Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
39e Jaargang.
Vrijdag 12 Juni 1925.
No. 24.
RedacteurenDs. P. VAN DIJK te Zaamslag en Ds. A. C. HEIJ te Koudekerke.
Vaste medewerkers D.D. L. BOUMA, F. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, F. STAAL Pzn., en R. J. v. d. VEEN.
UIT HET WOORD
DE VRUCHT DES GEESTES.
De Apostel Paulus laat hier de vrucht
des Geestes zien in tegenstelling met
de werken des vleesches. Bij werken
des vleesches denken wij aan boos be
doelen, opzet, moedwil.
Een alzoo willen met een boos be
doelen. 't Bedenken des vleesches is
vijandschap tegen God. Een leven in
boosheid en nijdigheid tegen den naaste.
Boos bedenken, boos bedoelen. En 't
bedoelen baart 't werk des vleesches.
Vrucht des Geestes doet echter
denken aan groei. Hier is noodzakelijk
heid. Die door een waar geloof Christus
ingeplant is moet voortbrengen vruchten
der dankbaarheid. Hier is natuurlijk
heid. De rank in den wijnstok. Hier is
vanzelfsheid. Die in mij- in Jezus-blijft,
die draagt veel vrucht.
Door de werking des Heiligen Geestes
dragen de geloovigen als vanzelf vrucht.
Die vrucht is openbaring van het nieuwe
leven door den Geest gewerkt. Nu
kunnen we spreken van vruchten,
die wij Gode moeten dragen, Rom. 74,
maar ook van vrucht. Hier lezen wij
de vrucht des Geestes. Zoo wordt de
eenheid en de samenhang van al de
vruchten des Geestes ons voor oogen
gesteld. Eén Geest de Werkmeester,
van deze vrucht; de Geest, die eenheid
werkt.
Door de zonde is de harmonie in
't menschen leven verbroken. Nu zijn
er de hartstochten, de wilsneigingen,
de innerlijke bewegingen, de begeer
lijkheden, die uitdrijven tot werken des
vleesches. Harmonie, eenheid ont
breekt hierin. Het is het leven in boos
heid en nijdigheid.
Vreugdeloos is dit leven, omdat het
zonder vrucht is, en haat 't hart vervult.
Het leven door den Geest is blijdschap,
omdat de liefde weer 't hart vervult.
Liefde door den Geest uitgestort in
ons hart. De ware liefde uit God is
hier het heilig beginsel des levens
Hier is vrucht, die liefde ademt, omdat
in 't hart de liefde woont.
En waar liefde woont is vredege
biedt de Heer den zegen. Er is weer
eenheid, ware harmoniealles door
den vrede bloeiende.
Niet van vruchten, maar van vrucht
des Geestes lezen wij hier. De vrucht
des Geestes. En toch let er eens op
hoevele namen aan die vrucht gegeven
worden.
Voorop staat de liefde. De namen
die dan volgen zijn deugden, die be
trekking hebben op de liefde tot de
naasten. Wij zouden wellicht met het
namen geven aan deze vrucht heel
anders beginnen. Al zouden wij ook
liefde voorop stellen, wij zouden eerst
spreken van de liefde tot God en van
alle deugden die onze verhouding tot
God betreffen.
De Geest die deze vrucht werkt,
§eeft echter zelf deze namen. De Heilige
chrift leert trouwens overal dat de
liefde tot God openbaar wordt in de
deugden der liefde tot de naasten. De
liefde tot de naasten wortelt in de
liefde tot God. Niemand heeft ooit God
aanschouwdindien wij elkander lief
hebben, zoo blijft God in ons, en zijne
liefde is in ons volmaakt. 1 Joh. 2 12.
De liefde tot God en de liefde tot
de naasten zijn één; ware naastenliefde
komt alleen voort uit vernieuwde,
wedergeboren hart. De vrucht des Gees
tes is liefde.
En nu volgen andere namen. Ze is
ook b 1 ij d s c h a p.
Als ge ziet de vrucht des Geestes,
ziet ge blijdschap. Blijdschap in God,
in Jezus Christus, den Heere. Blijdschap
over genade, verlossing, zaligheid; blijd
schap die grooter wordt naarmate zij
door meerderen saam gesmaakt wordt.
Ziet ge die vrucht, dan ziet ge ook
vrede. Vrede die afstraalt van het
gelaat. Vrede in tegenstelling met twist,
en twistverwekken. Het zoeken van
samenstemming en daarin ten hoogste
genieten
Ge ziet ook lankmoedigheid,
't Geduld hebben met gebreken, 't kun
nen verdragen Uw oog ziet goeder
tierenheid, wellicht beter vriende
lijkheid, minzaamheid, voorkomendheid,
flinkheid Ge noemt die vrucht ook
goedheid, wijl ze overal nut, heil
werktgeloof of trouw, betrouw
baarheid, het getrouw zijnzacht
moedigheid de macht om toorn
te overwinnen matigheid, zelf-
beheersching, 't in den toom houden
van zijn hartstochten.
Ziehier vele namen van de ééne vrucht
des Geestes.
Paulus had ze alle onder kunnen
brengen onder de liefde. Hij zegt im
mers 1 Cor. 13:4 v. v. De liefde is
lankmoedig, zij is goedertierende
liefde is niet afgunstig de liefde handelt
niet lichtvaardig, zij is niet opgeblazen,
zij handelt niet ongeschikt, zij zoekt
zich zelve niet, zij wordt niet verbitterd,
zij denkt geen kwaad, verblijdt zich niet
in de ongerechtigheid, maar in de
waarheidze bedekt, gelooft, hoopt,
verdraagt alle dingen vergaat nimmer
meer.
Zoo behooren al deze deugden tot
de liefde. En geen wonder. God is
liefde. En de Heilige Geest vernieuwt
den mensch naar het evenbeeld Gods.
Nu ziet ge al deze deugden niet op
eens, niet tegelijk, niet bij elk christen
in gelijke mate openbaar worden. Is er
echter, omdat ge niet al de deugden
ziet en onderscheidt, niet de vrucht des
Geestes
De boog in de wolken getuigt steeds
van Gods trouw, ook al onderscheidt
ge niet duidelijk al de kleuren.
Zoo hier met de vrucht.
Al ziet ge slechts een geringe open
baring van die vrucht, de geringste
openbaring zegt de vrucht is er
Voor zich zelf mag niemand echter
met geringe openbaring tevreden zijn.
Het moet worden de volle schittering
van het deugdenbeeld Gods.
Veel vrucht moet, tot eere Gods, elk
geloovige dragen. Hierin toch is de
Vader verheerlijkt, dat wij veel dragen.
Waar is de vrucht des Geestes Waar
vindt ge de deugden hier opgesomd
Er is helaas een verkouden der liefde.
Eén van de teekenen der tijden. De
humanistisch getinte wereld velt een
hard oordeel over de kerk. Antwoordt
op de vraag, waar is de vrucht des
Geestes, niet bij de kerk Ze is ge
worden een huis van twistliefde en
eenheid zijn uit haar midden verbannen
Ze is niet meer de Apostolische Kerk,
zoo hoort men dan zeggen. Dan idea
liseert men die kerk in haar aardsche
verschijning. Al 't schoon te zien aan
de Jeruzalemsche gemeente wordt voor
oogen gesteld. De gemeente van van
daag wordt met haar vergeleken En
de slotsom is de vrucht des Geestes is
niet meer in de Kerk En ijdel en trotsch
en zelfvoldaan zegt de humanistisch
getinte wereld van heden, die vrucht
is bij ons.
Nu is het eigenaard;g, dat juist de
vijanden van de kerk haar idealiseeren,
met 't doel om de kerk te bespotten,
te veroordeelen en inzonderheid de
jeugd van haar af te trekken.
Wij zien ook wel de gebreken van
heden. Maar vergeten wij het niet, dat
ze er steeds waren. Dat ze er ook waren
in den eersten tijd van het bestaan der
Kerk. Denkt maar aan wat Paulus te
bestraffen had onder de Galaten.
Op allerlei uitwendigheden ging men
letten. Wat de een zichzelf in spijs en
drank en levensgewoonte tot wet stelde,
moest ook voor den andere wet zijn
Zoo rees er twisttwist die zoo hoog
liep, dat Paulus moest schrijven, ziet
toe dat gij van elkander niet verteerd
wordt.
Werken des vleesches werden hun
openbaar het terrein der gemeente,
toen als nu
Maar juist daarom laat Paulus de
vrucht aes Geestes zien, en zegt de
vrucht des Geestes i s.
En dan noemt Paulus al die mooie
namen die de menschen zelf aan deze
vrucht geven.
Maar laten wij ons nu niet misleiden.
Als de wereld spot met de kerk en
roemt op haar deugden, ja doet als was
de vrucht des Geestes bij haar, laten
wij dan niet na, de niet al te bescheiden
wereld toe te roepen, die Geest is niet
de Geest der wereld, maar van Christus,
geschonken aan de gemeente.
Geen spot of laster zal ooit die
Geesteswerking te niet doen of beletten,
dat de vrucht komt.
Ze is, ze is alleen waar de Geest
woont en werkt.
Ze is niet in de wereld, maar in de
gemeente van Christus Eens wordt ze
ten volle openbaarals Jezus komt.
Dan is er geen zonde meer.
Hier is nog 't bedroeven van den
Geest ook in de gemeente. Bedroeven
van den Geest is alle lust hebben tot
twist, tot nijdigheid, tot haat, tot vijand
schap.
De vrucht des Geestes wordt meer
openbaar, in eigen leven en in 't leven
der gemeente, naarmate wij meer leven
onder de leiding en onder de tucht
des Geestes.
Hebt gij de gemeente, hebt gij Chris
tus, hebt gij God lief, laat dan de Hei
lige Geest in u werken en haat de
werken des vleesches.
Tot eere Gods.
Tot uw zaligheid.
Tot stichting van uw naasten.
Terneuzen. S Groeneveld.
Kerkelijk en Geestelijk Leuen.
Toezicht op lectuur.
Eerbied
ZEEUWSCHE KERKBODE.
Abonnementsprijs: per kwartaal bij vooruitbetaling f 1,UITGAVE VAN DE Beriohten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiön tot Vrijdag-
Afzonderlijke nummers 8 cent. PerSVereeniging Zeeuwsche Kerkbode. morgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF
Advertentieprijs: 15 cent per regel; bij jaarabonnement van Adres van de Administratie: Spanjaard straat, Middelburg.
minstens 500 regels belangrijke reductie. Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. TELEFOON 2 3 8. GIRONUMMER 42 2 80.
Maar de vrucht des Geestes is liefde,
blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goe
dertierenheid, goedheid, geloof, zacht
moedigheid. matigheid.
Gal. 5 22.
Bekend is hoe voor korten tijd een kerkeraad
liet waarschuwen van den kansel tegen ver
keerde dagbladlectuur in onze gezinnen.
Van allerlei zijden is die waarschuwing over
genomen. Terecht.
De z.g. neutrale pers is niet zoo ongevaarlijk
als velen nog schijnen te denken.
Een sterk staaltje van niets-ontzienden spot
vindt ge in „De Telegraaf" van Pinkster-
Maandag.
„Spotternij of Sotternij* staat er boven. Ik
haal het niet aan, het is al te zeer profaneerend.
De tegenstemmers tegen het Olympiade-subsidie
worden er in over den hekel gehaald. Daar
voor misbruikt de schrijver met letterlijke aan
halingen de profetieën van Daniëlhet klimmen
van de vier groote dieren uit de zee.
Het blad schendt dan telkens èn het Schrift
woord èn den naam van linksche en vooral
rechtsche kamerleden. Het is meer dan schan
delijk.
Ongetwijfeld is „De Telegraaf niet een van
de bladen, die het meest in Christelijke ge
zinnen gelezen worden.
Maar ze wordt veel gelezen. Het was 's mid
dags de eenige Hollandsche courant, die ik aan
een kiosk in een Belgische stad koopen kon.
Laat ons voorzichtig zijn.
In de regeling voor de kerkvisitatie, die wij
in de classis Axel volgen, staat de vraag
Wordt er bij het huisbezoek ook op lectuur
gelet
Daaronder valt ook couranten lectuur.
Er zijn nog heel wat streken in Zeeland,
waar de eenige courant die er in vele Christen
gezinnen gelezen wordt een „neutraal* blad is.
Er komt geen Zeeuw, geen Standaard, geen
Rotterdammerer komt ook geen kerkelijk blad
in huis. Maar wel wordt eiken dag of driemaal
in de week gretig gegrepen naar „neutralen"
kost.
Laten de ouders, laten ook de opzieners
waken.
Wat helpt het, om in den trant van ds. K. S.
wiens pakkend beeld bekend is, te spreken
wat helpt het 's Zondags den grond te dweilen,
wanneer ge de heele week de waterkraan laat
openstaan.
„Dit water is ondrinkbaar" las ik deze week
in twee talen boven een bron ergens in België.
Het mocht eveneens wel bij vele bronnen
staan, waaruit veler verstandelijke dorst wordt
gelescht.
Wat de kwaliteit van het water is, dat uit
de kraan van de „neutrale" pers in onze huizen
vliet behoeft niet onbekend te zijn.
Het is gevaarlijk drinken uit verdachte bron
nen Maar dat schijn velen, ook in onze
kringen, nog altoos niet te weten. Helaas.
Wat in tijdschriften van ethische zijde wel
eens beschamend, en steeds weldadig aandoet,
is de diepe eerbied, waarmede menigmaal over
God en onzen Heiland gesproken wordt.
We spraken over dien eerbied, niet altoos
door ons in het gebed betracht, voor korten
tijd in een brief.
Wij waardeeren het, al is onze beschouwing
verschillend, wanneer we het heilige zoo hei-
liglijk behandeld zien.
In een overdenking in No. 31 van het Algem.
Weekbl. voor Christendom en Cultuur wordt
gemediteerd over „Het zij u genoeg, spreek
niet meer tot Mij van deze zaak".
„Grenzen" staat er boven. De schrijver zegt
o.a.„Er zijn grenzen die we niet kunnen of
mogen overschrijden". De pijnlijkste grens is
die welke wij zelve in ons leven trekken.
Mozes had zich een oogenblik laten meesleepen
door zijn toorn.
De grens uit het oog verloren
Maar God wil het meest geheiligd worden
in hen, die het nauwst aan Hem verbonden
zijn" Het heele artikel getuigt van eerbied
voor de majesteit Gods „die in ons leven
grenzen brengt, niet om onze kracht te breken,
maar om Zijne heerlijkheid in ons leven te
brengen".
Des te meer wordt ge nu geërgerd, wanneer
ge in een quasi-geestige politieke confidentie,
die weer de noodige hatelijkheden bevat aan
het adres van „Nederland en Oranje", den
naam Gods hoogst oneerbiedig ziet gebruiken.
„Vertel me niet dat het heil van het
„land van mijn stem kan afhangen, dat klopt
„niet als God zijn plicht doet
„en dat doet Hij."
Hier zijn op ergerlijke wijze de grenzen van
het betamelijke overschreden. Ik heb het zelfs
nog wat verzachthet woord „Hij" staat in
platte omgangstaal.
Ook op Christelijke lectuur is een zekere
censure niet overbodig.
Op den duur wordt ge zoo al meer op eigen
kring aangewezen. Spotters zet ge buiten de
deur.
In een bespreking van R. Otto's boek: Das
Heilige, zegt prof. Honig in De Bazuin
„In dit boek nu, hetwelk in ethische en
moderne kringen ten onzent algemeen goed
is geworden komen gedachten voor die
eenigszins aan de orthodoxe opvatting
van de heiligheid Gods doen denken
„Eenigermate klinkt u hiertegen de echo
op het Schriftwoord, dat God voor de
goddeloozen is een eeuwige gloed en een
verterend vuur, waarbij men niet wonen
kan".
Gemeen-goed, zegt prof. Honig van deethi-
schen. Het blijkt uit de politieke confidentie's
dat er nog uitzonderingen zijn, of dat Otto
nog niet algemeen invloed heeft. Doch wordt
onder ons de naam Gods altijd met vreeze en
eerbied uitgesproken? En neergeschreven?
Om met een aanhaling uit Otto te eindigen
„Wanneer Abraham in Gen. 18 27 met
God over het lot der inwoners van Sodom
waagt te spreken zegt hij„Ik heb mij
onderwonden met U te spreken, ik, die
stof en asch ben".
Dit is een gevoel van afhankelijkheid,
dat zich zelf peilt Ik zoek naar een
naam voor deze zaak en ik noem het
Creatuur-gevoelhet gevoel van het schep
sel, dat in eigen niets verzinkt en vergaat
tegenover Dat, wat boven alle creatuur is.
We zouden hier liever gelezen hebben Hem,
die boven alle creatuur is. Doch dit daarge
laten.
Zulk creatuurgevoel, stof en asch te zijn,
kan tegenover den heiligen God bij ons spreken
en ons schrijven nooit genoeg aanwezig zijn.
v. D.