Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. Tweede Blad. 42e Jaargang. Vrijdag 12 October 1928. No. 41. RedactearenDs. P. VAN DIJK te Serooskerke (W.) en Ds. A. C. HEIJ te Koadekerke. Vaste medewerkersO.O. L. BOUMfl, F. J. d. ENDE, B, MEIJER, F. STAAL Pin., en R. J. v. d. VEEN. Persvereeniging Zeeuwsche Kerkbode. Kerkelijk en Geestelijk Leuen. NAJAAR. BOEKAANKONDIGING. Officiëele Berichten. Verantwoording uan Liefdegauen. PLAATST UWE FAMILIE BERICHTEN IN DE ZEEUWSCHE KERKBODE Abonnementsp rijst per kwartaal bij vooruitbetaling f 1,— Afzonderlijke nummers 8 oent. Advertentleprljsi 15 oent per regelbjj jaarabonnement van minstens 500 rsgela belangrijke reduotie. UITGAVE VAN DE Adres van de Administratie: Firma LITTOOIJ OLTHOFP, Middelburg. Beriohten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdag morgen 9 uur te zenden aan de Drukker» LITTOOIJ Sc OLTHOFF Spanjaardetraat, Middelburg. TELEFOON 2 3 8. GIRONUMMER 422 80. De zomer was zeldzaam; mooi. De zon gingi eiken morgen op-, als steeds, maar meestal aan een helderen hemiel, zonder dat donkere wolken de doorbreking van haar licht beletten. Overdadige, drukkende warmte hebben wij niet gekend. Zonder schade voor zijn lichamelijk leven kon de mensch zijn arbeid verrichten op- den akker of in zijin werkplaats. Zwaar onweêr hadden wijl bijna niet. De lange dagen gleden ongemerkt voor bij. Deze zomer behoort weer tot het ver leden, het blijkt wel, doordien het koren ge maaid en geoogst is. Het is reeds alles in de schuren vergaderd en opgeborgen. Doch hijl vertraagt zijn vertrek, alsof hijl er tegen opziet om ons te verlaten. Het weer Lleef gedurende September zeldzaami goed. Soms scheen het, alsof hij' plaats maakte voor den herfst, maar hij bleef. Zelfs deze wijnmaand geeft aanvankelijk zomersche dagen. Het is een lust om zijn oogen te laten dwalen over de velden, waar wel het gras zijn groene kleur verloren heeft, maar waar 'het vee vreedzaam loopt te grazen en nog voedsel vindt en na zich verzadigd te hebben neer ligt en rustig herkauwt. De groei staat stil. Daar heeft de nachtvorst voor gezorgd. Maar overigens kunnen we ons eiken dag verheu gen in zonnig weer, zoodat bijna niemand behoeft te klagen over guurheid en koude. En het riet aan den waterkant, een echte zoetwaterplant, bekoort het oog, want het is getooid met een schoonen bruinen kleur, waar de glans opligt. De aardappelen wor den gerooid en geven aan vele handen bezig heid. Onderscheiden landen zijn en worden geploegd, terwijl de wortel-vruchten er bi- zonder goed voorstaan. Het loof der bieten en der rapen is nog groen en biedt aan het vee nog een smakelijke en voedzame bete. Waarlijk de goedertierenheden des He eren omringen ons nog van alle kanten en1 wek ken ons o,pi om in den morgen zijn welda digheid te verkondigen en Zijn trouw in de nachten. Ofschoon de bladeren hun frisch- heid hebben verloren en verdord zijn, toch' hebben de boomen hun tooi nog niet ver loren en al vallen er vele ter aarde, die ons herinneren aan de verwelking en de vergan kelijkheid, waaraan al het aardsche onder worpen is, niettemin is er nog veel, dat onze aandacht trekt, en de herfstdraden spre ken van het wonderlijke instinct, dat de Schepper aan som'mige insecten heeft ver leend. Verleden week wij' hadden ons reeds afgevraagd of zij vertrokken waren zagen wij' nog zwaluwen sierlijk zich voort bewegen door de lucht. Zouden zij nog moe ten wachten opt een stevigen wind, welke het hun gemakkelijk maakt om hun verre reis naar het Zuiden te volbrengen. En nu sprak ik nog geen enkel woord over de wonderlijk mooie tinten, welke in 't zonlicht zoo helder uitkomen en die naar mij dunkt elk mensch wel moeten treffen en hen op^ wekken om Hem te loven, die elk ding op Zijn tijd schoon maakt. Ik zou ook nog kunnen gewagen van de vele bloemen, welke door hare varieerende kleuren een lust voor ;t oog zijn. Daliah's en asters staan daar nog te pronken en zelfs de late paardenbloe- men doen nog meê, niettegenstaande de tem peratuur lager wordt. Overigens wordt het stiller om ons heen. De kievitten zijn er nog wel, maar zij buitelen niet meer zoo vroolijk als in 't voorjaar. De levenslust is verminderd en het is duidelijk, dat zij zich voorbereiden op den winter, waarin er in deze omgeving voor hen geen voldoend le vensonderhoud te vinden is. S,oms zijn er nog een troepje musschen, die wat leven maken, maar zij! zijn toch ook veel rustiger en stiller als voorheen. De dagen worden veel korter en de avondschemering kolmt vroeger. Alleen de meeuwen blijven nog in onze nabijheid, welke in 't helder lichlfc nog teekeniïig brengen aan onze landouwen1. En als dan de maan opgekomen is en in de sterren het licht ontstoken is voor onze don kere dagen, dan staan wijl toch nog even buiten, en genieten wij van het zilveren licht, dat de wachteres onzer aarde uitstraalt, ter wijl schril en statig haar baan bewandelt. Zwermen wilde eenden vliegen in westelijke richting en reppen zich naar de stranden der zee. Ook zien wij nog wel een enkele meeuw, welke zich verlaat heeft, maar overigens is er van 't leven niet veel meer te bespeuren, en weldra dekt de nacht alles onder zij'n donkere vleugels. Wij zijn erkentelijk, dat het gehuil van wind en regen tot dusver uit blijft en wijl zouden deze schoone herfstdagen wel willen vasthouden, want het eigenlijke najaarsweder moge zijn bekoring hebben, wij; vinden het wat onheimisch en zijin dan blijde, dat we ons in een goed verwarmd vertrek kunnen terugtrekken en wij zien te gen den langen kouden winter op. Daar heb ben de jongeren nog geen last van. Zijl vin den den winter, met zijin eigenaardige genoe gens plok wel aangenaam. Het heugt ons ook nog, maar die tijd ligt achter ons en keert nooit weer terug. Daarom zijin we dan ook blijde, dat de dagen tot dusver uitble ven, waarin de stormen over pnze vlakten gieren en mensch en dier doen schrikken. Wij houden er niet van, dat regenvlaag na regenvlaag tegen onze ruiten klettert. Ik kan mijl nu ook wel voorstellen, dat sommigen bij! het klimmen der jaren beducht zijin' voor een winterschen ouderdom. Vroeger hoorde ik hen wel klagen, maar mij'n oor was er voor gesloten en lette ik' er niet op>. Doch ik ben nu wel zoover, dat ik' met hen mee voel en mij verplaatsen kan in hun toestand. De zonnige dagen hunner jeugd zijn voorbij gesneld en zij1 huiveren bij de gedachte, dat de dagen, welke komen hun niet veel anders brengen kunnen dan kom'mer en zorg. Hoe arm is een mensch, als hij' oud wordt en geen gegronde hoop heeft op een eeuwige lente en geen o;og en hart voor de beloften van het verbond, waarin aan allen, die in Christus hun zaligheid alleen zoeken en die lust hebben tot de vreeze en dienst des Hee- ren toegezegd is. Die den Heere verwachten zullen de kracht vernieuwen1, zij zullen op varen met vleugelen gelijk de arenden zij zullen loopen en niet moede worden; zij! zul len wandelen en niet mat worden. Laat ieder dit ter harte nemen, jongen en ouden, want al zijin wij nog jong, gezond en frisch, ja vol van levenslust en levenskracht, ook dit na jaar predikt het ons, dat gelijk de seizoenett op elkander opvolgen, zoo ook de lente van het leven snel voorbij vliegt en eer we er aan denken staan wij aan den herfst, waarin de vruchten van ons leven rijlp zullen zijn, terwijl het ook van U en mij; geldt, dat al reeds de bijl aan den boom gelegd is ien' elke boom, welke geen goede vrucht voort brengt, uitgehouwen wordt en in 't vuur geworpen. Gedenkt Uwen Schepper, eer de kwade dagen komen en de lust vergaat. Stel U niet voor, dat ge nog wel wachten kunt met Uw hart te geven aan Jezus, want deze Uwe voorstelling is verraderlijk en gij zoudt U te laat beklagen, indien ge daarnaar luis tert. Hij, die niet liegen kan, zegt Heden is het de welaangename tijd. Heden is het de dag der zaligheid. Geef op deze duidelijke roepstem acht en onttrekt U niet aan Herrn en aan Zijn- zaligen dienst. Hij is een Ko ning, die het zaligst lot geeft aan allen, die voor Hem leven, aan ouden en aan jongen, aan ieder, die naar Hem vraagt en! op' Henr hoopt. Het gisteren is het onze niet meer, over morgen kunnen wij niet beschikken, het (o,ogenblik, dat wij nu beleven, is alleen van U. Dit geeft aan ons leven dien ontzachlijken ernst, welke ons bewegen moet o!ml onze roeping en verkiezing vast te maken, want dat doende let wel, dat doende- niet daarover redeneerende, maar doende, zullen wij nimmer meer struikelen en ons zal toe gevoegd worden een ruime ingang in het Koninkrijk van Christus. Is dit nu niet ver- weg het beste En is het dan ook niet ver- weg het beste o-m daarnaar te staan en1 het boven alle dingen te zoeken. Wijl mog|en al onze zorgen, ook de zorg voor een1 winter schen ouden dag op Hem werpen en wij zullen de waarheid van Zijn wioord onder vinden, dat Hij' het wel zal maken. Met Hem zullen wij niet teleurgesteld uitkomen. Hij kan alle dingen ten goede doen medewerken. Het komt er slechts op- aan, of wijl naar Zijn voornemen geroepen zijn en of wiij Hem liefhebben. Het is een voorrecht, als wij deelen mogen in de vele weldaden, welke God in dit leven vermenigvuldigt en dat wij genieten mogen, 't welk ons geschonken wordt, en als wij; een oog hebben pm te kunnen zien en een hart o-m) opf* te merken, maar 's Heeren gunst is nog beter dan al wat de aarde oplevert. Zij leert ons verge noegd te zijn in al wat ons overkomt. Zij doet ons 's levens lasten gewillig dragen en bekwaamt ons o'm gemoedigd voort te gaan, wijl zij ons het bewustz'ijin verheldert en de zekerheid geeft, dat zijl ons niet verlaat, maar ons bijblijft tot in eeuwigheid. Ons leven moge voorbijsnellen en onze krachten af nemen, zij boet nooit iets in van haar fris- sche kracht en zij vervult al onze begeerten in heerlijkheid. Ons hart ga naar haar uit en ons geloofsleven wortele steeds dieper in Hem en Zij'n gemeenschap, opdat wij in dit korte leven Hem loven ert prijzen. In de lente van ons leven zullen wij' Hem onze krachten wijlden en in den zomer zullen er dan ook op den akker vruchten rijpen, welke Hiji vergaderen zal in Zijn voorraadschuren en zelfs zullen wij, als de ouderdom' nadert of alreeds gekomen is verkondigen, dat Hij recht en goed is en uit ons eigen pijnlijke er varing zullen wij aan onze omgeving melden, dat wel alles, wat wij zijn en hebben aan de vergankelijkheid onderworpen is, opdat nie mand zich verlate op- de wereld, wier ge daante voorbijgaat. Dan zullen we niet tever geefs hebben geleefd, geleden en gestreden. Zoo zal ook de stervende plantenwereld in dezen tig een boodschap- voor ons heb ben, welke ons aanspoort om ons te haasten om onzes levens wil. Het worde U en mij- gegeven om door het geloof te leven uit den vruchtbaren grond van de beloften, die in Christus Jezus Ja en Amen zijn. BOUMA. Evangelisatie Kalender. Ver. voor Bijbelverspreiding, Keizersgracht 328 A'dam Dit is een bijzonder mooie en goedkoope Kalender. Het schild laat een jongen en een meisje zien, die neerknielen voor hun bedje en daaronder staan de bekende regelsWij danken U enz. ilit den Morgen zang. De blaadjes geven aan de voorzijde in duidelijke letter drie dagtekstenop de achterzijde zijn kleine vervolgstukjesDe waarde van den Bijbel, en ook Paedagogische schetsjes van Prof. Waterink. Zondagsscholen en Evangelisatie-Vereenigingen krijgen den Kalender voor 25 cents Desnoods wan neer men niet betalen kan, gratis. Het is een Kalender, die o i. een zeer nitnemend Evangelisatiemiddel is, omdat hij in zijn teksten zoo „nuchter" de waarschuwende en vertroostende woor den der Schrift geeft te lezen. De Macedoniër. Uitg. Venema, Groningen. In het Septembernummer van dit mooie Zendings tijdschrift handelt ds. P. J. Lambooy te Pajeti op onderhoudende wijze over zeden en gewoonten op Soemba. Dhr. Beukema over de jong-Chineezen en het Zendingsonderwijs. Verder is er een door ds Bakker ingezonden uit knipsel uit de Indische Banier, dat handelt over de vordering van het Christendom in China. D. K. Wielinga spreekt over de Medische Zending op de Conferentie te Jeruzulem. Ten slotte „Van mijn Uitkijk" door ds. Pol. Als altoos levert de Macedoniër boeiende Zendings- lectuur. Martha Kalender J. M. Bredee, Rotterdam. De Martha Kalender wordt uitgegeven ten voor- deele van de Martha-Stichting te Alphen a.d. Rijn. Het schild is kleurig. Stelt een waterfontein uit den steenrots voor. Het is wat onduidelijk uit welken tijd al de personen zijn die er bij staan de man niet de bisschopsmuts doet wat Middeleeuwsch aan, anders zou men aan 't Oude Testament denken. De voorzijde van de blaadjes geeft een dagtekst met meditatie. Op den achterkant staat een verhaal, of een wel eens wat kort versje. De kalender lijkt me een sieraad voor de huiskamer de enkele meditaties die ik las bevielen me wel. Op 20 Januari had ik liever gemist de uitdrukking dat er in Christelijke kringen menschen zijn die nadruk leggen op de laatste e van Heere. Wat is daarmee bedoeld v. D. Middelburg. D. V. zal Dinsdag 16 October een collecte worden gehouden voor de Vereeniging voor Bijbelverspreiding te Amsterdam. Dit zal geschie den langs de huizen met gesloten bussen. Waar onze Evangelisatie-Commissie zoo ruimschoots voor deze Vereeniging steeds gratis van bijbels en allerlei lectuur voorzien wordt, bevelen ondergeteeken- den deze collecte in nw aller belangstelling aan. Ds. Ringnalda. Ds. Scheele. K a p e 11 e-B i e z e 1 i n g e. Zondagmorgen 7 Oct werd door den Broeder Ouderling na beëindiging van den leesdienst aan de Gemeente Kapelle-Biezelinge bekend gemaakt dat onze geliefde Leeraar ds. A. Scheele een beroep had ontvangen van de Kerk te PUTTERSHOEK. Schenke de Heere hem in dezen de leiding Zijns Geestes om Gode een welbehagelijke keuze te doen, die straks mag blijken te zijn tot eer van Hem die de harten, tot dit alles leidt, en tot zegen voor beide Kerken, maar inzonderheid tot blijdschap van onze Gemeente, om straks uit zijnen mond te hooren Gemeente ik heb na rijp beraad en biddend opzien met vrijmoedigheid mogen bedanken en wensch in U lieden midden te blijven en hoop dat de teleurge stelde Gemeente spoedig den man Zijns Raads als uit Zijne hand mag ontvangen. Namens de Kerk van Kapelle-Biezelinge, J. Baayens, Scriba. ZENDING. Middelburg. In dank ontvangen van de kinderen School Gravenstraat, een doos zilverpapier. Van Jaantje Putte 1 zak zilverpapier; Gevonden in de collecte Diaconie twee giften a f 1,—Door tusschen- komst van Mej. Daniëlse 1 busje van een Weduwe met inhoud f 6,53; Door tusschenkomst van Mej. v. Dijk f 1,van Mej. N. N. en f 1,— van Mej. D. En ge collecteerd op de bruiloft van Meliefste—Meiër f 7,— voor uitbreiding Zendingshospitaal op Magelang. Namens de Commissie, L. A. Tange, Penningm. KERSTFEEST-PARAKAN-B LONDO. Ontvangen uit Koudekerke van N. N. f 1,— door B. J. in zijn busje verzameld f 1,51s. Met hartelijken dank en verder dringend aanbevolen daar over eenige weken het geld verzonden moet worden. S. E. Heij-Goslinga. Geref. pastorie Koudekerke.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1928 | | pagina 5