U I T DE PERS. Zuinigheid en Gierigheid. De tijden des gebeds. KERKNIEUWS. Officiëele Berichten. Verantwoording uan Liefdegauen. Vereenigingsleuen. Godsdienstoefeningen in de Gereformeerde Kerken in Zeeland op ZONDAG 26 AUGUSTUS 1928. Classe Middelburg Classe Zierikzee Classe Tholen Classe Goes Classe Axel nooit genoeg bewonderde, van Gods on eindige kracht getuigende schouwspel te ge nieten dat de zee bied't. Vooral pok dezen dag nu een Westerstorm het altijd rusteloo- ze, deinende water in groote beroering bracht, bood de zee een onvergetelijke aanblik. Zon der uit de auto te moeten stappen, wat voor velen wel eenig bezwaar met zich bracht, kon van dit vergezicht genoten worden. Nu werd de terugtocht aanvaard1 en over den voor bijna allen in aanzien zeer veel ver anderden Noordweg terug naar Middelburg gereden, alwaar we om 6 uur weer de plaats van uitgang bereikten. Voorwaar het is een dag geweest waarop met genoegen, èn door de bewoners van het Rusthuis èn door hen die daartoe de gele genheid boden, zal worden teruggezien, want er werd door allen in ruime mate genoten. Een woord van bijzonderen dank is dan ook zeer zeker op zijn plaats, aan hen, die op belangelooze wijze hun auto* en krachten hebben gegeven voor dit mooie doel. Ook brengen wij gaarne dank aan die personen, die de ververschingen gratis aanboden. Namens het bestuur, H. v. DRIEL Czn., huismeester. Wij ontvingen een vraag, die niet van ge wicht ontbloot is. Zij luidde ald'us Wat is h et onderscheid tusschen' zui nigheid e n g i e r i g h e i d e n h o e m o e t d ie Kerk zich te g e n o v e r g i e r i g- aards gedragen? Uitwendig beschouwd js er soms moei lijk .onderscheid te maken tusschen zuinig heid en gierigheid. En toch' is er een oint- izaglijk groot verschil tusschen die beide. Zuinigheid is .een deugd, maar gierigheid; is een groote pndeugd. Zuinigheid is die ge steldheid des harten, waardoor men geen onnoodige uitgave zich veroorlooft. Er zijn menschen, die altoos 'maar uitgeven, ook voor de meest pniioodige dingen, en die leven zonder zorg, maar, dit moet er aanstonds bijgevoegd worden, ook zonder verantwoor delijkheidsbesef. Zij; leven zoo, dat, wat Zij verdienen, er ook schoon aangaat. Van ©eni gen zin jot spaarzaamheid vindt ge ouder deze menschen niets. Het is altoos op en tekort. Dat is Leen groot kwaad. Deze menschen leven zoo, alsof Zij; geen verplichtingen hebben. ij vergeten, dat zijl voor hun kinderen te zorgen hebben, om die te helpen en bij te staan, en hun een eer zame plaats te doen verwerven in het maat schappelijk leven. Zij' gevoelen ook zoo goed als niets van hun verplichtingen jegens de Kerk en hare armen, en jegens al de belan gen van Gods Koninkrijk. Zij bedenken bó,- venal niet, dat aan dit aardsche leven spoe dig een einde kan komen. Velen zijn door gaans jn het een of andere begrafenisfonds, maar, geloof mij, als dat niet zooi was, zou U9p urö '.uffjZ' JU90 iU9eS lIOpflpioAO pq L'U J9i doode ter aarde te bestellen. Tegenover die roekeloosheid jstelt zich de zuinigheid. De zuinige wil niet oniioodiggeld uitgeven. Hij wenscht te denken aan zijn verplichtingen in het huisgezin en ,in de Kerk. Hij werpt zijin geld niet weg, maar spaart het liever op. Na deze tijden kunnen andere komen. Al wat hij ontvangt is een gave Gods, maar hij wenscht over wat God schonk, :een goed rentmeester te zijn. Zulk een zuinigheid is een deugd, zelfs een Christelijke deugd o Maar, als iemand nu eens te zuinig is, is hij dan wel te onderscheiden van een gie rigaard, zoo vraagt men. Die vraag is niet goed gesteld. T e zuinig is geen deugd meer. Al wat „te" is, wordt tenslotte zonde. Maar de waarlijk zuinige is wel terdege te onderscheiden van den gierigaard. Hier moet de consciëntie beslissen. Een zuinig mensch weet altoos, dat hij een rentmeester is maar de gierigaard heeft dat besef verloren en hij handelt met zijin goud, alsot dat het zijne ware. Een zuinig mensch tracht aan al zijn ver plichtingen te voldoen, maar de gierigaard leeft alleen voor zichzelven. Een zuinig mensch kan een goed Christen zijn, maar een gierigaard kan geen Christen wezen. Er staat nergens in de H,. Schrift dat Ide zuinigen niet in den hemel kunnen komen, maar daar staat wel, dat de gierigen het Ko ninkrijk der hemelen niet beërven zullen. Laat ieder daarom gewaarschuwd zijn Verkwisting en misbruik van Gods gaven is zonde. Zuinigheid is een deugd, mits het woordje „te" er niet bij komt. Gierigheid is een zonde, die door de H. Schrift op ontzettende wijze veroordeeld wordt. Laten wij bidden, dat God ons bijbëlsch- 'zuinig doe zijn, en ons beware voor de schrikkelijke zonde der gierigheid1. Een gierigaard beërft het Koninkrijk Gods niet. o Nu 'komt de moeilijke Vraag: hoe mfoet de Kerk zich tegenover -gierig aards gedragen? Hier moet men wel onderscheiden. Gierigheid in een gesteldheid van het hart en over h!et Wart mag de Kerk niet oordeelen. Daarover oordeelt God. Dat is zoo, zoo' hoor ik' zeggen, maar die gesteldheid des harten komt toch naar buiten openbaar. Wanneer iemand niets kan mis sen voor armen of Kerk, of wanneer hij; geuioegzaam geld bezit en hij maakt zich van zijn roeping met een paar dubbeltjes af, is dat dan geen feit, waar de Kerk over mag oordeelen Moet zoo iemand dan niet onder de tucht gesteld1 worden Als iemand naar de schatting van anderen veel te weinig bijdraagt voor armen en Kerk, dan moet hij daarop gewezen worden, maar, als hij zegt, dat hij niet meer kan doen, dan moet men dat aan zijn consciëntie pverla- ten. Huichelt hij, dan moet Wijl weten, dat ti'e huichelaars door God geoordeeld zullen wor den en hun oordeel zal zwaar zijn. Zijl heb ben een schrikkelijke zonde begaan. Zijl heb ben den schijn aangenomen van Christenen te zijn, zij' hebben zich zelfs verdedigd' te genover anderen, als zij vermaand werden, en toch waren zij onoprecht. Dat is ontzet tend. Er is maar één tucht, die over de gierig aards geoefend kan worden in de Kerk des Heeren en dat is de tucht van het Woord Gods. Laat in de prediking ook op dit groote kwaad gewezen worden. De gierigaard is op weg naar de duisternis. Moge hij zich tot den Heere bekeeren i (Rotterd. Kerkbode) LANDWEHR. I,n de H. Schrift wordt door Jezus en in de Brieven van Paulus gedurig gesproken van aanhoudend gebed. De gelijkenis van den onrechtvaardigen rechter en de weduwe strekt tot vermaan „dat men altijd bidden mloet en niet vertragen". Voorts lezen we „Bidt zonder ophouden." „Houdt sterk aan in het gebed." „Volhardt in het gebed." Er is met deze Goddelijke voorschriften meermalen door het ongeloof gespot. Men zou geen tijd meer vinden voor den arbeid, want de Christen moest iminlers altijd bidden. In den kring der kloosters en monniken orden poogde men d'e wereld te; ontvlieden. Niet van arbeid maar van gebedelde aalmoe zen te leven. Den dag en soms ook den nacht in gedurig gebed, naar vaste regels omtrent tijd en inhoud, door te brengen. Dit kan echter de bedoeling van de uit spraken der Schrift niet zijn. Gods Woord roept den Christen op tot arbeid. Die niet werkt zal ook niet eten. De luiaard zal verscheurde kleederen dra gen. Al wat we doen, moet met al onze kracht verricht worden. De Christen moet oo.k' in trouwe en namw gezette volbrenging van zijn dagtaak', elk in zijn Goddelijk beroep, zijin licht laten schij1- nen voor de menschen. Vooral in een tijd, waarin arbeidsschuwheid bij velen d'e over hand heeft. Zal het kind des Heeren in dezen zijn goede werken pok laten zien en zijn God in zijne .roeping verheerlijken, dan zal het des te meer het „bidt zonder ophouden" naar Wet „bidt en werkt", betrachten. Want wij gelooven aan het „goed gebéden is het halve werk". W(ij| ervaren in ons le ven, zoowel stoffelijk als geestelijk, dat het gebed, de ademtocht der ziel is. Daarom kan de levende Christen niet an ders dan biddend leven en werken. Zooals zonder adem geen leven mogelijk is of jeen bemoeilijkte ademhaling oiijze; le venskracht ondermijnt, zoo weet de Christen dat Wet gebed d'e machtige hefboom) is tot heiliging van ons leven en onzen arbeid in ;s Heeren dienst en tot Zijn eere. Er mag dus geen vertraging of verslapping in ons geregeld gebedsleven zijn. Altijid en volhardend moet ons hart zijn aanbidding en lof des Heeren voor Zijn aangezicht bren gen. Moeten onze begeerten en nood en, voor ziel en lichaam', in sm'eeking en gebed, mlet dankzegging bekend gemaakt worden bij God. Hierdoor zullen we een krachtig wapen hebben tegen allerlei bezorgdheid in dit moei lijk leven en „de vrede God's, $1© alle ver stand te boven gaat, zal onze harten en onze zinnen bewaren .in Christus Jezus". Dit bidden kan geschieden op gewone tijden en daarnaast in wat men noemt Het schietgebed. Dit is een meer spontaan, plotseling in. ons leven inschietend gebed. Zpo Jezen wij bijiv. in Nehem. 2 4, dat deze .Godsman, vóór hij antwoord' gaf op de vraag van koning Arthahsasta Wat ver zoekt gij nu eerst in stilte bad tot God van den hemel. Zoo kent ieder Christen dit gebed1 van een oogenblik. In uren van smart en gevaar schiet het als een zucht of met een kórt woord' uit de ziel omhoog tot Hem, die heil kan zenden. In tijden van kennelijk ervaren genade of 'bijzondere uitredding rijst het in lofuiting op waarts tot onzen hemelschen Vader. Ook kan de aanschouwing en genieting van Gods groote en wondere werken in d'e na tuur ons nopen tot een uitroep van Zjijue heerlijkheid en macht. Als uiting van de ware behoefte ,der ziel voor onzen God is het Hem' aangenaam' en in 's levens gewonen tredgang als een vonk, die uitschiet uit het liefdevuur onzer ziel. Ieder Christen kent dit gebed! en! heeft ier zich meermalen door verkwikt en gesterkt gevoeld in bange of blijde oogenblikken van zijn leven. Toch mag het niet Zoo hóóg geschat wor den als het gebed op gewone tijdén. Zpoals Het morgen- en avondgebed. Wie afhankelijk en feeder voor den Heere leeft, zal niet licht verzuimen eiken nieuwen levensdag met gebed te beginnen en te ein digen. Zoowel des morgens na het ontkva- ken en het staan voor een nieuwe dagtaak als des avonds na volbrachten arbeid' is er roeping en behoefte bij den Christen tot dank zegging en gebed. Gelukkig is het hart en het huisgezin, dat biddend iederen dag aanvangt en eindigt met gebed en dankzegging. Er zijn gezinnen waar deze gebeden knielend worden gedaan, maar helaas ook waar ze niet worden ge vonden. Althans niet als het ópenlijjk pries terlijk gebed van den Christen-vader, gelijk bij Het gebed bij den ma altijid. Hoewel de Schrift hiervoor niet een opzet telijk voorschrift geeft, leert zij' ons duidelijk dat God aan alle vleesch! Zijne s'pfijlze geeftj Ook kunnen de heerlijkste spijlzen ons niet ten goede gedijen, indien de Heeref ze niet de sterkende en voedende kracht geeft voor onze lichamen. Zoowel de oude Kerkvaders als de Hervormers manen tot dit gebed' aan of geven zelfs bepaalde formulieren voor de gebeden bij den maaltijd. In een gezin met kinderen zal de recht vaardige, vooral in het gebed voor den maal tijd, van tijld en wijlze weten. Al behoeft dit gebed niet zóó kort te zijn, als ons van. Cromwell wordt beschreven. Hij bad „Sommigen hebben spijs, maar kunnen niet eten anderen kunnen eten, maar hebben geen spijs ik heb beide de Heere zijl ge loofd Hierin liggen echter wel de hoofdgedach ten van het gebed bij den in aaltij! d'. Ook in ons bidden moet orde1 Zijn;. Lange gebeden, waarin over allerlei dingen breed' wordt uitgeweid, passen niet in dit gebed en leiden de aandacht en den eerbied at van de hoofdzaak. Dat vele Christen-vaders nog steeds hun priesterwerk verzuimen in de bovengenoem de gebeden op gewone tijden, is voor den Heere niet te verontschuldigen met hun ge voel van vreeze of onbekwaamheid. Ook hierin geldt „Onze bekwaamheid is uit God" en „Indien iemand' van u wijsheid ontbreekt, aat hij ze van God begeer©, die een iegelijk mildeüjik geeft en niet verwijt. En zij zal hem gegeven worden." Meerdere vaders zijn begonnen ;mct het „Onze Vader" of een formuliergebed te bid den in den morgen en avond of bij den maal tijd en zoo gekomen tot het eigen, vrijle priesterlijk gebed. Zou het niet een der oorzaken zijn, dat de Christelijke levenssfeer in onze gezinnen en bij onze kinderen veelszins verkilt of te loor gaat, omdat het openlijk gebed van dén priester-vader wordt gemist En verslapping van het Christelijk gezinsleven wreekt zich niet alleen aan eigen gemoedsleven, maar doet groote schade aan het godsdienstig le ven in zijn schoone en heilige roeping in de toekomst onzer kinderen. Dat wij; dan sm'ee- ken om den Geest der genade en der gebei de n, opdat wij; en onze kinderen uit het Bethel van pus Christelijk gezin eiken dag uitgaan tot het Christelijk leven, geheiligd en voorbereid door eigen en óqk door het priesterlijk gebed voor en miet ons gezin. (De Wachter) BOERSMA. TWEETAL TE Nieuweroord (Dr.)B. G de Bruin te O. en N. Bildtzijl. J. S. Schaafsma te Gasselter Nijeveen. LutjegastH. v. d. Zanden te Wapenvelde. W. Oosterheert te Ter Apel. BEROEPEN TE HoofddorpS. Neerken te Ulrnm. KielwindeweerJ. A. Winter cand. te Bierum (Gr.) Gameren: W. H Bouwman te Capelle a. d. IJsel. Oud-SchoonebeekJoh. Booy, cand. te Hoogeveen. BEDANKT VOOR Gouda (vacature H. Knoop)J. Douma te 's Gravenhage-Oost. SappemeerJ. A. Verhoog te Klazienaveen. SurhaisterveenD. Feenstra te Borger (Dr.) De classes 's Hertogenbosch nam in haar jongste vergadering een voorstel aan van ds. J. de Vries van Tilburg om voor deze classis een eigen autozending in het leven te roepen. Een commissie van voorbereiding werd benoemd, bestaande uit ds. J. de Vries te Tilburg; ds. D. de Wit en ouderling C. B. v. d. Wal, beiden te Den Bosch. Dr. C. J. Goslinga, van Buitenpost, schrijft aan De Standaard, dat hij in dat blad las het bericht, dat op 21 Sept. a s. plechtig zal worden herdacht, dat de classis Amsterdam der Ned. Herv. Kerk 350 jaar geleden werd georganiseerd. Naar aanleiding hiervan verzoek ik u vriendelijk om plaatsruimte voor de volgende regelen, bevattende een beleefd verzoek om opheldering betreffende de reden dezer „plechtige herdenking". In geenen deele wil ik betwisten, dat in 1578 de classis Amsterdam is „georganiseerd" en voor de eerste maal samengekomen, noch ook iets afdingen op de belangrijkheid van dit feit. Edoch, dit betrof de classis der toenmalige Gereformeerde Kerken en deze classis heeft als organisatie de 250 jaar niet eens gehaald. Immers toen zij op 4 Maart 1816 bij den Koning haar bezwaren indiende tegen de nieuwe, bij Koninklijk besluit ingevoerde organisatie, ontving zij 28 Maart d.a.v. namens den Koning ten antwoord „dat zij sedert 7 Januari 11. niet meer bestond" enz. Ook dit „belangrijke feit" zal binnen den kring der classis Amsterdam van de Ned. Hervormde Kerk wel niet onbekend zijn. Maar juist om die reden is het alleszins gewenscht dat van die zijde opheldering ge geven worde over de vraag, hoe men in 1928 het 350 jarig bestaan kan vieren van een classis (waarom óók niet van de Provinciale Synode?), die reeds in 1816 een roemrijk einde vond. Eere zij haar nage dachtenis Ik voorzie de tegenwerping, dat in bedoeld bericht gesproken wordt over de classis Amsterdam der Ned. Ilerv. Kerk en dat deze organisatie nog springlevend is. Maar dan zij geantwoord, dat deze classis Am sterdam nog slechts dagteekent van 1816 en men derhalve met het jubileeren over haar 350-jarig be staan nog geduld zal moeten hebben tot den jare 2166. Middelburg. 31 Augustus geen vergadering Van de Commissie van Beheer, maar Maandag 3 September. De Secretaris, Middelburg. Mij werd door „een Ouderpaar" ter hand gesteld f 10,voor de kerk en f 10, voor de armen. Deze giften zijn dankbaar door de respectieve boekhouders aanvaard. A. D. Littooij. Ontvangen Collecten voor de Theologische Faculteit der Vrije Universiteit van de Kerken in de classis Middelburg Arnemuiden f 13,44Domburg f 12,37 Gapinge f 8,42Grijpskerke f 31,46 Koudekerke f 24,35 St. Laurens f 18,Meliskerke f 18,47Middelburg f 129,25 Oostkapelle f 13,83Serooskerke f 34,30 Souburg f 30,05 Veere f 19,39Vlissingen f 69,05 Vrouwepolder f 17,92 Westkapelle f 4,21. De Classic. Correspondent, S. den Ilartigh. Middelburg, 24 Augustus 1928. ZENDING. Middelburg. In dank ontvangen een zak zilverpapier van Jo Aarnoutse, Segeerssingel van een ouden br. f 0,25; verkoop zilverpapier f 1,25; uit het busje van X. Y. Z. f 1,387a"it het busje van Mej S. de E. f 2,89; van Marie Cornelisse, Eigenhaardstraat, 1 doos zilverpapier, 100 h. c. en twintig stuivertjesuit het busje van Mej. N. V. f 5,08 uit het busje van familie O. f 35,63 en van Marie Wattel 1 pak zilverpapier, 12 Indische dub beltjes, 500 h. c. Namens de Commissie, L. A. Tange, Penningm. RUSTHUIS MIDDELBURG. Met vriendelijken dank ontvangen 2 tulbanden. De Huisvader, J. Belksma. PARAKAN. Met vriendelijken dank ontvangen uit ^Serooskerke door bemiddeling van dhr. A. Melis f 15,50. Middelburg. Mevr. Huizenga. KRING „WALCHEREN", VAN M. V. OP G. G. Vergadering DV. Donderdag 30 Aug. a s., in de Geref. kerk te Vlissingen. Aanvang half acht. Inl.Gel. BelArt. 37, door Grijpskerke. Inl.Vad. Gesch „Wilhelmina van Pruisen", door Gapinge. MIDDELBURG. Bediening van den H. Doop in de Noorderkerk. Heidelb. Catcch. Zondag 29. Gasthniskerk 9.30 uur ds. D. Scheele 6 uur ds. T. Ferwerda Hofpleinkerk 9.30 uur ds. T. Ferwerda te Amsterdam. 6 uur ds. D. J. Velsink Noorderkerk 9.30 uur ds. D. Velsink te Musselkanaal. 2 uur ds. D. Scheele Arnemuiden 9.30 en 2 uur ds. J. Runia Domburg 9.30 uur ds. J. E. Visser Voorber. H. Av. 2 uur ds. P. N. Kmyswijk Gapinge 9.30 en 2 uur ds. P. J. O. de Bruijne Bed. H. Av. en Dankz. Grijpskerke 9 uur Lezen eener Leerr. 2 uur ds. E. Douma Koudekerke 9 en 2 uur ds. A. C. Heij St. Laurens 9.30 en 2 uur ds. A. Koning Meliskerke 9 en 2 uur ds. M. Vreugdenhil Oostkapelle 9 uur ds. E. Douma 2 uur Lezen eener Leerr. Serooskerke 9.30 en 2 uur ds. van Dijk Bed. H. Av. en Dankz. Souburg 9.30 en 2 uur dr. G. B. Wurth Veere 9.30 en 2 uur ds. P. van Strien Vlissingen 9.30 en 5.30 uur ds. P. N. Kruyswijk Vrouwepolder 9.30 uur Lezen eener Leerr. 6.30 uur ds. P. J. O. de Bruijne Westkapelle 9.30 uur 2 uur Lezen eener Leerr. ds. J. E. Visser Brouwershaven 9.30 en 2 uur Bruinisse 10 uur 5 uur Colijn plaat 9.30 en 5.30 uur Geersdijk 9.30, 2 en 5.30 uur Haamstede 9.30 en 2 uur Kamperland 9, 2 en 6 uur Nieuwerkerk 9.30, 2 en 6 uur Oosterland 10.30 uur 3 uur Scharendijke 9.30 en 2 uur Wissekerke 9.30 en 2 uur Zierikzee 9.30 en 5.30 uur Zonnemaire 9.30 en 2 uur ds. Joh. de Boer ds. D. Bremmer Lezen eener Leerr. Lezen eener Leerr. ds M. Schuurman te Den Haag. Cand. A. v. d. Weg te Dordrecht, ds. L. Horvatb uit Hongarije. Cand. Brunsing te Pernis. Lezen eener Leeir. ds. D. Bremmer Lezen eener Leerr. Lezen eener Leerr. ds. F. Staal ds. Z. Hoek Anna Jacoba Polder 9.30 en 2 uur Bergen op Zoom 9.30 en 5.30 u. Krabbendijke 9 uur 2 uur Poortvliet 10.30, 3 en 7 uur Rilland-Bath 10 en 2 30 uur Tholen 9.30 en 2 uur Oud-Vosmeer 9.30 en 2 uur dr. J. H. Jager te Appingedam. ds. J. C. Haartsen te Driesum. Lezen eener Leerr. ds. R. J. v. d. Veen te Goes, dhr. K. de Vries ds. J. Dekker te 's Gravenhage. dr. C. Veltenaar Lezen eener Leerr. Baarland 9.30 en 2 uur Borssele 9 en 2 uur Driewegen 9.30 en 2 uur Kapelle-Biezelinge 9.30 en 2 u, Goes 9.30 en 6 uur 's Gravenpolder 10.30 en 3 uur Heinkenszand 10 en 2.30 uur lerseke 9.30 en 2 uur Wemeldinge 9.30 en 2 uur Kruiningen 9.30 en 2 uur Nieuwdorp 9.30 en 2 uur Wolphaartsdijk 9.30 en 2 uur Lezen eener Leerr. ds. C. van Schie Lezen eener Leerr. Prof. dr. H. Bouwman te Kampen, ds. R. J. v. d. Veen Lezen eener Leerr. ds. C. W. Keur te Oudewater, ds. B. Meijer Prof. dr. Greydanus te Kampen, ds. J. Koolstra ds. E. Beukema ds. A. P. Lanting Axel 9.30 en 2.30 uur Hoek 9.30 en 2 uur Oostburg 10 en 2.30 uur Oostburg (dienst Aardenburg) 9.30 en 3 uur Schoondijke 10 en 3 uur Terneuzen 9.30 en 2.30 uur Zaamslag 9 en 2 uur ds. J. S. Post Lezen eener Leerr. ds. M. van Wijk Lezen eener Leerr. ds. K. Sietsma nam. Afscheidsrede, ds. S. Groeneveld ds. M. Uytenhoudt te Coevorden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1928 | | pagina 3