Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. 42e Jaargang. Vrijdag 3 Februari 1928. No. 5. RedactearenDs. P. VAN DIJK te Serooskerke (W.) en Ds. A. C. HEIJ te Koadekerke. Persvereeniging Zeeuwsche Kerkbode. UIT HET WOORD. DOODSVERLANGEN. Kerkelijk en Geestelijk Leuen. De Acta. Gevaarlijke Synthese. Merkwaardig getuigenis. PAPERS DES WOORPS. Nonchalante Gastheer ZEEUWSCHE KERKBODE Vaste medewerkersD.D. L. BOUMA, P. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, P. STAAL Pxn., en R. J. v. d. VEEN. Abonnem entsprljso Advertentieprijs! per kwartaal bij vooruitbetaling f 1, Afzonderlijke nummers 8 oent. 15 oent per regelbij jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reduotie. UITGAVE VAN DE Adres van de Administratie: Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. Beriohten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdag morgen 9 uur te zenden aan de Drukkere LITTOOIJ OLTHOFF Spanjaardstrast, Middelburg. TELEFOON 2 3 8. GIRONUMMER 4 2 280. Nu dan, HEERE, neem toch mijne ziel van mij, Want het is mij! beter te sterven dan te leven. En de HEERE zeide is uw1 toorn billijk ontstoken Jona 4 3, 4. De bede van Jona om te mogen sterven is in velerlei opzichten eigenaardig. Zij' w'erpt een hel licht op zijn persoon en de gezind heid welke hem bij het vervullen van zijne roeping vervulde. Jona heeft zijn God willen ontloop en. Hij gevoelde niets voor de ge weldige taak die hem werd opgelegd. Nineve moest hij het oordeel gaan aanzeggen, maar hij scheept zich in naar Wet Westen. De As- syrische hoofdstad mag zelfs geen prediking van het komende gericht meer hooren. Zij staat toch buiten het heil dat aan Israël is geschonken en laat ze nu maar in ongerech tigheid ondergaan. Israëls God is de God van Israël alleen en onbegrijpelijk is het dat Hij zich met zulke zondige heidenen nog in laat. Jona weet het veel beter dan God. Maar de Heere dwingt hem om te gaan. Hij kan Zijn hand niet ontvluchten). De zee schijnt zijn graf te wiorden, mlaar de ontfer mende almacht Gods redt hem door de be schikking van den grooten visch. Zoo wordt hij gespaard en in het ingewland van de'ii visch komt de inkeer en Hij denkt aan den HEERE, den God der trou'w). Nu zal hij! de herhaalde opdracht volbrengen. En zie hij gaat, maar wielke is zijne ge zindheid Zijn hart is jegens de Ninevieten niet veranderd. Dat zijne prediking snijdend scherp Was, mag wel worden aangenomen. Het is ook niet zolo moeielijk om anderen te veroordeelen en banbliksems te slingeren ter wijl men zelve veilig is. Hij behoort immers tot het uitverkoren volk en over dat volk zal toch de gunst Gods blijven tot in der eeuwigheid Doch Israëls God is een God van ver rassingen. Jona's prediking treft doel. Ni neve bekeert zich van hare booze werken en doet in zak en asch boete. „En het be rouwde God .over het kwaad dat Hij ge sproken had te doen." Het gericht komt niet. Daarin nu kan Jona zich niet vinden. De genade Gods, uitgaande tot zulke zondaren, maakt hem nijdig zóó toornig dat hij maar liever sterven wil. Gods doel is bereikt, maar Jona acht zijn werk mislukt, want Gods heil is immers' slechts voor Israël. o De toornuitgieting is afgewend en dat maakt Jona zoo ongelukkig, dat hij het le ven niet meer begeertDood zijn wil hij, om het niet langer te moeten zien dat God de Heere lankmoedig is. De man die gesid derd heeft voor den Koning der verschrik king, verlangt er nu naar dat het graf hem omvange. Hoe is dit mogelijk Omdat hij zich laat meesleepen door zijn 'hoogmoedige zelfzucht en in eigengerechtigheid niet recht denkt van zijn God. Hier zien We het einde van een lange ont- Wikkelings-gang. Hartediepten worden ons ontdekt en Wij sidderen. Laat ons evenwel Jona niet veroordeelen zonder het eigen hart te onderzoeken. Ook dit is tot onze leering geschreven. Wat zal bij eerlijk zelfonderzoek dan blijken Dat hij niet zoover van ons staat als het w'el schijnt en dat bij' Jona moet uitkomen ieder die de liefde Gods tegenstaat en genade en recht niet gelijkelijk vasthoudt. Ja, Jona vertoont het beeld van „geloovige" imenschen die de verkiezing Gods veruit- Wendigen en met zijne verwerping een wreed spel drijven. Het is hun reeds goed als zij1 slechts gered zijn, als zij rekenen mogen op Zijne liefdeopenbaring en wat gaat hen die arme wereld aan di^ zucht onder een zondelast ondragelijk zwaar Zij zijn in hun zelfzucht als de discipelen die kinderen te klein vinden om tot den Heiland te wior den gebracht. Zij roemen in hun eigen zaligheid en met droge oogen constateeren zij dat de w'ereld in het booze ligt en rijp Wórdt voor liet ge richt. Wat zij aan degenen die buiten zijn moeten prediken is een harde getuigenis, maar zonder dat zich daarin mengt de deer nis van den Zaligmaker die w|eent over Je ruzalem, dat zijner niet heeft gewild en Hem verwierp. Zij begrijpen den apostel niet als hij zijn uiteenzetting van de uitverkiezing aan vangt met de betuiging dat het hem een groiote droefheid en gedurige smart is van zijner broederen wil naar het vleesch, voor wie hij wel zou. wenschen zelf verbannen te zijn van Christus. Zij vinden den Zendings- arbeid eigenlijk onnoodig en Evangeliepredi king en de gerichtsdreiging achten zij in strijd met het recht Gods. O, zelfzuchtiger d'wazen van hartZal de Heiland hen niet vragen hoe lang zal ik bij U zijn en U ver dragen Zult gij het nimmer afleeren om van de hemelsche majesteit Gods aardschehjk te gedenken Kunt gij U niet opwerken tot de bede van een hart Vv|aarin de liefde Gods gen, aller eng'len stem, o Heer, samenste'm- is uitgestort och, dat aller menschentor- cfen, samen zongen. Hoe handelt gij tegenover degenen die God niet kennen Dringt de liefde van) Christus U om te prediken het vlammende oordeel Gods dat hen w&cht Gaat uw hart uit tot de verlorenen om hem te zoieken tot gij! ze vindt En als uw gerechtsverkondiging doel treft, het doel Gods vindt, verheugt gij u dan voor de grootheid Zijner goedertierenheid O, laat Gods vraag aan Jona u ontnuchteren! Is uw toorn billijk ontstoken Hoe ernstig dringt dat vragen Gods tot .zelfonderzoek. Maak van uwi toebehooren tot het volk des Heeren geen reden tot roemen en nog min der een oorzaak van eigengerechtige zelf verheffing. De genade Gods gaat uit tot zondaren en alleen bij de erkentenis van eigen onwaardigheid kunt gij juichen over de zaligheid, u bereid. Breek uwi zelfzucht af door gerechtigheid, dan zult gij de ont- fermingen des Heeren rijker gaan verstaan en zal het medelijden der liefde u drijven. Dan zal uw ziel aanbidden den Heere, waar iwiegen zoo wonderlijk hoog zijn en wiens barmhartigheid zoo groot is dat Hij ver schoont allen, die Hem vreezen. Hij maakt woning in verbrijzelde harten en wie tot Hem komt werpt Hij niet uit. Zoudt gij dat dan wiel d oen Zult gij bij Hem w'egblijven als Hij ook door de prediking van het gericht w'il drin gen naar het Lam dat geslacht is en welks bloed reinigt van alle zonde Niemand zegge: Mijne zonde is te groot dan dat zijl verge ven wordtMaar als gij in de dreigende en aanwezige oordeelen Gods de stem van den goeden Herder hoort verhardt u niet, maar laat u leiden Dan kunt gij verlangen naai den dood, omdat God rechtvaardig is en blijken zal in al Zijn doen en U is w'egge- legd de kroon des levens Dan draagt ge uw geloof, dat de levenskracht was, als bezit uit het leven w'eg. Oostkapelle. E. DOUMA. Verschenen en aan alle Kerkeraden toege zonden zijn de Acta der Generale Synode van de Geref. Kerken in Nederland. Elke drie jaar wordt dit een lijviger boek deel. Nu is dit in de eerste plaats toe te schrij ven aan de andere papiersoortdat dikker, al hoewel zeker niet steviger is, dan vroe ger. Maar het ligt toch ook aan de meerdere stof, die er in verwerkt is. De zeer gewichtige acta van de Utrecht- sche Synode van 1905 tellen 181 artikelen op 95 pagina's deze Synode van Groningen bracht het tot 300 artikelen op 129 pagina's. Zoo ligt met de rapporten er bij een dub bel boekwerk op de kerkeraadstafel, van te zamen ongeveer 600 pagina's. Misschien vraagt een belangstellend lezer: Wat doet de Kerkeraad met deze dikke boe ken Wat hij er mee behoort te doen, dat is, ze mee naar huis te nemen en!' ze' te bestu- deeren. Het is toch noodig, dat de Kerke raden Weten, wat de vergadering der Kerken besluit Wat hij er w e r k e 1 ij' k mee doet Kom laat ik niet vervallen in de flout om het kwaad gerucht der broederen te vertellen. In ieder geval is er toch altoos nog w'el een belangstellende dominé of ouderling, die er eens in neust. Waar zou het ook naar toe moeten, w'an- neer nog maar in een kleinen kerkeraad, ieder lid op zijn beurt de 600 bladzijden mee naar huis nam. Zoo Worden dan de Acta als regel reeds spoedig na hun verschijning tot hunne vaderen van het Archief verzameld Maar dat doet de vraag rijzen Is het 'wel noodig, dat elke Kerk zulk een duur boekwerk ontvangt Zou het niet een zeer groote besparing van kosten opleveren, en ook veel nuttiger zijn wanneer elke c 1 as- s i s voor haar archief b.v. een dubbel exem plaar ontving. TerWijl dan van de besluiten zelf, die voor de Kerken in t ge m e e n nuttig zijn een verkorte opgave, aan elke Kerk kon gezon den Worden. O.i. is het gevaar niet denkbeeldig, dat dooi de dikte van het boekwerk, waar eenvoudig voor de Kerkeraden niet aan te beginnen is, ook die gedeelten te loor gaan, wlelker lezing en betrachting door de Kerken toch voor haar gezond leven hoogst gewenscht ware. In het Januarinummer van De Macedoniër geeft D. Pol een zeer lezenswaard uittrek sel uit de Banier over De Zending in China. Daarin wórdt gewezen op de gevaren, die die Zending bedrijven door den heilloozen in vloed van het Modernisme. Leerzaam voor onzen tijd en voor eigen omgeving zijn de volgende passages die vv'e in dit uittreksel hebben aangestreept „De beste methoden om de orthodoxe seminariën en bijbelscholen onder moder ne leiding te brengen is ongetwlijfeld ge- w'eest de oprichting der z.g. „Unie-in richtingen", waar Zendelingen van ver schillende corporatiën op een zeer breede basis samenwerken en waar alle richtin gen geduld wiorden. De geschiedenis der laatste 15 jaar in China heeft ten duidelijkste aangetoond, dat zoodanige inrichtingen dc een na de ander haar positief christelijk karak ter verloren hebben en ten slotte verloo- pen zijn in moderne cultuur instellingen, die w'el Christelijk in naam bleven maar Waar de Christus der Schriften Zijn plaats moest inruimen voor een Jezus van moderne inbeelding, een ideaal mensch, revolutionnair en hervormer dei- maatschappij." Een paar regels lager leest men „Het gebrek aan scherpe lijnen en vastheid van principe, gevoegd aan de zucht om v r ij van e e n i g kerk e- 1 ij k t o e z i c h t, haar eigen beginselen vast te stellen naar dc behoefte der wis selende tijdsomstandigheden heeft er toe geleid, dat het woord „Christelijk" een uiterst vaag begrip is gewórden." En ten slotte over de Chineesche Young Men Christian Association (Christelijke Jon gelieden Vereeniging) zegt De Bazuin dit „De invloed der Chineesche Y.M.C.A. is niet gering te schatten. Het is opval lend hoe groot het aantal hunner secre tarissen is, dat zich in den loop der laat ste jaren een plaats zag toegewezen aan de theologische scholen en Christelijke instellingen van hooger onderwijs. Dat hun liberalisme eer begeerd dan geduld werd valt af te leiden uit het feit dat sommigen zich reeds te voren hadden doen kennen als waardige disci pelen van Strauss of Renan, en dat b.v. de leiding van zulk een inrichting werd toevertrouwd aan een Amerikaan- schen Y.M.C.A. secretaris, die bekend stond een der hoogste rangen te beklee- den in een Vrijmetselaarsloge Noch zijn positie als zendeling, noch die van directeur eener belangrijke Zen dingsinrichting bleken voor hem beletse len te zijneen af deeling van De Orde van de Ster te stichten (waar van deze persoon N.B. Beschermheer is)." Het is werkelijk niet alleen in China, dat onder dc Christelijke vlag een heidensche la ding wórdt vervoerd. Laat men toch voorzichtig zijn en tegen verflauwing van dc grenzen op zijn hoede Wezen Er is over het samen optreden van Ds. Buskes met den vrijzinnigen professor De Graaf e.a. uit Leiden door enkele kerkelijke bladen we herinneren aan het stuk van Dr. Dijk een afkeurend oordeel geveld. Ook o.i. terecht. Paulus, dc Apostel, Waar schuwt tegen het aantrekken van .één juk met den ongeloovige. Wie kan nog geloovig heeten, die de w'aar- heid verwerpt van de Borggerechtigheid van onzen Middelaar Ook de Reformatie wees daarop met een aanhaling uit het rapport over China „De teruggang van Bijbelsch Christendom tot een gematigd modernisme, van een gematigd mo dernisme tot een volgroeid modernisme en van een volgroeid modernisme tot volslagen ongeloofis een voortschrijdend proces. De N. Rott. Crt. is over al deze waarschu wingen tegen de synthese bitter verstoord maar ze troost zich op deze wijze „Doch dat deze evolutie te keeren zou zijn door het oudcrwetsche volstrekte iso lement., gelooven wij niet. Het is de tijd geest, die Werkt ook zonder dat prof. de Graaf, dr. van Hoik of ds. van Duijl daarin behoeven te worden betrokken. Met de jeremieerende Kerkbode-redacteu ren k u n n e n w ij toegeve n, d a t een vermenging, zooals het o o g e n b 1 i k die ons voor oogen stelt, voorop zuiverheid, klaar heid en beginselvastheid ge stelde naturen iets minder aan trekkelijks heeft, maar door zulk een min of meer troebel overgangssta dium schijnen wij' heen te moeten om de nieuwere principieel© groepeering te ver overen. De drang van de iongeren om zich op de onderlinge overeenkomsten en verschillen te bezinnen is heldhaftiger en ook verstandiger dan het gemok ach ter de horretjes van een onherroepelijk en onvruchtbaar verleden." De door ons onderstreepte woorden mogen bedoelden redacteuren het bewijs zijn, dat ze recht tot hun critiek hadden. De horretjes nemen we graag voor lief bij deze volmon dige erkenning, dat het huidige stadium min of meer troebel is, en weinig aantrekke lijks heeft voor menschen die op zuiverheid, klaarheid en beginselvastheid zijn gesteld. Omdat wie werkelijk overtuigd zijn, dat Ds. Buskes ook meer houdt van deze klaarheid en beginselvastheid dan van troebelheid, moge hij zich afvragen of deze opmerking van de N. Rott. Crt. hem niet iets heeft te zeggen. Ziet hij met ons niet in, dat het beter is niet mede oorzaak te zijn van de troebel heid in het stadium waarin wij verkeeren. Troebelheid is altoos gevolg van een m e n- ging, die gevaarlijk is, al loopt ze niet al tijd uit op homogeniteit. Menging is echter erger dan het tezamen gaan onder één juk. v. D. Iemand in Amsterdam het verhaal komt voor in het Algemeen Weekblad voor Chris tendom en Cultuur van 24 Jan. j.l. zond aan een vriend „van buiten" een uitnoodi- ging om van Zaterdag tot Maandag bij hem te komen logeeren. De buitenman was met die invitatie niet weinig vereerd. Stel u ook voor een provin ciaal, die eens een paar daagjes naar Am sterdam mag De uitnoodiging werd dus per keerende post aangenomen. Als echter zoo'n Amsterdammer een „bui tenman" inviteert, kan het ook wel eens we-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1928 | | pagina 1