Een daad gevraagd.
DADERS DES WOORPS.
Dr. A. Kuyper Sr., over het Paradijsverhaal.
Een bedenkelijk verschijnsel.
KERKNIEUWS.
Officiëele Berichten.
Wat de Kerken van Ds. Brussaard hadden
verwacht na zijn verklaring dat hij met Assen
a|ccoord ging, was niet een breed betoog
maar een daad.
De daad van het zich terugtrekken uit de
Redactie van Woord en Geest.
Men moet het dit blad toegeven, dat het
geen dubbelhartig standpunt inneemt inzake
de kwestie.
Het is niet alleen geprononceerd Anti-
Assen, maar het bestaat geheel van die negatie.
Uitdrukkelijk wordt meer dan eens daarin
gezegd, dat de „geest van Assen" een
andere is dan de geest van dit blad.
De geest van Assen nu is de geest der
Kerken.
De verhoudingen zijn nog te gespannen,
dan dat Ds. Brussaard bij beide tegelijk zich
kan voegen, om als trait d'union verbin
dingsschakel te fungeeren.
„Zoo'n middenman, wat heb je er an",
vraagt men aan weerszijden.
W. en G. verlangt niet dat hij in de re
dactie blijft, want liet vertrouwen is daar in
hem geschokt.
En de Kerken verlangen, dat hij niet in
de redactie blijft, want anders komt haar
eigen eenigszins geschokt vertrouwen in hem
niet tot rust.
Wil Ds. Brussaard bemiddelaar zijn, dat
is zijn recht.
Maar hij moet niet in den strijd tusscheni
de fronten gaan staan, met de kapotjas van
Assen tm de shako van Amsterdam-Zuid.
Een neutraal standpunt valt hier niet in
te nemen. Dat zou stel het ware mogelijk
in ieder geval voor Ds. Brussaard te laat
zijn. Met ernst vragen wij daarom, dat hij
zich terugtrekke uit de Redactie van W. en
G.
Dat is de consequentie van zij>n eigen ver
klaring, en de consequentie die de Kerken
trekken.
Dan weet ieder wat men aan hem heeft.
Al kunnen we nauwlijks op goed resultaat
van zijn poging tot hereeniging hopen,
in ieder geval wordt die poging meer ge
diend, door het vertrouwen slechts van één
dan van beide partijen te verliezen.
En Ds. Brussaard kan het toch wel ver
staan, dat dit vertrouwen niet gevoed wordt
door een verklaring, waarvan hij zelf zegt
te beseffen, dat ze naar links noch naar rechts
volkomen bevrediging schenkt
De gevraagde daad leek ons royaler, e n
zou naar weerszijden gunstiger ontvangen zijn
dan deze ontijdige en verwarrende publicatie.
v. D.
De vraag, waarom het op de Synode van
Assen ging, was deze of wat de H. S. als
wezenlijke historie meldt, ook werkelijk al-
zoo is geschied.
Men heeft gepoogd die vragen als belache
lijk voor te stellen en gezegd wat bedoelt
men dan met „werkelijk" en wat met „his
torie"
Zelfs heeft men gepoogd te bewijzen, dat
Dr. A. Kuyper Sr. op dit punt heel anders
zou gedacht hebben dan de Synode. Een
„bewijsplaats" werd daarvoor zelfs bijge
bracht uit „De engelen Gods". En hoewel
klaar als de dag werd aangetoond, dat die
z.g.n. bewijsplaats heelemaal niet als bewijs
plaats kon dienen, blijft men in „W. en G."
met een vrijmoedigheid, die wel van heel bij
zonder karakter is, daaraan toch maar vast
houden. Wat wel bewijst dat ze niets anders
kunnen bijbrengen.
Voor de kennis van het gevoelen van Dr.
Kuyper op dit punt is nu wel heel leerzaam,
wat dezer dagen werd opgediept uit een
ouden Standaard en wel van 4 November
1881.
De heer J. C. Faber te Doetinchem zond
aan de Geldersche Kerkbode een stuk dat
in het nummer van 22 Jan. j.l. werd opge
nomen, en dat we hier overnemen. Een na
dere verklaring daarbij is overbodig. Het
stuk spreekt voor zichzelf.
Onder dezen titel schreef Dr. A. Kuyper
Sr. een zijner „ouderwetsche" hoofdartike
len in „De Standaard" van 4 November 1881,
dus nu ruim 45 jaren geleden.
Een hoofdartikel, als zoovele van zijn hand,
van blijvende waarde.
't Kon ook in onze dagen zijn geschreven.
In elk geval is 't een woord voor onzen
tijd.
Vandaar, dat we goed meenden te doen,
met bedoeld artikel nog eens uit de „oude
doos" te voorschijn te halen en 't ons Ge
reformeerde volk voor te houden, ter waar
schuwing en ter leering.
„In het heden ligt 't verleden", zong de
dichter.
Het omgekeerde is óók waar in hét ver
leden ligt veelszins 't heden
In een verslag van de Afdeeling 'sGraven-
hage der „Vereen, van Chr. onderwijzers
etc.", opgenomen in het 28ste Jaarverslag
dezer Chr. onderwijsorganisatie, stond deze
zinsnede, „die ons zoo pijnlijk aandeed",
schreef Dr. Kuyper
„Op de verg. van 18 Dec. werd verder
gesproken over Gereform. Paedagogie.
Calvijns leer omtrent verkiezing en ver
werping kwam ter sprake, alsook de
Dordtsche Canones en Augustinus, naar
aanleiding van de vraag Is opvoeding
mogelijk Nu kwam het Inspiratiebegrip
van de H. Schrift ter sprake. Sommige
leden meenen, dat het niet noodzakelijk
is, elk verhaal, met name uit de oudste
Bijbelboeken, als historisch op te vat
ten zij laten het in 't midden of b.v.
het Paradijsverhaal heilige mythe öf his
torie is het is en blijft hun eieuwige
waarheid en zeer bepaaldelijk openba
ring Gods. Andere leden bestrijden deze
meeningen volgens hen moet ook voor
den geloovige het gezag van den Bijbel,
ook wat de authenticiteit betreft, vast
staan. De meening, dat de Schrift waar
zij iets als historie voorstelt, mythen of
legenden zou bevatten, moet ten sterkste
verworpen worden".
Het was naar aanleiding hiervan, dat Dr.
K. in „De Stand." van 4 Nov. 1881 schreef
„Laat ons even ontleden, wat hier in zit.
Óp den 18en December, kort voor het
heerlijk Kerstfeest, zijn in 's Gravenhage de
mannen saam geweest, aan wier zorg en lei
ding ons Christenvolk zijn „Scholen met den
Bijbel" toevertrouwt. Die scholen zijn ge
sticht om onze kinderen bij den Bijbel te
houden, en te ontkomen aan het fataal scep
ticisme, dat in het kinderlijk denken insluipt,
zoodra ze dit of dat uit den Bijbel hooren
betwijfelen.
Onder deze rhannen nu is de vraag ter
sprake gekomen of het uitgangspunt van
heel den Bijbel mvthe of historie was
Reeds dit was fataal en had niet moeten
gebeuren.
Caesar duldde niet, dat in zijn paleis de
eere van zijn vrouw ook maar besproken
werd en met nog fierder gevoel moesten1
Christelijke onderwijzers nooit dulden, dat
de waarheidseere van de Heilige Schriftuur
in hun midden ook maar van verre kon wor
den verdacht.
Die vraag toe te laten, was dus reeds eert
ontvallen aan zijn positie.
Daarin reeds lag de fatale stap.
Maar natuurlijk, daar bleef het toen niet
bij.
Zet de deur van uw hart ook maar even
op een kier, en in een oogenblik is het
sceptimisme binnengeslopen.
En zoo verging het dan ook dezen Chris-
telijken onderwijzers in Den Haag.
De vraag was niet gedaan, of al reeds
bleek, hoe hier onderwijzers van „Scholen
met den Bijbel" waren, die niet meer ge
loofden, dat alles wat de Bijbel als wezenlijke
historie vermeldt, ook werkelijk alzoo ge
schied is.
Ze beslisten het wel niet. Ze lieten het in
het midden. Maar dit spreekt toch van zelf
als ik iets in het midden laat, geloof ik het
niet meer. Wat ik geloof, kan ik niet in hét
midden laten. Daar leef en sterf ik ojp.
Te zeggen ik weet niet recht of het Schep
pingsverhaal mythe of historie is, staat dus
volkomen gelijk met de belijdenis voor mij
is het geen historie meer.
En of men er nu al later bijvoegde „toch
blijft het mij eeuwige waarheid en zeer be
paaldelijk openbaring Gods", maakt de zaak-
natuurlijk nog eer erger dan beter.
Immers, blijkbaar hadden deze onderwijzers
dat niet uit hun zeiven, maar gaven ze hier
mee slechts een echo op de Schriftbeschou
wing van Rothe.
Dit kan men daaraan zien, dat ze woorden
bezigden, die niet wel sluiten. „Eeuwige"
waarheden, wat zijn dat Natuurlijk alleen
zulke waarheden, die, buiten den tijd en zijn
wisseling gelegen, onveranderlijk zijn. Hoe
kan nu een „Paradijsverhaal" eeuwige waar
heid zijn, vooral indien men zelf in het mid
den laat of het mythe dan wel historie zij
En zoo ook „zeer bepaaldelijk openbaring
Gods", wat bedoelen deze heeren daarmee
Met Rothe in de hand, is dat na te gaan.
Maar op zichzelf, wat beteekent dat dan
Het Paradijsverhaal wellicht mythe, maar
toch zeer bepaaldelijk openbaring Gods
Heeft God dan een mythe geopenbaard als
historie Een openbaring van God dus,
iets wat „zeer bepaaldelijk" openbaring is,
in onwaren vorm Onder menschen zou men
dit wraken. En dicht ge het dan toe aan God?
Geen wonder dan ook, dat zoo verontrus
tende gevoelens heftige wederspraak ontmoet
ten, en als volstrekt incompatibel met het ge-
heele optreden van een „School met den
Bijbel" ten sterkste werden verworpen. De
„School met den Bijbel" in Den Haag zou
weg zijn geweest, indien deze tegenspraak
ware uitgebleven.
Van dien kant dus geen nood.
Maar wel nood, dringende nood zelfs van
dien anderen kant, waar dan nu helaas bleek,
dat er in onze „Scholen met den Bijbel"
reeds mannen als onderwijzers inslopen, die
in het midden laten of b.v. het Scheppings
verhaal en het Verhaal van den Val mythe
of historie is.
Dat is het uiterst pijnlijke.
Daarin schuilt het zeer bedenkelijke kwaad
waaraan we toe zijn.
Niet doordien deze onderwijzers dat zelf
zoo uitvonden, maar als uitvloeisel van de
Schriftondermijnende critiek, die thans van
onze Staats-hoogescholen en door den Staat
bezoldigde kansels komt.
Hier geldt dus principiïs obsta Ziet toe
op de eerste beginselen
Hier dient raad geschaft
We moeten op onze „Scholen met den
Bijbel" aan kunnen.
Het vertrouwen in onze Christelijke Scho
len mag niet derwijs geschokt.
Dat kwaad onder ons moet in zijn opkomen
gestuit worden.
„Scholen met den Bijbel Uitnemend
Maar dan moet de Bijbel er ook de Bijbel
blijven. Dan mag geduld noch toegelaten, dat
er, hoe ook, aan dien Bijbel worde getornd,
of in wat weg ook zijn gezag worde onder
mijnd".
Tot zoover Dr. Kuyper.
Wat dunkt u, zou dat oude Standaard
woord ook niet voor dezen tijd zijn waarde
hebben
En zou, wat voor Scholen met den Bijbel
geldt, ook niet van toepassing zijn voor Ker
ken met den Bijbel
Zoo is dan Kuyper's woord van 1881 zéér
actueel.
Het jaar dat voorbij ging, deed op zeer
droeve wijze zien, dat ook onze Gereformeer
de kringen niet van „vreemde smetten" vrij
zijn.
En wel treffend 't is altijd weer „die alte
Geschichte" de afval begint telkens op
nieuw bij het Paradijs.
Altijd weer dat knagende: „is 'took?"...
O, zij er onder ons, belijders van den Chris
tus, een steeds sterker tegen den geest der
eeuw inroepen van de heilige overtuiging,
vrucht van een persoonlijk geloofsleven mihi
constatVoor mij staat 't vast
Met minder kunnen we niet toe.
Want alleen zóó kunnen we vromelijk leven.
En alleen zóó ook zalig sterven
Doetinchem. J. C. FABER.
BEROEPEN TE
Zoutkamp J. B v. cl. Sijs cand. te Leiderdorp.
Hoorn: D. Ringnalda Jr. te Leimaiden.
Hijlaard en Oudehornc J. B. v. d. Sijs cand. te
Leiderdorp.
Goënga en Sybrandaburen H. de Zwart cand. te
te Twijzel.
A\NGNOMEN NAAR
Epe J. Tonkens, te Bergam.
BEDANKT VOOR
Katcndrecht (3e pred. plaals): G. Laarman te
K lundert.
In den ouderdom van ruim 60 jaar is Zondag"
nacht plotseling overleden ds F. Bruinsma, predikant
te Meerkerk. Zondag ging hij nog opgewekt twee
maal in dön dienst des Woords voor. Een hartver
lamming maakte een einde aan zijn leven.
Vorige week Maandag stond hij nog aan het graf
van zijn cenig overgebleven broeder te Warns.
Ds F Bruinsma werd 18 Oct. 1866 geboren. In
1896 werd bij candidaat en 20 December van dat jaar
verbond hij zich aan de gemeente van Oldeboorn.
Achtereenvolgens diende hij daarna' de Kerken van
Anna-Jacohapolder (1900 1901), Beetgem (1901
1905), Suawoude (1905—1909). Scharendijke (1909-
1911). Glanerbrug (1911 1912), Zalk (1912—1915),
Rottcvallc (1915—1917), Scharendijke (19171920),
Tijnje (1920—1923), Genemuiden (19231925), Meer
kerk 1 October 1925.
Naar wij vernemen is ds. N. A. de Gaay Fort
man, emcritns predikant van de Kerk van Amsterdam,
wonende te Den Haag, ernstig ziek. Hij is opgenomen
in „Bronovo".
De Utr. Kerkbode schrijft over het overlijden
van den heer A. Dingemanse, te Utrecht o m. bet.
volgende
„Dingemanse was oorspronkelijk een Zeeuwhij
was uit Middelburg. Hij. de vriend van ds. P. J. W.
Klaarhamer, was in 1886 met dezen in doleantie ge
gaan. En met ds. Klaarhamer trok bij in 1891 naar
Utrecht. Hier onderging hij de metamorphose, aldus
ds Rullmann, van Zeeuwschen boer tot cultnur-mensch.
Dingemanse was een kerkelijk man. Hij had zijn
kerk lief En inzonderheid als ouderling heeft hij veel
voor 's Heeren Kerk gedaan. Hij was een Calvinist
in den nieuweren zin van dit woord. Ook had hij een
echt-dogmatischen aanleg Hij onderzocht en las veel
en bewoog zich op velerlei levensterrein. Een stoere
man en een echte theologant, aan wien mede de lei
ding van catechisatiën was toevertrouwd."
En verder Als goed-Calvinist had Dingemanse ook
de Gereformeerde Universiteit lief. Toen hij uit Mid
delburg in Utrecht kwam, was de actie hier voor onze
V U vrijwel gedoofd, maar broeder Dingemanse had
haar nieuw leven ingeblazen. Vele jaren fungeerde
hij sedert als voorzitter van het Locaal-Comité der
V.U. Hij stierf als zijn eerelid en hij was steeds een
lid m.t eere geweest.
Het Jaarboek voor 1927 ten dienste van de
Geref. Kerken in Nederland, onder redactie van ds.
G. Doekes en ds. J. C. Rullmann, is thans in elfden
jaargang bij Oosterbaan en Le Cointre te Goes ver
schenen.
Ds. Rullmann heeft weer het kerkelijk overzicht
samengesteld. Het behoeft niet gezegd, dat hij haast
uitsluitend stilstond bij hetgeen rondom de Asser
Synode gebeurde. Van de in 1926 overleden predikan
ten ?ijn weer foto's bijgevoegd, terwijl verschillende
predikanten gedachtenis woorden schreven.
Uit de statistiek nemen wij het volgende over
03
5*
CD
W
hrt
h-
fis
O
N
CD
Provincie
rt>
Eh
P
p*-
cz
J5'
f5"
ES
F
eb
P-
CD
D
<d
P
TT
M
-1
(V
CO
Groningen
86
77
14
66412
28550
Friesland N.D.
72
53
19
40829
19551
Friesland Z D.
73
61
24
32023
14914
Drenthe
37
33
8
26773
11899
Overijsel
47
40
17
42746
20605
Gelderland
63
51
15
41813
19874
Utrecht
42
30
20
30368
14930
Noord Holland
71
53
35
69248
34871
Zuid Holland N.D.
65
66
15
65817
30760
Zuid Holland ZD.
81
73
26
83999
37741
Zeeland
52
34
17
26409
13146
Noord-Br. en Limb.
32
17
15
14912
6459
Totaal
721 578') 225
541349 253300
Rijn-Pruisen
3
3
180
78
Cl. Buenos Aires
3
1
2
1076
465
Batavia
9
7
4
2987
1569
Oostfriesland
5
2
3
1095
553
Gr. Bentneim
9
7
2
3017
1697
Totaal generaal 750 595 239 549704 257662
Het aantal kerken vermeerderde met 6 Rhenen,
Bergen, Santpoort, Tuindorp-Oostzaan, Gent en Djok
jakarta (Gondokoesoeman)het verminderde met 2
Helenaveen en Rosario de Santa Fé (Argentinië).
Het aantal dienstdoende predikanten vermeerderde
met 33, waaronder 1, die uit de Ned Herv. Kerk tot
de Geref. Kerken terugkeerde, en 1, die uit de Chr.
Geref. Kerk in Noord-Amerika overkwam doch ver
minderde met 27 (3 wegens overlijden, 13 die emeri
taat verkregen, 3 die tot, een anderen staat des levens
over gingen en 8 die, meerendeels ontzetting uit het
ambt, de kerken verlieten). Bovendien overleden nog
17 emeriti-predikanten.
Hieronder zijn ook begrepen de 13 missionaire
predikanten.
„Woord en Geest" van deze week bevat, een uit
voerig artikel van ds. J. C. Brvssaard onder het op
schrift: „Iets over mijn verklaring en voorstel". In
hetzelfde nummer is voorts opgenomen een mede-
deeling van de redactie van „W en Gwaarin zij
tot de volgende conclusie komt
„Liever dan zich te verdiepen in de vraag hoe deze
uitlatingen van ds. Brussaard te vereenigen zijn met
zijn verklaring ter classicale vergadering van Haarlem
en onderscheiden andere beschouwingen en uitspraken
in zijn in dit blad opgenomen artikel, wil de redactie
mede in het licht van ds. Brussaards mondelinge
uitlatingen Ier redactie-vergadering van 20 Dec j.l.,
die het bevestigen tot tijd en wijle Ds. Brussaard
zelf dit pertinent ontkent, er uit concludeeren, dat
ds. Brussaard, trots zijn betreurenswaardige bonding
en verklaring op de Deeember-vergadering der Classis
Haarlem, principieel nog staat op liet standpunt van
ons blad."
Een voorstel van den Kerk?raad van Halfweg.
De Kerkeraad der Kerk van Halfweg heeft besloten
om op de agenda der eerstvolgende classikale ver
gadering, welke D.V. gehouden zal worden op 8 Febr.
as., te doen plaatsen het volgende voorstel
De Classis Haarlem
lettende op het feit, dat de naam van ds. Brussaard
nog steeds voorkomt onder de redacteuren en mede
werkers vau het weekblad „Woord en Geest",
van oordeel, dat dit blad zich steeds duidelijker
stelt tegenover de Gereformeerde Kerken (zie de
mededeeling van de Redactie van „Woord en Geest"
in het nummer van 31 Dec. '26),
spreekt haar leedwezen er over uit, dat ds. Brus
saard tot nog toe geen gevolg heeft gegeven aan den
wenk der Classis, om zijn relaties met dit blad te
verbreken, en
besluit ds. Brussaard daartoe thans bij vernieuwing
ernstig op te wekken.
Ds. Brussaards hereenigingsvoorstel.
We lezen in het verslag van de vergadering van
den Kerkeraad der Kerk van Haarlem, opgenomen
in het Kerkblad, het volgende „In verband met de
a s. vergadering van de classis Haarlem wordt breed
voerig besproken het in de vorige classisvergadering
door ds. Brussaard aangeboden voorstel, strekkende
tot het doen van pogingen tot herstel van de breuk
in ons kerkelijk leven. Waardeerende dat voorstel in
zoover het mocht bedoelen hen die door misverstand
hunnerzijds van ons vervreemdden, terug te brengen,
wat naar zijn meening evenwel meer op den weg van
de plaatselijke Kerken ligt, is de kerkeraad van oor
deel, dat het voorstel, zooals het is geformuleerd,
niet kan worden aanvaard".
Middelburg. De Comm. van Beheer bericht, dat
voortaan enkel de eerste Woensdag van iedere maand,
des avonds van 7.30 tot 8 30 uur, zitting zal worden
gehouden tot het in ontvangst nemen der vrijwillige
bijdragen.
Het Bestuur.
AGENDUM van de Vergadering der Classis
Middelburg op Woensdag 9 Februari D.V.
in de Gasthuiskerk. Aanvang half tien uur.
1. Opening.
2. Onderzoek credentiebrieven.
3. Aanwijzing Modernmen.
Praeses ds. van Dijk. Assessor ds. Dijkstra,
le Scriba ds. Wi'irth. 2e Scriba ds. Telkamp.
4. Notulen.
5. Ingekomen stukken.
6. Instructies.
7. Rapporten. Aanvul'ing van het rapport Telkamp
c.s. over Art. 13 K. O.
8. Onderzoek naar Art. 41.
9. Aanwijzing roepende Kerk.
10. Rondvraag.
11. Kort verslag.
12. Sluiting.
Namens de roepende Kerk van Arnemuiden,
J. Runia, Praeses.
J. Kwekkeboom, Scriba.
Arnemuiden, 1 Februari 1927.
De kerken in de Classis Middelburg worden ver
zocht op de vergadering der Classis Woensdag 9
Februari a s., de eerste bijdrage te storten voor de
hulpbehoevende kerken over 1927, voor elke kerk
als volgt
Arnemuiden f 25 Domburg f 7,50Gapinge f 10
Grijpskerke f 27,50Koudekerke f 30Meliskerke
f 30 Middelburg f 137,50O.- en West-Souburg f 40
Oostkapelle f20; Serooskerke f45; St. Laurens f 20
Veere f 22,50 Vlissingen f 60 Vrouwepolder f 20
Westkapelle f 5.
Gapinge. J. Louwerse Wz.
VERGADERING der classis Axel op Dinsdag 1
Febr. 1927, Terneuzen.
1. Ds. Vanhaelen opent de vergadering namens de
Kerk van Hoek. Hij laat zingen Ps. 10310, leest
Coll. 1 21—29 en gaat voor in gebed. Hij roept de
verg. het welkom toe, met name aan ds. Kok en aan
cand. v. Strien.
2. De geloofsbrieven worden nagezien en in orde
bevonden.
3. Moderamends. Vanhaelen, praeses, ds. Post,
scriba, ds. Sietsma, assessor.
4. Examen van den Eerw. Heer P. v. Strien. Met
algemeene stemmen wordt deze cand. beroepbaar ge
steld in de Geref. Kerken.
5. Pauze.
6. Notulen worden met een enkele aanmerking
goedgekeurd.
7. Ingekomen stukken
a. inzake schorsing van dr. v. L. uit de classis D.
b. inzake ambtsneerlegging van ds. B. uit de
classis H
c. inzake afzetting van ds. v. D. uit de classis H.
d. inzake de schorsing van ds. V. van de kerke
raden te O. en H.
e. schrijven van deputaten over verband met de
Theol. Fac. der V. U. inzake toezicht op de belijdenis
en wandel der studenten en de textkeuze voor prae-
peratoir examina.
f. inzake uittreding uit de kerken door ds. A. te S.
8. Rondvraag art. 41 K.O. Axel en Hoek zullen
Aardenburg dienen in Febr. en Maart, resp. April en
Mei. Steunaanvrage van de kerk te H. toegestaan en
aanbevolen.
9. Ds. Post rapporteert over de intrede van ds.
Kok te Zaamslag.
10. De quaestor rapporteert in comité over de
financiën van het vorig jaar. De begrooting wordt na
eenige discussie aangenomen. Eveneens worden in
comité gelezen de notulen van de vorige comité
vergadering
11. De kerkeraden doen mededeeling van de Evan
gelisatiewerkzaamheden. Ds. Post geeft nog enkele
inlichtingen en informatieën. Na breede bespreking
wordt de kerk van Axel verzocht het initiatief te
nemen om een verband te leggen tusschen de Ev.
commissieën en langs dien weg de voorbereiding en
afwikkeling van deze zaak te bespoedigen.
12. Rondvraag. Mededeeling van den Zendings-
deputaat iDzake quota 1927.
13. Roepende kerk volgende vergadering Ter-
neuzen. Datum 3 Mei a s. Moderamen ds. Groene-
veld, praeses, ds. Vanhaelen, scriba, ds. Post, assessor.
14. De korte notulen worden gelezen en goed
gekeurd.
15. De assessor gaat voor in dankzegging en de
praeses sluit de vergadering.
Op last van de Classis,
K. Sietsma, assessor.