Een daad gevraagd. DADERS DES WOORPS. Dr. A. Kuyper Sr., over het Paradijsverhaal. Een bedenkelijk verschijnsel. KERKNIEUWS. Officiëele Berichten. Wat de Kerken van Ds. Brussaard hadden verwacht na zijn verklaring dat hij met Assen a|ccoord ging, was niet een breed betoog maar een daad. De daad van het zich terugtrekken uit de Redactie van Woord en Geest. Men moet het dit blad toegeven, dat het geen dubbelhartig standpunt inneemt inzake de kwestie. Het is niet alleen geprononceerd Anti- Assen, maar het bestaat geheel van die negatie. Uitdrukkelijk wordt meer dan eens daarin gezegd, dat de „geest van Assen" een andere is dan de geest van dit blad. De geest van Assen nu is de geest der Kerken. De verhoudingen zijn nog te gespannen, dan dat Ds. Brussaard bij beide tegelijk zich kan voegen, om als trait d'union verbin dingsschakel te fungeeren. „Zoo'n middenman, wat heb je er an", vraagt men aan weerszijden. W. en G. verlangt niet dat hij in de re dactie blijft, want liet vertrouwen is daar in hem geschokt. En de Kerken verlangen, dat hij niet in de redactie blijft, want anders komt haar eigen eenigszins geschokt vertrouwen in hem niet tot rust. Wil Ds. Brussaard bemiddelaar zijn, dat is zijn recht. Maar hij moet niet in den strijd tusscheni de fronten gaan staan, met de kapotjas van Assen tm de shako van Amsterdam-Zuid. Een neutraal standpunt valt hier niet in te nemen. Dat zou stel het ware mogelijk in ieder geval voor Ds. Brussaard te laat zijn. Met ernst vragen wij daarom, dat hij zich terugtrekke uit de Redactie van W. en G. Dat is de consequentie van zij>n eigen ver klaring, en de consequentie die de Kerken trekken. Dan weet ieder wat men aan hem heeft. Al kunnen we nauwlijks op goed resultaat van zijn poging tot hereeniging hopen, in ieder geval wordt die poging meer ge diend, door het vertrouwen slechts van één dan van beide partijen te verliezen. En Ds. Brussaard kan het toch wel ver staan, dat dit vertrouwen niet gevoed wordt door een verklaring, waarvan hij zelf zegt te beseffen, dat ze naar links noch naar rechts volkomen bevrediging schenkt De gevraagde daad leek ons royaler, e n zou naar weerszijden gunstiger ontvangen zijn dan deze ontijdige en verwarrende publicatie. v. D. De vraag, waarom het op de Synode van Assen ging, was deze of wat de H. S. als wezenlijke historie meldt, ook werkelijk al- zoo is geschied. Men heeft gepoogd die vragen als belache lijk voor te stellen en gezegd wat bedoelt men dan met „werkelijk" en wat met „his torie" Zelfs heeft men gepoogd te bewijzen, dat Dr. A. Kuyper Sr. op dit punt heel anders zou gedacht hebben dan de Synode. Een „bewijsplaats" werd daarvoor zelfs bijge bracht uit „De engelen Gods". En hoewel klaar als de dag werd aangetoond, dat die z.g.n. bewijsplaats heelemaal niet als bewijs plaats kon dienen, blijft men in „W. en G." met een vrijmoedigheid, die wel van heel bij zonder karakter is, daaraan toch maar vast houden. Wat wel bewijst dat ze niets anders kunnen bijbrengen. Voor de kennis van het gevoelen van Dr. Kuyper op dit punt is nu wel heel leerzaam, wat dezer dagen werd opgediept uit een ouden Standaard en wel van 4 November 1881. De heer J. C. Faber te Doetinchem zond aan de Geldersche Kerkbode een stuk dat in het nummer van 22 Jan. j.l. werd opge nomen, en dat we hier overnemen. Een na dere verklaring daarbij is overbodig. Het stuk spreekt voor zichzelf. Onder dezen titel schreef Dr. A. Kuyper Sr. een zijner „ouderwetsche" hoofdartike len in „De Standaard" van 4 November 1881, dus nu ruim 45 jaren geleden. Een hoofdartikel, als zoovele van zijn hand, van blijvende waarde. 't Kon ook in onze dagen zijn geschreven. In elk geval is 't een woord voor onzen tijd. Vandaar, dat we goed meenden te doen, met bedoeld artikel nog eens uit de „oude doos" te voorschijn te halen en 't ons Ge reformeerde volk voor te houden, ter waar schuwing en ter leering. „In het heden ligt 't verleden", zong de dichter. Het omgekeerde is óók waar in hét ver leden ligt veelszins 't heden In een verslag van de Afdeeling 'sGraven- hage der „Vereen, van Chr. onderwijzers etc.", opgenomen in het 28ste Jaarverslag dezer Chr. onderwijsorganisatie, stond deze zinsnede, „die ons zoo pijnlijk aandeed", schreef Dr. Kuyper „Op de verg. van 18 Dec. werd verder gesproken over Gereform. Paedagogie. Calvijns leer omtrent verkiezing en ver werping kwam ter sprake, alsook de Dordtsche Canones en Augustinus, naar aanleiding van de vraag Is opvoeding mogelijk Nu kwam het Inspiratiebegrip van de H. Schrift ter sprake. Sommige leden meenen, dat het niet noodzakelijk is, elk verhaal, met name uit de oudste Bijbelboeken, als historisch op te vat ten zij laten het in 't midden of b.v. het Paradijsverhaal heilige mythe öf his torie is het is en blijft hun eieuwige waarheid en zeer bepaaldelijk openba ring Gods. Andere leden bestrijden deze meeningen volgens hen moet ook voor den geloovige het gezag van den Bijbel, ook wat de authenticiteit betreft, vast staan. De meening, dat de Schrift waar zij iets als historie voorstelt, mythen of legenden zou bevatten, moet ten sterkste verworpen worden". Het was naar aanleiding hiervan, dat Dr. K. in „De Stand." van 4 Nov. 1881 schreef „Laat ons even ontleden, wat hier in zit. Óp den 18en December, kort voor het heerlijk Kerstfeest, zijn in 's Gravenhage de mannen saam geweest, aan wier zorg en lei ding ons Christenvolk zijn „Scholen met den Bijbel" toevertrouwt. Die scholen zijn ge sticht om onze kinderen bij den Bijbel te houden, en te ontkomen aan het fataal scep ticisme, dat in het kinderlijk denken insluipt, zoodra ze dit of dat uit den Bijbel hooren betwijfelen. Onder deze rhannen nu is de vraag ter sprake gekomen of het uitgangspunt van heel den Bijbel mvthe of historie was Reeds dit was fataal en had niet moeten gebeuren. Caesar duldde niet, dat in zijn paleis de eere van zijn vrouw ook maar besproken werd en met nog fierder gevoel moesten1 Christelijke onderwijzers nooit dulden, dat de waarheidseere van de Heilige Schriftuur in hun midden ook maar van verre kon wor den verdacht. Die vraag toe te laten, was dus reeds eert ontvallen aan zijn positie. Daarin reeds lag de fatale stap. Maar natuurlijk, daar bleef het toen niet bij. Zet de deur van uw hart ook maar even op een kier, en in een oogenblik is het sceptimisme binnengeslopen. En zoo verging het dan ook dezen Chris- telijken onderwijzers in Den Haag. De vraag was niet gedaan, of al reeds bleek, hoe hier onderwijzers van „Scholen met den Bijbel" waren, die niet meer ge loofden, dat alles wat de Bijbel als wezenlijke historie vermeldt, ook werkelijk alzoo ge schied is. Ze beslisten het wel niet. Ze lieten het in het midden. Maar dit spreekt toch van zelf als ik iets in het midden laat, geloof ik het niet meer. Wat ik geloof, kan ik niet in hét midden laten. Daar leef en sterf ik ojp. Te zeggen ik weet niet recht of het Schep pingsverhaal mythe of historie is, staat dus volkomen gelijk met de belijdenis voor mij is het geen historie meer. En of men er nu al later bijvoegde „toch blijft het mij eeuwige waarheid en zeer be paaldelijk openbaring Gods", maakt de zaak- natuurlijk nog eer erger dan beter. Immers, blijkbaar hadden deze onderwijzers dat niet uit hun zeiven, maar gaven ze hier mee slechts een echo op de Schriftbeschou wing van Rothe. Dit kan men daaraan zien, dat ze woorden bezigden, die niet wel sluiten. „Eeuwige" waarheden, wat zijn dat Natuurlijk alleen zulke waarheden, die, buiten den tijd en zijn wisseling gelegen, onveranderlijk zijn. Hoe kan nu een „Paradijsverhaal" eeuwige waar heid zijn, vooral indien men zelf in het mid den laat of het mythe dan wel historie zij En zoo ook „zeer bepaaldelijk openbaring Gods", wat bedoelen deze heeren daarmee Met Rothe in de hand, is dat na te gaan. Maar op zichzelf, wat beteekent dat dan Het Paradijsverhaal wellicht mythe, maar toch zeer bepaaldelijk openbaring Gods Heeft God dan een mythe geopenbaard als historie Een openbaring van God dus, iets wat „zeer bepaaldelijk" openbaring is, in onwaren vorm Onder menschen zou men dit wraken. En dicht ge het dan toe aan God? Geen wonder dan ook, dat zoo verontrus tende gevoelens heftige wederspraak ontmoet ten, en als volstrekt incompatibel met het ge- heele optreden van een „School met den Bijbel" ten sterkste werden verworpen. De „School met den Bijbel" in Den Haag zou weg zijn geweest, indien deze tegenspraak ware uitgebleven. Van dien kant dus geen nood. Maar wel nood, dringende nood zelfs van dien anderen kant, waar dan nu helaas bleek, dat er in onze „Scholen met den Bijbel" reeds mannen als onderwijzers inslopen, die in het midden laten of b.v. het Scheppings verhaal en het Verhaal van den Val mythe of historie is. Dat is het uiterst pijnlijke. Daarin schuilt het zeer bedenkelijke kwaad waaraan we toe zijn. Niet doordien deze onderwijzers dat zelf zoo uitvonden, maar als uitvloeisel van de Schriftondermijnende critiek, die thans van onze Staats-hoogescholen en door den Staat bezoldigde kansels komt. Hier geldt dus principiïs obsta Ziet toe op de eerste beginselen Hier dient raad geschaft We moeten op onze „Scholen met den Bijbel" aan kunnen. Het vertrouwen in onze Christelijke Scho len mag niet derwijs geschokt. Dat kwaad onder ons moet in zijn opkomen gestuit worden. „Scholen met den Bijbel Uitnemend Maar dan moet de Bijbel er ook de Bijbel blijven. Dan mag geduld noch toegelaten, dat er, hoe ook, aan dien Bijbel worde getornd, of in wat weg ook zijn gezag worde onder mijnd". Tot zoover Dr. Kuyper. Wat dunkt u, zou dat oude Standaard woord ook niet voor dezen tijd zijn waarde hebben En zou, wat voor Scholen met den Bijbel geldt, ook niet van toepassing zijn voor Ker ken met den Bijbel Zoo is dan Kuyper's woord van 1881 zéér actueel. Het jaar dat voorbij ging, deed op zeer droeve wijze zien, dat ook onze Gereformeer de kringen niet van „vreemde smetten" vrij zijn. En wel treffend 't is altijd weer „die alte Geschichte" de afval begint telkens op nieuw bij het Paradijs. Altijd weer dat knagende: „is 'took?"... O, zij er onder ons, belijders van den Chris tus, een steeds sterker tegen den geest der eeuw inroepen van de heilige overtuiging, vrucht van een persoonlijk geloofsleven mihi constatVoor mij staat 't vast Met minder kunnen we niet toe. Want alleen zóó kunnen we vromelijk leven. En alleen zóó ook zalig sterven Doetinchem. J. C. FABER. BEROEPEN TE Zoutkamp J. B v. cl. Sijs cand. te Leiderdorp. Hoorn: D. Ringnalda Jr. te Leimaiden. Hijlaard en Oudehornc J. B. v. d. Sijs cand. te Leiderdorp. Goënga en Sybrandaburen H. de Zwart cand. te te Twijzel. A\NGNOMEN NAAR Epe J. Tonkens, te Bergam. BEDANKT VOOR Katcndrecht (3e pred. plaals): G. Laarman te K lundert. In den ouderdom van ruim 60 jaar is Zondag" nacht plotseling overleden ds F. Bruinsma, predikant te Meerkerk. Zondag ging hij nog opgewekt twee maal in dön dienst des Woords voor. Een hartver lamming maakte een einde aan zijn leven. Vorige week Maandag stond hij nog aan het graf van zijn cenig overgebleven broeder te Warns. Ds F Bruinsma werd 18 Oct. 1866 geboren. In 1896 werd bij candidaat en 20 December van dat jaar verbond hij zich aan de gemeente van Oldeboorn. Achtereenvolgens diende hij daarna' de Kerken van Anna-Jacohapolder (1900 1901), Beetgem (1901 1905), Suawoude (1905—1909). Scharendijke (1909- 1911). Glanerbrug (1911 1912), Zalk (1912—1915), Rottcvallc (1915—1917), Scharendijke (19171920), Tijnje (1920—1923), Genemuiden (19231925), Meer kerk 1 October 1925. Naar wij vernemen is ds. N. A. de Gaay Fort man, emcritns predikant van de Kerk van Amsterdam, wonende te Den Haag, ernstig ziek. Hij is opgenomen in „Bronovo". De Utr. Kerkbode schrijft over het overlijden van den heer A. Dingemanse, te Utrecht o m. bet. volgende „Dingemanse was oorspronkelijk een Zeeuwhij was uit Middelburg. Hij. de vriend van ds. P. J. W. Klaarhamer, was in 1886 met dezen in doleantie ge gaan. En met ds. Klaarhamer trok bij in 1891 naar Utrecht. Hier onderging hij de metamorphose, aldus ds Rullmann, van Zeeuwschen boer tot cultnur-mensch. Dingemanse was een kerkelijk man. Hij had zijn kerk lief En inzonderheid als ouderling heeft hij veel voor 's Heeren Kerk gedaan. Hij was een Calvinist in den nieuweren zin van dit woord. Ook had hij een echt-dogmatischen aanleg Hij onderzocht en las veel en bewoog zich op velerlei levensterrein. Een stoere man en een echte theologant, aan wien mede de lei ding van catechisatiën was toevertrouwd." En verder Als goed-Calvinist had Dingemanse ook de Gereformeerde Universiteit lief. Toen hij uit Mid delburg in Utrecht kwam, was de actie hier voor onze V U vrijwel gedoofd, maar broeder Dingemanse had haar nieuw leven ingeblazen. Vele jaren fungeerde hij sedert als voorzitter van het Locaal-Comité der V.U. Hij stierf als zijn eerelid en hij was steeds een lid m.t eere geweest. Het Jaarboek voor 1927 ten dienste van de Geref. Kerken in Nederland, onder redactie van ds. G. Doekes en ds. J. C. Rullmann, is thans in elfden jaargang bij Oosterbaan en Le Cointre te Goes ver schenen. Ds. Rullmann heeft weer het kerkelijk overzicht samengesteld. Het behoeft niet gezegd, dat hij haast uitsluitend stilstond bij hetgeen rondom de Asser Synode gebeurde. Van de in 1926 overleden predikan ten ?ijn weer foto's bijgevoegd, terwijl verschillende predikanten gedachtenis woorden schreven. Uit de statistiek nemen wij het volgende over 03 5* CD W hrt h- fis O N CD Provincie rt> Eh P p*- cz J5' f5" ES F eb P- CD D <d P TT M -1 (V CO Groningen 86 77 14 66412 28550 Friesland N.D. 72 53 19 40829 19551 Friesland Z D. 73 61 24 32023 14914 Drenthe 37 33 8 26773 11899 Overijsel 47 40 17 42746 20605 Gelderland 63 51 15 41813 19874 Utrecht 42 30 20 30368 14930 Noord Holland 71 53 35 69248 34871 Zuid Holland N.D. 65 66 15 65817 30760 Zuid Holland ZD. 81 73 26 83999 37741 Zeeland 52 34 17 26409 13146 Noord-Br. en Limb. 32 17 15 14912 6459 Totaal 721 578') 225 541349 253300 Rijn-Pruisen 3 3 180 78 Cl. Buenos Aires 3 1 2 1076 465 Batavia 9 7 4 2987 1569 Oostfriesland 5 2 3 1095 553 Gr. Bentneim 9 7 2 3017 1697 Totaal generaal 750 595 239 549704 257662 Het aantal kerken vermeerderde met 6 Rhenen, Bergen, Santpoort, Tuindorp-Oostzaan, Gent en Djok jakarta (Gondokoesoeman)het verminderde met 2 Helenaveen en Rosario de Santa Fé (Argentinië). Het aantal dienstdoende predikanten vermeerderde met 33, waaronder 1, die uit de Ned Herv. Kerk tot de Geref. Kerken terugkeerde, en 1, die uit de Chr. Geref. Kerk in Noord-Amerika overkwam doch ver minderde met 27 (3 wegens overlijden, 13 die emeri taat verkregen, 3 die tot, een anderen staat des levens over gingen en 8 die, meerendeels ontzetting uit het ambt, de kerken verlieten). Bovendien overleden nog 17 emeriti-predikanten. Hieronder zijn ook begrepen de 13 missionaire predikanten. „Woord en Geest" van deze week bevat, een uit voerig artikel van ds. J. C. Brvssaard onder het op schrift: „Iets over mijn verklaring en voorstel". In hetzelfde nummer is voorts opgenomen een mede- deeling van de redactie van „W en Gwaarin zij tot de volgende conclusie komt „Liever dan zich te verdiepen in de vraag hoe deze uitlatingen van ds. Brussaard te vereenigen zijn met zijn verklaring ter classicale vergadering van Haarlem en onderscheiden andere beschouwingen en uitspraken in zijn in dit blad opgenomen artikel, wil de redactie mede in het licht van ds. Brussaards mondelinge uitlatingen Ier redactie-vergadering van 20 Dec j.l., die het bevestigen tot tijd en wijle Ds. Brussaard zelf dit pertinent ontkent, er uit concludeeren, dat ds. Brussaard, trots zijn betreurenswaardige bonding en verklaring op de Deeember-vergadering der Classis Haarlem, principieel nog staat op liet standpunt van ons blad." Een voorstel van den Kerk?raad van Halfweg. De Kerkeraad der Kerk van Halfweg heeft besloten om op de agenda der eerstvolgende classikale ver gadering, welke D.V. gehouden zal worden op 8 Febr. as., te doen plaatsen het volgende voorstel De Classis Haarlem lettende op het feit, dat de naam van ds. Brussaard nog steeds voorkomt onder de redacteuren en mede werkers vau het weekblad „Woord en Geest", van oordeel, dat dit blad zich steeds duidelijker stelt tegenover de Gereformeerde Kerken (zie de mededeeling van de Redactie van „Woord en Geest" in het nummer van 31 Dec. '26), spreekt haar leedwezen er over uit, dat ds. Brus saard tot nog toe geen gevolg heeft gegeven aan den wenk der Classis, om zijn relaties met dit blad te verbreken, en besluit ds. Brussaard daartoe thans bij vernieuwing ernstig op te wekken. Ds. Brussaards hereenigingsvoorstel. We lezen in het verslag van de vergadering van den Kerkeraad der Kerk van Haarlem, opgenomen in het Kerkblad, het volgende „In verband met de a s. vergadering van de classis Haarlem wordt breed voerig besproken het in de vorige classisvergadering door ds. Brussaard aangeboden voorstel, strekkende tot het doen van pogingen tot herstel van de breuk in ons kerkelijk leven. Waardeerende dat voorstel in zoover het mocht bedoelen hen die door misverstand hunnerzijds van ons vervreemdden, terug te brengen, wat naar zijn meening evenwel meer op den weg van de plaatselijke Kerken ligt, is de kerkeraad van oor deel, dat het voorstel, zooals het is geformuleerd, niet kan worden aanvaard". Middelburg. De Comm. van Beheer bericht, dat voortaan enkel de eerste Woensdag van iedere maand, des avonds van 7.30 tot 8 30 uur, zitting zal worden gehouden tot het in ontvangst nemen der vrijwillige bijdragen. Het Bestuur. AGENDUM van de Vergadering der Classis Middelburg op Woensdag 9 Februari D.V. in de Gasthuiskerk. Aanvang half tien uur. 1. Opening. 2. Onderzoek credentiebrieven. 3. Aanwijzing Modernmen. Praeses ds. van Dijk. Assessor ds. Dijkstra, le Scriba ds. Wi'irth. 2e Scriba ds. Telkamp. 4. Notulen. 5. Ingekomen stukken. 6. Instructies. 7. Rapporten. Aanvul'ing van het rapport Telkamp c.s. over Art. 13 K. O. 8. Onderzoek naar Art. 41. 9. Aanwijzing roepende Kerk. 10. Rondvraag. 11. Kort verslag. 12. Sluiting. Namens de roepende Kerk van Arnemuiden, J. Runia, Praeses. J. Kwekkeboom, Scriba. Arnemuiden, 1 Februari 1927. De kerken in de Classis Middelburg worden ver zocht op de vergadering der Classis Woensdag 9 Februari a s., de eerste bijdrage te storten voor de hulpbehoevende kerken over 1927, voor elke kerk als volgt Arnemuiden f 25 Domburg f 7,50Gapinge f 10 Grijpskerke f 27,50Koudekerke f 30Meliskerke f 30 Middelburg f 137,50O.- en West-Souburg f 40 Oostkapelle f20; Serooskerke f45; St. Laurens f 20 Veere f 22,50 Vlissingen f 60 Vrouwepolder f 20 Westkapelle f 5. Gapinge. J. Louwerse Wz. VERGADERING der classis Axel op Dinsdag 1 Febr. 1927, Terneuzen. 1. Ds. Vanhaelen opent de vergadering namens de Kerk van Hoek. Hij laat zingen Ps. 10310, leest Coll. 1 21—29 en gaat voor in gebed. Hij roept de verg. het welkom toe, met name aan ds. Kok en aan cand. v. Strien. 2. De geloofsbrieven worden nagezien en in orde bevonden. 3. Moderamends. Vanhaelen, praeses, ds. Post, scriba, ds. Sietsma, assessor. 4. Examen van den Eerw. Heer P. v. Strien. Met algemeene stemmen wordt deze cand. beroepbaar ge steld in de Geref. Kerken. 5. Pauze. 6. Notulen worden met een enkele aanmerking goedgekeurd. 7. Ingekomen stukken a. inzake schorsing van dr. v. L. uit de classis D. b. inzake ambtsneerlegging van ds. B. uit de classis H c. inzake afzetting van ds. v. D. uit de classis H. d. inzake de schorsing van ds. V. van de kerke raden te O. en H. e. schrijven van deputaten over verband met de Theol. Fac. der V. U. inzake toezicht op de belijdenis en wandel der studenten en de textkeuze voor prae- peratoir examina. f. inzake uittreding uit de kerken door ds. A. te S. 8. Rondvraag art. 41 K.O. Axel en Hoek zullen Aardenburg dienen in Febr. en Maart, resp. April en Mei. Steunaanvrage van de kerk te H. toegestaan en aanbevolen. 9. Ds. Post rapporteert over de intrede van ds. Kok te Zaamslag. 10. De quaestor rapporteert in comité over de financiën van het vorig jaar. De begrooting wordt na eenige discussie aangenomen. Eveneens worden in comité gelezen de notulen van de vorige comité vergadering 11. De kerkeraden doen mededeeling van de Evan gelisatiewerkzaamheden. Ds. Post geeft nog enkele inlichtingen en informatieën. Na breede bespreking wordt de kerk van Axel verzocht het initiatief te nemen om een verband te leggen tusschen de Ev. commissieën en langs dien weg de voorbereiding en afwikkeling van deze zaak te bespoedigen. 12. Rondvraag. Mededeeling van den Zendings- deputaat iDzake quota 1927. 13. Roepende kerk volgende vergadering Ter- neuzen. Datum 3 Mei a s. Moderamen ds. Groene- veld, praeses, ds. Vanhaelen, scriba, ds. Post, assessor. 14. De korte notulen worden gelezen en goed gekeurd. 15. De assessor gaat voor in dankzegging en de praeses sluit de vergadering. Op last van de Classis, K. Sietsma, assessor.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1927 | | pagina 2