JavaSoemba-film op 17 Jan. 1929. School-Zending. BOEKAANKONDIGING INGEZONDEN STUKKEN. KERKNIEUWS f 1015.135, optelt. Daarvan ontving de pen- ningmeesteresse van den Knipkrans zoo als vermeld wordt op bl. 8 f 1000. Van het saldo besloot het comité f 450 af te dra gen aan de Zendende Kerk. Dat is dan nog f 50 meer dan het op de begrooting 1928 ver melde bedrag, en die zullen den penningmees ter welkom zijn. Niemand meene, dat deze gelden alzoo eigenlijk aan hun bestemming onttrokken worden. Op de begrooting voor uitgaven komt ook voor een post van rente en aflossing van geldleeningen en daaronder is ook een geldleening voor het hulphospitaal. Is hier reden van dankbaarheid, volkomen terecht wordt in het verslag opgemerkt, dat zeer te betreuren is, dat 35 zegge zes en dertig kerken ook na herhaald schrijven niets zonden. Zes en dertig kerken krijgen een vriendelijk verzoek om ook voor dezen arbeid wat te doen ze krijgen een herhaald verzoek daartoe, maar ze nemen dat alles ge woon voor kennisgeving aan. Dat is toch wel wat heel erg. En we hopen zeer dat die kerken zich toch eens zullen herzien en ver beteren. Een stap in de goede richting zal wezen, wanneer men gaat voldoen aan de door Ds. Merkelij.n hier weer ontwikkelde gedachte, om op elke plaats een Zuster-Comité op> te richten dat dezen arbeid behartigt. Het be wijs dat er zoo actie en liefde komt, geven al die plaatsen, waar zulk een comité reeds bestaat. Vooral in verband met de grootsche plannen te komen tot een hoofdhospitaal, zijin zulke plaatselijke comité's onmisbaar. Aan het Comité ontviel door den dood Mej. C. Hondius. Haar naam staat nog bi} het Comité vermeld. Maar kort na liet afdrukken van het verslag werd zij1 uit het leven weg genomen. Haar sterven is een groot verlies voor haar familie, inzonderheid voor haar moeder, die we dan ook toebidden die vertroostingen van dien God, die haar in vrede deed ontslapen. Maar ook in den kring van het Comité zal dit heengaan zeer worden gevoeld. Van den aanvang af had 'deze zuster een plaats in het Comité. Gedurende enkele jaren was zij penningmeesteresse en kwam dus een groot deel en niet het aangenaamste deel van den arbeid voor haar rekening. Zij verrichtte echter dat werk met groote opgewektheid en toewijding tot dat gezondheidsredenen haar noopten als zoodanig ontslag te nemen zij1 bleef echter lid van het Comité om nog zoo veel als haar mogelijk zou zijln mee te blij ven arbeiden. Want de Zendingsarbéidl en in zonderheid de medische Zending had de lief de van haar hart. Aan haar nagedachtenis wijlden we hier aan een woord van warme waardeering voor wat zij voor den Zendingsarbeid was en deed. Laat ik van m'n positie als redacteur dit maal eens mogen gebruik maken, bij' hooge uitzondering, om een woord te richten tot de lezers in eigen gemeente. En wel om hen te vragen, dat wie uit Koudekerke een kaart wil hebben voor 17 Jan. mij dat zoo spoe dig m o ge 1 ij k opgeve. Een waarschuwing mag daar wel bij', dat men n.l. niet denke, dat heeft deni tijd nog wel. We zien aankomen dat, wie zich niet spoedig opgeeft, straks achter het net zal visschen. Het geval zou zich natuurlijk kun nen voordoen, dat wanneer iemand nu al een kaart bestelt, hem op' 17 Jan. de gelegenheid zou ontbreken om er gebruik van te maken en dat die overweging er toe leidde om nog maar uit te stellen. Toch lijkt ons dat onjuist gedacht. Allicht heeft men dan nog wel ge legenheid die kaart over te doen aan een an der. En wanneer dat eens niet zou kunnen, zou het nog zoo erg niet zijin, men heeft dan nog het genoegen te kunnen bedenken, dat men met zijn bijdrage het goede doel heeft gesteund. Wat nu voor Koudekerke geldt, geldt ook voor de andere dorpen op Walcheren en ook daarom vonden we vrijmoedigheid dit te schrijven, omdat het een meer algemeen be lang is. De predikanten op de verschillende dorpen -zullen wel bereid zijin bestellingen op kaar ten voor 17 Jan. in ontvangst te nemen of anders te verwijzen naar het adres daarvoor in hun gemeente. HEIJ. Nu we het over de medische Zending had den, willen we daaraan iets toevoegen over de School-Zending. Is de medische Zending één van de allerbeste hulpmiddelen, ook de School-Zending is een belangrijk hulpmiddel. Die School-Zending ontbreekt op ons Zen dingsterrein niet. We hebben daar een aan tal van die scholen, waardoor we kinderen be reiken en ook nader contact krijgen met "de ouders. Zij, die Indië kennen, oordeel en dat we ook die scholen niet missen kunnen en dat we het daarheen moeten sturen dat onze Zendingsscholen de beste zijn en daardoor vanzelf de kinderen lokken. Voor de door de regeering erkende schoten wordt subsidie gegeven. Een subsidie, die vol doende is om de kosten te dekken. Evenwel duurt het weieens een heele poos voor zulk een school erkend wordt als voor subsidie in aanmerking te komen. Want het gaat niet zóó, dat men eerst toezegging krijgt van de regeering en dan kan gaan bouwen. Maar het gaat zóó dat de Zending moet beginnen en als dan blijkt, dat de school levensvat baarheid heeft en in een behoefte voorziet, eerst dan kan de subsidie komen. Zoo brengt de oprichting van de Zendings scholen ook kosten mee Wanneer de sub sidie eens wat lang uitblijft kunnen die kos ten wel eens vrij hoog op loopen. Toch mag daarom de oprichting van die scholen niet stopgezet worden. De vraag werd daarom onder dé oogen gezien, hoe we voor onze School-Zending aan de noodige finantiën kunnen komen, zonder de ontvangsten voor den hoofddienst en straks ook voor den medischen dienst te drukken Ds. Merkelijn opperde toen een gedachte, die kort geformuleerd hierop neerkomt „Voor de scholen door de scholen". Wat daar mee bedoeld wordt willen we duidelijk ma ken. Op vele scholen circuleert een busje, waarvoor de kinderen iedere week één of twee centen meebrengen. Dat geschiedt na tuurlijk geheel vrijwillig. Die busjes heb ben dan op de onderscheiden scholen een ver schillende bestemming. Zoo zijln ons scholen bekend, waar men een busje had vooir een Hongaarsch kind. Het „Voor de school door de school" bedoelt nu aan de hoofden der scholen te vragen, in overleg met hun school besturen, dat zij in hun school een busje plaatsen voor de School-Zending oip ons ter rein Magelang, en de kinderen opwekken hun ouders te verzoeken of ze daarvoor elke week één of twee centen mogen meenemen. De gelden, die dan uit dé schoolbusjes ki> men, zouden dan alleen mogen gebruikt wor den voor de School-Zending en daarom apart worden geboekt en verantwoord. Op de vergadering der Zendingsdeputaten vond deze gedachte aanstonds bijval en eik- van hen nam op zich in zijn classe dit plan mee te deelen en aan te bevelen. Door onze Kerkbode willen wij ook aan deze zaak meerdere bekendheid1 geven. Het lijkt ons toe dat, wanneer in Zeeland en Noord-Brabant en Limburg deze gedachte in gang vindt, op deze wijze een bron van in komsten zou gevonden zijn, waardoor de zaak van de scholen niet langer zou drukken op: de rekening voor den hoofddienst en we voor onzen scholenbouw1 wat meerdere ruimte zouden krijgen. Dat een school een gemengde school is be hoeft hier geen bezwaar te zijn. Wanneer op een school Gereformeerde en Hervormde kin deren gaan en er circuleert op zulk een school een busje voor de Zending, dan kan d!e op brengst daarvan naar evenredigheid verdeeld worden voor onze Zending en bijv. die van Oegstgeest. En ter aanbeveling van deze schoolbusjes, mag hier ook wel worden doorgegeven, waT op de vergadering "der Zendingsdeputaten Tn 't midden werd gebracht. Wij hebben in ons land den schoolstrijd ge had, en die schoolstrijd heeft ons groote gel delijke offers gekost. Toch zijln we voor die offers niet teruggedeinsd en we hebben nu de gelijkstelling gekregen. In Indië hebben Wé te kampen met tegenstand. Daarom vra gen de scholen daar nu nog offers. Laten de scholen hier, die van onder den finantieelen; druk verlost zijn, nu de helpende hand bieden aan de Zendingscholen op Middén-Java. Van harte kunnen we daarom aanbevelen de leuze „Voor de school door dé school" en het zal ons zeer verblijden, wanneer al- lerwiege bij1 de hoofden en besturen der scho len dit plan welwillend wordt ontvangen en deze actie straks een belangrijke bate zal op leveren voor onze School-Zending. HEIJ. Dienstbaren en V r ij' e n door D. Hogcnbirk Jzn. Schrijver van „Ne- veldijk". Konings Uitgeverijl en Bock handel, Baarn. Met heel veel genoegen zetten we ons tot het schrijven eener aankondiging van liet hierboven genoemde boek. Prof. van Schelven zegt in zijn leerzaam boekje „De bewerking van eene piëtistisch getinte gemeente" dat het zoo gewichtig geachte onderdeel van de Theologische wé tenschap, genaamd „Ambtelijke vakken" hem vaak had in den steek gelaten, wanneer het er op aan kwam daarin leiding te vinden voor de besturing der zielen. Er is sinds Prof. van Schelven dat schreef (in 1914) wel eenige verbétering op dat ge bied gekomen. Toch is er op dit terrein nog een groot tekort. En al wat dienen kan' dit tekort te verhelpen, moet dan ook met vreug de worden begroet. Hier toch liggen wel de grootste moeilijkheden voor het ambtelijk werk in de prediking, de catechesatie en het huisbezoek. Voor een duidelijke uiteenzetting van de objectieve waarheid, geven de dOg- matieken meestal genoeg, maar de objec tieve waarheid moet ook subjectief toege- eigend worden door het geloof. En bij! die toeëigening door het geloof doen zich de groote moeilijkheden voor. Het kan zijln, dat mep zegt, niet te twijfelen aan de ob jectieve waarheid, maar aan eigen geloof. Over dat eigen geloof zou men gaarne meer licht hebben. Daar zijn menschén, van wie men den indruk krijgt dat ze oprecht dén Heere liefhebben, en die toch maar weinig geloofsvreugde kennen. Hoe zijn nu zulke zielen te leiden, opdat ze meer smaken mo gen de vreugde des heils Voor die leiding der zielen nu, bevat dit boek kostelijke gegevens. Het is een boek vol van herderlijke levenswijsheid. Het geeft twee verhalen. Het eerste geti teld „De veldwachtersvrouw" het tweede: „De Burgemeester". Beide beschrijven het dorpsleven en doen dat met veel talent. Het goede daarin wordt niet miskend1. Maar het kwade daarin wordt ook met rake zetten geteekend. In de levensgeschiedenis èn van de veld wachtersvrouw èn van den burgemeester vindt de schrijver gelegenheid het gezondé geestelijke leven te teekenen in tegenstel ling met en onderscheiding van wat daar voor, echter teil onrechte, wel eens wil door gaan. Als een representante van het laatste ma ken we hier kennis miet Krelia Roering, die erg goed dominees hooren en nog veel beter over hen praten kon, welke gaven ze niet verzuimde naar behooren te ontwikkelen die, toen ze eens een Oogstpreek1 had ge hoord over Ps. 104:33, 34: Ik zal den Heere zingen in mijn leven enz., als haar oordeel uitspraak over den dominee „hij kan voor mijn part ophoepelen met z'n zin gend Christendom" die meer noodig had dan „de waarheid" en daarom nog al erg met zichzelve ingenomen was. Een heel andere was de veldwachters vrouw. Zij dacht niet hoog van zichzelve zag wel eens hoog op tegen die Krelia wist niet wat zij van zichzelve denken moest; wist wel wat zij begeerde zij begeerde een kind des Heeren te zijn, maar ze was daar mee gedurig in strijd haar beste oogenblik- ken had ze in de kerk het Woord Gods was haar brood en water, spijs en drank, maar ze durfde daar niet over spreken die echter, tot haar troost, zich door het Woord Gods liet leiden tot Hem, die gekomen is om zondaren zalig te maken. Aan den stijl van dezen auteur moet men een beetje wennen, maar dat is tot ,op ze kere hoogte als een verdienste te beschou wen. En dit boek heeft dan ook uit stijl oogpunt groote verdiensten. We kunnen dit boek met warmte aanbe velen. Tjaart van de Meuve door L. Penning, uitgave La Rivière en Voorhoeve, Zwolle. Pennings boeken zijn bekend. Vooral zijn boeken over den Transvaalschen oorlog. Het is niet noodig die aan te bevelen. Zij hebben zich al lang een plaats veroverd. Ook het hierboven vermelde verhaal, geeft een epi sode uit dien strijd. Het laat zich weer pret tig lezen en maakt het verhaal ook weer dienstbaar om in het licht te stellen de heer lijkheid van de vreeze Gods. HEIJ. In de velden van Efratha. J. J. Knap Czn. 3e druk. J. H. Kok, Kampen. Het is maar weinigen gegund van hun boeken nog tijdens hun leven een derden druk te zien verschijnen. Bijzonder wanneer dit Stichtelijke Over denkingen zijn, waarnaar de vraag int bree- den kring niet zoo groot is in onze dagen. Maar de boeken van Knapi maken een uit zondering. Er zijn tal van Gereformeerde ge zinnen waar deze Groningsche predikant een geliefa en vaak gelezen schrijver is. In de Velden van Efratha was het eerste boek dat er van zijn hand ver scheen en vooral ook met dit boek heeft hij zij'n naam bij ons gevestigd. We behoeven wérkelijk deze derde druk niet aan te bevelen. Hij! spreekt voor zich zelf. Het is een groot geluk' en het geeft reden tot dankbaarheid, dat deze lectuur nog door zoo velen blijkt gelezen te worden. Ds. Knap schrijft zeer populair. „Met fijne geestelijke intuïtie beziet hij de verhalen in het licht der N. T.isché Godsopenbaring en ontwikkelt in schoone, bondige taal hun rijke bete eken is." We zijin dankbaar voor dit mooie boek, en wenschen het ook in zijn derden druk een vóorspoedigen en rijkgezegenden loop, toe. Rust gevonden. Johannes. J. H. Kok, Kampen. 't Verhaal van een jongen, die in de Filo sofie gaat studeeren, in aanraking komt met een ongeloovigen „weldoener", en door een harden weg van ziekte en vooruitzicht op spoedig sterven weer tot het geloof uit zijln kinderjaren, dat hij! nooit geheel verloren had, terugkeert. Een eenvoudig boekje in den trant van Terug naar 't Vaderhuis, of, wan neer dit prachtige boek al weer ©enigszins vergeten zou zijn, in den trant van Papke's Het nieuwe licht. Men zou al is de lectuur er van niet on bevredigend, toch ook wel eens een meer reëel verhaal verlangen waarin het niet al les zoo goed afliep; want dat dit in het werke lijke leven dikwijls plaats vindt, schijnt onze Chr. Romanlitteratuur niet te weten. Maar dat is geen gebrek van Rust ge vonden alleen. v. D. Naar wij vernemen zal er met enkele da gen bij den Uitgever J. H. Kok te Kampen een antwoord verschijnen op de onlangs ver schenen brochure „Zijn de mannen van As sen zelf aanranders van het Schriftgezag, door een Gereformeerd Predikant". Dit .antwoord zal getiteld zijin: „Een h o© r n stoot tegen Assen?" (Ant woord op een conscientiekreet). Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Hooggeachte Redactie. Zou U aan den voorzitter van Vrede rust, oua-Minister Van Dijk, eens willen vragen of hij in de eerstvolgende Kerkbode een verzoek wil plaatsen om een gave voor het Kerstfeest voor onze krank zinnigen om hen ook te verblijden op het geboortefeest van onzen Heere Jezus. Ds. Donner was dit ook gewoon te vragen. Dan heb ik 'meteen een aanbevelingsbrief als ik bij: de menschen kom. Want als men met leege handen op be zoek gaat om een gave, komt mén zooi als een bedelaar. Niet, dat ik geen vertrouwen heb bij1 de menschen, maar ik win er ook graag eens een nieuwen klant voor die gave bij. Ik heb al eens in de Kerkbode gekeken maar vond nog niets. Wil u het wel voor mij' doen. 11 Dec. R. Daar het al wat laat werd om1 nog aan Excellentie Van Dijk te schrijven en dan nog tijdig zijn antwoord in de Kerkbode voor Kerstdag te hebben, meen ik in zijn geest en in dien van dit zeer sympathieke schrijven te handelen, wanneer ik zelf met de woor den van dezen eenvoudigen broedler het ver zoek maar doe. Door de vele veranderingen, die er in dit jaar van ernstige verliezen voor Vrederust zijn gekomen, zal mogelijk die vraag achter wege zijn gebleven. En al zou het zijn dat ze voor dit jaar niet herhaald was, uit andere oorzaken, dan zal toch zeker de sympathie die uit het schrij ven van br. R. spreekt op zichzelf reeds een Kerstgave voor Vrederust zijn, en de giften zullen zonder twijfel ook dankbaar aanvaard worden zonder dat er apart voor gevraagd1 werd. Laat men er nog tijdig aan denken. We willen ze graag verantwoorden. Blijkt het op den duur niet meer noodig, dan hooren we daar wel van. V. D. P.S. Blijkens advertentie is aan het ver langen van br. R. reeds voldaan. CORRESPONDENTIE. De R. te Z. 't Spijt me dat U het met mijn onderschrift, niet eens zijt. Maar we kunnen na de breede plaats, die een en ander reeds heeft ingenomen, nog niet eens op nieuw stukken daarover opnemen. Het de bat over deze dingen is verder voor wat ons blad aangaat, gesloten. v. D. TWEETAL TE 's Gravenbage-OostP. Ck. v. d. Vliet te Utrecht. A. G. Wolf te 's Graveland. BEROEPEN TE Zwecloo D. v. Enk, cand. te Kampen. Pijnacker-Nootdorp A. de Bondt cand. te Zwijndrecht. Nieuwerkerk (Z.)H. W. Engelkes cand. te Amsterdam Amsterdam-Noord (als hulppred.) W. F. M. Lindeboom, cand. te Amsterdam. AANGENOMEN NAAR Amsterdam-NoordW. F. M. Lindeboom cand. te Amsterdam. BEDANDT VOOR Ermeloo (2e pred. pl): S. Neerken te Ulrum. IJlstW. Tom te Warns. GondaJ. A. Sckeps te Bolnes. Urk W. Doorenbos te Gerkesklooster-Stroobos. Afscheid en Intrede. Helder. Het was Zondag voor de Kerk van den Helder een blijde dag, daar zij na een vacature van slechts drie maanden, weer een eigen herder mocht ontvangen door de overkomst van ds. F. Tollenaar, van Pernis. Des morgens werd ds. Tollenaar bevestigd door ds. J J. Bouwman van Almelo, naar aanleiding van 1 Cor. 3 10—15 Des avonds deed ds. Tollenaar zijn intrede met een predikatie over Joh. 1 43a, er op wijzende, dat het leiden tot Jezus is de bijzondere roeping van den Dienaar des Woords. Geesteren. Zondag deed dhr. E. I. F. Nawijn, theol. cand. te Groningen, zijn intrede bij de kerk te Geesteren-Gelselaar, na des morgens bevestigd te zijn door ds. J. Gispen te Groningen, predikende over 1 Korinthe 4 1 en 2. Ds. Nawijn nam den herderstaf op met Ps. 1251. Warffum. De van Twijzel over.ekomen ds. H. de Zwart werd des morgens door ds. Gootjes van Baflo bevestigd en sprak daarbij over Coll. 1 28 en 29. Des namiddags verbond de nieuwe leeraar zich aan de gemeente en sprak naar aanleiding van 2 Cor. 5 20 en 21. OVERDRACHT GRAFMONUMENT WIJLEN Ds. J. H. DONNER. 10 December, den sterfdag van ds. J. H. Donner, had op het kerkhof van de Stichting „Vrederust" te Bergen op Zoom de overdracht plaats van het door een daartoe gevormd Comité gesticht grafmonument. Om 2 uur had zich een groote groep belangstel lenden uit Breda, Nieuwdorp en van de Stichting „Vrederust" met de familie Donner op het graf van wijlen ds. Donner verzameld. De Voorzitter van het Comité, de heer M. de Nooyer uit Breda, las 1 Joh. 5, waarna hij in een hartelijke toespraak het gedenkteeken overdroeg aan de familie. Namens de familie sprak ds. A. M. Donner, eme ritus-predikant te 's-Gravenhage woorden vau dank voor de waardeering, die sprak uit de stichting van dit monument voor den persoon en arbeid van wijlen zijn broeder ds J. H Donner. Namens het Bestuur van de Vereeniging tot Chris telijke Verzorging van Krankzinnigen in Zeeland, waarvan de Stichting „Vrederust" uitgaat, sprak de Voorzitter, de heer J. J C. van Dijk. Wij, zoo sprak hij, als mede-arbeiders in het werk der Barmhartig heid hebben voor de herinnering aan ds. Donner zulk een monument niet noodig, daar deze arbeid, welke zijn levenswerk was, ons de herinnering aan zijn persoon dagelijks levendig houdt Doch omdat ook zij, die na ons komen, dezen stoeren arbeider in Gods Koninkrijk mogen gedenken, is dit gedenk teeken opgericht. Hij liet zingen Psalm 898 waarmede de plech tigheid was afgeloopen. Hierna was er gelegenheid het monument te be zichtigen. Het geheel is uitgevoerd in een combinatie van metsel- en natuursteen en in zeer sobere lijn gehouden. In het opgerichte hardsteen staat ge beiteld Johannes Henricus Donner. V. D. M. 17 Nov. 1867 10 Dec. 1927. Breda. Nieuwdorp. Vrederust. „Die in den Zoon geloofd, die heeft het leven". 1 Joh. 5 12a. Deze laatste woorden werden door den overledene even voor zijn tragisch verscheiden gesproken op het graf van den 2en Voorzitter van bovengenoemde Vereeniging ds. N. M. de Ligt te Middelburg. Het gedenkteeken werd ontworpen door den archi tect F. J Verwoerd uit Breda en uitgevoerd door M. J. Scheffelaar, aannemer te Bergen op Zoom. Donderdag herdacht ds. A. Schouten, predikant bij de kerk van Aalten, den dag waarop hij voor 25 jaar aldaar zijn intrede deed. Ds. J. F. Colenbrander, sedert 1909 missionair predikant te Melolo op Soemba, vanwege de Kerken in de drie noordelijke provinciën, zal met het oog op den gezondheidstoestand van zijn echtgenoote, niet meer naar Soemba terugkeeren. Gaarne zal hij een beroep van een kerk in Nederland in overweging nemen om na afloop van zijn verlof, 1 April 1929, die te dienen. De heer D. van Enk, theologisch candidaat te Kampen, deelt mede, dat in verband met het beroep van de kerk van Zweeloo, de datum van 15 Januari '29 (de dag waarop hij graag een eventueel beroep in overweging wilde nemen) vervalt. Van nu aan zal hij dit gaarne doen. Zijn adres is Oudestraat 140 I, Kampen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1928 | | pagina 2