Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
Tweede Blad
Klooster-
Kinderen
No. 24.
balsemende
41e Jaargang.
Vrijdag 17 Juni 1927.
RedactearenDs. P. VAN DIJK te Serooskerke (W.) en Ds. A. C. HEIJ te Koadekerke.
Persvereeniging Zeeuwsche Kerkbode.
Kerkelijk en Geestelijk Leuen.
Welk recht hebben meerdere
vergaderingen
ZENDING.
ZEEUWSCHE KERKBODE
Vaste medewerkersD.D. L. BOUMA, F. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, F. STAAL Pzn., en R. J. v. d. VEEN.
Abonnementsprijs: per kwartaal by vooruitbetaling f 1,
Afzonderlijke nummers 8 oent.
Advertentieprijs: 15 oent per regelbg jaarabonnement van
minstens 500 rsgels belangrijke reduotie.
UITGAVE VAN DE
Adres van de Administratie
Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
Beriohten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiên tot Vrgdag*
morgen 9 uur te zenden aan de Drukkere LITTOOIJ Sc OLTHOFF
Spargaardstraat, Middelburg.
TELEFOON 2 9 8. GIRONUMMER 4 2 280.
Tijdens de Doleantie werd de nadruk ge
legd op het recht der plaatselijke kerk. Wie
toen reeds meeleefde herinnert zich wel, hoe
veel er geschreven werd om dit duidelijk in
't licht te stellen. De Haagsche Synode van
1816 had de oude Gereformeerde Kerken
in ons Vaderland omgesmeed in één Her
vormd Kerkgenootschap, waarvan de onder
scheiden Kerken slechts deelen waren. Van
dien tijd waren er kerkelijke besturen, welke
al het zeggenschap aan zich trokken. De
Synode was de hoogste wetgevende en recht
sprekende macht, waaraan alles onderworpen
was. De Classis van Amsterdam kwam er
tegen op, doch het was vruchteloos, wijl zij
haar plaats niet wist te handhaven. Heel
deze inrichting was ten eenenmale in strijd
met het Gereformeerde Kerkrecht, dat zulke
besturen niet kent. Door jarenlangen strijd
was het duidelijk geworden, dat er slechts
één uitweg was geheel breken met deze
organisatie. Onder de leiding van mannen
als Kuyper en Rutgers zagen onderscheiden
kerkeraden dit in en volgden het aangewezen
spoor. Het was niet de bedoeling, dat deze
Kerken voortaan los naast elkander zouden
staan en niets met elkander gemeen zouden
hebben, want zij beschouwden de drie for
mulieren aanstonds als accoord van Kerke
lijke gemeenschap. Elke Kerk handelde voor
zich zelve, maar zij verklaarde zich bereid
om met andere in verband te treden, gelijk
de vroegere Kerken dit bedoeld hadden. Zij
verwierpen elke macht, welke in de Kerken
was binnengedrongen, maar zij wilden den
weg van het independentisme niet op. Tot
moeilijkheden gaf dit in den eersten tijd geen
aanleiding, want alle eerbiedigden de ver
kregen rechten.
Anderen tijden kwamen er. De strijd was
geëindigd. De Kerken konden voortbouwen
op de oude grondslagen en dit werd dan
ook gedaan. Het kwam weieens voor, dat
het haperde. Als de een of andere Classis
een besluit nam, dat niet naar den zin van
de een of andere Kerk was, dan ontstond
er weieens wrijving, wijl zulk een Kerk zich
niet hield aan wat overeen gekomen was.
Meestal ging dit voorbij, doordien men el
kander na korteren of langeren duur weer
verstond. Zoo trokken de Kerken weer met
elkander op en werd de arbeid voortgezet.
Doch deze kleine geschillen wezen er op,
dat er weieens dagen konden komen, waarin
het inoeielijker zou gaan. Een heel enkele
gewoonlijk zeer kleine Kerk geraakte buiten
het verband. Ernstiger werd het, als een
Classis iets begeerde van een Kerk, welke
daartoe om verschillende redenen niet ge
negen was. De laatste beriep er zich in zulk
een geval op, dat zij geheel autonoom was,
dat zij geheel vrij was en dat geen Classis
het recht had om zich met haar te be
moeien. Iets daarvan kwam voor, als een
Classis aandrong op maatregelen tegen een
of anderen ambtsdrager, terwijl de kerkeraad
daartoe nog niet genegen was. Grooteren om
vang kreeg het in den laatsten tijd en som
migen stelden zich dan ook reeds voor, dat
het zou gaan spannen. De geschiedenis is
bekend. Op de Classis Amsterdam en de
Particuliere Synode van N.-Holland kwam
een kerkelijke procedure voor, welke groote
moeielijkheden veroorzaakte. De oogen van
velen niet alleen in onze Kerken maar ook
buiten haar waren er opgericht. Zonder dat
deze kerkelijke vergaderingen tot een bepaalde
uitspraak kwamen, hoorden we, dat er sprake
was om zoo mogelijk een Generale Synode
saam te roepen, waaraan de heele zaak zou
worden toevertrouwd. Dit klonk menigeen
vreemd in de ooren. En het behoeft niet te
bevreemden. Het was haast onaannemelijk,
dat zulke vergaderingen niet bij machte zou
den zijn om al was de zaak ingewikkeld haar
niet zouden kunnen afdoen. Daarbij kwam
de gedachte, dat alleen op een meerdere ver-
fadering kan komen, wat men op een min-
ere niet kan afdoen. Hoewel er veel over
feschreven werd, was het toch voor velen,
ie in andere provinciën leefden niet duidelijk,
dat nu reeds een Generale Synode samenko
men moest. Dit werd dan ook vaak uitge
sproken. Doch de Particuliere Synode van
N. Brabant en Limburg steunde die van
N. Holland. De roepende Kerk van Assen
was bevredigd en riep de Kerken samen.
Na de opening kwam nu allereerst aan de
orde, of de Kerken deze handelingen kon
den goed keuren. Verreweg de meesten spra
ken zich uit, dat zij geen overwegende be
zwaren hadden, wijl na nadere inlichting hun
gebleken was, dat het samenkomen noodig
en gewenscht was. Anderen hielden hun be
zwaren vol en het was te voorzien, dat de
zaak nog weieens ter sprake zou komen.
Er waren enkelen, die dachten, dat als de
Synode uiteengegaan zou zijn, de strijd op
nieuw krachtig zou ontbranden, doch zij heb
ben zich vergist en dit is gelukkig geweest
ook. Na zulke moeielijkheden hebben de Ker
ken wel eenigen tijd noodig om weer op
dreef te komen. En in dit opzicht is er geen
stof tot klagen. En was bovendien eerst
stof tot klagen. Er was bovendien vooreerst
schrijven viel.
Naar de Standaard in zijn nummer van
14 Mei 1.1. meldde, werd op de Classis Ba-
rendrecht der Gereformeerde Kerken ter door
zending naar de meerdere vergaderingen een
voorstel ingediend om deputaten te benoe
men, welke tot opdracht krijgen om zoo
mogelijk aan de volgende Synode een rap
port uit te brengen, inhoudende advies, aan
gaande de juiste interpretatie van die artike
len der D. K. O., welke de verhouding der
meerdere en mindere vergaderingen regelen.
De toelichting bij dit voorstel luidde aldus
„Waar over den juisten uitleg der betreffende
artikelen van de D. K. O. een, zoowel voor
de rechte beoordeeling van het verleden der
Kerk (1886) als voor de rechtsleiding in de
toekomst belangrijk meeningverschil bestaat,
ware het te betreuren, indien terzake niets
anders dan incidenteele beslissingen geschie
denis zouden maken. Een degelijk onderzoek
moet in alle opzichten voor de Kerken pro
fijtelijk zijn." Het is overbodig, om over den
vorm en den inhoud te oordeelen het is
ons alleen maar te doen om te doen blijken,
dat het Kerkelijk aan de orde is gekomen.
Wij betreuren het niet, want we achten, dat
het thans best kan. De Kerkelijke atmospheer
is wel van dien aard, dat een dergelijk punt
kalm en grondig overwogen kan worden.
Het Kerkelijk leven komt er verschillende
malen mee in aanraking en het is derhalve
wel gewenscht, dat elk in de gelegenheid is
om er zich een juiste voorstelling van te
maken. Het is inderdaad juist, als er gezegd
wordt, dat wij deze helderheid noodig heb
ben tot beoordeeling van het verleden, wijl
dit deel der D. K. O. zulk een gewichtige rol
in onze historie heeft gespeeld. Zulk een
gevoerde strijd is geschikt om een grondge
dachte van ons Kerkrecht tot het bewustzijn
van velen te brengen doch we mogen niet
vergeten, dat het ook wel eens tot een zekere
eenzijdigheid leidt. Het laatste heeft naar
het mij voorkomt ook de redetwist vóór en
op de Synode geleerd. We gelooven ook, dat
het voor de leiding onzer Kerken in de toe
komst niet ongewenscht is, dat inzicht in
de verhouding, waarover gehandeld wordt,
niet van belang ontbloot is. Oogenblikkelijke
beslissingen zijn dikwijls noodig en dragen
ook veel bij om ons te leeren, w at de Kerken
drong om ze te nemen, maar een meer al-
gemeene voorlichting kan grooteren dienst
bewijzen. Het is beslist noodig, dat elke Kerk
er diep van overtuigd is, dat zij geen enkele
heerschappij heeft over een andere en dat
zij ook geen inmenging van een andere over
zich behoeft te dulden, maar het is ook
waar, dat elke Kerk het verband, waarin
zij leeft te eerbiedigen heeft, tenzij er iets
geeischt werd, dat in strijd was met de
H. Schrift en de belijdenis.
Hoever hierover verschil van gevoelen be
staat, zal wel aan 't licht komen, doch in
elk geval behoeft het geen oorzaak van on
rust te zijn, zoolang er overeenstemming is
inzake de grondgedachten van ons Kerkrecht.
BOUMA.
Magelang, 3 Mei 1927.
Amice,
Ook teleurstellingen worden ons in het
werk der Zending niet gespaard. Het ge
beurt ook wel eens, dat iemand goede hope
geeft en veel verwachtingen wekt, maar ten
slotte toch de tegenwoordige wereld blijkt
lief te hebben.
Enkele jaren geleden was er een iongen
van de Holl. Jav. school, die catechetisch on
derwijs begeerde ;en christen wenschte te
worden. Hij bezocht de catechisaties trouw,
begreep het ook vrij goed, hoewel niet zoo
goed, als ik verwachten kon, op grond van
Wat ik over zijn aanleg had gehoord. Op
school Was hij nummer één een leerling
van bijzonderen aanleg.
Eindelijk zou hij worden gedooptmaar bij
't onderzoek bleek, dat het nog niet ging
en dat hij nog een poosje moest wachten,
totdat hij de voornaamste stukken van den
Christelijke Godsdienst wat beter begreep.
Hij berustte er in en bleef trouw de cate-
fchisaties bijwonen.
Onlangs sprak ik hem aan en wou eens
zien hoe het stond met de begeerte om ge
doopt te worden. Nu die begeerte was er
Wel maar eenige weken te voren, toen er
eenige Javanen gedoopt werden, was hij niet
in de samenkomst geweest en had ik hem
ook niet kunnen vragen of er ook bij hem
lust was om den H. Doop te ontvangen.
Ik drukte mijn spijt uit, dat ik hem enkele
weken te voren niet had kunnen spreken,
Want dat dan wellicht ook hij met de ande
ren gedoopt had kunnen worden ik drong
er nu op aan, dat hij over enkele weken]
zou gedoopt Worden, tegelijk met een vriend
van hem. Hij begeerde dit ook, naar hij1 zei.
Echter ik had minder goede geruchten ver
nomen over zijn wandel, over zijn overleg
gingen en terwijl ik nog peinsde op welke
wijze ik met hem daarover zou spreken,
kreeg jk den volgenden brief, dien ik geef
zooals ik hem ontving met de fouten erin.
Zeer geachte Heer
Het spijt mij erg U te moeten berichten,
dat ik de doop, die ik aangenomen heb,
niet kan ontvangen. Ja, waarom niet veel
kan ik op dezen vraag antwoorden. Het is
niet anders dan dat ik verhard ben. Mijn
hart voelt niet meer van de goedertierend-
heid Gods. Ik ben niet de vroegere meer,
die steeds de vreeselijke dood had aange
zien. Vroeger toen ik nog maar een jongen
van 6 a 16 jaar was kon ik veel beter
begrijpen, dat de dood een vreeselijk iets
is. Ik dacht soms diep na, wat ik later na
dit leven zou worden. Ik kon mij toen niet
indenken dat 't leven dan ophoudt neen,
de ziel kan niet ophouden met te bestaan.
Toen dacht ik aan de almachtige God en
toen kwam ik in aanraking met de Christe
nen. Nu scheen mijn hart bevredigd te zijn
door in den Heere Jezus te gelooven doch
ik ben nu geheel anders. De tijd is al lang
.voorbij, dat ik daaraan dacht. Nu ben ik
bijna 18 jaar oud. De gedachte aan de eeuwi
ge heerlijkheid wordt thans op den achter
grond gedrongen door allerlei nieuwere ge
dachten. Aan de vroeger ideën kan ik niet
meer denken. Soms trek ik mij de stilte in, om
diep aan Gods Woord te denken, doch de
deur, die toegang geeft tot 't hart is met
sterke grendelen gesloten en niemand kan ze
meer openen, behalve de heilige geest Gods
en die woont niet meer in mijn hart. Neen,
ik kan moeilijk gelooven, dat God mij in
zijn raadsplan heeft geschreven. Wat zou
't mij baten, of Ik al mijn best doe, om
tot Jezus te komen. Ik ben als 't ware
geschapen als een domoor die tevergeefsch
naar zijn doel jaagt. Zie hier, dat is alles,
•wat ik over mijn gedachten spreekt. Mon
deling kan ik 't moeilijk uitdrukken, daarom
doe ik 't schriftelijk.
Hoogachtend, enz.
U begrijpt hoe ik schrok ik ben naar hem
toegegaan; ik heb hem een en andermaal trach
ten te bewegen tot geloof ik heb met hem
gebeden maar er kwam geen verandering.
Integendeel 't was of de tegenzin met 't
oogenblik toenam en hij sprak het dan ook
uit, dat hij er liever niet meer over sprak.
Verstandelijke bezwaren, zei hij, waren het
niet, maar zijn hart was koud, geheel luste
loos, onaandoenlijk en hij had wel lust om
de wereld in te gaan. We blijven voor dezen
jongen bidden wie weetook in zijn lee
ren op de school trad er achteruitgang in
dikwijls was hij absent bij 't leeren maakte
hij den indruk van een strijd door te ma
ken. Misschien is het zoo zulke ervaringen
zijn heel smartelijk. Hij wist het zoo goed,
deze jongen zijn breken is zoo'n bewust
breken hij gaat de wereld in na eerst iets
anders gesmaakt te hebben, 't Is iets bangs.
Bidt met ons of God hem bckeeren wil.
Met hartel. groeten,
t.t.
A. MERKELIJN.
Officiëele Berichten.
Gereformeerde Kerk - Middelburg.
Ingekomen met attestatie van: Amsterdam,
Johanna M. Genevay, L Singelstr. N 178Grijps-
keike, Nicolaas Davidse, Sfgcerssingel V <55; St.
Laurens, Margaretha Geerse—Geerse, Veerscheweg T.
227Nieuwdorp, Paulus Dekker en echtgenootc,
Koudek weg D 11; Veere, Helena Beekman, St. Jan
straat H 187 Vlissingen, Lourens Wondergem, „(lust
huis" Zierikzec, Petronella Goudswaard, K. Noord
straat E 4.
Ingekomen met. doopattest uit: Axel,
Catharina Na;ye, N Vliss.weg; Heinkenszand, Pieter
Quist, Markt C 11; St. Laurens, Janus J Geerse,
Veerscheweg T 227Ternenzen, Jacoba Klaassen,
„Gasthuis"; Schoonhoven, Wilhelm J Camper, Lange
Delft A 86.
Gedoopt: Cornelis Adr'aanse, Seisweg II 94
Johannes G. Andriessen, Meidoornlaan W 150 Adriana
M. de Bree, KI. Weifstraat T 29; Petronella Drost,
Nieuwstraat 11 28Wilhelmina A. Izebotid, Noord
singel S 185Jannie de Jonge, Balans E 108 Jo-
hannis Leijose, K. Hecrengracht M 285; Jacob en Jan
Lorier, Seisweg R 136 Jacob Maljers, Seisweg B 178
Willem Willeboordse, Vliss. Wagenplein P 14.
Zich onder het opzicht v.d. kerkeraad ge
steld: Hendiicns Mulder en echtgenoole, Seisdam
Q 26; Kiijn Huijbregtse, echtgenoote en 1 kind, Se-
geerssingel V 71.
Gehuwd: Joost Geldof en Pieternella Maas, 0.
Vliss weg E 99.
Vertrokken m et attestatie naar: Canada,
Jan Boogaard, echtgenoote en 3 kinderen, Veersche
weg T 227 Serooskerke, Jacomina van den Dorpel
Jacobse en 1 kind, Hecrenstraat li 135; Souburg,
Maria Maas, O Vliss weg V 3; Krina Vreke—den
Hollander en 1 kind, Breeweg D 155 Veere, Andries
Coppoolse, Krommeweele K 107Vlissingen, wed
SijpesteijnPoortvliet, Tnrfkade 11 182.
Vertrokken met doopattest naar: Delft,
Jan Jozias Ilenderiksc, Verwerijstraat N 135 Souburg,
Marinus Mtijers, Breeweg D 33 Rotterdam, Suzanna
Felius, Langedelft II 9Veere, Hendrik Luijk, Veer
sche singel S 73 Zierikzee, Cornelis IJsseldijk,
Latijnsche Schoolstr. C 53.
Overleden: Adriaan L. Uendrikse, Bagijnhof E
150Hendrik Janse. 't Zand D 80Jacobus Kosters,
Lambrecbtstraat L 96 Jan de Rijke, Veersche Singel
S 80; wed. VosMeijers, N. Vliss.weg.
Verhuisd: J. J. Dronkers, van Nieuwe Haven I
107 naar Noordwcg S 223j J. P. de Jonge, van Balans
E 108 naar Koningstraat E 185; A. van Oosten van
O. Vliss.weg E 148 naar E 298 A Remijh van Nienw
Oosterstraat N 109 naar Hoogstraat I 125 W Ver-
str«ate van Segeerssingrt V 53 naar Spanjaardstraat
F 54 mej C J. van de Wocstijne van Krommcweele
Ij 29 naar Heerengracht M 27/28; II J C. v. d.
Wocstijne van Baanstraat Q 226 naar Bogardstraat
D 38.
Veere Zondagmorgen 12 Juni werd onze beroe
pen leeraar in zijn ambt bevestigd door den Con
sulent ds P. van Dijk met een predikatie naar aan
leiding van 1 Petr. 5 2—4
Des avonds deed ds P. van Strien zijn intrede in
de gemeente, predikende over 2 Cor. 4 7. Stelle
de Koning der Kerk hem tot een rijken zegen voor
onze gemeente
Het adres der Geref. Kerk van Veero is van nu af
ds. P. van Strien.
Namens den kerkeraad,
W. de Wolf, Scriba.
In een gezin waar
kinderen zijn is
Kloosterbalsem
onmisbaar. Hoe
prettig is het niet
voor een moeder,
wanneer één der
kleinen snikkend
komt vertellen dat
ze zich bezeerd heeft, dadelijk een middel bij de
hand te hebben, dat de pijn verzacht, de wond
zuiver houdt en ontsteking voorkomt. Waar
kinderen zijn behoort ook Akker's Kloosterbalsem
(60 cent) te zijn, die genezend en zuive
rend werkt en
tTr'echt z£" "WCA gOlld ZOO gOM