Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. 42e Jaargang, Vrijdag 16 November 1928. No. 46. RedactearenDs. P, VAN DIJK te Serooskerke (W.) en Ds. A. C. HEIJ te Koadekerke. Persvereertiging Zeeuwsche Kerkbode. UIT HET WOORD. GETHSÉMANÉ. Kerkelijk en Geestelijk Leuen. Het gebed in de Siaten-vergadering. Gereformeerde Jeugdcentrale. PAPERS PES WOORPS. Ruim 80 Theologische studenien dit jaar. ZEEUWSCHE KERKBODE Vaste medewerkers D.D. L. BOUMA, P. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, P. STAAL Pm, en R. J. v. d. VEEN. AbotinementsprIJsi Advertentleprijsi per kwartaal by vooruitbetaling f 1, Afzonderlijke nummera 8 oent. 15 oent per regelby jaarabonnement van min8tena 500 regela belangrijke reduotie. UITGAVE VAN DE Adres van de Administratie: Firma LITTOOIJ OLTHOFP, Middelburg. Beriohten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdag morgen 9 uur te zenden aan de Drukker» LITTOOIJ OLTHOFF Sparyaardstraat, Middelburg. TELEFOON 2 3 8. GIRONUMMER 4 2 280. Wien zoekt gij Indien gij dan Mij zoekt, zoo laat dezen heengaan. Johs 18 7, 8. Wien zoekt gij Jezus zegt het tot de bënide. Maar wie is die benidie Jezus' vraag „wien zoekt gij?" is de echo van ie en anidlere vraag, die veel, veel vroeger geklonken had'. Tot Pilatus, zegt de Heilanjdi straks Gij zoudt geen m'acht hebben tegen Mij, in|dien het u niet van boven gegeven ware. Na zijne opstanding heet het tot die EmL niausgangers Moest de Christen niet altdleze dingen lijdien, en alzoo tot zijne heerlijkheid ingaan Petrus in zijn Pinksterrede zegtDezen door den bepaalden raad' en voorkennis Gods Overgegeven zijnde, hebt gij genomen en gedl00|d!. Hier bij Johannes Wordt het, Wien zoekt gij in verband' gezet niet het „laat dezen heengaan, opdat (die Schrift vervuld w'orde Uit degenen, die Gij Mij gegeven hebt, heb ik niemand verloren." Ge kunt het lijden nooit los'maken van heel de heilsopenbaring Gold's in Zijn Wloord. Ook deze vraag is te zien alleen in het licht van het woord: genadle. Eenmaal, na den val in het Paradijs had de Heere Ad'aim gezocht Waar zijt gij Adam! verbergt zich, vreest het vonnis hoe- w'el de eigenlijke Strafldrager reeds toen aan gewezen wordt. Nu in deze ure in het Gethsemiané is het God weder, die den tweedien Adami zoekt. Door die bendie, die Zij'n raad' volbrengen 'mloet. Dat Christus' gehoorzamen niet was aan die bende toont hij. Op de eerste vraag val len zij ter aarde, en hij stelt die conditie Indien gij Mij zoekt, hebt giij dezen te laten gaan. Zijn gehoorzaamheid is aan den Vader, die Hem gezocht heeft, om zijn volk in de vrij heid' te laten gaan. De Middelaar ziet in dit zoieken, het zoe ken van den eeuwig b'armihartigen God naar den Borg. Hij gewillig en volkomlen bereid, vol bewust van zijn Midd'elaarstaak, hem van eeuwigheid opgedragen, ziet dit zoeken Gods naar het Lam ten offer in heel Zijn leven. De wereld1, die voor haar zonde een zoen offer behoeft, zoekt Hem!Hij laat zich bin den door de wereld voor de wereld. De dood' zoekt hem, die de bezoldiging der zonde is hij laat zich binden door den dood om der wille van het leven der Zijnen. De hel zoekt helm., die het loon is voor alle overtredinghij ondergaat de angsten d'er hel, om der wille van den hemel voor de Zijnen. De duivel zoekt Helm., als zijn groote We- derpartijer, hij laat zich in den laatsten kamp de verzenen vermorzelen, om Satan voor zijn volk onschadelijk te miaken. Want in al die d'ingen ziet hij het zoeken van Zijn uitverkoren volk, dat een Borg be hoeft ojmi in den weg der gerechtigheid weer miet God te kunnen wandelen. Ziet hij het zoeken van den Vader, die de wereld' ;alzoo liefheeft, dat Hij haar tot heil helm ten offer bracht. Daaroimi geeft de Heiland' zich, aan God, aan Zijn toorn, aan Zijn straf, aan Zijn hei lig recht, maar ook aan Zijn onbegrijpelijke liefde; want hij weet het: Nu God ml ij zoekt, laat de hooge Rechter mijn volk, mijn discipelen vopr eeuwig vrij uitgaan. Daar leidt men Jezus, den Borg, gebon den heen en van het oord der verschrikking vlieden nog geërgerd' en in vreeze zijn dis cipelen wegmaar in vrijheid. En dit is profetie en vervulling beide. Vervulling van het Schriftwoord Niemand' verloren uit de gegevenen des Vaders. Profetie van wat in het laatste oordeel wer kelijkheid zal blijken Heimi gezocht, omdat God de zonde niet ongestraft kan laten maar daarolm' allen die in Jezus hunnen Borg heb ben gevonden voor eeuwig vrij. Wie vinden hem! Die zijn het, die weten dat God de zonde zpektdie betreuren de slaafsche banden waarin de zonde hen gevangen tracht te houden die geloovig erkennen Wat Hij boette, heb ik verdiend die nu echter al hun hoop voor de eeuwigheid', al hlun hoop op de eeuwige vrijheid' kinderlijk stellen op dezen door God gezochten, dezen door den Vader bereid1 gevonden en aan Zijn volk gegeven Zaligmaker alleen. VAN DIJK. Hoewel ik geen overdreven waarde wil toekennen aan het feit, dat in de vergadering der Staten van Zeeland het gebed zijn in trede heeft gedaan, toch wil ik mijne ingeno menheid daarmieê uitspreken. Dat het niet eerder geschied is, moet toegeschreven war den aan den groot en invloed, welken de vrijzinnige beginselen op: het Zeeuwsche volk hebben ^uitgeoefend. Met opzet druk ik mij zoo uit, want ik zou niet durven beweren, dat de vrijzinnigen tegen het gebed zijn. Meermalen hebben zij het zelf verzekerd ook in den strijd, welke over de invoering van het gebed in raden en Staten gevoerd is. Zij beriepen zich vaak op> een woord' van Jezus uit dc Bergrede Als gij bidt, sluit uwe bin- tnenkamer, en als zij daarover hun inlichting gaven, dan zeiden zijzoo denken wïïj1 er ook over. Het gebed is van zoo' teederen en heiligen aard, dat wij het moeten gebruiken in het verborgen. Wij gunnen aan het gebed gaarne een plaats, maar dan in 't persoonlijk leven. Wij achten het te hoog om het in 't openbare leven te 'brengen. Zij gaven den indruk, dat zij1 o zoo bevreesd waren voor alle Pharizeïsme, waartegen Jezus zoo ern stig gewaarschuwd had. Het kwam behalve in 't persoonlijk, ook nog wel in een kerke lijke samenkomst tc pas, maar men moest het buiten de publieke vergaderingen houden, waarop uitsluitend gehandeld werd over de 'belangen van stad en land. Daarbij' kwam nog, dat de werkelijkheid ons leerde, dat de bewoners van een of andere provincie uit eengegaan waren in onderscheiden Staatkun dige partijen, welke ook inzake het gebed geheel verschillende beschouwingen er op nahielden. Practisch was het ook' onmogelijk, dat vrijzinnigen, socialisten, Gereformeerden en Roomsch-Katholieken met elkander ge meenschappelijk bidden konden. Het was der halve wijs om daarmede rekening houdende het gebed buiten zulke vergaderingen te hou den, op die wijze toch was het alleen mo gelijk om te voiorkomien, dat het gebed tot een twistappel werd. Zij meenden het inder daad goed en zij dachten aan het woord, dat men het heilige den honden niet voorwerpen moet. Zich onthouden was dus de weg, waar langs men alleen veilig gaaii Icon. Wij kun nen ons derhalve wel voorstellen, dat iemand zich verzetten kan tegen de invoering van het gebed in zulke vergaderingen zonder zelf tegen het gebed te zijn. Wij' kunnen ook wel verstaan, dat enkelen zitten blijven, wanneer het gebed gedaan wordt, al is het tevens waar, wat De Zeeuw schreef, dat het een belijdenis van ongeloof is. Zoolang de toe standen in Zeeland blijven, zooals zijl nu zijn, zullen over 't algemeen de bewoners van dit gewest er zich niet tegen verzetten, wijl het geloof in God nog allerwege gevon den wordt. Ofschoon de geest, welke steeds ontkent, reeds lang gepoogd heeft om ge heel meester van het Zeeuwsche volk te worden, toch is dit betrekkelijk slechts voor een heel klein deel gelukt. Zelfs onder hen, die zich vrijzinnig noemen, Zijn er slechts weinigen, die de consequenties van het be ginsel aandurven. Eeuwen achter elkander was het historisch geloof het eigendom bijna van allen en ondanks alle pogingen om het te verzwakken en uit tc roeien is dit slechts voor een heel klein deel gelukt. Het onge loof bleek krachteloos om zijn doel te berei ken. Er zijn wel tijden geweest, waarin het scheen, dat de bedwelming zich van het ge- heele volk meester zou miaken, doch telkens kwam aan het licht, dat het geloof in deze oorden een diepe bedding had gegraven, en zelfs uit het onderbewustzijn kwam in kri tieke tijden het geloof meer te voorschijn. God heeft den akker van het Zeeuwsch volks leven eeuwenlang diep geploegd en Hij heeft dien met kwistige hand bezaaid en onder de inwerking van zon en regen heeft het uit gestrooide zaad veelvoudige vrucht gedragen. Wie de historie van die eilanden kent, weet, dat Hij geen middelen onbeproefd heeft ge laten om ze vruchtbaar te doen zijn en een oogst op te leveren, Welke Hij vergaderen zal. Wij kunnen ons best begrijpen, dat de vrijzinnigen zich menigmiaal teleurgesteld ge voeld hebben, wijl zij dachten, dat ziji de overhand hadden en d'oen konden, wat zij wilden, waardoor zij in den waan leefden1, dat bijna geheel Zeeland aan hun zijde stond en zij voorzagen, dat enkelen, die hen be streden op den duur ook wel tot zwijgen ge bracht zouden worden. Hun lievelings-denic- beeld de neutraliteit kwam' en z'ag en over- wion in raden en staten, alsmede in de school, en zoo zagen zij de verdraagzaamheid nade ren, waarin er nog wel verscheidenheid we zen zou, maar zonder dat de een den ander lastig viel terwille van zijn godsdienstige ge voelens. wij' kunnen het ons indenken, in welk een behaaglijke stemming zijl wa ren. Zij gaven den toon aan en de anderen schikten zich wel. Door toenemende ontwik keling zouden alle oude en verouderde denk beelden verdwijnen en de vruchten d'er alge- meene beschaving zouden allen in den schoot vallen. Zij gunden aan allen een aangenaam leven, mits men hun maar ongemoeid liet om de lakens uit te deelen en te bepalen, wat naar hunne meening goed was. Er ligt altijd voor een mensch bekoring in, als hij denken kan, dat zij'n macht groot is. Schijnbaar had den zij recht ,om te juichen, want er was slechts lot voor den tijd, dien zij! ingeluid hadden. Wanklanken waren er nog wel, doch zij werden zoo zacht uitgesproken, dat zij onder het gedruisch nauwelijks opgemerkt werden. Was het hun schuld dat iiitusschen de volksziel onveranderd was gebleven en dat er achter deze stemming geen besliste overtuiging school. Het is wel waar, dat zij' wanneer zij scherper hadden gezien naar de verschijnselen en nauwkeuriger hadden ge luisterd, wiel hadden moeten ontdekken, welke diepere roerselen zich gelden deden, maar hoe ware dit mogelijk geweest onder zoo; groote bedwelming, welke schier aller ge moed had ingenomen. Zij wandelden langs een effen weg en zij zagen in hun nabijheid liet beloofde land, waarin zij' weldra zouden binnen trekken. Met een lofzang op den nieu wen tijd trokken Zij! voort en Zijl dachten er niet aan, dat er mannen waren, die straks als spelbrekers zouden optreden. De Kerk kon hen niet deeren, want zij had verleerd om een zeker geluid te geven en zij Was op haar beurt ook bereid om miet het algemeen gevoelen vrede te houden. Zij had vergeten het woord van Jezus, dat Hij' niet gekomen was om vrede op aarde te brengen, maar het. zwaard. Als men haar miaar rustig liet begaan, dan zou zij ook toon en, heel vreed zaam van aard te zij'n. De rijken en de Ar men eerden haar door op den Zondag over haar drempel te kornisn en uit haar predi king liet zij Weg, wat steeds ergernis gege ven had. De boodschap welke zij' bracht werd steeds tammer en neigde ook steeds nader tot het neutrale. De scholen voeden de kinderen op tot alle maatschappelijke en Christelijke deugden. De Gereformeerden, die zulle een belangrijke plaats hadden gehad in het volksleven hadden reeds lang de scherp ste kanten van hun belijdenis afgeslepen en zij leefden broederlijk met de doopsgezinden en anderen. Het waren allen protestanten, die hun oude verschillen vergeten hadden en die de kleuren van eigen vaandel hadden laten verbleeken en die nu gemeenschappelijk af gingen op de beloften, welke de geest dier eeuW zoo luide aanprees. 'De Roomschen bleven hun oude traditie getrouw, maar zij vonden het ook best, dat stad en land al meer kwamen onder den invloed van de nieu we denkbeelden. Hun organisatie zou ook nu wel weerstand bieden, als het noodig was, en zij waardeerden het, dat zij als bur gers in volle rechten Werden beschouwd en behandeld. Het lag voor dc hand, dat zij vele van de nieuwe denkbeelden niet kwaad vonden. Zoo kwam er toenadering, doch het was te voorzien, dat er verandering moest komen, zoodra het volk zich bewust werd, dat men zich had laten leiden op dien weg der resolutie, welke van God en Zijn Woord en van Christus en Zijn kruis afvoerde. In- tusschcn was de strijd elders in ons land' ont brand, kerkelijk en staatkundig, en dit deed zich ook hier gelden. In de oude Gerefor meerde Kerk stonden de kerkelijke besturen tegen de mannen, die niet langer op den weg van afval vooruit wilden, maar die terugkeer den tot de Wet en het getuigenis en eischten, dat Overheid en volk eveneens zouden bre ken met al wat uit de rovolutie uit de Om wenteling in de geestelijke wereld was. Ve len begrepen het niet en deden, alsof er zulke geluiden niet waren en zij vleiden zich met de gedachte, dat het wel zulk een vaart niet zou loopen. Nu is het bekend, dat 't Zeeuw sche volk gemoedelijk van aard is en hee- lemaal niet gesteld op hevigen strijd. Was het wel noodig, vroeg men, om zich druk te maken. Zij gevoelden er voor, dat mien toch niet alles op haren en snaren zou zetten. Voor verstoring van een kracht en wet was men bang. De ouden herinnerden zich nog, welk een verwarring er geheerscht had in den Fransehen tijd en zijl achten het gelukkig, dat er weer orde was. Allen waren im'mlers tegen de revolutie en dit w'as in hun opg voldoende. Zij beseften niet, dat de beginse len sterker dan de menschen zijn en zij on derzochten ook niet, welke krachten er in de volksziel werkten. Op hen m'aakte het dan ook de indruk, dat nieuwe strijd onnoo- dig was. Het ging nu wel goed en zoo ig het tc verklaren, dat zij die beslist waren de eene sterkte na de andere moesten bestor men. Het spreekt echter van zelf, dat de tegenstanders na een nederlaag den strijd niet opgaven en zoo is het te verklaren, dat het strijdvuur opvlamt, als er weer een nieu we aanval gewaagd wordt. Het onderhavige geval, waarover wij het thans hebben was slechts een kleine schermutseling, maar zij deed opnieuw zien, dat de vrijzinnige begin selen nog leven en invloed uitoefenen meer dan wij1 zouden vermoeden. Bij! zulk een ge legenheid komt het aanstonds weer uit, aan welke zijde de menschen staan, al is het dan ook niet met volle bewustheid. Het doet ons goed, dat de Staten van 't oude Zeeland, dat zulk een plaats heeft in de worsteling der eeuwen, nu publiek1 erkennen, dat God recht heeft op' de eere der aanbidding, en dat Hij ook alleen den zegen geven kan over allen menschelijken arbeid. Dit is voor ons de hoofdbeteekenis, te meer w'ijll wijl geloo- ven, dat deze invoering van het gebed haar Wortelbodem nog altijd heeft in het leven van deze Provincie. BOUMA. Voor eenigen tijd is in onze Kerkbode mee gedeeld, dat er in Middelburg een Gereï. Jeugdcentrale is opgericht. Deze oprichting heeft onze volle sympa thie. Wij1 gelooven, dat ook' hier eendracht maakt machtcii dat er van ÏÏit dit centrale lichaam groote invloed kan uitgaan op het welwezen van de verschillende Jeugd vereeni- gingen. Zoo als een in dit blad opgenomen adver tentie bekend maakt, zal deze pas opgerichte Centrale een Propaganda Vergadering hou den op Woensdag 21 November a.s. Wij wekken bijzonder alle jongelingen en jonge meisjes op, deze vergadering bij te wonen. Het is zoo zeer noodig om in dezen tij'd van zoo grooten afval en wereldgelfijlk- vormigheid, zich te bekwamlen in de heilige beginselen waarmee in de kracht des Hee- ren wederstand kan worden geboden tegen deze groote macht der verleiding. Echter wekken wij ook ten zeerste er 'toe op; dat de ouders deze vergadering bijwonen. De Jeugdcentrale is ook1 een zaak van groot belang voor hen. Laten allen meewerken om het schoone doel, dat deze oprichting beoogt, te bereiken. Scheiike de Heere zijn zegen op deze sa menkomst, en moge het werk onder de Mid- delburgsche rijpere jeugd er zeer door wor den gebaat. v. D. We willen onze stem voegen bij de andere, die in de kerkelijke pers opgingen, om te Wijzen op den grooten toevloed van theolo gische studenten in de laatste"jaren en daar aan een waarschuwing te verbinden. Bericht werd dat dit jaar aan de Theol. School en aan dc Theol. Fac. der V.U. voor het eerst zich lieten inschrijven ruim 80 stu denten.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1928 | | pagina 1