Predikantenconferentie.
Gereformeerd Plaatsingbureau.
Voor de Kinderen.
LIEF en LEED.
DADERS DES WOORDS.
Christelijk Sociaal Congres.
Thuiskomst van Ds.- Merkelijn.
KERKNIEUWS,
het einde is, dat wij ze opgeven en dat wij
alleen waarde hechten aan wat Hij' zegt. Hij
werpt tenslotte ook in ons neder alle hoogj-
ten, die zich tegen Hem verheffen en wijl ko
men er toe ,om al het onze oip te geven eini i
ons enkel te verlaten op Zijln woord alleen
en zoo komt meer en meer de bede tot haar
rechtZeg gij tot mijn ziel Ik ben uw heil
en 'de verhooring daarvan geeft ons zekerheid
en doet alle donkerheid opklaren en wijl on
dervinden de waarheid Wat uit den Geest
geboren is, dat is Geest. O, het is een zalige
verandering geweest voor Nikodemus, dat
zijn eere niet is geweest een peeraar Israëls
te zijn, maar een leerling van Jezus. In den
grond der zaak is het waar, dat Hijl al de
zijnen leidt zooals Hij Nikodemus geleid heeft.
Het moge ons toeschijnen, dat Hij verkeerd
handelt, maar het blijkt steeds weer, dat Hij
is een Leeraar van God gekomen. Zit ge
reeds ,aan Zijn voeten
BOUMA.
Behoudens een enkele uitzondering waren
al onze Zeeuwsche predikanten in Goes op
de Conferentie verschenen.
Wat een heerlijke dag was het Men ge
niet van eikaars vriendschap'men maakte
kennis met nieuw aangekomen dominees
men vernam het rake overzicht van het Ker
kelijk leven uit den mond van den voorzit
ter. Hoe kostelijk en juist was o.a. zijn op
merking, dat onze Cnr. Geref. broeders hun
beschuldigingen schrijven opi papier, waar
voor zij steeds als onderligger gebruiken de
gesloten Acta van Utrecht 1905.
En dan niet het minst hebben den dag
doen slagen de speech van Ds. Sietsma over
Otto, Söderblom en Van der Leeuw. Een
doorwrocht stuk over het relativisme.
's Middags hield Ds. Douma een eveneens
door allen geprezen lezing over De Theo
dicee, d.i. de poging om het Albestuur Gods
te rechtvaardigen.
Beide onderwerpen gaven aanleiding tot
een opgewekte gedachteriwisseling. Wij; ge-
lopven dat zulke conferenties tot rijk nut Zijn
voor onze Kerken. Ze bevestigen niet alleen
den onderlingen vriendschapsband' tusschen
de predikanten, wat ontzaglijk veel waard js
i ook voor de goede betrekkingen tusschen
de gemeenten zelf. Maar ze dwingen, tot
ernstiger bestudeering van de verschijnselen
en stroomingen in het religieuse leven en
zijn mede daardoor voor den dienst des
Woords van zoo groot belang, Wijl referaten
en bespreking altoos noodwendig brengen
tot dieper bezinning over dat wat wie van
God in eigen Gereformeerde belijdenis ont
vingen.
We troffen in een onzer Kerkbodes de
:volgende redactioneelê mededeeling
Even attentie.
Kerken uit onze Zuidelijke provinciën,
die voor de e.k. maanden misschien, vyat
preekbeurt of iets dgl., zich in verbin
ding mochten gesteld hebben of stellen
met den predikant der Geref. Kerk te
Wateringen, gelieven van te voren
even met mij daarover te korrespondee-
ren.
Ik laat de slordigheid van stijl in dit be
richt maar rusten en ook de onderteekening
laat ik weg.
Wat een vreemde eend is echter dit be
richt in onzen kerkdijken vijver
Krijgen we dus voortaan ook een Gere
formeerd informatiebureau over dominees
Een soort plaatsing-kantoor waar je inlichtin
gen kunt krijgen of er aan dezen of genen
in zijn kerk of classis niet een steekje los is
Kan dan voortaan ook de approbatie (goed
keuring) van een beroep door de classis ver
vallen, omdat zich al uit zich zelf een consul-
gerféraal voor een paar particuliere synodes
opgeworpen heeft ter approbatie van
p'r e ek v e r zoeken
Laat ik „de Kerken uit onze Zuidelijke
provinciën" er aan mogen herinneren, dat
als er wat over een< dominé te waarschuwen
valt, de betrokken classis waar die dominé
thuis hoort, gewoonlijk een „vertrouwelijk"
bericht stuurt aan alle Kerken in Nederland;
in gesloten couvert.
L.
De familie Ribbens zat nog aan 't ont
bijt, ,toen de post een brief bracht.
„Hé, van mijnheer Mulder", zei hij, ter
wijl hij het adres bekeek.
„Wat zou er nu aan de hand zijn
Haastig opende hij den brief en toen hij
hem gelezen had, drukte z'n gezicht groote
spijt uit.
„Dat is jammer, verbazend jamlmer", zei hij.
„Maar wat dan toch, man informeerde
z'n vrouw een beetje ongerust.
En .toen las hij een gedeelte van het epis
tel voor
„Toen onze Herman in de vijfde klasse
zat, ben ik gaan solliciteeren naar plaatsen
in de nabijheid van Amsterdam, want U be
grijpt wel, dat het voor ons erg prettig zou
zijn in of nabij de stad te wonen, w'aar onze
jongen \gaat studeeren. Dat zou tweeërlei
voordeel geven: ten eerste behoefden we hem
dan niet aan vreemden af te staan en ten
tweede zou het finantieel voordeeliger Zijln.
De studie is toch al duur. Er moet veel
collegegeld worden betaald en veel boeken
moeten worden aangeschaft en w'aar m'n
inkomen niet groot is, zou ik niet dan met
groote opoffering het kostgeld bij elkaar kun
nen brengen.
En na veel vergeefsche pogingen heb ik
Een „censor" over onze Gereformeerde
predikantenwereld die „het toezicht op de
zeden" heeft zooals vroeger in Rome, hoort
in ons Gereformeerd Kerkrecht niet thuis.
Bovendien werden ze in Rome, a 1 s ze
er waren, uit degenen aangesteld, die al
een heelen staat van dienst als consul ach
ter den rug hadden.
Enzij wérden aangesteld
v. D.
Het is al weer ruim' zes jaar geleden dat
we, onder het motto „Gaat er een' onrecht
gebeuren Gaat er een onheil komen een
zestal artikelen schreven over „Het loon der
arbeiders".
Dat we dat destijds deden wlas gelijk
we toen schreven niet omdat wie de be
zwaren niet zagen, die aan het schrijVen van
die artikelen verbonden waren, maar omdat
onze consciëntie ons daartoe onweerstandelijk
drong en zwijgen ons tot zonde zou gewor
den zijn.
We gaven toen aan het einde van onze
breede beschouwing een serie stellingen, die,
naar we meenen, ook voor dezen tijd nog
beteekenis hebben en die we daarom ge
heel onveranderd hieronder nog eens
laten afdrukken1.
1. Bij de bepaling van het loon van den
(land)arbeider worde, naar Gods ordinantie,
erkend het recht van den werkgever en
evenzioo dat van den werknemer.
2. Bij erkenning van beider recht
a. is uitgesloten, dat de werkgevers
eenzijdig onder elkaar het loon bepalen,
naar den regel bij u, over u, zonder u
b. is niet genoeg, dat de werkne
mers worden gehoor d aangaande hun ver
langen maar
c. is noodig, dat ze worden gekend, in
de bepaalde qualiteit, waarin God ze stelt
tegenover de werkgevers, en dus niet als
rechtlooze slaven, maar als vrije mannen, die
naar Gods ordinanties ook rechten hebben.
3. Die erkenning van beider recht vordert,
dat bij de bepaling van het loon gerekenjdi
wiorde beide met wiat het bedrijf dragen'
kan en met wat de werknemer behoeft om
z;ij!n gezin met God en met eere te k'unln'öh
onderhouden.
4. Zou het bedrijf niet toelaten den werk
nemer een behoorlijk Joon uit te keeren, zoo
mag de oplossing van deze moeilijkheid niet
daarin worden gezocht, dat alleen de wlerkne-
mer zich dan zou moeten bekrimpen in de
uitgaven voor zijn gezin, maar mag dit met
evenveel recht gevraagd van den werkgever.
5. Daarop lettende, dat de loonen der land
arbeiders (behoudens hooge uitzonderingen)
in den duren tijd niet op1 peil werden ge
bracht, is als een Oi-nrechlt te beschouwen,
dat die nu zouden worden verlaagd, in even
redigheid met het dalen van den levensstanjdt-
aard.
6. Onrecht bij het Joon der arbeiders,
zou leiden tot het onheil van stoffe-
1 ij' k nadeel, het schaden van den s i>
cialen vrede, het missen van den
vrede met God en moet 09k1 daarom'
gevreesd en gemeden worden.
7. Onrecht kan er ook zijn bij1 een gerust
geweten, omdat het gewleten d w1 alen kan.
8. Omdat niet het geweten maar God
de hoogste Rechter is, moet bijl het licht
van Gods Woord, een antwoord gezocht op
de vraag, of ons handelen kan doorstaan
den toets van Gods recht.
9. Een geweten, dat beschuldigt van af
wijking van Gods recht moet wl akker bi ïjL
v e n en dringen tot rechtvaardig handelen,
ook bij het loon der arbeiders, allereerst in
het persoonlijk leven, maar ook in de
maatsch appiiji.
10. Gewenscht is de samen 'wl e r k i n g
en het overleg van twee soorten van
organisaties, die van werkgevers en van
werknemers. Maar dan met dien
verstande, dat deze organisaties, naar
eisch van Gods ordinantie, niet e e n z :iji d i g
beoogen eigen belang. De organisatie der
werkgevers beooge dan het belang van
de werkgevers, van het b e d r ijl f n
dat van de werknemers. De organisatie
van de werknemers beooge dan het be
lang van de w e r k n e m' e r s n van het
eindelijk succes gehad nog geen uur geleden
kreeg ik bericht, dat ik benoemd ben te IJ.
onder den rook van Amsterdam.
Zoo heeft de Heere dus alweer onzen wieg
Voorspoedig gemaakt.
Eén ding vinden m'n vrouw en) ik echter
erg jammer en dat is, dat we nu Jan niet
langer bij ons kunnen hebben. Dat spijt ons
erg. Het is een schat van een jongen, één en
al hartelijkheid. We hopen, dat U er in slagen
mag een goed tehuis voor hem te vinden
Vader, moeder en Jan keken elkaar aan,
alsof een groote ramp' hen getroffen had.
Moeder kreeg zelfs de tranen in de oogen.
Eindelijk verbrak vader de stilte
„Nu zullen we w'at anders voor Jan inbe
ten zoeken. Maar, hoe komen we er aan
„Leefde meester nog maar", meende z'n
vrouw, „die zou ons wel weer willen helpen."
En opnieuw betreurden ze het alle drie, dat
de Heerc in Zijn wonderlijken' wieg, dezen
betrekkelijk nog jongen man nu reeds tot
Zich genomen had.
„Het beste zal zijn een advertentie te plaat
sen", opperde vader na een korte pauze.
„Ja, maar dan toch in een Christelijk blad",
stelde moeder tot voorwaarde.
„Dat spreekt vanzelf", gaf vader dadelijk
toe.
f r r
Meer dan veertig brieven kwamen er op
de .advertentie, waarin een „zit- en slaapka
mer" werden gevraagd met degelijk pension."
Vader en moeder zochten er eenige uit en
toen trok Ribbens met z'n zoon naar de
b e d r ij: f n van de w e r kg evers.
11. Wanneer, om te ontgaan de moeilijk
heden van de vele vragen van dezen tijd,
ook op dit terrein, deze taak niet met
kracht en ernst zou Worden aanvaard',
zou zich dat wreken in de gevolgen. Een
.oplossing moet er komen en komt er. En
komt er dan niet in den goeden weg,
een goede, dan komt er in een ver-
k e e r d e n weg, een ver k' e e rde oplos
sing.
12. En zoo ligt hier een, wel moeilijke
maar ook heerlijke taak voor de ouderen,
de jongeren en de vrouwen, die be
lijden te willen wandelen bij het licht van
Gods Woord.
Het onderwerp, dat in deze stellingen be
handeld wordt, kW'am in de laatste weken in
de pers weer bijzonder naarvoren, in artike
len van „De Zeeuw" en van „Patrimonium".
En dan bleek wel dat daarover nog niet het
laatste wioord is gezegd, maar dat deze zaak
nog de volle belangstelling verdient. Daarin
vonden we dan ook aanleiding onze stellingen
van 1922 nog eens in herinnering te brengen.
We gelooven dat „De Zeeuw" een heel
Waar Iwloord schreef als daar gezegd werd
dat deze zaak belangrijk' genoeg is om' eens
ernstig onder de oogen te worden gezien.
Niet alleen, omdat thans het socialistische
hoofdorgaan juicht dat vele boeren door hun
tegenstelling tusschen leer en leven, den bo
dem' rijipi en vruchtbaar maken voor de Soc.
Democratische propaganda, maar veelmeer
omdat het hier glaat om de toepassing van
de Goddelijke ordinantiën ook voor het maat
schappelijk leven".
Op dit terrein liggen ontzaggelijk veel
moeilijkheden. Mocht aan het moeilijke van
een taak de vrijheid ontleend worden die
taak maar te laten liggen, dan zou hier zeker
die vrijheid zij'n. Maar als Christenen weten
wij' Wel dat het zoo niet gaat. Een bezwiaar
wordt nooit wleggenomen door er het oog
voor te sluiten en te doen alsof het er niet
is. De moeilijkheden, die hier Zijn' moeten
ernstig en eerlijk onder 't oog genomen wor
den en de poging moet gedaan worden die uit
den weg te ruimen.
Daarom' willen (wie ook herinneren aan den
w'ensch, dien (wie voor zes jaar al uitspraken,
dat de bestaande organisatie van den Chr.
Boeren- en Tuindersbond deze zaak eens
krachtig zou aanvatten.
En we herhalen die vraag hier met hadruk:
kan van deze organisatie niet de stoot uit
gaan tot het saamroepen van een Christelijk
Sociaal Congres voor onze provincie, waai
de velerlei vragen, die hier te stellen zijn,
grondig en broederlijk worden besproken bij'
het licht van Gods Woord
Het zou o.i. onverantwoordelijk zijn deze
zaak maar te laten voortsleuren, om dezelfde
reden, die we aangaven in stelling 11 Wan
neer, om te ontgaan de moeilijkheden van
de vele vragen van dezen tijd, ook op dit
terrein, deze taak niet met kracht en ernst
zou worden aanvaard, zou zich dat wreken
in de gevolgen. Een oplossing moet er ko
men en komt er. En komt er dan niet in
den goeden weg een goede, dan komt er,
in een verkeerden weg, een verkeerde oplos
sing.
Als alles mocht gaan gelijk het voornemen
was, dan is Ds. Merkelijn deze week, Woens
dag 6 Juni, met zijn gezin scheepi gegaan
op de Indrapoera voor de thuisreis. En als
alles mag gaan, gelijk gehoopt wordt, dan
kan hij Vrijdag 29 Juni in Den Haag aan
komen bij zijn familie, waar zijn dochtertje
reeds vertoeft.
Zij er, ook in onze kerkelijke saamkom
sten, de bede, dat God hem en de zijnen een
voorspoedige reis geve en dat straks Zijln
verblijf in het vaderland hun geven moge
vernieuwing van levenskracht. Moge dat ver
blijf dan ook kunnen' dienen tot Zijn geeste!-
lijke verkwikking doordat hij1 overal mag op
merken een groeiende belangstelling en liefde
voor Zijn werk. HEIJ.
BEROEPEN TE
St. Anna-Parochie W. E. Gerritsma te Oudega (Sm
Brielle"'en TinteW. A. Zwaan, cand. te Den Helder;
De Heij-Tuindorp (Rotterdam)H. D. Drenth
te "Wolf hezen
stad om een geschikt verblijf voor den jon
gen uit te zoeken.
Dat viel echter niet mee. Sommige kamlers
waren 'heel erg klein, in andere gezinnen w'as
het niet zindelijk. Eenmaal waren ze zoo
goed als klaar.
Het was bij menschen, die op een aardi-
gen, rustigen stand woonden. Een vriende
lijke zitkamer en een keurig net slaapkamer
tje waren disponibel. De meid, die de be
zoekers rondleidde, (Mevrouw wias nog niet
gekleed) vertelde één en ander van het eten,
dat dagelijks werd opgediend' en ook dat
scheen in orde. Toen kwam Mevrouw.
„En of er eenig toezicht op z'n jongen
zou zijn informeerde Ribbens, „want hij'
was nog wiel wat jong om' nu al oipi eigen1
beenen ,te staan."
„Neen, maar daar kon mijnheer op aan.
Ze zou flink op hem letten."
En reeds was de zaak zöo goed als be
klonken, toen Ribbens de veronderstelling uit
te, dat het gezin natuurlijk ook wel kerksch
zou zijn.
Hij had hierover tot nog toe niet gespro
ken. Hij vond het als vanzelfsprekend, dat hij
bij Christelijke menschen terecht .gekomen
was. Anders zouden ze immers niet schrijiven1
op een advertentie in een Christelijk blad
Dat sprak toch van zelf.
Toen Ribbens het over het kerkgaan kreeg,
bloosde Mevrouw hevig, toen trachtte ze zich
er uit te redden
Oja, mijnheer. Oudejaarsavond en
Goede Vrijdag gaan we altijd en anders ook
MedemblikS. de Vries te Ambt-Vollenhove
MidwoldaR. J. v. d. Weerd, cand. te Kampen
Eindhoven: IC. Sietsma te Schoondijke.
AANGENOMEN NAAR
HaarlemA. M. Boeienga te Sassenheim.
BEDANKT VOOR
UtrechtA. M. Boeienga te Sassenheim
BredaB. Telder te Vianen
MakkumJ. van Loo te Zwagerveen
Schoonrewoerd W. Fokkens te Hollandscheveld
SurhuisterveenW. J. Smidt te Dwingeloo
Niawier-Metslawier J. W. Eggink te Willemstad
Warffum C. Stam te Alteveer
Goënga-Sybrand.iburenA. J. Noordewier te
Westerbork
AntwerpenJ. Smelik te Zevenbergen.
Zilveren jubilea. Hun zilveren jubileum vieren
dezer dagenDs. E. A. Groenewegen te Halfwegds.
F. W. Geerds te Hallum en ds. W. L. Milo te Almelo.
Afscheid en Intrede.
Gouda. Zondagavond nam ds. H. Knoop wegens
vertrek naar Rotterdam—Delfsbaven na een 2-jarig
verblijf afscheid met een predikatie over 2 Cor.
1 18—20 en sprekende overde verantwoording
van den Dienaar des Woords aan zijne gemeente,
werd achtereenvolgens stilgestaan bij le. gelijk die
verantwoording door Paulus gedaan werd aanCorinthe,
2de en gelijk wij die verantwoording doen aan u.
Boornbergum. Na Zondagmorgen in het ambt be
vestigd te zijn door ds. B. v. d. Werff van Amster
dam met een predikatie over Jac. 1 18, deed cand.
P. v. d Wei ff des ramiddags zijn intrede met een
predikatie over Ezech. 33 7—9.
Scbarendijke. Zondag nam ds. J. W. van Tol voor
een stampvolle kerk afscheid van zijn gemeente, naar
aanleiding van Hand. 20 32, om Zondag 17 Juni
intrede te doen bij de Kerk te Dalfsen.
Meerkerk. Ds. S. Kamper, gekomen van Oldebroek
werd Zondag j 1. bevestigd bij de Kerk van Meerkerk
door ds J. Dekker van Lexmond, als consulent, met
een predikatie over Job. 1 43a.
Des avonds verbond deze zich aan zijne gemeente
met een prediking over Ezecb. 36 26 en 27.
De Kerkeraad van Middelburg beeft in zijn
laatste vergadering met 39 tegen 4 stemmen aan
vaard de conclussies van een rapport door een uit
zijn midden benoemde commissie aan hem uitgebracht,
hierop neerkomende, dat de vacante derde predikants
plaats niet zal worden vervuld en het aantal kerk
gebouwen van drie op twee zal worden teruggebracht,
n.l. de Noorderkerk en de te vergrooten Hofplein-
kerk, terwijl de Gastbuiskerk voor vergadergebouw
zal worden ingericht.
De beide bestaande kerkgebouwen zullen dan resp.
950 en ruim 800 zitplaatsen tellen.
De heer W. A. Zwaan, theol. cand., Dijkje 15,
Helder, zal gaarne een eventueel beroep uit een dei-
kerken in overweging nemen.
De heer D. J. de Groot, theologisch doctorandus,
Vondelkerkstraat 5, te Amsterdam, zal gaarne een
eventueel beroep uit een der kerken in overweging
nemen.
De Classis Schiedam heeft praeparatoir geëxa
mineerd en beroepbaar gesteld den heer J. van der
Kooij, te Maasland (Z-H.), Theol. candidaat aan de
Vrije Universiteit te Amsterdam.
De Classis Dordrecht beeft praeparatoir onder
zocht den beer A. v. d. Weg, theol. cand. aan de
Theol. School te Kampen'en hem beroepbaar gesteld.
Cand. A. v. d. Weg zal gaarne een eventueel be
roep overwegen. Zijn adres is Wijnstraat 94, Dordt.
De Kerk van Lutjegast beeft van wijlen den
beer F. Meedstra ontvangen een legaat, groot f5000,
vrij van successierechten.
Dr. H. A. v. Andel is vorige week met zijn
echtgenoote naar Marseille vertrokken, om van daar
met de „Sibajak" verder naar Indië te reizen. Zijn
kort bezoek aan bet vaderland zal, naar ds. van Anken
in de „Delftsche Kerkbode" verzekert, niet zonder
vrucht blijven. „Onze menschen zullen nieuwe
prikkels hebben gekregen tot het groote werk, dat
in Gods 'naam wordt verricht in Solo". Tijdens zijn
veiblijf ontving dr. Van Andel bijna f 6000 aan giften
voor de 2de pastorie te Solo, terwijl hem f 10,000
werd toegezegd voor de oprichting van een bepaalde
soort school, gelijk er van Christelijke zijde op Java
nog nieUbesiaat.
Een eigenaardig verzoek. Bij den Kerkeraad
te Delft kwam een verzoek in van een portretten-
verzamelaar om de portretten van de vroegere pre
dikanten van Delft. De Kerkeraad besloot zoo mo
gelijk hieraan te voldoen en tevens die portretten te
plaatsen in de Consistorie der Oosterkerk, en zou
dus gaarne in het bezit komen van de portretten
vanOefenaar J. van Oei, en de predikantenH.
A. de Vos, L. Tobi, L. van der Valk, A. H. Gezelle
Meerburg, C. W. J. van Lummel, G. Wielenga, L.
Netelenbos, L. Kuiper, C. W. E. Ploos van Amstel,
K. Schilder.
Zendingsscholen. De missionaire predikant dr.
Van Andel wees te Leiden in de Hooigrachtkerk, toen
hij van den arbeid te Solo verhaalde bijzonder op de
noodzakelijkheid om toch aan de kinderen te denken.
nog 'wel af en toe een keer.
E11 .achter het woordje „O" liet ze den
naam' van het Opperwezen volgen als een
stopwoord, zooals sommige menschen en
vooral zoogenaamde beschaafde menschen,
maar al te veel de gewoonte hebben.
Ribbens schrok er van. Het woord God
werd thuis nooit anders uitgesproken dan met
den hoogsten eerbied. En dan1 „af en toe wiel
eens naar de kerk", terwijl hij en z'n vrouiw
en Jan ook, eiken Zondag altijd tweemaal
gingen
Tot groote verbazing der Mevrouw keerde
hij zich met een ruk om, terwijl hij! verklaar
de, dat hij' eerst nog eens ergens anders wiou
gaan zien,
Na nog verschillende andere adressen af-
geloopen te hebben, kwamen ze ten: slotte
klaar bij een zekeren Stevens. Het gezin
bestond uit man, vrouw en zes kinderen, iwlaar-
van de oudste, Dirk gebeeten, twaalf jaar
was.
Toen Ribbens en z'n zoon hier aanbelden,
vonden ze alleen Mevrouw thuis. Mijnheer
was nog op1 z'n kantoor en de kinderen allen
naar de school of een Fröbelinrichting.
„Of 'het gezin geregeld naar de kerk ging?"
was nu één van de eerste vragert, die Rib
bens stelde.
(Wordt vervolgd.)