Afrekening Zendingsboekje. Brieven uit Z.-VIaanderen. UIT DE PERS. Kerkelijk en godsdienstig leven in Amerika. KERKNIEUWS. gandamiddel. Een middel om de menschen daarheen te lokken is ook, het bij die gelegen heid uitdeelen van kleine geschenken. Daar voor is eenig geld noodig. Zoo verzocht dus het zuster-comité daarvoor wat te mogen ont vangen. Het schijnt echter, dat het verzoek in die rubriek aan veler aandacht is ontgaan. Wie leest ook alles! En wie leest ook alles wat met zoo'n kleine letter gedrukt is! Er kwam althans nog niet zooveel voor dat doel in als zij gedacht hadden te mogen verwachten. We willen daarom gaarne voldoen aan de tot ons gerichte vraag in deze rubriek daarop nog eens de aandacht te vestigen. Het zou onzen trouwen en ijverigen broe der in Magelang goed doen, wanneer hij weer velen, ouden en jongen mocht brengen het Evangeliewoord en daarbij voegen een klein geschenk. En wie wat voor dat doel zoekt vindt ook wel wat. Dezer dagen trof ons bij een wandeling op nieuw het eigenaardig gezicht op een stuk aardappelland onderscheiden koolplanten te zien staan. Midden tusschen de kleine afgestorven aardappelstengels prijkten de nog groene kool- planten. Men had blijkbaar gezocht naar alle plekken, waar de aardappels niet opgekomen waren om daar op dan nog kool te winnen. Het is voortreffelijk zoo te woekeren met alle mogelijkheden om wat te winnen. Wanneer er zoo ook gewoekerd wordt met alle goede gelegenheden om met het verworvene vrucht te zoeken voor Gods koninkrijk, dan geven we, naast onze gewone bijdrage voor de Zending, ook nog een kleine gave voor het Kerstfeest. En wie daartoe besluit, zende dan dat geld s.v.p. spoedig; in elk geval vóór 15 October. Het adres isMevr. C. Fanoy—van Riet, Lange Burg, Middelburg. Indertijd werd aan eiken Kerkeraad één exemplaar gezonden van het Zendingsboekje van den heer Lok. Dat exemplaar diende tot kennismaking. Er werd bij vermeld, dat het niet een presentexemplaar was, maar moest betaald worden of dat anders verwacht werd, dat men het terug zou zenden. Het kon niet een present-exemplaar zijn, want de heele op brengst van den verkoop dier Zendingsboekjes zou zijn voor den arbeid op ons Zendings terrein, bijzonder voor het armenhuis te Blondo. Gehoopt werd, dat de Kerkeraden iemand zouden zoeken en vinden bereid om met dat boekje de broeders en zusters langs te gaan en te bewegen tot koopen daarvan. In onder scheiden kerken, waar deze zaak werd aange pakt, had de verkoop dan ook een gewenscht verloop. In de Kerkbode van 1 Mei gaven we daarvan een uitvoerig verslag. Nu zijn er echter ook nog enkele kerken waar blijkbaar nog niet één exemplaar verkocht werd. Dan berust echter bij den Kerkeraad nog dat ééne exemplaar dat gezonden werd. En dan mag toch worden verwacht, dat men dit exemplaar betaalt. Het is maar een bedrag van 60 cent, plus porti-kosten 68 ct. Mogen we dan die Kerkeraden, die dat nog niet deden, vriendelijk verzoeken, nog 68 cent te sturen aan het adres van de Firma Littooij en Olthoff? Heij. LXXXV. Amice. De naam van wijlen docent Steketee is in Zeeland nog niet vergeten. In Heinkenszand bracht hij zijn stille laatste levensjaren door. Zijn ijver voor de studie slechts onderbroken door zijn ijver voor de schilderkunst. De produkten van beiden waren slechts bekend aan hen die wat meer intiem dien eenzamen geleerde bestonden. In de plaats van waaruit ik je meestal deze brieven schrijf, hangt in de Consistoriekamer tusschen de portretten dergenen, die de kerk van Zaamslag dienden, ook dat van den docent ook een niet-Lavater wordt het meest door dien intelligenten kop geboeid. Ouden van dagen hier en in Neuzen, waar hij woonde, hebben nog heugenis van hem. Een sympathieke daad was het, toen zuster- kinderen na den dood van hun oom iets uit den rijken schat zijner nagelaten geschriften openbaar maakten. „Veel te veel gedachten en veel te weinig beschoten", heeft Steketee dikwijls gezegd aan het eind van zijn leven. Een kind des Heeren, al is hij knap en geleerd, kan met zichzelf wel eens in een wondere tegenspraak vervallen, Amice. Op het sterfbed, waarop hij dit sprak, getuigde hij ook van wat hij wel „beschoten" had immers ook zaligheid moet uitgewerkt worden, in vreeze en beventot den genees heer zeide hij: „Houd mij maar niet langer op, want ik wensch ontbonden te zijn en met Christus te wezen8. Door de uitgave van zijn twee bekende en bij zeer velen geliefde boekjes hebben de beide neven hun oom na zijn dood nog iets doen „beschieten" waar velen hun dankbaar voor zijn. Het boekje, dat ik vooral gaarne lees, Amice, is: Gedachten over onzen diepen val en de ver lossing die in Christus Jezus is". Ik zal u er geen uit overschrijvenhet was mijn bedoeling niet. Doch ik werd dezer dagen sterk herinnerd aan een opmerking die de ge leerde denker ergens in een aanteekening maakt het is 't verhaal van een bezoek dat een zekere dokter Subtilis bij hem maakt. Misschien bevat het ook een vingerwijzing voor ons. Ge weet Subtilis beteekent: scherpzinnig. Doktor Subtilis is een lastig man (zoo begint 't verhaal) en ik ben blijde, dat hij niet zoo dikwijls meer aan mijn deur komt, als toen ik in de theologie studeerdewant de dorre man, de man zonder hart is er geheel toe in staat eens anders gevoel te smoren. Welk nut hij ooit aan de menschen gedaan heeft, behalve zijdelings of zonder zijn bedoeling, weet ik niet; maar wel weet ik dat er velen door zijn ijdele bespiegelingen bedorven zijn, en dat zijn invloed het leven des eenvoudigen geloofs zeer heeft gekrenkt. Lag het aan mij, ik zou daarom den onpraktischen man, die van onze goede zede zooveel misbruik maakt de eereplaats willen geven, die Aristophanes ten onrechte aan Sokrates toekent, in een mand hoog aan de balken opdat hij in de lucht spreke en speculeere. Doch hij wandelt rond en van tijd tot tijd sta ik hem te woord. Zoo kwam hij onlangs met een foliant onder den arm en stelde mij zijn geliefkoosde vraag voorVerklaar mij den oorsprong der zonde. Uit niets wordt niets zoo moet er een oorsprong zijn van Adams zonde en die moet liggen óf in God óf in Adam. Maar de zonde kan niet uit God wezen, want zij is tegen Zijn natuurook niet uit Adam, want hij was heilig ergo, de zonde heeft een ontbrekende oorzaak. Hij wilde al verder ergo zeggen een woord zonder hetwelk gij den Doctor niet denken kunt en de gevolgtrekking maken, dat wij geen schuld hadden, al waren wij zondaars, toen ik hem in de rede viel en zeidedat geef ik u niet toe, dat de zonde geen oorzaak heeft. Laat mij, Doctor, u ook een vraag doen. Zeg mij of twee dingen ook iets kunnen voort brengen, dat tegen de natuur van beide of van één van beide is Kunnen (b.v.) de zon en de maan te zamen geen duistere vlek voortbren gen? Deze schaduw, zeide ik, wijzend op die van den Doctor, van wien is zij, van de zon of van u. Van mij, en niet van de zon, sprak de Doctor: de omtrek duidt het genoeg aan; doch als er geen zon was, zou er geen scha duw zijn. Dat is waar, zeide ik: maar niet minder zeker is het, dat de zon het niet helpen kan, dat gij zwartheid maakt. Het is niet ongerijmd God te vergelijken bij de zon, daar Hij een licht is, in hetwelk geen duisternis is, evenmin den mensch als een wezen voor te stellen, dat zijn licht ontleent aan de zon. Maar zeg nu eens, wanneer gij, Doktor Sub tilis, midden in de zon stondt, zoudt gij dan zwartheid afgeven Voorzeker niet, antwoordde hij, maar zoodra ik van positie veranderend, buiten de zon ging, zou ik mijn schaduw geven. Zoo is het, zeide ik, juist met den mensch en Godzoolang Adam niet stond buiten God, zoolang hij niets wilde zijn buiten God, had hij geen zonde. Maar hij veranderde moed willig van positie. God ontdeed zich niet van Adam, maar Adam verliet Godwie heeft dan de schuld aan de zwartheid der zonde? Maar wilt gij dan ook, vroeg de Doctor, dat de zwartheid der zonde de schaduw is van de schuld Ja, zeide ik, gelijk de schaduw nood wendig volgen moet op de verandering van positie van binnen naar buiten de zon, zoo volgt de zwartheid der zonde de schuld. Hoewel ik gulhartig (den Doctor) moest be kennen dat ik niet wist hoe de schaduw eigen lijk ontstaat en de wil tot zonde ontstond, meende ik genoeg aangetoond te hebben, dat gelijk in het rijk der stof de verandering van positie van licht schaduw voortbrengt, zoo ook in het andere rijk de verandering van positie van heiligheid zonde kan voortbrengen. Maar, o Doctor, zoo besloot ik, dat wij zoomin gij als ik, alles niet begrijpen kunnen is mij duidelijk genoegVooreerst wij zijn God niet, en dan uw schaduw zoowel als de mijne is veel te groot en te zwart. Doch hoe geraken wij onze schaduw kwijt is dat in uw hart opgekomen? Er staat in de Schrift, zeide de Doctor „die in Christus is, is een nieuw schepsel". Maar hoe wil iemand in Christus komen? „Als God iemand trekt komt de getrokkene tot Christus8 zeide hij. God maakt iemand gewillig. Maar hoe kan dat zijn, dat iemand gewillig wordt? Zie, dat weet ge niet, zoomin als gij het waaien van den wind verstaat en den lust onzer voorouders om te zondigen. Zoo gij dan het aardsche niet verstaat, vraag dan niet naar wat God verborgen heeftdoch vraag of gij in Christus zijt. Doctor Subtilis ging heen en wij hadden genoeg van elkander. Het is onder die hem kende voor niemand een vraag, Amice, of Steketee was een geleerde, een wijsgeer en een Christen, 't Blijkt ook uit deze „Noot". v. D. Voor onderstaand verslag verleenen we hier op verzoek gaarne eenige plaatsruimte: L. S. Terecht is er opgericht een Zeeuwsche Bond van afdeelingen der Geref. Ver. voor Drank bestrijding, die alle pogingen in het werk stelt om ons Zeeuwsche Gereformeerde volk, hoe wel laat, z'n achterstand te doen inhalen in den strijd tegen het alcoholisme, dat onze dagen kenmerkt. Ze hield Zaterdag 1.1. een goed bezochte ver gadering in de Bogardzaal te Middelburg. Uit 7 verschillende plaatsen (veel te weinig o.i.) waren de Geref. Drankbestrijders opgekomen om zich te sterken in hun saamhoorigheid. Het meest kenmerkende van deze vergadering was de saamwerking, waartoe besloten werd. Vlissingen—Middelburg voor Walcheren, Goes Krabbendijke voor Zuid-Beveland, Terneu- zen—Axel—Zaamslag voor Oostelijk Zeeuwsch- Vlaanderen en Oostburg—Schoondijke voor W. Z. V. Practische mogelijkheden werden geopend ook door de Prov. subsidie die met 1 Jan. '26 wordt verleend. Met vreugde werd geconstateerd dat reeds een 80-tal Geref. predikanten in Nederland lid der vereeniging is waarvan Zeeland helaas niet het leeuwendeel heeft n.l. 3. We zijn overtuigd, wanneer onze predikanten kennis nemen van onze beginselen, allereerst de onthouders onder hen, zullen besluiten het ledental-predikanten te vergrooten, door zich aan te sluiten bij onze vereeniging die hun gewaardeerden steun zoo zeer behoeft. De voorzitter kon aan het eind der verga dering als tolk uitspreken van ons allen dat saamhoorigheid was gezocht en verkregen en de onderlinge band daardoor was versterkt; de aangename geest en de ernst waarmede de zaken werden behandeld, gaven ons moed voor gegronde verwachtingen voor de toekomst die I we met Gods hulp tegemoet gaan. G. M. Feij, Voorz. P. Loof, Secr. Middelburg. In de „Kralingsche Kerkbode8 vinden we een uittreksel van een particulieren brief uit Grand Rapids (Michigan), waarin een eigen aardige schets van het kerkeljjk en godsdienstig leven der Gereformeerden in de plaats zjjner inwoning gegeven wordt. We lezen daar: Er zjjn drie diensten op den Zondag, van 9.3011 uur, van 2.30—4 uur en om 7 uur een korte Engelsche dienst, die voornamelijk wordt gehouden voor het opkomend geslacht, dat beter Engelsch dan Hollandsch verstaat. Eigenaardig is het verschil, wat eerbied betreft, met Holland. Niemand komt hier in de kerk om eerst eens een praatje te maken vóór de dienst begint. Allen gaan stil op hun plaatsen zitten, die vrjj zjjn en wachten tot de predikant op het platvorm staat en als deze voor zich zelf een gebed doet, is het zóó stil, dat ge wel een speld kunt hooren vallen. Dan laat de predikant zingen, want een voor lezer houden ze er hier niet op na. Nadat er gezongen is, wordt de Wet gelezen, niet alleen zooals die in Exodus 20 staat, maar ook uit Deuternomium 5. Dat klinkt zeer eigenaardig en maakt een goeden indruk. Dan wordt er weer gezongen en daarna gaat de predikant voor in gebed. Na het bidden wordt er gecollecteerd en dan speelt het orgel in dien tjjd. Na de collecte wordt er gezongen en leest de dominé zjjn tekst voor, begint dien te verklaren zonder tusschenzang, dan volgt het dankgebed. Des middags eveneens, maar dan wordt de Catechismus verklaard, hoewel dit ook wel eens in de morgenbeurt geschiedt. Bij het zingen van het laatste vers staat geheel de Gemeente op. Bjj het uitgaan van den avonddienst wordt den Dienaar des Woords altjjd een zegenwensch toegezongen uit het Psalterboek. De zangwjjzen zjjn mooi, alles is op kwartnoten gezet, zoodat er nog al vlug wordt gezongen. De doop wordt bediend evenals in Holland. Zoowel in de Hollandsehe als in de Engelsche diensten. Alleen wordt het kind steeds door den vader ten doop gehouden. Het Avondmaal geschiedt op andere wjjze, want de Avondmaalgaugers bljjven allen op hun plaats zitten, hoewel er vooraan een ruimte is afgezonderd, kenbaar door koorden, die aan de banken hangen. Na het lezen van het For mulier breekt de predikant het brood op zil veren schalen, die dan door de ouderlingen rond worden gedragen en zoo gaat het ook met den wjjn. Er is zoodoende in het geheel geen rumoer, doordat er geen geloop is. Des middags is er weder Avondmaal en Dankzegging. Na afloop van de bediening des Avondmaals gaan de ouderlingen rond met de collectebakjes om een dankoffer te ontvangen van hen, die Avond maal vierden. Bjj het begin van den dienst komt de pre dikant altjjd het eerst uit de consistorie, dan volgen de diakenen en daar achter de ouder lingen. De organist zit ook op het platvorm achter den predikant, met den rug naar de Gemeente, maar hjj kan toch in de kerk zien, omdat hjj een spiegel voor zich heeft. Dat is noodig, want hjj moet na het collecteeren direct ophouden met spelen. Er wordt hier alleen voor de armen gecol lecteerd, want het overige wordt door vrjjwillige bjjdragen samengebracht. Ieder weet volgens een vasten regel, hoeveel hjj bjj dient te dragen en dit wordt in een gesloten enveloppe op een collectebak gedaan bjj het uitgaan van de kerk. Zoo gaat het ook voor de Zending, enz. De kerken zjjn hier alle electrisch verlicht en centraal verwarmd, zoodat ge geen gevaar loopt half te bevriezen bjj hevige koude. Ook behoeven de menschen bjj regen en sneeuw het kerkgebouw niet vuil te maken, want dan staan er bjj iedere kerkdeur twee bezems om met schoone laarzen binnen te komen. Zoodra de mannen de kerk binnentreden, zetten zjj hun hoed af en zetten dien niet eerder op, dan wanneer ze vlak bjj den uitgang zjjn, wat zeer eerbiedig is. Het is hier des zomers soms ondragelijk heet, dan trekken de mannen de jassen uit en zitten in hun overhemd te luisteren. De vrouwen komen dan zonder hoed en mantel naar de kerk. Om de twee jaren heeft hier de aftreding van ouderlingen en diakenen plaats en wel verplicht, dan treden weder andere ambtsdra gers op, die op een Gemeentevergadering worden gekozen. Eiken Zondag zjjn er in de kerk „bulletins8 voorhanden, waarop alle kerkeljjk nieuws van de vorige week en voor de volgende week voor komt, en die voor elk verkrjjgbaar zjjn uit bakjes, die bjj de uitgangen hangen. De huweljjken worden hier gemakkeljjk en zonder kosten gesloten. Nadat ge op het stad huis de papieren hebt laten gereed maken, gaat ge naar den predikant en zegt, dat ge wilt trouwen. Dan'bepaalt ge zelf een dag, het geeft niet welke. Op dien dag gaat ge samen naar het huis van den predikant, daar wordt het formulier voorgelezen en daarbjj treden de vrouw van den predikant en de dienstbode als getuigen op. In een enkel geval wordt het huweljjk in de kerk bevestigd, maar dan altjjd op een Zondagavond. De begrafenissen zjjn hier geheel anders dan in Nederland. Als hier iemand is overleden, wordt eerst in het huis een korte lijkdienst gehouden door den leeraar, dan wordt de kist met het ljjk in de begrafenis-auto voorop, naai de kerk, waar de kist in den ingang der kerk wordt gezet. Als de predikant den Ijjkdienst heeft gehouden, kan ieder het ljjk nog voor het laatst zien en dan wordt de kist eerst voor goed gesloten. Ook worden de ljjken hier allen gezalfd De doode wordt niet, zooals in Holland, in een apart doodskleed gekleed, maar krjjgt zijn beste kleederen aan, soms met de ringen aan den vinger en het horloge op zak en de vrouwen hun broche op de japon gespeld, al zit er ook een diamant in. Aan het sterfhuis zelf kunt ge niet zien, dat er een doode is, want de gordjjnen bljjven op gehaald, alles zooals voorheen. Alleen wordt er een bloemruiker of een bloemkrans bjj de buitendeur opgehangen, waaraan ge kunt zien, dat er een doode in huis is. Er zjjn hier ook allerlei dwalingen in de leer. Zoo is hier ds. Hoeksema, een bekwaam prediker en uitnemend kanselredenaar afgezet, omdat hjj niet aan de algemeene genade of de gemeene gratie gelooft. Ds. Bultema wilde de leer van het 1000-jarig rjjk invoeren en is ook uit het ambt ontzet. Professor Jansen van het Cal vin-college is afgezet, omdat hjj niet al de wonderen geloofde, die Jezus verricht had. Wat het vereenigingsleven aangaat, is alles tameljjk geljjk aan Holland, uitgezonderd werk- lieden-vereenigingen, die zjjn hier niet, maar wel bestaat hier de groote Union en die heeft veel te zeggen ook de regeering houdt hier rekening mede. We hebben hier te Grand-Rapids een man nen-, een vrouwen-, een meisjes-, een zang- vereeniging en allerlei Zondagsscholen. Als hier iemand ziek is en er moet bjj gewaakt worden, dan treden de leden van de mannen- en vrouwenvereeniging bjj beurten op om des nachts te waken en ook soms op den dag, dat is liefdewerk van de leden onderling. TWEETAL TE Middelburg: H. S. Bouma te Leeuwarden. Th. Kuiper* te Beilen. AugustinusgaH. Lanning te Siddeburen. H. Steen te Zoutkamp. Zwolle G. O. Donner te Emmen. H. v. d. Elskamp te Koog-Zaandijk. Gerkesklooster-StroobosG. Diemer te Roden, T. Gerber te Assen. BEROEPEN TE Nieuwerkerk (Z.) en Dussen-MeeuwenA. Koning, cand. te Nieuwerbrng a.d. Rijn. GaastJ. Maaskant, cand. te Kijsoord. Westmaas, Oldeboorn en Meliskerke Th. Delleman, cand. te Den Bosch. HilversumG. R. Kuijper te Haarlem. DriesumI. K. Wessels te Veere. Augustinusga H. Lanning te Siddeburen. Domburg en Westkapelle J. E. Visser, cand. te Koekengen. RaardE. J. van Voorst te Kootwijk. StrijenA. v. d. Vegt te Oldehove (Gr.). AmersfoortC. v. d. Woude te Gorredijk. AANGENOMEN NAAR AlteveerC. Stam, cand. te IJsselsteijn. De LierW. Moene te Oostburg. St. Laurens A. Koning, cand. te Nieuwerbrng a.d. Rijn. BEDANKT VOOR Overschild en Schoonoord S. Oegema, cand. te Grafhorst. Aalsmeer, Helmond, Tzummarum enWoubrugge: C. Stam, cand. te IJsselstein. Werkendam P. v. d. Spek te Spijkenisse. Nieuwerkerk (Z.), Zalk, Brouwershaven en Dussen- Meeuwen A. Koning, cand. te Nieuwerbrng a.d. Rijn. Afscheid en Intrede. Langeslag. Zondagmiddag nam ds. W. v. Gelder na een rijk gezegenden arbeid van 6 jaar en 2 maan den afscheid van de kerk van Langeslag wegens ver trek naar Tiel. Spr. bepaalde de in grooten getale opgekomen gemeente en belangstellenden bij de woor den van 1 Joh. 2 8, op den voorgrond stellende, dat dit woord geen persoonlijk woord, maar 'n woord van den Hemelschen Zender is en alzoo verkondiging van het Evangelie, opdat de Koning der Kerk op den voorgrond kotne en verheerlijkt worde. Aan het einde sprak ds. v. Gelder woorden van dank en af scheid tot den kerkeraad, catechisanten, jongel. ver. en de geheele gemeente, tevens tot dr. C. Bouma als afgev. van de Cl. Zwolle en de Kerk van Zwolle, en dr. v. Ravestein als vriend en Hervormd collaga uit het naburige Wintersheim. Oud. Kloosterziel sprak woorden van dank en waardeering namens kerkeraad en gemeente en verzocht den scheidenden leeraar toe te zingen Ps. 121 4. Dr. C. Bouma dankte ds. v. Gelder voor al den arbeid in de Cl. Zwolle en voor hulp in het cate chetisch onderwijs in de kerk van Zwolle. Ten slotte sprak dr. Van Ravensteijn hartelijke woorden van vriendschap en dank van samenwerking. Voorschoten. Zondag werd de vacature weder ver vuld door de intrede van dr. D. K. Wielenga. Na des morgens bevestigd te zijn door dr. B. Wielenga van Amsterdam, naar aanleiding van Joh. 1 16, verbond de nieuwe leeraar zich des avonds aan zijn gemeente met een predicatie over Joh. 14 6. Na mens de gemeente werd dr. Wielenga toegesproken door den heer Van der Hofstede, namens de classis door ds. F. A. v. d. Heyden van Wassenaar. Tiel. Na des morgens bevestigd te zijn door dr. G. Keizer, van De Steeg, met een leerrede over Jer. 15 9b, verbond ds. W. v. Gelder, van Langeslag overgekomen, zich in den namiddag aan de Kerk van Tiel, predikende over 1 Cor. 12 56. Hij wees daarbij op de verscheidenheid in de gemeente van taak, gave en werkingen, terwijl de eenheid in den drieëenigen God ligt. Na de predikatie richtte ds. v. Gelder hartelijke woorden tot dr. Keizer, mede in verband met zijn a.s. zilveren ambtsjubileum, terwijl hij de gemeente verzocht dr. Keizer de zegenbede uit Ps. 134 toe te zingen. Vervolgens sprak hij den predikant der Ned. Herv. Evang. ds. Haveman als collega toe en richtte zich nog tot kerkeraad en gemeente. Genoemde predikan ten en ouderling M. Bonthond namens de gemeente, verwelkomden ds. van Gelder. Genemuiden. Zondag nam ds. F. Bruinsma afscheid van zijn gemeente met een predicatie over Galaten 111. Gebruikelijke toespraken volgden tot den ker keraad, tot den afgevaardigde der classis Zwolle, tot ds. Kuiper van Kampen, tot de afgevaardigden van de Kerken van Hasselt en Zwartsluis, tot den con sulent ds. de Kruyter, van Hasselt, tot den burge meester van Genemuiden, enz. De scheidende leeraar werd toegesproken door ds. Kuiper namens de Classis Zwolle, door ds. de Kruyter namens de Kerk van Hasselt en als consulent en door den scriba van den Kerkeraad namens kerkeraad en gemeente. Toege zongen werd Psalm 121 4. Ds. A. van Andel, predikant der kerk van Hil versum, heeft aan den Kerkeraad meegedeeld wegens gezondheidsredenen tegen 1 Januari 1926 eervol eme-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1925 | | pagina 2