Br. A. Geschiere. DADERS DES WOORDS. Karakterloosheid en Schijnheiligheid. Onze V.-U. Samenkomst. KERKNIEUWS. Officiëele Berichten. Marx, het zij herinnerd, is de man van het z.g. historisch materialisme; hij meende de geheele ontwikkeling in de ge schiedenis is niet afhankelijk van ideale, gees telijke faktoren ze is ook niet afhankelijk van persoonlijkheden, maar ze wordt beheerscht door oeconomische, maatschappelijke belan gen. Dit geldt voor de geschiedenis van de politiek, van de ethiek, van de wijsbegeerte, van den godsdienst, in een woord van alle geschiedenis. Veranderen de verhoudingen der klassen, dan veroudert b.v. de inhoud der religie van zulk een volk. Van dit historisch materialisme moest het religieus-socialistische congres niets meer heb ben. De voorzitter sprak d'it uit „Willen inderdaad uit het socialism^ naar voren breken de krachten tot nieuw geestelijk leven, tot verjonging van de cultuur, dan zal het afstand hebben te doen van het Marnixistisch dogma dan zal het zich in dienst hebben te stel len van het uit de religie voortspruiten de zedelijk ideaal, niet als middel maar als doel. Op het klassebelang isgeen socialistische samenleving te bouw e n." 1) Zoo betoogde ook dhr. van Veen datMarx er naast was met zijn leer, dat het bewust zijn bepaald wordt door het maatschappelijk zijn. En wel traden velen nog in 't debat op de bres voor de waardeering van de massa (men denke aan de volksziel) maar het is toch een feit van beteekenis, dat een van de referenten (dhr. van Veen) zijn rede beti telen kon: „De sociale beteekenis der per soon 1 ij k h e i d" en voor zijn talrijk ge hoor, ondanks de Marxistische opvoeding die dit gehoor genoten heeft kon en mocht fceggen „Onjuist is de Marxistische vereering van de massa. De massa is nog veel pri mitiever dan de menschDe massa op te voeden tot vereering van zichzelf is gevaarlijk, zij moet in een gees telijk beginsel een macht bo ven zich erkennen. 1). Persoonlijkheden houden het maat schappelijk regeneratieproces in gang, want in laatste en hoogste instantie be rust elke samenleving op de cultuur van de ziel." 1) En ook de grootere waardeering voor de massa die in het debat uitkwam was alles behalve Marxistisch want haar waarde werd daarin uitgedrukt, dat de massa een zeer conserveerende (behoudende) beteekenis had n.l. „dat het aan haar intuïtie te danken is, dat kostelijke geestelijke goederen tegen gril lige proefnemingen van het oogenblik worden be w aard1". TerWijl ook die mJassa weer haar organen vindt in de individualistische persoonlijkhe den. Zoo zouden we nog kunnen wijzen op de rede van Ds. v. d. Heide, die het laster noemL de de socialistische beweging als materia listisch te bestempelen. Het is verblijdend, dat met het botte mate rialisme van Marx en Engels is gebroken een uitspraak over de cultuur van de ziel voor de mogelijkheid van een goede samenleving, roept de Bijbelsche waardeschatting van de ziel in de herinnering, voor welker leven men alles zal geven. Er is klaarblijkelijk een toenemend: religie waardeering waarneembaar in breedere la gen van het volk, die vroeger bij Büchners Kracht en Stof zwoeren. Het moge een waarschuwing zijn voor Christus' Kerk, om door trouw aan onze be- Üjldenis en de oprechte beleving van ons Christendom1, richtingswijzer te zijn voor 'hen, wier congres getoond heeft, dat zij wel ne gatief met een materialistische jeugd heb ben afgerekend, maar evenzeer, dat zij voor haar verdere toekomst het nog op verre na niet van een religie naar den alouden Bijbel -verwachten, al heeft ook Enka geprotesteerd, dat men religieus socialisme niet met mo derne religie vereenzelvigen mag. v. D. 1) Gespatieerd v. D. Den 13 October hoopt D.V. broeder A. Geschiere te Grijpskerke zijn tachtigsten jaar dag te vieren. We meenden het onze taak, hem met dien schoonen dag ook in ons blad hartelijk ge luk te wenschen. Immers door 's Heeren genade heeft Br. Geschiere voor de Zeeuwsche Kerken in zijn lange levensjaren heel wat mogen doen en wat misschien nog meer zegt, ook heel wat mogen zijn. Zijn loopbaan van jongsaf in het ambtelijk leven was er een van trouw aan het begin sel. Zijn adviezen werden in de meerdere vergaderingen zeer op prijs gesteld onder degenen die men op samenkomsten tot den arbeid voor Gods Koninkrijk zag ontbrak hij schier nooit. Het is ons een oorzaak van vreugde, dit in ons blad op dit oogenblik te mogen ge denken. Het kan ook tot eere Gods strekken om met het uitspreken van dankbaarheid over wat Hii ons in zijn knechten gaf, niet altoos te wachten tot we staan aan nun graf. We hopen dat Br. Geschiere, voor wie na zijn ernstige krankheid, deze dag wel een zeer bijzondere zal ziin, nog wat gespaard moge blijven, en dat hij in zijn grijze dagen de waarheid en de trouw der beloften van 's Heeren Woord voor zijn volk rijkelijk mag ervaren. v. D. Dat zijn twee heel leelijke dingen. En die heel leelijke dingen worden verwe ten aan onze Gereformeerde Kerken. Die zouden, door de leertuchtprocedure van As sen, karakterloosheid en schijnheiligheid in opvallende mate bevorderen. Die beschuldiging werd geuit door Prof. A. M. Brouwer in een rapport door hem in gediend bij de Haagsche Synode, en ze werd overgenomen door Ds. Buskes in de „Over- toomschc Kerkbode", die tegelijk allerlei „be wijsmateriaal" voor die beschuldiging aan voerde. Dat laatste geschiedde omdat Prof. Gros heide in „Noord-Hollandsch Kerkblad" aan Prof. Brouwer geschreven had, dat die be sehuldiging kwam uit den hoek der door Assen veroordeelden en dus niet zooveel waarde had men moest bewijzen hebben voor zoo ernstig verwijt. Ds. Buskes haastte zich toen om vóórdat nog Prof. Brouwer had kunnen antwoorden „bewijzen" bij te brengen en de hooggeleerde adviseur van de Haagsche Synode maakte daar later dankbaar gebruik van. Uit dat artikel nu van Ds. Buskes nemen we een merkwaardige uitspraak over. Deze n.l. „dat karakterloosheid en schijnheiligheid gevaren zijn, die elke belijdende kerk bedreigen. (Gespatieerde van ons.) Dit lijkt ons juist. Wanneer een kerk wil zijn, wat ze moet zijn, een belijdende kerk en wanneer zij de tucht handhaaft om haar belij denis te handhaven, dan kan het altijd voor komen, dat menschen, die het met die be lijdenis eigenlijk niet eens zijn, toch doen alsof ze het daarmee wel eens zijn, dan doen zulke menschen schijnheilig en toonen ze niet veel karakter. Ligt dat dan aan die kerk Natuurlijk niet. Dat ligt aan die menschen. Wie be weert, dat dan de schuld daarvan zou liggeni bij de kerk en die kerk haar leertucht zou moeten laten vervallen, zou eenzelfde gevaar lijke redeneering volgen als door velen wordt toegepast bij het huwelijk. Dat huwelijk zoo zeggen ze is karakterbedervend en maakt maar schijnheilige menschen. Daar zijn huwelijken, waarin alle onderlinge liefde van man en vrouw verdwenen is en toch dwingt de huwelijkswet die menschen om saam te blijven leven. En het zijn juist de „Christe- lijken" die de wet op dat punt niet willen veranderen. Die „Christeliiken" bevorderen zoo karakterloosheid en schijnheiligheid. La ten ze werkelijk „Christelijk" worden en er aan meewerken, dat de wet veranderd wordt. Zulke menschen, die toch niets meer voor elkander voelen, moeten uit elkander kunnen gaan. Toch die beschuldiging dat de Chris telijke huwelijksopvatting en wetgeving, cve oorzaak zou zijn van die karakterloosheid en schijnheiligheid, aanvaarden wij niet. Die bc- sihuMiging moet zich juist keeren tegen' hen, die zich aan Gods ordinantie niet willen onderwerpen. Het is één van de ernstigste symptonen van onzen tijd, dat velen toonen niet meer te voelen op wat heilloozen weg men zich begeeft, wanneer men zoo, met gevoels argumenten, Gods gebod zoekt krachte loos te maken. Zeker, daar is het gevaar van karakter- Ibosheid en schijnheiligheid, wanneer een1 kerk haar belijdenis handhaaft en leertucht oefent. Maar voor dat gevaar mag de kerk niet uit den weg gaan, want Christus zelf houdt haar die roeping voor. Eenigszins anders staat het met de beschul diging, dat de kerk zelf schijnheilig gaat doen, en karakterloos wordtwelke beschul diging men dan zoekt te staven met er op te wijzen, dat de kerk in s o o r t g e 1 ij k e gevallen vaak heel verschillende be sluiten nam en in den één wel draagt, wat zij in den ander niet duldt. Zulk een bewijs schijnt soms gemakkelijk te geven. Toch is dit in werkelijkheid niet zoo. Zijn de gevallen wel waarlijk gelijk, die men als zoodanig voorstelt Is er niet bij veel overeenkomst ook verschil En is dan niet uit dat verschil in de zaak ook te ver klaren het verschil in behandeling Bovendien lijkt ons deze beschuldiging een uiting van de zucht om nu altijd de kerk te willen beschuldigen. Wordt een besluit ge nomen om in iemand een bepaalde afwijking niet te dragen, dan beschuldigt men haar van ketterjagerij en wordt als het maar eenigszins mogelijk is besloten iemand' nog te dulden, dan beschuldigt tnén de kerk van schijnheiligheid en karakterloosheid. Zoo snijdt het zwaard aan twee kanten. Zoo kan de kerk het nooit goed maken. Maar dit tweesnijdend zwaard is gevaarlijk voor wie het hanteert en nog waarde hecht aan de kerk. Daar is zeker, het gevaar voor karakterloos heid en schijnheiligheid, wanneer een kerk door leertucht haar belijdenis handhaaft. Maar bij een kerk, die niet haar belijde nis handhaaft is ook een gevaar een gevaar öök voor karakterloosheid en voor onheiligheid. En dat gevaar is in de Hervormde Kerk, bij welker Synode Prof. Brouwer zijn befaamd geworden rapport indiende, zeker niet denk- eelidig. Van de kerk belijden we dat zij heilig is. Wc gelooven eene heilige algemeene Christelijke kerk. Aan haar mag aan ook de eisch gesteld worden, dat zij' er naar sta als een heilige kerk uit te komen en zich te heiligen tot den dienst van haar Hoofd en Koning in der. hemel. Maar wat komt er van die heiliging terecht als een kerk in haar midden duldt een predikant, die niet eens ge- looft aan het historisch bestaan van Jezus Kan dan niet worden gezegd dat zulk een kerk zelf karakterloos wordt Karakterloosheid en schijnheiligheid wil men daartegen waarschuwen Goed, de waar schuwing kan noodig zijn. Alleen moet wie ze doet nooren en de kerk zelve'daarvan be schuldigt, heel gegrondde bewijzen daarvoor bijbrengen. Maar daarnaast moet men dan niet minder ernstig waarschuwen tegen het gevaar van karakterloosheid en onheiligheid. Met voldoening en dankbaarheid kunnen we terugzien op de vergadering, die we Woensdag j.l. in de Hofpleinkerk mochten hebben. Van alle oorden van Zeeland waren broe ders en zusters tegenwoordig. En juist dan dezulken, op wier tegenwoordigheid het meest prijs werd gesteld, omdat zij in hun kring een vooraanstaande plaats innemen en van hen verwacht mag worden, dat zij daar de actie voor het uitbreidingsfonds zullen lei den en sterken. Het woord', door den heer Colij'n gespro ken, stelde ons op duidelijke wijze in 't licht hoe de uitbreiding van de Vrije Universiteit gevorderd wordt door de historie en door ons beginsel, en hoe die uitbreiding ook mo gelijk is, wanneer het Gereformeerde volk onder die taak biddend de schouders zet. Een verslag van die rede te geven ligt niet in onze bedoeling omdat men in De Standaard en in De Zeeuw een uitvoerig ver slag daarvan lezen kan en de rede ook in extenso in druk komt. Zoo is dan ook onder ons d(e actie voor dé uitbreiding der V.U. begonnen mét het woord, dat daartoe opwekte. Nu moet de daad komen, waarin aan die opwekking ge hoor wordt gegeven. Laten nu spoedig de Ringen saamkomen öm de actie nader voor te bereiden en te re- felen. Van een goede organisatie hangt ook ier zoo heel veel af. Gewenscht is, dat in iedere plaats van niet al te kleinen omvang, de correspondent niet alleen voor dit werk komt te staan, maar onder zijn leiding een plaatselijk comité wordt gevormd van drie of vijf of zoo vel en, als de uitgebreidheid der plaats wenschelijk maakt. Aan dat comité blijve dan ter beoordeeling of men twee aan twee zal uitgaan of dat elk op zichzelf een wijk neemt. Men beginne met aan allen, die men wenscht te bezoeken propagan- dalectuur te zenden, waarin de zaak van de uitbreiding wordt uiteengezet en aanbe volen. Voor die propaganda zijn vier boek jes beschikbaar. Daarvoor komt allereerst in aanmerking het jaarboek van 1927, dat van bl. 106—127 over die uitbreiding handelt; de vraag beantwoordt: in welke richting de uitbreiding moet worden gezocht in 't licht stelt het belang van een Wis- en Natuur kundige Faculteit en tenslotte nog enkele praictische kwesties bespreekt en iets zegt over de financieele zijde van het vraagstuk. Dan is daarvoor te gebruiken de rede van den heer Colijn. Ook de openingsrede van Prof. Anema, die ook afzonderlijk is uitge geven. En eindelijk een boekje van 16 blad zijden getiteld „De uitbouw der Vrije Uni versiteit, waarin verzameld werden onder scheiden persstemmen over dat onderwerp. Men overwege met eenigé zorg, welk boekje voor een bepaald' persoon het méést ge schikt is, of ook, oï men wel doet met ze hem alle vier te zenden. Wil men een spreker die ter plaatse optreedt, dan kan men zich daarvoor vervoegen bij het bureel der V.U. Keizersgracht 164, Amsterdam. Wil men bui ten het bureel om iemand vragen om een spreekbeurt te vervullen, dan kan dat ook, onder deze voorwaarde echter, dat die spreek beurt niet wordt gehonoreerd. Al leen onkosten mogen dan worden vergoed. Ook is het gewenscht, dat men een maat staf heeft om eenigermate te berekenen op welk bedrag men in een plaats moet aan sturen, opdat het einddoel bereikt mccht wor den. De vraag komt toch allicht op, hoeveel zou er in onze plaats noodig zijn Welnu, die vraag is nog al eenvoudig te beantwoor den. Wanneer Zeeland met de andere pro vincies een gelijkmatig aandeel zal bijbrengen van de gevraagde drie ton, dan zullen we hier moeten zien bijeen te brengen een bedrag van plm. f 16.000. Dat wil niet zeggen dat we dat elk jaar zouden moeten bijeen brengen, maar voor eens, voor het uit- breidingsfonas. Wanneer nu van elk belijdend lid onzer Gereformeerde Kerken eens ont vangen werd een bijdrage van f 1.25 dan wa ren we er. We hebben immers in Zeeland plm1. 13000 belijdende leden. Nu versta men dit goed. Het wil niet zeggen, dat men ook van elk belijdend lid onzer kerken zulk een bijdrage var» t 1.25 vraagt. Dat zou in veel gevallen onbillijk zijn. Maar het houdt dit in, dat, wanneer men een gemeente heeit van bijv. 300 belijdende leden, het plaatselijk comité zijn uiterste best doet, om f 375.— bijeen te brengen voor het uitbreidingsfonds. Is er dan in zulk een gemeente iemand die alleen f 100.— geeft en een ander die f50. daarvoor bijdraagt, dan wordt daarmee de taak van het comité om de resteerende f 225, bijzonder vergemakkelijkt. Het zou ook kun nen voorkomen, dat iemand gaarne een iet wat grootere gave zou willen storten, maar dat het hem op dat oogenblik niet goed zou uitkomen om dat aanstonds te doen, dan kan 'men zoo iemand vragen, om het dan in twee- of driemaal te doen. Alle ontvangen gelden zende mén onder het motto „Uitbreidingsfonds" naar het Bu reel te Amsterdam, Postgiro 122138. Het bu reel zal aan alle correspondenten het materiaal zenden voor de regeling van de finantien. Niet langer dan 14 dagen houde men de gelden onder zich. Laat ons, ter bemoediging bij den aan vang van het werk, nog meedeeling doen van enkele grootere giften, die reeds inkwamen n.l. twee van f 5000 één van f 2000 twee van 1000 vier van f 500. Geve de Heere ons den lust om te ar beiden, lust om te geven. Dan zullen we straks verblijd kunnen zijn. HEI DRIETAL TE DokkumW. E. Gerritsma te Oudega (Small). J. H. Kroeze te Reitsum. N. Postema te Veendam. TWEETAL TE AntwerpenJ. Esselink te Eindhoven. D. Ch. Karssen te Hattem. BEROEPEN TE Bnssum (2e pred. pi K. Dijk te's Gravenhage-West. Baarland (Z.)P. Melles cand. te Groningen. Als 2e Miss. D. d. W. voor het Zendingsterrein Ke- boemen (Friesland)A. Bergenia cand. te Gro ningen. Hilversum (3e pred. pl.)A. J. Bonma te Wanswerd a. d. streek. Dokknm: W. E. Gerritsma te Oadega (Small). WormerA. Mout cand. te Rotterdam. AANGENOMEN NAAR Middelburg D. Scheele te Oudewater. BEDANKT VOOR Middelburg en DelftP. Deddens te Rijswijk. TzumK. Holwerda te Westerlee. Nieuw-VennepW. Seinen te Opperdoes. Afscheid en Intrede. Middelburg. Na ongeveer 3-jarig verblijf nam Dinsdag ds. R. Hamming afscheid, wegens zijn a s. vertrek naar Nijverdal. Hij had tot tekst Jes. 55 10 en 11. Hij begon met te zeggen dat hij te Middelburg gekomen was met de gedachte, er te blijven, maar des Heeren gedachten waren anders. Het mooie Middelburg met zijn historisch verleden te verlaten valt hem niet gemakkelijkhij heeft er zooveel har telijkheid en waardeering ondervonden. Na de prediking volgden de gewone toespraken tot zijn collega ds. Telkamp, tot den Kerkeraad, tot afgevaardigden der Zusterkerken en ten slotte tot heel de gemeente, die zijn arbeid, zeide hij, zoo had gewaardeerd en zijn prediking zoo gaarne hoorde. De Heere zij met U en blijve U zegenen, Hij geve U, Hij geve ons eens uit Zijn mond dit woord te hooren Ga in in de vreugde uws Heeren. Hierna werden tot ds. Hamming nog verschillende toespraken gericht. Nieuw-Vennep. Zondag 11. nam ds. J. v. Henten afscheid van zijn gemeente met het uitspreken van een leerrede over 1 Petr. 5 10—11. Gorredijk. Zondag 11. nam ds. C. v. d. Wonde, na een arbeid van ruim 4 jaren, afscheid van de ge meente met een predikatie over Judas 20 en 21. De gemeente werd hierbij gewezen op hare roeping tot zelfbewaring in de liefde Gods. Vlissingen. GedooptMaria Christina Schreurs, Suzanna van Belle, Pieter Steketee, Klaas Marinus de Ridder. Uit N. H, Kerk overgekomen: Wed. L. C. Compeer, geb. de Rijke. Met doopattest uit Krabbendijke Pieter van Hekken. Met attestatie naar Rotterdam (Delfshaven) Arend Blaauw en Echtg; met doopattest, hun drie kinderen. Toegang tot H. Avondmaal gevraagd doorMaria van Belzen geb. Vogel. Collecten in SeptemberGeestelijke verzorging der verstr. Geref. in Indiëf 100,47algemeene Chr. doeleinden f 60,21emeriti-pred., pred. weduwen en weezen f 63.86deurbnssen f 10,237s. Met ingang van heden 8 uur, vangt de belijdenis- catechisatie weer aan. AGENDUM Classis Zierikzee, Woensdag 12 Oct. 1927, aanv. 's morgens 10 uur. 1. Opening. 2. Onderzoek credentialen. 3. Aanwijzing Moderamen. 4. Notulen. 5. Ingek. stukken. 6. Rapportena. Kerkvisitatoren. b. Zendingsdepu- taat. c. Comm. voor Evangelisatie. 7. Voorstellen en Instructies. 8. Verkiezing diverse Deputaten. 9. Onderzoek naar art. 41 K. O. 10. Regeling vac. diensten. 11. Omvraag. 12 Korte Notulen. 13 Sluiting. Namens de roepende kerk, D. Mulder, praes W. Vogelaar, scriba. R i 11 a n d-B a t h. Vergadering der classe Tholen op Woensdag 9 November as. des vm. om 9 ure, in het vergaderlokaal der Geref. Kerk te Bergen op Zoom. Stukken voor de agenda in te zenden vóór 26 October a.s. aan ondergeteekende. E. Tange, Scriba der classe. VERGADERING van den Kerkeraad (breed) Middelburg, 6 Oct. 1927. Opening naar gewoonte. Tegenwoordig 34 broeders. Notulen gelezen en vastgesteld. Ingekomen stukkenEen schrijven van ds. Scheele en ook een van ds. Deddens wordt in bespreking genomen. De ingekomen voorstellen van de Comm. van Beheer inzake verbeteringen aan de Pastorie Hofplein worden behandeld en goedgekeurd. Het in gezonden verzoek van de Vrouwenver. „Bid en Werk" kan voorloopig niet in overweging worden genomen. Van de Ger. Mannenver. „Dr. H. Bavinck" was een uitnoodiging tot vertegenwoordiging op haar Propa- ganda-avond 26 Oct. Daaraan zal worden voldaan. De brs. J. Joosse en Verhorst hopen den Kerkeraad alsdan te vertegenwoordigen. Een dankbetuiging van „Patrimonium" inzake het gebruik v. d. Hofpleinkerk. Woensdagavondcomm. Een viertal doopaanvragen toegestaan. Zoo ook een huwelijksbevestiging voor Woensdag 12 Oct. Mededeeling wordt gedaan van het overlijden eener bejaarde zuster. Een tweetal doop- attesten verleend, zoo ook een attestatie toegestaan. Ds. Telkamp en br. Schoonaard zullen den Kerkeraad vertegenwoordigen bij de begrafenis van Mevr. Wed. ds. Littooij. RapportenToegestaan wordt een bedrag van in totaal f 72,50 voor onderscheidene doeleinden aan verschillende Ger. Vereen, en Instellingen, waaronder f 25.aan de Geref. Radiovereen. voor uitzending van preeken. Br. Verhorst rapporteert over zijn bezoek in de kazerne bij de toespraak tot de recruten. Volgende week 13 Oct. breede vergadering. Dankzegging. Sluiting. De Kerkeraad.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1927 | | pagina 2