Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
42e Jaargang.
Vrijdag 27 Januari 1928.
No. 4.
RedactearenDs. P. VAN DIJK te Serooskerke (W.) en Ds. A. C. HEIJ te Koadekerke.
Persvereeniging Zeeuwsche Kerkbode.
UIT HET WOORD.
EEN STRENGE EISCH.
Grepen uit het Overzicht in 't Kerkelijk
Jaarboek.
Jaarboek Geref. Kerken 1928.
Orgelspel van dhr. Kruithof.
Murmureerders en tegensprekers.
ZEEUWSCHE KERKBODE
Vaste medewerkersD.D. L. BOUMA, P. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, P. STAAL Pzn., en R. J. v. d. VEEN.
Abonnementsprijs! per kwartaal bjj vooruitbetaling f 1,
Afzonderlijke nummers 8 oent.
AdvertentleprIJsi 15 oent per regel J bij jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrijke reduotie.
UITGAVE VAN DE
Adres van de Administratie:
Firma LITTQOIJ OLTHQFF, Middelburg.
Beriohten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdag
morgen 9 uur te zenden aan de Drukkera LITTOOIJ OLTHOFF
Spanjaardetraat, Middelburg.
TELEFOON 2 3 8. GIRONUMMER 4 22 80.
Verkoop alles, wat gij hebt.
Markus 10 21m'.
Meestal maken wij ons Wél wat al te
gemakkelijk van dit buitengemeen strenge
bevel van Jezus af. We zoeken ons al te
spoedig aan de klem van dit veeleischend ge
bod te ontworstelen, door direkt te zeggen
Jezus vordert hier iets buitengewoons, iets,
dat slechts voor één: persoon geldt, hetgeen
niet alle (menschen behoeven te doen.
Zoo wordt dit „Verkoop alles" te veel als
een zeer, zeer bizondere eisch beschouwd1,
alleen! geldend voor dezen éénen persoon, in
dien bepaalden tijd. En we denken er niet
aan, ons de vraag te stellen, of er misschien
heden nog zulke rijke jongelingen gevon
den worden, voor wie deze eisch w e 1 geldt.
En nog minder denken We er aan, of wijl zelf
wellicht zulk een rijke jongeling zijn.
Met volle instem'ming las ik eens bij een
bekend en vroom schrijver „Wanneer Chris
tus onder ons predikte, zou Hijl niet in 't
algemeen allen toeroepen „Geef alles weg",
maar tot duizenden onder ons zou hij'
zoo spreken, en dat er nauwelijks één is,
die meent deze eisch van het Evangelie op
zich te moeten toepassen, komt ons zeer be
denkelijk voor."
"Eigenlijk zouden we deze geschiedenis van
den rijken jongen m'an 't liefst lezen als toe
passing, als verbizondering van een eisch,
die Jezus ons allen stelt. Die eisch leest ge
in het voorafgaande hoofdstuk, Markus 9
„En indien uwi hand u ergert, houw ze af.
Het is u béter, verminkt tot het leven in te
gaan, dan de twee handen hebbende, henen
te gaan in de hel, in het oniiitblpstséhellijik1
vuur.
En indien uw oog u ergert, werpt het uit.
Het is u beter, miaar één oog hebbende, in
het Koninkrijk Gods in te gaan, dan, twee
oogen hebbende, in het helsché vuur gewor
pen te worden."
Uit deze wioorden van Christus blijkt, dat
niet ieder zich een hand, een voet behoeft af
te houwén, dat niet ieder één zijher oogen
behoeft Weg te werpen. Alleen dan, als de
hand of de voet of het oog u ergert.
Daarom, neen, niet alle rijken behoeven
alles te verkoopen.
Waarom niet
Omdat rijkdom niet altijd de hand is, die
ergert en daarom moet wlorden afgehou
wen-
Maar is de rijkdom, voor u of voor mij,
de hand, die tot zonde verlokt, wlelnu, dan
hebben iwliji, willen wij het Koninkrijk Gods
binnengaan, die hand onverbiddelijk af te
houwen, dan moeten ook wij alles verkoo
pen.
Daar is een kunstenaar, die als Christen
wil leven.
Zijn kunst is echter de voet, die hem er
gert. De plaats, die Christus in zijn hart
moet innemen, 'wordt door zijn kunst betwist
haar beoefening trekt zijn hart van Christus
af. Het gevaar dreigt, dat het leven hem
niet meer Christus is, maar dat het leven
hem de kunst is.
Eindelijk, na zw'aren strijd, laat hij de kunst
varen, om Christus niet te verliezen, om Hem
te behouden.
Doch hoor nu die stemmen rond hem
„Wat een verminken van het gezonde, rijke,
volle leven is datChristendom en cultuur
behoeven toch niet een tegenstelling te zijn
Er is toch ook een Christelijke kunst, en er
zijn toch ook Christelijke kunstenaars Wordt
God Zelf niet kunstenaar en bouWimeester ge
noemd van de stad, die fundamenten heeft
Zeker, toegestemd het W'as verminken.
Maar het is beter kreupel en verminkt tot
het leven in te gaan, dan de twee handen, de
twee voeten hebbende, in het helsché vuur
géwOrpen te Worden.
Daar is een dronkaard. Hiji kan het drin
ken maar niet nalaten en geen dronkaard zal
het Koninkrijk der hemelen ingaan.
Hij zal de hand, die hem ergert, moeten
afhouwen.
Eindelijk, na lange Worsteling, doet hij het.
Hij breekt radicaal met den drank. Hij
Wordt geheelonthouder.
En hoor nu de menschen, die hem eerst
zoo hard vielen „Dat is nu een vallen
van 't ééne uiterste in 't andere De Schrift
zegt toch Er is niets verwerpelijk, met dank
zegging genomen zijnde En de wijn ver
heugt het hart des menschen
't Is waar, maar diezelfde Schrift zegt
ook Indien uw oog u ergert, werp het uit.
Op zich zelf goede dingen kunnen de hand,
de voet zijn, die ons tot zonde verlokt, die
Wij moeten afhouwen.
Daar zijn eischen Gods, die voor allen
gelden, maar daar zijn ook eischen, die God
aan b i z o n d er e personen stelt, aan den
één deze, aan den ander gene.
Wat u geoorloofd is, kan God mij ver
boden hebben wat m ij vrijstaat voor u
ongeoorloofd wézen.
Een dokter kan zelf tegen 't rooken geen
bezwaar hebben, en toch 't rooken aan een
bepaald patiënt verbieden, omdat 't voor hem
schadelijk zou Wézen.
En wat dat verminken betreft zie eens
wélk beeld Jezus gebruikt het beeld van een
lichaam.
Een lichaam zonder gebreken, een lichaam
met twee oogen en twee handen en twee
voeten is dat niet een heerlijke gave Gods?
Zullen we dat gave kunstwerk gaan schen
den, dat schoonc rechter Oog, die mo|oi-
gevormde hand zoo maar wegwerpen 't Is
immers een jammerlijke verminking
Ja, zegt Jezus, houw: af, werp weg een
hoogst w'aardevol, maar u tot zonde ver
leidend, u ten verderve strekkend lichaams
deel.
De schijnbare levensverminking geeft een
groot gewin, want beter nu één levensorgaan
verloren, dan straks het gansche leven ver
loren.
't Kan zijn 't wegwerpen van een oog,
maar om één oog hebbende, in te gaan in
het Koninkrijk Gods.
Zaamslag. KOK.
Kerkelijk en Geestelijk Leuen.
Omtrent de scheuring (aangehaald uit He
raut) zegt Ds. Rullmann
„De zonde van scheurmaking, die onze
kerkenordening terecht een grove zoude
noemt, bestaat juist daarin, dat men zich
opmaakt om deze eenheid der Kerk te
verbreken, niet omdat de Kerk van Gods
Woord is afgeweken, maar om bijkom
stige redenen, zooals omdat men een af-
zettings- of schorsingsvounis niet recht
vaardig acht.
Niet alleen dat men dan zijin eigen
subjectief oordeel stelt boven het oordeel
der Kerk, maar men offert de eenheid
der Kerk op aan persoioulijike belangen.
Toen de Overheid te Genève Calvijn als
predikant had afgezet en verbannen, wat
zeker onrecht w'as, en in Zijn plaats an
dere predikanten had aangesteld w'as er
een sterke neiging bij een deel der ge
meente, om zich aan deze predikanten te
onttrekken. Calvijn in plaats van dit goed
te keuren of aan te moedigen, heeft toen
juist met allen ernst de geloovigen hier
tegen gewaarschuwd."
Omtrent de liturgie zegt hij
„De deputaten voor de liturgie zijn
gecontinueerd en hun rapporten wlorden
zoo spoedig mogelijk bij de Kerken inge-
W'acht. Het verzoek inzake het N. Test.
lied Wérd afgewezen. Jammer, dat in de
conclusies niet één enkele motiveering
van het besluit is opgenomen. Er zijn
toch velen in onze Kerken, die wél gaarne
zouden Wéten, waarom de Synode geen
uitbreiding van de gezangen
Wil. Want steeds breeder wordt de groep
van hen, die het Nieuwi-Testamentisch
lied een onmisbaar element van de li
turgie achten
Oude, vrome Professor Linde
boom, w'anneer zal uw lievelingswen'sch
in vervulling gaan
v. D.
Met bekwamen spoed is het bekende Jaar
boek der Geref. Kerken dit jaar wéér ver
schenen en Wlij1 zelf willen ons haasten om
het bij onze lezers aan te bevelen. Het is
wel bijna in elk gezin te vinden.
Het belangrijkste is uit den aard der zaak
de opgaaf der gemeenten, Wiaarvan tal van
bijzonderheden Wlorden genoemd.
Neem als voorbeeld Middelburg. Ge ziet
hoeveel zielen de burgerlijke gemeente telt
welke dc datums zijn van de kerkelijke ge
meenten. Het getal 2878 noemt haar ledental;
1637 het aantal belijdende leden. Van haar
pas gekomen dominé leest u den geboorte
dag wanneer hij candidaat werd de plaat
sen, de intree. 'En dan komt er nog meer
dan een halve bladzij aanteekeningeni over
vroegere predikanten.
Het is voor ons heele vaderland op die
manier een goudmijn.
Maar laat ik niet doorgaan met maar even
aan te geven Wat de inhoud is opdat dit
stuk niet te breed Worde.
Vergelijking met de Statistiek van het vo
rige jaar brengt tot de conclusie, dat er nog
van geen achteruitgang in ledental iets te
bespeuren valt.
Dat er thans 720 en 't vorig jaar 721 ker
ken genoemd wlorden, is door de vereeniging
van twee naburige kerken tot één.
Het aantal predikanten steeg van '578 tot
581 het aantal vacaturen daalde van 225 tot
221. In 1926 stonden ingeschreven 541349
zielen in 1927 Waren er 545218.
Men vindt in het Jaarboek ook de opgave
van de verschillende vereenigingen, die op
allerlei terrein in onze Geref. Kerken arbei
den. Het bericht over de Rudolphstichting
die in de plaats kwtam van de Glindhorst, is
zeker niet tijdig ter drukkerij of ten redactie-
bureele bekend geWéest
We hebben het uitnemend kerkelijk over
zicht van Ds. Rullmann met grooter instem
ming gelezen dan het vorig jaar.
We zouden er graag enkele stukken van
over schrijven, doch dit is niet doenlijk. We
raden alle koopers van het Jaarboek aan, dit
vooral niet -over te slaan.
Hij resumeert Wat de Synode te Groningen
beslooten oefent een o.i. zeer billijke kri
tiek. Misschien komen We als plaatsruimte het
toelaat hier nog even op terug.
Het „In Memoriam" ondervond een ver
betering, doordat thans de portretten der
overleden predikanten tusschen den tekst ge
voegd zijn. Voor velen zijn die levensbeschrijf
vingen een niet geringe aantrekkelijkheid van
het Jaarboek. Men zou de vraag kunnen stel
len zouden ze het er zelf mee eens geWéest
zijn, als ze zich tijdens hun leven zoo hadden
zien uitgebeeld.
Intusschen doet het toch goed het leven,
ook van meer eenvoudige dienaren des
Woords, nog eens in vogelvlucht te mogen
overzien.
Het zal met dit Jaarboekje wiel gaan, zoo
als alle jaren binnen korten tijd uitverkocht.
Wat het ten volle verdient. v. D.
De Kerkeraad van Souburg verzocht ons
de aandacht te vestigen op de uitvoering,
die de heer Kruithof aldaar hoopt te geven
op 3 Febr. te half acht uur.
Daar deze bekwame organist ook op andere
plaatsen in Zeeland althans op Walcheren
een uitvoering in deze dagen zal geven, wil
len wij het verzoek van Souburg beschouwen
als gedaan te zijn voor al die plaatsen, en
volstaan wé met dit ééne stukje er over te
schrijven.
Gelijk wé reeds onlangs schreven bij zijn
optreden te Middelburg' is de wijze waarop
deze blinde organist uit Kampen allerlei lie
deren, psalmen en muziekstukken weet te
spelen, bijzonder schoon.
Wc vernamen dat bij zijn jongste uitvoe
ring in Middelburg, het talrijk gehoor zeer
.voldaan w'as over het geleverde.
Wij bevelen die avonden te Souburg en
elders hartelijk in de belangstelling van onze
menschen aan. v. D.
DADERS DES WOORDS.
De omschrijving der wereld, die de1 apos
tel in deze wioorden geeft, mag nu ooik Weer
niet worden misverstaan en wlorden misbruikt
voor zelfzuchtige doeleinden.
Dat misverstand zou er zijn, wianneer men
de wioorden vaji den apostel zóó ging ver
staan alsof alle tegenspreken en alle protest
(ongeoorloofd zou zijn en m&n altijd zou
moeten goedvinden w'at menschen ons aan
doen.
En dat misbruik zou er zijn, wknneer men
schen, die ons onrecht wlilden aandoen', met
een beroep op Paulus' wioord, zouden zeg
gen murmureert niet en WOest tevreden.
En dat misbruik is er wel. Van een actie,
die hun niet aangenaam is, omdat die in
strijd komt met hun zelfzucht, zeggen velen
al gauw dat komt allemaal uit ontevreden
heid. Ze zeggen dan het „volk" wiordt zoo
ontevreden.
Dat beroep op zijn woord zou Paulus ech
ter ongetwijfeld afwijzen. Wanneer hijl het
bedoeld had als een vrijbrief om ons onrecht
aan te doen, zou hij zelf met zijn eigen wloprd
in strijd gekomen zijn.
Murmureeren is w'at anders dan het be
hoorlijk inbrengen van een gerechtvaardigde
klacht En het door hem veroordeelde tegen
spraken is W'at anders ook dan het protestee
ren tegen onrecht.
Wanneer de overheid in Filippi hem en
Silas onverhoord heeft veroordeeld en in 'de
gevangenis gewlorpen, protesteert Paulus daar
tegen.
Als de gemeente van Corinthe hem dag cn
inacht heeft laten werken zonder hem te
verzorgen, Iaat hij hen wel gevoelen, dat zij
in hun roeping tekort schoten. Dan schrijft
hij in 2 Cor. 11:8 vlg. Ik heb andere ge
meenten beroofd bezoldiging van haar ne
mende om U te bedienen en als ik b'ij U
tegenwoordig was en gebrek had, ben
ik niemand lastig gevallen w'ant mijn gebrek
hebben de broeders vervuld die van Mace
donië kwamen en ik heb mijlzelven in alles
gehouden zonder u te bezwaren en zal mij
nog alzoo houden. In hoofdstuk 12 13 komt
de apostel daarop nog weer terug, en maakt
hij zelfs de ietw'at sarcastische opmerking
Want W'at is er waarin gij minder geweest
zijt, dan dc andere gemeenten anders dan
dat ik zelf U niet lastig beii geWeest Ver
geeft m ij dit ongel ij k.
Wanneer er ook nu nog onrecht gebeurt
mag daartegen geprotesteerd wOrden. En als
er grond is voor rechtmatige klacht mag
die klacht wlorden geuit en dan moet aan
die klacht worden gehoor gegeven.
Er daar is ook vaak grond Voor ontevre
denheid, voor een niet-vrede hebben met een
toestand, die niet is naar den eisch van het
recht en van Gods Woord.
Dat alles is echter wlat anders dan een
voortdurend gemurmureer en tegenspreken,
dat het goede miskent en een welbehagen
heeft aan het murmureeren en tegenspreken.
Dat alles is Wiat anders dan liet hart ver
vuld te laten worden met het denken alleen
aan gepleegd onrecht en het zien alleen op
onvervulde iwenschen, zelfs wenschen, die on
redelijk waren. Wat anders ook dan het al
leen er maar op uit zijin om ten allen tijde
tegen te spreken.
Ziet het in Paulus.
Onrecht doet men hem in Filippi en hij
protesteert daartegen, maar het belet hem
niet om in blijmoedigheid daar het Evange
lie te prediken. Hij vertrekt uit die stad niet
met een vloek maar met een zegen'wlensch
en komt er later terug.
De gemeente van Corinthe geeft hem aan
leiding tot rechtmatige klacht, toch blijft hij
die gemeente liefhebben en zoekt hij dag
en nacht haar welzijn.
Deze man kon dan ook komen met de roe
ping doet alle dingen zonder murmureeren
en tegenspreken.
Verre moet de geloovige blijven van dat
gemurmureer dat een ziekte Wiordtvan dat
tegenspreken, dat een onhebbelijke hebbe
lijkheid wiordt.
Zelfs wanneer hij reden heeft tot klacht
en tegenspraak moet hij toezien dat zijn
leven daarin niet opgaat. In alles heeft hij
immers ook de hand Gods te zien, die allo
dingen bestuurt. Het onrecht moet hij dan