Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
42e Jaargang.
Vrijdag 24 Februari 1928.
No. 8.
RedactearenDs. P, WAN DIJK te Serooskerke (W.) en Ds. A. C. HEIJ te Koadekerke.
Persvereeniging Zeeawsche Kerkbode.
UIT fiET WOORD.
jezus. de gezochte.
Kerkelijk en Geestelijk Leuen.
Eene Professorale uitnoodiging.
Ziskentelefoon.
ZEEUWSCHE KERKBODE
Vaste medewerkers D.D. L. BOUMA, P. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, F. STAAL Pzn., ©n R. J. v. d. VEEN.
Abonnementsprijs! per kwartaal bij vooruitbetaling f 1,
Afzonderlijk© nummers 8 oent.
Advertentleprljsi 15 oent per regelbij jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrijke reduotie.
UITGAVE VAN DE
Adres van de Administratie:
Firma LITTOOSJ OLTHOFF, Middelburg.
Beriohten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdag
morgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ Sc OLTHOFF
Spanjaardstraat, Middelburg.
TELEFOON 2 3 8. GIRONUMMER 422 80.
Zij zochten dan Jezus en zeiden
onder elkander, staande in den tem
pel Wat dunkt U Dunkt U dat hij:
niet komen zal tot het feest
Johannes 11 56.
In de geschiedenis van het lijden en ster
ven van Christus is niets toevalligs. De Borg
der zondaren zal niet als martelaar vallen.
Zijne vijanden zullen zich niet bij verrassing-
van Hem meester maken. Neen hier gaat
alles naar den raad des Heeren en volgens
het bestel des Vaders zal de Heiland zich-
zelven overgeven oip Gods tijd. Laat het San
hedrin beslissen dat het goed is dat één
mensch sterve voor het volk. Jezus trekt
zich terug naar het kalme stadje Efraim. Daar
is de rust ter voorbereiding op Zijne ure
daar heeft Hij gelegenheid om Zijne disci
pelen te gewennen aan de gedachte dat Hij
van hen zal scheiden. Laat de haat tegen
Hem groeien. Hij is het die Israel tot de
.beslissing dringt en niet ontijdig zal Hij
zich geven voor der wereld zonderschuld.
Nu is aan Jezus geen enkel lijden gespaard
gebleven. Alle smart die menscben kunnen
aandoen heeft Hem getroffen. In Zijn lij
den is niets te overtolligs. Hij heeft alles
Imioeten doormaken en Zijn heilig hart is
gepijnigd geworden ook doordat men Hem
heeft gezocht. De overpriesters en de Fari-
zeën hebben een spionnagedienst tegen Hem
georganiseerd. Met straffen 'wordt ieder be
dreigd, die Zijn verblijfplaats geheim houdt.
De spanning in Jeruzalem moet toenemen.
De atmosfeer moet geladen worden steeds
meer. Wie het met Jezus houdt, Wete wat
hem te Wachten staat.
Zoo heeft men den Verzoener der wOreld
gezocht en daarbij gebruik gemaakt van de
massa. Deze moge op Zijn hand zijn, zij
buigt toch voor het gezag van den Hoogen
Raad. Zij moge in den Profeet van Naza
reth een groot Leeraar en een zachtm'oedigen
Menschenvriend zien, zij zal toch bedacht
'wezen op lijf behoud. Wat de volksleiders met
Jezus 'willen doen, gaat nog niemand aan,
maar de menigte moet opgew'onden worden.
In alle lagen des volks moet doordringen
de gedachte van de „leidende kringen". Jezus
is een gevaarlijk persoon en niet dan tot
eigen schade kan men zich met Hem in
laten.
o
Op dit Paaschfeest moet HET offer wor
den gebracht. De verzoening moet tot stand
komen, en de vrede Worden verworven. Op
Paschen vormt het Paaschlam de kern. Daar
om hebben zich te be'wegen de gedachten,
daarop heeft de ziel zich te richten. Maar zie
nu als op dit Paaschfeest het Lam Gods
zich offeren gaat, daar zal dit niet in een
hoek geschieden. De Oud-Testamentische
eeredienst zal hare vervulling krijgen in de
plaats van de schadu'w treedt het wezen, maar
dan moet ook Jezus in het middelpunt dei-
belangstelling staan. Ieder zal met de ge
dachte aan Hem vervuld moeten zijn. Daar
nu zorgt God voor en als middel gebruikt
Hij het bevel van de oversten. Zij w'eten dit
wel niet, maar toch, zij moeten dienen den
Raad des Almachtigen. Om Jezus gaat het
om Hem alleen.
Zijt gij' U hiervan bewust Wat is uw
bemoeiing met den Heiland in dezen lijdens
tijd De nevenfiguren op de schouwplaats
van den lijdenden Knecht des Heeren boeien
de aandacht. Zij leiden zoo gemakkelijk af.
Petrus' verloochening en Judas' verraad, Pi-
latus' rechtskrenking en Herodes' spot, Je-
ruzalems vrouwien en Golgotha's smaders
zij allen dreigen te verduisteren 'de heerlijk
heid van den Middelaar. Gaat het U om
Hem allereerst en allermeest Zocht uw' oog-
Hem, op Wien neerkwam al den last des
toorns Vraagt uw hart naar Hem, die onze
smarten droeg Zie, Hij moet koninklijk heer-
schen in uw hart en de verkondiging naar
Zijnen dood moet U door de werking des
Heiligen Geestes tot dagelij'ksch toenemen
in het rechte geloof en de zalige gemeenschap
van Christus gedijen. Dat vraagt Hij' van U
en daarom is het wederom doorleven van
den lijdenstijd voor velen zoo onvruchtbaar,
omdat de Persoon van den Zaligmaker schuil
gaat achter de velen, die rondom Hem zijn
gegroepeerd.
o
Jezus, de gezochte.
•Ook uit Efraim zijn feestgangers opgeto
gen naar Jeruzalem. Zij w'eten dat Jezus in
hun woonplaats vertoefd. Zij kunnen inlich
tingen geven, maar wiat zij nog niet wisten
was de geweldige haat die in de hoofdstad
tegen Hem leefde en de gelegenheid zocht
om uit te breken. Met die haat komen ziij
nu in aanraking. Zij worden als vabzelve het
imiddelpunt van de kringen, die de vraag
overwegen zal Hij komen Zij betwijfelen
het, zij weten hoe Hij' reeds meermalen in
Jeruzalem groot gevaar heeft geloopen. Zal
Hij zich nu blootstellen aan de woede van
Zijn haters, die verlangen naar het oogenblik
dat zij Hem in hunne macht hebben Zij
probeeren te berekenen wat de Heiland doen
zal. O, hoe onvruchtbaar is ditAl hun kans
berekeningen brengen hen niets verder, want
het is niet in hunne bevoegdheid gesteld om
den Heere al dan niet naar Jeruzalem1 te
doen komen. Zoo spreken in den lijdenstijd
velen over Jezus. Zij willen indringen in ge
heimenissen en zoo gaan zij zich boven Hem
stellen. In plaats van te wiachten op Hem,
houden zij zich nieuwsgierig- met Hem be
zig. Is het dan te verwonderen dat zij onge
zegend blijven. Jezus laat zich door niemand
commandeeren. Hij vraagt geen nieuwsgierig
heid, maar geloof, zulk een geloof dat Hem
heerschen laatzulk een geloof dat Hem
blijmoedig verwachtzulk een geloof, dat
Hem niet als martelaar, maar als Heiland
erkentzulk een geloof dat zich door Hem
leiden laat in plaats van Hem den w'eg voor
te schrijven zulk een geloof dat niet voor
uitloopt, maar volgt.
o
Jezus, de gezochte.
De menschen, die over Hem spreken op
het tempelplein, zijn opzettelijk vroeg naar
het feest gekomen. Z:ij mogen eigenlijk het
Pascha niet meevieren, w:ant levietische on
reinheid stuit hen van de heilige vergaderin
gen uit. En toch den grooten dienst des
Heeren willen zij niet missen. Daarom gaan
zij naar de priesters om van hen de vrijheid
te verkrijgen. Zij voldoen aan Tie wettelijke
verplichtingen en laten zich door hen abso*
lutie geven, die zoeken hun wraak te koelen
op Hem die w'aarlijk vrijmaakt.
Het is 'w'el eigenaardig dat ziij juist met
Jezus bezig zijn. En de priesterschap neemt
hun offers in ontvangst eii schenkt hen de
gelegenheid om het Pascha te vieren. En dat
terwijl het schuldoffer der zonden Gode
zal 'wlorden gebracht. De priesters verwerpen
den Messias en hun moedwil loochent Hem,
en toch zeggen ^ij1 in den naam Gods de
vergeving toe aan hen die zich schuldig we
ten voor de Wet. Maar die zondaars behoor
den toch verwiezen te worden naar den Ver
losser zij hooren bij Hem en hebben Hem
noodig. Weet gij u schuldig voor God en
Overtreder van Zijn Wil, wendt u dan tot Hem,
die waarlijk vrijmaakt. Zijn offer is volbracht
en Hij zoekt hen die met zonden beladen Zij'n
om1 hen rust te geven.
vVeest 'Waarlijk dienstknechten Gods door
naar Hem te leiden. Hij verstoot niemand. Op
's Vaders tijd heeft Hij de zonde gedragen
in Zijn vleesch Hij onschuldig voor doem-
Iw'aardigen, opdat Hij hen tot God zou bren
gen, het handschrift onzer zonden aan het
kruis genageld hebbende.
~OostkapelIe. E. DOUMA.
Daar zal w'at loskomen, zeggen sommigen
en zij hebben daarbij het oog op de gelegen
heid door Professor Hcpp geopend, opdat
de lezers van zijn blad eens schriftelijk zou
den te kennen geven, wlelk oordeel Zij heb
ben over de tegenwoordige prediking in onze
Kerken, en zij zien met verlangen uit naai
de mededeeling van de resultaten, wielke dit
lOiiderzoek zal opleveren. Zelfs hebben Zij
misschien reeds bewondering voor den man,
in wiens hoofd zulk een denkbeeld is opge
komen. Ik ben niet van plan om de beteeke-
nis er van te onderschatten. In 't algemeen
lijkt het me toe, dat het heelemaal ligt in
de lijn van onzen tijd. Het is nu eenmaal
glew'oonte geworden om het oordeel over
een of ander verschijnsel te vragen aan allen,
die daarvoor in aanmerking komen en velen
lezen graag, w'at deze en gene ervan zegt.
Het eene blad vraagtaan wlelk boek in 't
vorig jaar verschenen de lezers dc voorkeur
geven. Wie nagaat welke vragen zoo voor
en na gedaan worden, verwondert zich haast
over niets meer. Van alles komt er aan de
orde. Bijna niets blijft buiten bespreking. Wij
leven in dagen, w'aarin alles in 't openbaar
komt. Licht dat men ook eens een .onderzoiek
instelt naar de meeriiiig van allen over de
hedendaagsche prediking. Best kan ik mij
begrijpen, dat men daarover weleens iets in
't publiek wil hooren. Ik erken ook, dat er
iw'el iets nieuws in is want voorzoover ik
Weet, heeft nog nimmer een Professor in
de Godgeleerdheid een dergelijk verzoek ge
daan. Doch als men nu meenen mocht, dat
de gereformeerden gewacht hebben met hun
oordeel over de bediening des Woords te
zeggen, totdat Professor Hepp op deze lu-
mineuse gedachte is gekomen, dan zou men
zich toch vergissen. Reeds vader Cats weet,
dat w'ie aan den weg timmert veel bekijks
heeft. In onze kringen heeft men steeds over
de wiijze van preeken gedacht en gesproken.
Velen hebben daardoor in hun omgeving een
zekeren naam gekregen. Zij hebben hun oor
deel ook nooit onder stoelen of banken ge
stoken. Zij kwiamen er vrij en frank voor uit
en deelden gaarne hun gedachten mede aan
afren, die naar hen wilden luisteren. Wat nog
meer zegt als een predikant ergens eenigen
tijd arbeidt, dan ontstaat er op den duur een
algemeen oordeel over zijn prediking, en dit
wordt zoo vaak en zoo luide uitgesproken,
dat ieder het weten kan. Ik geloof niet, dat
ik de waarheid daarvan behoef te betoogen.
Hier in deze omgeving heeft jaren geleden
ds. Vlieg gestaan en als ge wieten wilt, hoe
het oordeel over zijn prediking was, dan
vraagt men het maar aan hen, die hem ge
kend en gehoord hebben en men zich een
voorstelling maken zelf, van alle eigenaardig
heden, welke hem kenmerkten. En gelijk dit
hier het geval is, zoo is het allerwege. Ik
wil er maar mede zeggen, dat het niet zoo
biezw'aarlijk is om als men dit wil om op de
hoogte te komen. Wie met het gereformeerde
volk meeleeft, behoeft er niet expres op uit
te gaan om er achter te komen. Meer dan
mij altijd lief was, heb ik vernomen, wat
men er van dacht. Ik Weet wel, dat dit on
derzoek bedoelt om een meer volledig in
zicht te krijgen, maar ook nu het meest nauw
keurig onderzoek van al wat er in komt, zal
er wel een hapering overblijven. Doch w'ij
zullen geduldig afwachten, welke oogst straks
binnengehaald zal worden. Het lijkt me in
derdaad een moeielijk werk toe om de uiteen-
loopende oordeelen te wikken en te w'egen en
te komen "tot een duidelijke en billijke uit
spraak. Misschien is het mogelijk om het
doel te benaderen, maar om het te bereiken,
blijft voor mij voorloopig een open vraag.
Als ik mij indenk, hoe verschillend in den
regel twee menschen over een en dezelfde
preek oordeelen, dan komt liet mij voor, dat
we na dit onderzoek, nog weleens opnieuw
kunnen beginnen. Maar ook hier geldt baat
het niet het schaadt ook niet. Een oud man
zei eens als men de kinderen stil wil hou
den, dan moet men zorgen, dat zij! bezigheid
hebben. En er komt allicht eenige winst van.
Ontegenzeggelijk wordt er nu anders ge
preekt dan een halve eeuw geleden. Doch
daarover kan men gemakkelijk oordeelen, als
men de uitgegeven preeken van nu met die
van voorheen vergelijkt en misschien was het
wel gewenscht, dat iemand daar eens studie
van maakte en de vrucht van dien arbeid pu
bliceerde. We zullen er thans niet meer van
zeggen. Er is ook in dit opzicht Zooveel over
geschreven, dat wie lust heeft wiel in de
gelegenheid is om gewaar te worden, hoe
een preek er moet uitzien naar het oordeel
van bevoegde menschen.
Enkelen hebben mij gevraagd, wat me
dacht over het verzoek en ik meen, dat het
vorenstaande voldoende is. We vertrouwen,
dat we later ons eind-oordeel gemakkelijk
zullen kunnen geven. En als de vrucht me
meevalt, 'wil ik dit graag eens zeggen. De
bediening van het Woord staat bij ons ge
lukkig nog op haar plaats en blijkbaar
ook nog in 't midden van de belangstelling.
Van haar gewicht kunnen we nooit genoeg
Overtuigd zijn en zij' vraagt dan ook de
volle toewijding van hen, die er toe geroepen
zijn. De Koning, die haar gaf aan Zijn Kerk
doe haar steeds beantwoorden aan het heer
lijk doel en zegene haar tot opbouw van de
heiligen en tot uitbreiding van Zijn Rijk.
Allen, die het voorrecht genieten, dat zij haar
geregeld bijwonen, mogen gerust oordeelen
over de wijze, waarop zij geschiedt, als zij'
maar zorgen, dat zij niet voor hen zijl een
reuk des doods ten doode, maar tot een
reuk des levens ten leven. Daar komt het voor
ieder onzer op aan. Het is niet de gewichtigste
vraag, of zij haar geheel kunnen beoordeelen,
maar of wij haar boodschap, welke zij brengt
met een geloovig hart aannemen. Noodiger
dan om te weten, hoe wij en anderen er over
denken, is het vurig gebed om de wierking
van den H. Geest die alleen de oogen opent,
opdat we aanschouwen de wonderen, welke
zich in Zijn wet alom openbaren. Aan be
schouwingen ontbreekt het niet en wie ach
ten dit gelukkig-, maar elk onzer heeft iets
meer noodig en dit moeten we niet verge
ten. Er is een onderzoek, waaraan niemand
zich onttrekken mag en daartoe noodigt Jezus
ons uit, als Hij zegtOnderzoekt de Schrif
ten, want die zijn het, die van Mij getuigen.
BOUMA.
We ontvingen het volgend schrijven
Nieuwlerkerk, 20 Febr. 1928.
Waarde Broeder
Naar aanleiding, dat u in het laatst versche
nen No. Zeeuwische Kerkbode schreef, be
treffende „Ziekentelefoon" kan ik u met ge
noegen melden, dat ook wüj in onze kerk
een zestal toestellen hebben voor doove broe
ders en zusters daarbij ook een installatie
naar buiten voor onze zieken. Gisteren voor
de eerste maal is het voor een zieken broeder
die in geen twintig jaar naar de kerk heeft
kunnen komen, in gebruik genomen. En den
Heere de eere Dc uitslag w'as treffend. Wij'
met hem W'aren verblijd en dankbaar.
Daar u ook de onkosten mededeelde, mag
ilc 'wiel zoo vrij zijn, van u te mogen weten of
die gegevens juist zijn.
Mij is medegedeeld dat de jaarlijksche huur
is f 3.per 100 Meter, maar het minimum
is f 10.voor iedere aansluiting. Wat niet
overeen komt met u'wle gegevens.
Ook de afstand, b. v. 3 K. M., was niet
juist. Mij is gezegd dat dit naar rato wordt
berekend.
Wat den aanleg betreft, dit is in orde.
Ik hoop van niet onbescheiden te zijn het
een en ander in onze Kerkbode te plaatsen.
De microfoon is voor preek- en leesdienst
ingericht.
Met beleefde broeder groeten en bij voor
baat onzen vriendelijken dank
Uw' toegenegen broeder,
M. J. STOUTJESDIJK,
diaken-boekhouder.
Wij danken br. Stoutjesdijk voor zij'n be
langstelling, en geven gaarne plaats aan zijn
schrijven om de zaak van de Ziekentelefoon
op die manier nog te meer onder de aan
dacht van al onze kerkeraden te brengen.
Ik denk dat Nieuw'erkerk en ieder onzer
lezers het meest er mee gebaat is, als ik
hier plaats geef, aan een officieel schrijven
van den heer Directeur der Posterijen en
Telegrafie d.d. 9 Nov. Op mijn telefonische
navraag na ontvangst van het schrijven van
dhr. Stoutjesdijk verzekerde hij mij, dat zijn
brief uittreksel was van de officieele ge
gevens.
r 1
1. Naar aanleiding van Uw bovenvermeld
schrijven heb ik de eer U te berichten, dat