nam het aan en deed 14 Dec. zijin intree. Doch het zou daar spoedig misloopcn. het verder dan die voor den uitbouw der belijdenis. Wel konden zij niet een ontwerp van een volledig leerboek aan de Synode van Utrecht aanbieden, maar toch wel van een deel. Het Rapportenboek voor de Synode van 1923 bevatte, na een inleiding, waarin de de putaten rekenschap gaven van de door hen gevolgde methode, als proeve enkele lessen en wel A. Dc Heilige Schrift (1) B. De Heilige Schrift (2) C. De Schepping aller dingen D. De Schepping des menschen E. De voorzienigheid Gods De ambten van den Middelaar (1) G. Het Geloof H. De bekeering. Deze lessen bedoelden een proeve te geven, hoe de deputaten zich het leerboek hadden gedacht, opdat de Synode daarover zou kunnen oófdeelen en uitspreken of haar, de daarin gevolgde methode de juiste leek. Dit ontwerp werd in de kerken niet met algemeen enthousiasme ontvangen. Volledige instemming met het ontwerp werd1 miaar door één kerk betuigd'. Bij andere kerken en clas ses 'waren vele bezwaren. Het valt buiten ons bestel die bezwaren hier alle te memoreeren. Men kan ze vinden in de Acta van Utrecht, bijlage XXXIII, bi. 216 vlg. Maar dat deze bezwaren nog al groot wa ren kan hieruit blijken, dat de commissie der Synode, die over deze zaak te rapporteeren had1, zich gesteld had voor dc vraag of zij de Synode niet zou moeten adviseeren geheel af te zien van het voornemen voor een nieuw leerboek voor de Catechisaties en dc Scholen te laten ontwerpen, ook al meende zij! die vraag ontkennend te moeten beantwoorden. De ingebrachte bezwaren waren, naar haar oordeel, hoewel voor een deel gegrond, toch niet van dien aard*, dat zou moeten afgezien worden van een poging om een niemv leer boek voor de catechisatie en de school op te stellen. De ingebrachte bezwaren zoo meenden ze zouden voor een groot deel vervallen, wanneer voldaan werd aan eenige wenschen en wel o.a. a. dat telkens verwijzing zou ge schieden naar de Belijdenisschriften en de Liturgische geschriften b. dat er rekening zou gehouden worden met de dwalingen van onzen tijd en dat de voornaamste daarvan duidelijk zouden worden aangewezen en c. dat het geheel in inniger toon werd gesteld en daarin het meer persoonlijke geloofsgetui genis tot uitdrukking zou komen. Met de in de proeve gevolgde theologische orde kon de commissie zich vereenigen. De Synode besloot, dat het werk tot het ontwerpen van een nieuw leerboek moest worden voortgezet en betuigde haar instem ming met de hierboven genoemde wenschen. En nu de Synode van Groningen. Op deze Synode kwam van de voor deze zaak benoemde deputaten het rapport, dat zij: tot hun groot leedwezen met hun arbeid niet waren gereed gekomen. Zij! gaven ech ter de Synode in overweging weder een drie tal deputaten hiervoor te benoemen. Naar dit voorstel werd gedaan. De Synode gaf opdracht, den aangevangen arbeid te voltooien en liet concept-leerboek uiterlijk een jaar vóór de eerstvolgende gewone Ge nerale Synode aan de kerken toe te zenden. Zoo mogen we dus dit jaar dit concept- leerboek verwachten. En we hopen zeer, dat deze verwachting niet zal worden beschaamd. Aan verandering van leerboek voor de ca techisatie zijn zeker niet geringe bez'waren verbonden. We hebben in onzen Heidelber- ger Catechismus een leerboek van groote Waarde. Dat blijkt wel daaruit, dat het al zooveel eeuwen heeft stand gehouden. Toch blijft óók waar, dat onderscheiden punten der leer, die in dezen1 tijd in 't bij zonder in het gedrang komen, daarin niet genoegzaam worden besproken. En wanneer door het nieuwe leerboek in die leemte zou worden voorzien, zou dat geen geringe winst zijn, temeer omdat de bedoeling voorzit, dat ae catechismus niet in het vergeetboek geraakt. HEIJ. Amice, Neem me niet kwalijk, wanneer ik nog even terugkom op wat ik je vorige week schreef over de klandizie. Ik ontving een vriendelijk schrijven van één onzer lezers, en daar ik! graag stemmen uit de kerken verneem, wiil ik er hier maar 1 April 1836 werd hij genoodzaakt van dit dorpje te vertrekken, wijl hij pertinent wei gerde om Gezangen te laten zingen. Thans werd hij als 't ware een rondrei zend prediker. Hij was bezield voor de Eer van Zijin Koning en riep het volk op, om tegen de onwettige organisatie te protestee ren en terug te keeren, tot de w'are Kerk, waar Gods Woord onfeilbaar werd geleerd en de tucht werd uitgeoefend. 4 Sept. 1836 's Zondags na de Goesche Kermis, predikte hij voor de eerste maal op Zuid Beveland, in een schuur te ''s H. Arendskerke. Hij opende dezen dienst met het laten zingen van Ps. 63 2 ,,'k Heb u voorwaar in 't heiligdom „Voorheen beschouwd met vroolijk oogen enz." Tot tekst had hij gekozen Joh. 6 29 „Dit is het werk Gods, dat gijj gelooft in Hem, dien Hij' gezonden heeft". In dezen morgendienst bevestigde hij een Kerkeraad, n.ï. die van Nieuwdorp. Het dorp Nieuwdorp behoort tot 'sH. Arends kerke. Reeds was het beginsel der afschei ding daar doorgedrongen, en 'hadden zich daar reeds vele broeders en zusters bijeen gevoegd. Onderling had men reeds twee ouderlingen Chr. Steketee en P. van Westen en twee aanstonds plaats aan verleenen. Het is van den volgenden inhoud WelEerw'. Heer. Ik lees een ingezonden brief van een ne ringdoende waarin de vraag behandeld wordt: Moeten Gereformeerden bij! Gereformeerden koopen In zekeren zin is iedereen vrij, en Iaat ik het aan een ieders geweten over. Maar hei antwoord bevredigt mijl niet van U als Redacteur van een Geref. Kerkblad. Ze ker een kleermaker die zijin vak niet kent gaat men voorbij, als is hij dubbel en dwars Ge ref ormeerd. Verplichtingen zijn er ook. Een niet Geref. leeft ook van een Geref. en omgekeerd. Maar die vrij Zijin o.a. de Boeren, de Ambtenaren enz. Niu zal ik U eens iets uit mijn eigen leven vertellen. Enkele jaren geleden heb ik mij! zelf geves tigd op een kleine plaats. Ik was daar alleen. Eenigen tijd daarna kwam' er een ander bij met winkel en werkplaats. Naar zijn leven te oordeelen een ongeloovig rnensch. De be volking van mijn plaats is voor een groot deel Gereformeerd. Denk U nu, dat "mijn klanten bestaan uit Gereformeerden? Neen h o o r. W at ik wel moet hooren van mijn niet-Geref. klanten, die zich niet om God of godsdienst bekommeren, is dit Met die en die mag je Zondag aan Zondag wel naar de kerk gaan maar zij gunnen je met je gezin nog geen stuk brood. Ziet U, dat wekt verbittering tegen die broeders. Zelfs kerkeraadsleden, die elkaar 's Zondags een hand geven en soms in: het na gebed pm de nooddruft bidden, blijven in de week' uit je winkel. Nog eens, dat stemt bitter wanneer je de broeders en zusters met wie je aan dezelfde Avondmaalstafel aanzit, je eigen deur ziet voorbijgaan en bij! je buurman ziet koopen, die soms niet geeft om' God of zijn gebod. Dat is de praktijk en dat stem ik toe met den schrijver van dien brief Bij andere godsdiensten, vooral bij Roomschen, kan men zien: „We zijn één volk!" Maar bij Gere formeerden gaat er geen kracht van uit, want de liefde tegenover elkander ontbreekt. Met hartelijke groenten, EEN BROEDER. Ik zie, dat de geachte inzender wel zegt, dat hij niet bevredigd is, maar uit den inhoud van zijn schrijven blijkt, dat hij het zoo goed als geheel met mij. eens is. Hij gaat zelfs nog verder, want hij wil degenen, die mingoede waar verkoppen ge heel voorbijgaan, en ik Zoiu zulks niet eens willen bepleiten. Ik zou zoo iemand als Gereformeerde broe der wel eens een zachte waarschuwing ge ven, hem niet de volle klandizie geven, maar geheel passeeren geloof ik niet eens d'at mag. Al geef ik1 toe, dat dan vooral het koopen in hoofdzaak geschiedt uit weldadigheid aan dien huisgenoot des geloof s. Immers een Gereformeerd winkelier, die weinig kapitaal bezit, „het moeilijk uitzin gen kan", zooals men wel eens zegt, moet Wel eens tegen zijin zin mindere kwaliteit in zijn winkel hebben, omdat hij de risico van duurdere kwaliteit niet dragen kan. Ik vind het dan een zaak van barmhartig heid' om, al ben ik misschien een Zeer ge goed lid der zelfde k'erk, zulk een zwakken broeder ook eenige klandizie te geven. Er is altoos wel in 't gezin iets noodig, wat van zoo extra kwaliteit niet behoeft te zijn. Mijn inzender en onze lezers winkeliers zien dan wel, dat ik' volstrekt geen lans 'breek, voor het passeeren van onze eigen geloofsgenooten. Ik zou als algemeenen regel durven stel len Gun zooveel als m o g e 1 ij k i s aan die winkeliers de leverantie, met wie je in eenzelfde kerk en aan eenzelfde Avond maal gaat. Maar laat de winkeliers er om denken, dat hun geloofsgenooten even goed recht hebben op die betrachting van winkelierszijde van het voorschrift Doe wel aan allen, maar 't meest aan de huisgenooten Dat heb ik de vorige maal willen betoogen. Laten we in onze gecompliceerde maat- schappüjvormen er echter wel om denken, dat men ook' wel eens noodgedrongen den broeder passeêren moet, en bovenal dat ons „geloof" nooit een soort „bon" is die wij bij onze winkelwaren of onze zaak vra gen of geven, zooals een cadeau biji een pond koffie, maar dat het ware Christelijke geloof in het zaken doen zelf uitkomt. In den ijver en de manier waarop men zijn klan ten bedient en door de bediening tracht te diakenen W. de Jager en W. Dekker geko zen, die nu door Ds. Budding bevestigd werden. Van deze bevestigingssamenkomst wordt nog vermeld dat Ds. B., dien morgen zit tende heeft gepredikt, Zijn zitplaats was een boerenwagen. Zoo was dus Nieuwdorp weer een zuivere Kerk, met ambtsdragers, die voor de Eere huns Konings stonden. Maar niet alleen waren er te Nieuwdorp vele belijders, ook te Heinkenszand, 's Hee- renhoek en Borselen werden er velen gevon den. i Daar deze drie kleine groepen nog niet zelfstandig konden staan werd een Kerkeraad gekozen voor deze drie te samen. Het waren dc ouderlingen J. van de Luis ter en J. Pijke, en de Deurwaarder B. G. van Loon van Heinkenszand. De verkiezing van dezen laatsten was een moeilijke zaak. j Het deurwaarderschap bracht Wem in moei lijkheden. Immers was hij alzoo niet gedwon- gen, aan zijin broeders en zusters in het ge- J loof de vonnissen te beteekenen De dienst des Heeren ging echter bij; van Loon voor en hij verloor zijin betrekking om des geloofs wil. Maar nu de dorpen voorgingen kon Goes toch ook niet achter blijven. Vrijdag 16 September, kwamen ten huize houden anderzijds in de trouw, waarop een flink ofschoon misschien arm winkelier van den kant zijner klanten recht heeft. Ik1 geloof niet te onbescheiden te zijn als ik meen, dat met dien algemeenen regel onze lezers het allen eens zullen zijn. Welnu dan hebben we hier een geschikte gelegenheid om althans voor een aantal maanden of ja ren het debat hierover in ons blad testaken. v. D. Amice, Nog steeds b'en ik U schuldig een opgave van al de helpers, die in het Magelangsche in eenige tak van dienst werkzaam Zijn en een uiteenzetting welk gedeelte van de kos ten aan al den Zendingsarbeid verbonden, bijeengebracht worden in Indië en wlelke bedragen er iedere maand uit Holland gezon den moeten worden. In dienst der Zending zijn werkzaam1 Tempel Raden Prawiro Soegondo, Goeroe indjil. x Silas, Colporteur. Djamblangan Toebin, goeroe indjil, tevens onderwijzer. Karso, krantenverspreider. Blondo x Wirjo Tresno, beheerder, goeroe indjil. x Zebulon, leider van de mattenmakerij, x en drie onderwijzers, die werkzaam zijn aan de school aldaar, x Immanuel, Colporteur. Magelangds. Iaris Siswasanainl. pre dikant. M. Sadhi, goeroe indjil. Hakkim, goeroe indjil. Soemardjo, goeroe indjil tevens onder- Wijzer aan de school. x Siek Ing Kong, Chineeschë goeroe indjil. Isrom, onderwijzer. Jerobam, onderwijzer, x Martosendjojo, Colporteur, x Darina, Colporteur, x Soleman, Schrijver, x Frits, een Chineesche jongen voor de administratie in de Colp. Boekhandel, x Andreas, voor de administratie, x Soemadi, Onderwijzer aan de Holl.- Jav.-School. x Joesak, idem. x Pramoedjo, idem. x Josalat, idem', x Een Ambonnees, idem. x Een onderwijzer, Onderwijzer aan de Maleischc Christ. School. Glagatombo Petroes, goeroe indjil. Timotheus, onderwijzer. Setjang Jakoboes, goeroe indjil. Tjokro, krantenverspreider. Temanggoeng: Raden Stefanoes, goeroe ind- jiL Kedoe Lawi, goeroe indjil tevens onder wijzer. Parakan x Mandoer, die aan 't hoofd' van 't hospitaal staat, x 2 verplegers, x 4 bedienden, x Soleman, Colporteur. Djoema Kamidjan, Goeroe indjil en onder wijzer. Koesoema, Onderwijzer. Pingit Raden Johannes, Onderwijzer. Wasidjo, Goeroe indjil en onderwijzer, 'r I" i: f£[~ I I ÉH I I i Uit dit lijstje blijkt, dat het ;aantal Java nen en Chineezen, die aan het Zendingswerk te Magelang verbonden zijn, 46 bedraagt van deze arbeiders komen er voor rekening van de Zendende Kerk 18 en al de luidjes, voor wier naam' een x staat, worden betaald uit bronnen, die in Indië gevonden worden, uit subsidie's en vrijwillige bijdragen niet minder dan 26 Javanen en Chineezen zijin in 't Zendingswerk b'ezig, voor wie uit Holland niets behoeft te worden gezonden, verreweg het grootste deel wordt bekostigd uit In dische bronnen. Ik heb er over gedacht om achter iederen helper en onderwijzer in dienst der Zending het bedrag te plaatsen, dat iedere maand aan hen uitbetaald wordt, maar dat zou toch een onzuiver gegeven zijn om vast te stellen, hoe veel er in Indië bijeengebracht wordt, want behalve de salarissen, is er nog zooveel meer noodigik wil U daarom liever vertellen van broeder Martinus Robeijln een aantal broeders bijleen. Ook zij wilden den Heere naar hun geweten dienen. Onder biddend opzien koos men een zes tal uit, die den Kerkeraad1 zouden vormen, het waren 3 ouderlingen Martinus Robe jin, Pieter Geense en 'Hendrik Zwieter en 3 dia kenen Laurus Laurusse, Johannes van An- rooy en Johannes Hoogesteger. Ds. Budding werd verzocht naar Goes te komen en daar de ambten weder Je her stellen, doch hij antwoordde, komt jullie Zon dag 18 Sept. maar naar Oudelande, in de schuur van zekere Stoffel de Mol, dan zal ik daar in de morgendienst de kerkeraad van Goes bevestigen. Het welk geschiedde met een predikatie over Luc. 13:6—9. Men meene nu echter niet dat de Gere formeerde Kerk van Goes enkel uit Goese- naars bestond. Velen uit het land van Goes kwamen toelating vragen, daar er op 'hun plaats geen kerkeraad was, onder wier tucht en opzicht ziji zich konden stellen. Gods werk maakte in het land' van Goes goede voortgang. Op 1 Mei 1837 telde de kerk van Goes (de leden buiten Goes, die ingeschreven wa ren meegerekend) reeds 700 belijdende leden. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1929 | | pagina 2