Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. 42e Jaargang. Vrijdag 6 Juli 1928. No. 27 RedactearenDs. P. VAN DIJK te Serooskerke (W.) en Ds. A. C. HEIJ te Koadekerke. Vaste medewerkers D.D. L. BOUMA, F. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, F. STAAL Pzn., en R. J. v. d. VEEN. UIT HET WOOftP DE HEMELSCHE KOOPMAN. Kerkelijk en Geestelijk Leuen. De Olympische Spelen. ZEEUWSCHE KERKBODE. Abonnem«ntsprljs! per kwartaal bjj vooruitbetaling f 1,—UITGAVE VAN DE Beriohten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdag- Afzonderlijke nummers 8 oent. PerSVereeniging Zeeuwsche Kerkbode. morgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ Sc OLTHOFF A d v e r t e n 11 e p r IJ S I 15 oent per regel; bjj jaarabonnement van Adres van de Administratie: Spanjaardstraat, Middelburg. minstens 500 regels belangrijke reduotie. Plrma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. TELEFOON 2 3 8. 6IR0NUMMER 42280. Ik raad u, dat gif van Mij: koopt. Operib. 3 18a. Daar reisden van jaar tot jaar vele koop lieden naar Laodicea ,om er aan de markt te brengen de voortbrengselen van hun land en in ruil daartegen meê te nemen allerlei kostbare kleederen, in de beroemde weverijien der handelsstad vervaardigd uit de zachte, Fijne wol der schapen, die in talrijke kudden (weidden op- de grasrijke vlakten van het schoonc Phrygische land. Maar thans is tot Laodicea gekomen een koopman, die wel de bijzondere opmerkzaamheid van hare bur gers en burgeressen tot zich trekken mag. Een wondere koopman Niet van de aarde, maar uit den hemel. Niet uitstallend de schat ten dezer wereld, die de ziel straks ledig laten bij den dood, maar aanbiedend de goe deren der genade, die den mensch rijk' en Igielukkig make voor den tijd en voor de .eeuwigheid. Wie deze koopman is 't Is Jezus Chris tus, de Zoon van God. Ja, de verhoogde Mid delaar, die op- den troon der eere is gezeten aan des Vaders rechterhand en vandaar het regiment voert over alle ding, Hiji is het, die van uit de plaats der heerlijkheid diep, zeer diep zich nederbuigt tot de kerk van Laodicea, om, als in den tijd' Zijher omwan deling op aarde, de armen der ontfeilming tot haar elleradigen uit te breiden en de stern Z'ijner biddende liefde tot haar afgedoold en te doen uitgaan, als het zoo> zielsontroierend heet„Ik raad u, dat gij van Miji koopt". Met wat ernstigen raad komt in dit woord de Heiland tot de gemeente van Lao dicea, ja tot elk menschenkind, dat de naam1 van zondaar draagt. Hoe dringend en wel- meenend is deze betuiging„Ik raad u, dat gif van, Mij koopt". Van Miji. Niet van anderen. Immers, de Heere Jezus is niet de eenige koopman, die Zijn goederen aanbiedt. Neen, daar zijin er mieer, die op! d'e groote markt des levens hun stem: verheffen en daar hun waren aanprijzen. Ook Satan's wereld hebben er hun tenten opgeslagen en bieden vleiend ,en dringend hun schatten aan. Ook zif houden koopdag en lokken de menigte en zouden niets liever doen dan den Heiland van de markt maar wegdringen pml de zie len der menschen te gemakkelijker te kunnen (misleiden en verderven. Want dat is hun toeleg. Daarop» is hun streven gericht. Z'ij beloven veel, maar geven weinig. Zijl toove- ren u schatten voor oogen, maar zij' brengen u inderdaad tot de rampzaligste atmloede. Wie bij hen koopt, betaalt met ziifn ziel en gaat voor eeuwig verloren. En ziet, omdat de Heiland dit weet en de zielen der menschen Hem ter harte gaan, daarom roept Hiji met luider stem, dat het over de gansche wereld- hiarkt (weerklinkt, dat het gehoord wordt tot aan de einden der aarde „Ik faad u, dat gij; van M ij kooptvan Mij', die u al leen gelukkig en zalig maken kan". En waarlijk wie naar dezen raad hoort, is wijs. Want deze hemelsche koopman, die zoo dringend zijn waren u aanprijst, heeft niet zichzelven op het oog. Het is hem niet te doen om eigen gewin. Hij heeft u niet noodig. Hij zou u wel kunnen missen, want Hij; is de Algenoegzame en Volzalige in Zich zelven. Neen, wanneer Hij! zoo vriendelijk bif u aanklopt en zoo ernstig u raadt, dat ge b'if Jiem zult koopen, dan doet Hiji dit al leen, .omdat uw welzijn Hem: ter harte gaat, omdat Hij uw ziel zoo liefheeft, omdat Hij' zoo gaarne haar vervullen zou met vrede en zaligheid. Aardsche kooplieden willen zich zelven verrijken. Maar deze hemelsche koop»- man wil u verrijken. O, Zijn oog straalt van vreugde en Zijin hart psalmzingt, wan neer ge naar Zij'n raadgeving luistert en tot Hem u wendt om. bij Hem te zoeken het leven het leven tot in eeuwigheid. En wat u ook wel dringen mag om naar de stem van dezen koopman uit den hemel te hooren de goederen, die Hij u aanbiedt, kunnen allen den toets der zuiverheid door staan. Dat is op' de aardsche markt vaak niet zoo. Daar vindt ge zooveel namaak. Daar heerscht zooveel bedrog. Daar blinkt zoo veel klatergoud. Daar wordt zoo menig ar tikel .aangeprezen, dat toch niet deugdelijk is. Maar deze koopman is volkomen betrouw baar. Hij spreekt de Waarheid. Hij bedriegt u niet, wanneer Hiji Zijin1 waren u aanprijst. Ziijm paam is Getrouw en Waarachtig en getrouw en waarachtig is Hij in al Zijn handelingen. Nog nooit is iemand met Hem en met wat Hiji 'aanbiedt bedrogen uitgeko men. Volk des Heeren, getuig heeft het u ooit berouwd, dat gij. tot dezen koopman des hemels uw schreden hebt gewend Zift ge niet arm tot He'm gekomen en schatrijk van Hem weer heengegaan Hebt g|ij! bijl Jezus niet alles gevonden, wat noodig is om ge troost te leven en eenmaal zalig te ster vein1? Ik raad u, dat gif van1 Miji koopt. Satans koopdag gaat maar altijd door en een groote' menigte komt tot Zijn blinkende tenten. Ook de wereld stalt van dag tot dag hare schat ten piten hoevelen, ouden en jongen, zijn gretige afnemers van al wat zijl biedt de begeerlijkheid der oogen, de begeerlijkheid des vleesches, de grootschheid ,des levens. Maar Gode zif dank, dat op de breeds levens- markt ook de stem. van den hemelschen koop man blijft weerklinken, 't Is waar wat Hij aanbiedt wordt door het natuurlijk hart niet begeerd, doch veeleer versmaad maar toch, het is alles echt en waar. Het draagt den stemp.ei des hemels, 't Is goed, dat nimmer meer vergaat, 't Zijin geen dingen, die slechts voor een oogenblik de zinnen streelen ,en bekoren maar het zijn eeuwigheidsgoede ren, die het zaligst heil, den waren vrede schenken, en allen, die ze deelachtig worden, rijk en gelukkig maken in leven en in ster ven. Welgelukzalig het volk, dat (bij Christus leerde zoeken een schat, dien de mot en de roest niet verderven. Welgelukzalig het volk, dat deel heeft aan het groote goed, hetwelk des Heeren iief.de bereidde voor allen, die Hem vreezen. Moogt gif tot dat volk al be- ho.oren Hebt gij b'if Jezus al gezocht .een beter goed dan de wereld haren dienaren biedt MEIJER. Meen niet, dat ik over dit onderwerp schrijven zal. Stel eens, dat ik er een en an der van zeggen kon het zou ten eenenmale overbodig zijn. Veler leven staat tegenwoor dig in het teelten van de sport. Men behoeft slechts de groote bladen in te zien om daar van overtuigd te zijn. Kolommen na kolom men staan er vol van omi de Jezers op ,de hoogte te houden met al wat betrekking heeft .op1 de Olympische spelen, welke thans te Amsterdam gehouden worden. Gelijk het in ons land is, zoo is het in vele landen. Ik schreef dezen titel eenvoudig over van een 'werkje pas verschenen bij de Firma Groe nendijk te Rotterdam (Zuid) en door haar mij toegezonden om er de aandacht op te vestigen. Het is geschreven dour M. H. A. v. d. Valk en heeft tot inhoud De Spelen der oudheid in Griekenland, Rome en Klein- Azië de Olympische Spelen de training in het stadion de godsdienstige wij'ding en eed- zwering de spelers de toeschouwers de scheidsrechters de overwinnaars de feest maaltijden, als de Ncniito en het Lunapark te Rotterdam het oord.ee! der joden (O. T. en Talmud) der Christenen (N. T. en Kerk vaders) en der wereld tweeërlei levensbe schouwing. Deze inhoudsopgave geeft dui delijk weer, wat er in dit boekje van negen en-veertig bladzijden staat. Het onderwerp is actueel. Blijkbaar is de schrijver uitge gaan van de veronderstelling, dat er nog ve len zij'n, die weleens weten willen, wielke spe len vroeger en later met dezen naami werden aangeduid en deze veronderstelling zal wel juist zij'n. Doch .onder hen zijin er ook' nog menschen, die zich met iets anders bezig houden moeten dan met deze spelen, en geen tijd hebben om daarover lange verhandelin gen te lezen en zoodoende heeft hiji zich be perkt tot een heel kort overzicht, dat men spoedig kan nalezen, terwiij'l het toch op het belangrijkste wijst. Al heeft iemand het nog zoo druk, hij kan toch licht den tijid vinden om dit boekske te lezen. Om ons behulpzaam» te z'ij'n ons een oordeel te vormen, is het ook wel goed, dat hij' ons mededeelt, wat de joden er van dachten, voorzoo.ver dit uit het O. T. en den Talmud bekend is, terwijl hij ook wijlst op de meening der Christenen, zich daartoe beroepende op enkele plaatsen uit het N. T. en uit die der Kerkvaders. Hoe wel menigeen zou wenschen, dat de schrij ver hier eenigszins vollediger ware geweest, toch z'ij'n hier enkele richtlijnen gegeven, welke onze aandacht verdienen. Het spreekt vanzelf, dat in zoo kort bestek niet alle toe lichting gegeven kon wiorden over een .on derwerp, dat vroeger en later z'oo» vaak en dikwerf ook breed behandeld is, maar toch is, w'at ons hier geboden wordt wel geschikt om ons een voorstelling ervan te geven. De (kortheid heeft aan de duidelijkheid geen schade gedaan. Onder het vele, dat reeds over dit onderwerp gezegd is, verdient dit boekske eene plaats en biedt genoegzame ge gevens om billijk te zijin in onze beoordee ling van dit teeken des tifds. Men loopt zoo veel gevaar om door lichtvaardige uitspraken 'vooral bij de jongeren het kwaad in de hand te werken, waartegen men bedoelt hen te waarschuwen. Door grondige voorlichting is er nog wiel iets te bereiken en het .oog te topienen voor de gevaren, wielke hen en ons van alle zijden bedreigen. Dat er lust tot spelen is, behoeft ons niet te bevreem den wij behoeven het .ook niet te veroor- deelen, maar om deze lust te voeden, gelijk het thans vaak geschiedt, daarvan zien we de noodzakelijkheid ook niet in. Wij! mogen niet toegeven aan de meening, dat het leven een spel is. Met nadruk moet dan ook de vermaning blijven weerklinken Koopt den tijd uit, wijl de dagen boos zijin. Het schijnt Wel, alsof er velen zijin, die enkel leven om den tijd te verdrijven. Waarlijk, daarvoor behoeven wie ons niet bovenmate te interes seeren. We moeten verstaan, wat Professor Brummelkamlp. indertijd meermalen zeide Ik Weet niet, waarom velen spreken van tijdver drijf, want daartoe krijig ik nimmer gelegen heid. De dagen vliegen voorbij' en eer ik het wist, was ik oud geworden. We mogen de begeerte koesteren om' langer te blijven op de speelplaatsen der jeugd, maar wie ook maar even nadenkt, weet wel, dat zulk' een begeerte nimmer vervuld wordt. Wij' kunnen ons levensscheepje niet ergens vastleggen. Al beproeven we, het anker uit te werpen, we vinden nergens een bodem, waarin het houdt. Ondertusschen we er mee bezig zijn, voert de stroom van den tijd liet toch meê. Be ter is het dan .ook, dat we bidden Leer pns alzoo onze dagen tellen, dat we een wijs hart bekomen. Uit ons zelf mogen we onze dagen tellen, maar we leeren het nirnlmer zoo, dat de vrucht daarvan is een w'ij's hart. Francke deelt in een van zijn werken mede, dat een boerin tot hem zeide, toen hij nog een kleine jongen wias en hiji verdriet had ge moet niet denken, dat pen mensch al leen voor zijn pleizier op de wereld is en hij voegt er aan toe ik ben dankbaar, dat ik dit nooit heb kunnen vergeten, want het is me vaak tot een aansporing geweest om te doen, w.at mijne hand vond te doen. Het lijkt me dan o.ok toe, dat liet enthousiasme, dat er bij velen is voor allerlei wedstrijden zonder schade wel iets verflauwen kon. We gunnen aan ieder tijden van lichamelijke en geestelijke ontspanning en we zien nog graag heele groepen van jonge menschen, die al zingende na een uitstapje gemaakt te heb ben, huiswaarts keer en en er wordt veel ge daan om steeds meerderen daartoe in de ge legenheid te stellen. M aar laten we ons bovenal bejjveren om. onze plaats met eere in te nemen» en ons werk te verrichten. De Apostel wekt ons daartoe op in die schooue en treffende beeldspraak, ontleend aan de vroegere Olym pische spelen Daarom dan .ook, alzooj we een groote wolk van getuigen rondom ons hebben liggende Laat ons afleggen allen last en de zonde, die ons lichtelijk omringt, loopen de loopbaan, die ons voorgesteld is. Voor dezen geestelijken wedstrijd hebben we geestdrift en energie noodig en die zijin voe ten in deze loopbaan gezet heeft, zal on dervinden, dat het geen spel is, wanneer we het ernstig voornemen hebben, daarin met lijdzaamheid te loopen tot het einde bereikt is. Ieder weet tegenwioordig wel, wlat men met het woord training bedoelt en velen oefenen zich dan uren achter elkander om in dezen of genen wedstrijd zoo mogelijk de eerste te zijn. Al wat belemmeren kan om het doel te bereiken, wordt ter zijde gelegd en al wat de lichamelijke vermogens sterken kan worden aangewend. Welnu elk onzer kan niet deelnemen aan de Olympische spelen, maar de loopbaan voor een Christen ligt onder ieders bereik en noodigt U era miji uit om haar te betreden. De menigte toeschou wers wierken bemoedigend op» hen, die er aan deel nemen, maar de getuigen, welke w»e als een wolk rondom ons hebben; zijin de geloovigen, welke eertijds in deze loop baan hebben geloop-en en die b'eoordeelen kunnen, wat er geëischt wordt. Daar wordt van de deelnemers in de wedstrijden een groote inspanning van alle krachten gevraagd en zif doen dit heel gewillig en zonder eeno gen tegenzin. Zouden we ons dan onttrekken en toegeven aan onze gemakzucht en traag heid, terwijl uit de aanwezigheid van al die getuigen blijkt, dat het mogelijk is omi het einde te bereiken. Het waren toch ook men schen van gelijke beweging als wlijl en als zij door het geloof konden afleggen allen last en de zonde, welke oo»k hen omringde, dan kunnen we het ook, bijaldien we ge- looven. De lengte en de breedte van deze baan zijn met wijsheid afgebakend, en de ondervinding van allen, die gelooven, heeft geleerd, dat zif niet te lang en niet ta on effen is. Als men zich nu zooveel getroost om in een wedstrijd een prijis te behalen en om zijn naam miet eere gekroond te zien, zullen we dan klagen, dat de hemelsche loop baan zooveel van ons vergt. Neen, zegt ieder, die in beslistheid des harten de keuze heeft gedaan om in gehoorzaamheid aan zijd Ko ning te volharden tot het einde to»e. De ge tuigen mogen op ons neerzien, maar wiijl mo gen dc oogen opheffen tot Jezus, den Over sten Leidsman en Voleinder des geloofs. Hij heeft ons het voorbeeld' gegeven, ja wat meer zegt Hij is 't, die het geloof door Zijn Geest en door Zijn woord in ons werkt en het is Zij'n getuigenis waarop het steunt en waarin het worteltHij is 't die gezegd heeft: Ik heb voor u gebeden, opdat uw geloof niet ophoude. Wij zien zoo menigmaal op ons zelf, op, onze gebeden en oinjs geloofs leven en we veroordeelen het niet, maar we moeten bovenal gehoor geven aan dat, zien de op Jezus, waarmede de schrijver te ken nen geeft, dat we deze geloofsdaad inzonder heid hebben te beoefenen. Wijl moeten niet nu en dan op Hem zien, maar voortdurend. Het moet een bestendige werkzaamheid' van ons leven zijn en Hij is het ten .volle waard. Het zal U ook niet verdrieten, als ga maar eenmaal volkomen overtuigd zijt, dat al wat van Hem is, gansch begeerlijk is. Hiji is de Zon, die alle duisternis verdrijft en een schild, waarachter ge ook bij' den hevigsten strijd schuilen kunt. Hijj is de schadu'w van een grooten Rotssteen in een dorstig land. Hij is alles en in allen. Zulk jeera nood kan er in Uw leven niet zijin, of Hij is de ver vulling. Hiji is Uw Heelmeester, die al Uwe krankheden op zich genomen heeft en Uwe smarten heeft Hij gedragen. Laat U dan niet afschrikken door welke zwarigheden ook, maar loop de loopbaan, die U voorgesteld is, niet met een morrend maar met jeen) be reidvaardig hart. Ge twijfelt er niet aan, pf het deel van hen, die met volharding tot het -einde zullen loop-en, zal heerlijk zijn £n daarop moogt ge nu reeds zien, wiant fie Voleinder des geloofs geeft U daartoe de vrijheid. Geen lauwerkrans bijl de Grieken en geen roem in onzen tijd behaald, kan het daarbij' halen. En dat ik niet te veel ge zegd heb, blijkt wel. Om vreugde, welke Hem voorgesteld was, heeft Hij het kruis verdragen en de schande veracht an is ge zeten aan de rechterhand van den troon Gods. De vreugde Hem voorgesteld en wel ke Hij thans geniet, heeft Hem1 in jde bit terste oogenblikken aangevuurd om het niet op te geven. Wandel dan in Zij'n voetstappen en gif zult ondervinden, dat Hiji Zijn kmcht in Uwe zwakheid volbrengt en dat Zijne genade ten allen tijde U genoeg is. Ook voor U, indien ge gelooft, is er teen vreugde, welke geheel zuiver en onvermengd is. Ge behoeft de wereld de weinige vreugde, wel ke zij geniet, waarlijk niet te misgunnen. Alleen sta niet stil, voor het eind bereikt is. BOUMA.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1928 | | pagina 1