De Algemeene Vergadering.
Chr. Soc. Landdag op Walcheren
DADERS DES WOORDS.
Kerk en Radio
Art. 13 K. O.
Zendingsdag Classis Goes.
KERKNIEUWS.
Ook daarvan geeft het jongste nummer van
de Macedoniër nog weer een bewijs. Daarin
is n.l. opgenomen een stuk van den bekenden
ZendingsmanBaron van Boetzelaar. Hij woonde
in het begin van dit jaar als Nederlandsch af
gevaardigde o.a. de Zendingsconventie te Was
hington in Amerika bij. Dat Nederland in goed
aanzien staat in Zendingskringen blijkt:
Zondagmiddag werden de buitenlandsche
afgevaardigden op het platvorm gezet en
werden wij begroet en kreeg ieder 10
minuten gelegenheid om de groeten van
hun land over te brengen. Eerst Nederland
(weieens wat benauwend, maar toch tee
kenend voor de verhouding wordt bij zulke
gelegenheden steeds aan Nederland de eere
plaats gegeven), toen Frankrijk, toen Zweden
en toen Duitschland".
Maar waarin Amerika een zeer goed voor
beeld is voor ons, dat is de belangstelling in
de Zending.
Het beschaamt ons toch wanneer we in dit
verslag lezen:
„Het nieuw gebouwde Auditorium waar
de vergaderingen werden gehouden en dat
nog niet geheel af was en geen gezelligen
indruk maakte voldeed toch in zooverre
goed, dat het met gemak een 6000 personen
kan bevattenDe indruk van een zoo
geheel gevulde enorme zaal was overweldi
gend, vooral als die geheele menigte oprees
voor gezang, maakte dit een machtigen in
druk.
Het heeft iedereen verbaasd, dat deze
groote zaal 51/» dag lang morgens, middags
en avonds geheel gevuld was. Wel was de
opkomst avonds grooter dan morgens, maar
dat Amerika de aandacht 572 dag zoolang
weet vast te houden, dat bijna niemand in
een stad als Washington aan sights-seeing
denkt maar een en al conferentie blijft is
wel een bijzondere prestatie".
Wie ten onzent de belangstelling in Zendings
zaken kent, en o.a. denkt aan onze Pinkster-
openluchtsamenkomsten, waar het soms zoo
ontzaglijk moeilijk is de aandacht voor 3 rede
voeringen gespannen te houden, erkent dat we
in belangstelling nog wel wat naar Amerika
kunnen toegroeien.
Onze hoofdstad geniet in de Pinksterweek
de eer, dat De Vereeniging van Chr. Onder
wijzers en Onderwijzeressen in Nederland en
de Overzeesche Bezittingen, aldaar haar Jaar
vergadering houdt.
Wie eenigermate weet, hoe sterk die Ver
eeniging is, en hoeveel zegen en bezieling
vooral van haar Jaarvergaderingen in onze
Christelijke-Onderwijzerswereld reeds vele jaren
is uitgegaan, verheugt er zich over, dat onze
provincie haar gastvrouw mag zijn.
Moeilijke reisgelegenheid en groote kosten
verhinderen Zeeuwsche Onderwijzers wel eens
meer naar een wat noordelijk gelegen Ver
gaderplaats te trekken, dan hun zelf lief is.
Thans is er schoone gelegenheid; laten ook
onze jonge Zeeuwsche Onderwijzers en Onder
wijzeressen in 't Schuttershof op 2 en 3 Juni
niet ontbreken.
Den avond te voren, 2en Pinksterdag, zal
er D.V. een Wijdingssamenkomst gehouden
worden in de Koorkerk. Om half acht. Sprekers
zijn daar Ds. Telkamp en Ds. ten Kateterwijl
de heer A. van Os orgelmuziek zal laten hooren.
Van die samerikomst zullen ook wel zeer
vele niet-onderwijzers dankbaar notitie nemen.
Waar misschien op beide dagen zelf de niet
overtollig ruime zaal Schuttershof niet toelaten
zal, dat velen buiten het corps toegang erlangen,
laat daar te meer de Koorkerk vol be
langstellenden toonen, dat Middelburg en onze
provincie waardeert, wat onze Onderwijzers
vereniging is en tot nu toe heeft verricht.
Schenke 's Heeren gunst schoone en rijke
dagen
Die ook ten goede komen van ons Chr.
Onderwijs in Zeeland.
v. D.
Te Vlissingen zal Dinsdag 2 Juni een Landdag
gehouden worden op de weide van den heer
D. de Buck.
Dat belooft indien het zoo schoon weder
blijft, iets goeds te worden. Walcheren is zoo
mooi in het lentekleed. Er zijn maar weinig
weiden in dat deel van Walcheren, vanwaar
men niet het schoone uitzicht heeft op de
blonde duinen. Wie Zeeland kent, en Walcheren
Zeelands tuin wordt door de pracht
waarin onze God de natuur, vooral in het
voorjaar tooit, alleen reeds gelokt.
Onze stedelingen minnen die schoonheid.
En onze buitenmenschen, die de groene
akkers kennen en keuren den stand der ge
wassen, minnen die schoonheid wel anders,
maar genieten er als grondige kenners nog
meer van. Ieder stedeling weet dit, die wel
eens met zulk een bevoegde door het land liep.
De sprekers op den Socialen Landdag trekken
ook aan.
Van onze eigen Walchersche predikanten,
die er spreken zullen, behoeven we niets te
zeggendie kent ge.
Ik had vorig jaar het genoegen Ds. Westen
burg van Beverwijk op een Zendingsdag te
hooren ik herinner mij nog zijn vurigheid en
buitengewoon vlotte manier waarop hij zijn
onderwerp behandelde. Hij zal thans spreken
over „Den strijd tot het Geloof"een princi
pieel en belangrijk onderwerp.
En de heer Kruithof, voorzitter van het
N. C.V. te Utrecht, spreekt over „Onze Roeping";
zijn naam waarborgt een ernstige en vurige
behandeling.
Voor onze jongelingen en onze mannen,
niet slechts de werknemers maar ook de werk
gevers, belooft dit een leerzame, schoone
middag te worden.
Een fanfarecorps .Vlijt en Volharding" te
Souburg zal enkele muziekstukken spelen.
Zoo wordt het schoone, nuttige en aangename
gecombineerd. Vorme' het op de weide van
den heer de Buck te samen een zuivere
harmonie. v. D.
Elders in de Kerkbode vindt men in een uit
treksel uit het Kort verslag der Classis Haarlem,
de conclusies, waartoe de commissie dezer
Classis kwam inzake het gebruik van de radio
ten behoeve van den dienst des Woords en van
de evangelisatie.
Deze commissie acht blijkbaar wensche-
lijk dien weg te blijven bewandelen en daarop
nog verder te gaan. En de Classis nam die
conclusies over.
Of ook het rapport der commissie zal ge
publiceerd worden weten we niet. We zouden
anders ook graag kennis nemen van de gronden
waarop deze conclusies steunen.
De bezwaren, die we in een vorig nummer
van onze Kerkbode noemden, moeten toch ook
op de Classis gevoeld zijn en het rapport moet
ook die onder de oogen hebben gezien en
redenen aangeven, waarom men die niet over
wegend achtte.
Vooralsnog kunnen we niet anders dan dit
besluit der Classis Ha m betreuren en hope
dat deze Classis hierin alleen zal blijven staan.
Hoe wordt in de conclusie heengegleden over
het gevaar, dat radiodienst op Zondag aan
leiding zal geven tot kerkverzuim. Daarvan
leest ge hier alleen dit: „de vergadering spreekt
uit dat de Radio door de leden der gemeente
nooit mag worden misbruikt om de bijwoning
van den dienst des Woords in eigen kerk te
verzuimen". Het gevaar van dat verzuim wordt
dus erkend. Dat kan ook al moeilijk anders.
En dat meent men dan te kunnen bezweren,
door de uitspraak, dat dit toch eigenlijk niet
mag. Een conclusie, waarmee allicht de delin
quenten in dit opzicht wel zullen instemmen,
maar die ze ook stilletjes naast zich zullen
neerleggen. En wat het finantiëele bezwaar
betreft óf de getallen door den heer van der Deure
genoemd zijn veel te hoog geraamd óf de bij
drage van hoogstens f 500 per jaar, is bijlange
na niet voldoende dat gewenschte werk "voort
te zetten.
Meer licht in dezen blijft noodig. En zoolang
er niet meer licht komt zullen de kerken ver
standig doen op een donkeren weg geen stap
verder te gaan.
Rectificatie. Afgaande op een meedeeling in
„De Reformatie" schreven we dat ook de kerk
van Leiden er over begon te denken een uit-
zendtoestel te plaatsen om daarmee het geheele
land te bereiken.
In „De Reformatie" van 8 Mei j.l. zagen we
echter, dat hier een misverstand in 't spel was.
Als Leiden vergunning kreeg van de Regeering
zou de bedoeling alleen zijn door een uitzender
van beperkte capaciteit het Rusthuis en de
onmiddellijke omgeving te dienen.
Dit artikel moest een week overstaan.
Het bovengenoemde artikel van onze kerken
ordening trekt, blijkens de verslagen der Classes,
dezer dagen bijzonder de aandacht. Door het
geheele land en ook in onze provincie werden
door onderscheiden classes commissies be
noemd om een of ander punt in de practische
uitwerking van dit artikel nader in studie te
nemen.
Op de resultaten van den arbeid dier com
missies willen we niet vooruitloopen. We ach
ten dit ook onnoodig omdat voorzoover we
konden nagaan nergens de gedachte voor
zat het systeem van art. 13 te veranderen en
het beginsel, in dat artikel neergelegd, prijs te
geven.
Wat we hier alleen willen doen is wijzen
op enkele onjuiste opvattingen, die men in de
gemeente wel eens kan aantreffen, en die wel
eens oorzaak zouden kunnen worden, dat de
sfeer, waarin die commissies hun werk gaan
doen, onzuiver werd, en dat werk bemoeilijkt
werd.
Voor een tweetal zaken vragen we dan aan
dacht, die we telkens willen inleiden dooreen
gezegde, zoo uit den mond van gemeenteleden
opgevangen.
Zoo kan men wel eens hooren,'t is wat
moois, die dominee is emeritus en hij gaat nog
iederen Zondag uit preeken".
De bedoeling met dien uitroep is duidelijk.
Men wil er mee zeggenals die dominee nog
eiken Zondag uit preeken kan gaan, dan was
het ook niet noodig dat hij emeritus werd èn
- dat de gemeente zorgt voor zijn pensioen,
zonder dat hij er iets voor doet.
Zoo oppervlakkig bezien een nog al juiste
opmerking en dan natuurlijk minder eervol voor
de betrokken dominees.
Toch is ze alleen juist te achten wanneer
men oppervlakkig redeneert en bij even dieper
nadenken blijkt ze ten eeneninale onhoudbaar.
Was die redeneering juist dan moest de regel
zijn zoolang gij o dominee nog preeken kunt,
krijgt ge niet uw emeritaat.
Dan zou men den toestand kunnen krijgen,
dat een dominee niet meer in staat was te
catechiseeren, huisbezoek en ziekenbezoek te
doen, kerkeraadsvergaderingen te praesideeren,
niet in staat was twee derden van zijn arbeid
te verrichten, en dat hij toch niet zijn bedie
ning mocht neerleggen, omdat hij nog preeken
kon.
Vragezou een gemeente dan niet geestelijk
schade lijden
Soortgelijke toeslanden hebben zich wel
voorgedaan in den tijd tijd toen een dominee
er o zoo tegen op moest zien z'n emeritaat
aan te vragen, omdat hij dan een kommervolle
toekomst tegen ging, vanwege het ten eenen-
male onvoldoend pensioen. Dan hield zoo'n
dominee alles zoo wat aan, ook al was hij
daartoe niet meer in staat èn dan gingen
er in de gemeente stemmen op, die vroegen
zou onze dominee nu niet begrijpen, dat hij
toch eindelijk z'n emeritaat eens moest aan
vragen omdat de gemeente zóó hollend ach
teruit gaat?
Vooral in de grootere kerken werd dit ge
voeld, omdat de arbeid daar veelal zwaarder
is, door het moeten preeken in grootere kerk
gebouwen, door de grootere catechisati-s, het
grooter aantal vergaderingen enz.
Zelfs zegt men dat er kerken^zijn, die, als ze
moeten beroepen, het Handboek er op nazien,
dat ze vooral jonge dominees beroepen, „want"
zoo wordt dan geredeneerd in onze
groote gemeente hebben we een man noodig,
die nog in de kracht van het leven staat".
Als nu die redeneering juist is, dat vooral
in een groote gemeente noodig is, dat de Die
naar des Woords nog met volle kracht zich
aan zijn werk kan geven, omdat het werk zoo
omvangrijk is, hoe kan men dan er toe komen
te oordeelen, dat een dominee nog niet zijn
emeritaat mag aanvragen, wanneer het blijkt
dat hij een predikdienst in een klein kerkge
bouw nog wel kan waarnemen?
Dat een emeritus-predikant nog wel preeken
kan in een kleine kerk bewijst absoluut niet,
dat hij nog in staat zou zijn alle ambtelijken
arbeid naar den eisch te verrichten.
De vraag, die de leidende gedachte gaf bij
de heele pensioenregeling3 volgens art. 13, was
niethoe bereiden we de predikanten zoo vroeg
mogelijk een goeden en gemakkelijken ouden
dag maarhoe worden het best de belangen
der kerken gediend En dan werd geoordeeld,
dat het belang der kerken meebracht, een Die
naar des Woords die minstens 40 jaar de ker
ken gediend had of den zeventigjarigen leeftijd
bereikt had, de gelegenheid te geven zich uit
den arbeid terug te trekken opdat een jonge
kraent, die al den arbeid naar behooren zou
kunnen volbrengen, zijn plaats zou kunnen
innemen, want het belang der gemeente ging
bovenal.
Laten er dan in de gemeenten, nu niet meer
zulke stemmen beluisterd worden, die zouden
blijk geven, dat het belang der gemeente niet
goed wordt verstaan. De gemeente heeft meer
noodig dan een man, die nog wel wat preeken
kan.
Is er zoo een misverstand bij sommigen, wat
betreft het tijdstip, waarop een aanvrage om
emeritaat gewettigd is, een ander doet zich
voor wat betreft den aard van het pensioen,
dat den emeritus-dienaar wordt uitgekeerd.
Dat komt uit in de eveneens soms te be
luisteren uitspraak: „wat verdient die man er
nn nog wel bijhij heeft bijna zooveel of nog
meer als toen hij nog niet emeritus was".
Het geheel onzuivere element van afgunst,
dat hier ook wel eens onderdoor loopt, laten
we maar onbesproken. Afgunst is altijd zonde.
En elk onderzoeke maar zijn hart, of het, wan
neer die gedachte bij hem oprees, van die zonde
vrij bleef.
Waar we iets van willen zeggen is van de
meening, die bij sommigen leeft, dat een
emeritus-dienaar verplicht zou zijn, hetgeen
hij door preeken enz. verdient, ten goede te
laten komen aan de kerk, die hem emeriteerde,
en dat in mindering te brengen bij zijn pensioen.
Hij zou dan moeten zeggen: „zie, dat verdien
ik zelf nog, dat behoeft gij me dus niet te geven".
We laten ook de vraag rusten of hier van
de zijde der gemeente egoisme in 't spel zou
zijn, wanneer gevorderd werd, dat men zoo
handelde.
We willen alleen daartegen opmerken, dat
bij die beschouwing het karakter van het
pensioen wordt miskend. Dat pensioen is toch
niet hetzelfde als een uitkeering, die een
diaconie wekelijks of maandelijks doet aan een
arme om in diens nooddruft te voorzien. Stel
dat zulk een diaconie wekelijks aan een arme
f 15,— uitkeert en dan hoort dat de man uit
een of andere bron er een inkomst van f 5,—
bijkreeg, dan zou die diaconie zeker kunnen
overwegen haar bijdrage met f 5,— per week
te verminderen.
Maar zoo staat het met het pensioen
van een emeritus-dienaar niet. Dat werd heel
duidelijk uitgesproken op de Synode van Dor
drecht van 1893, blijkens de art. 179 en 180
van de Acta. Daar wordt gezegd„de ver
zorging van Emeriti-predikanten en van Pre-
dikants-weduwen en -weezen, gegrond in den
eisch van Gods Woord en voorgeschreven door
Art. 13 K. O. is niet zaak der barmhartigheid
maar recht der genoemde personen en plicht
der betrokken kerken.
Dat is het eenig goede beginsel. Het uitge
keerde pensioen is wat naar recht den emeritus
dienaar toekomt. Daar heeft hij de beschikking
over en hij alleen, Gansch verkeerd is dus de
gedachte, hetgeen hij nog zou verdienen in
mindering te willen brengen van wat naar
recht hem toebehoort. Het zou een miskenning
zijn van dat recht, daarop zelfs maar te zinspelen.
En zelfs als er op gronden van het strenge
recht nog iets voor zou bij te brengen zijn
van een emeritus-dienaar te vragen, dat zijn
pensioen verminderd werd met het bedrag
dat hij nog verdiende door uit preeken te gaan,
dan zou nog het gevoel van billijkheid daar
tegen moeten opkomen.
De dienaren des Woords, die in deze jaren
hun emeritaat kregen en krijgen, na 40-jarigen
diensttijd, zijn hun ambtelijk leven begonnen
in de jaren 1880 en volgende, daaronder zijn
er, die begonnen met een tractement van f 600
plus vrije woning. Velen van hen hebben zich
jarenlang de grootste ontberingen moeten ge
troosten. En ze hebben dat met blijdschap ge
daan. Zouden de kerken het dan nu niet met
blijdschap kunnen aanzien, dat die broeders,
in den dienst des Heeren vergrijsd, het in hun
levensavond wat ruimer hebben, mee daardoor
dat zij de krachten, die ze nog hebben, ge
bruiken tot den opbouw van Gods koninkrijk
Of zouden die kerken moeten zeggen„Ziet
eens broeders, wat gij nog boven uw pensioen
verdient, dat moeten wij hebben?
We meenen dat als de zaak zóó bezien wordt
en een andere beschouwing is niet wel
mogelijk allerwege zal gevoeld worden, dat
dit toch in hooge mate onbetamelijk zou zijn,
en dat ook die stem niet meer zal worden
gehoord.
ZENDINGS-SAMENKOMST
Classis Middelburg.
Tweede Pinksterdag.
Men leze advertentie in dit nummer.
Heij.
D.V. 2e Pinksterdag, Maandag 1 Juni 1925,
hoopt de Classis Goes als naar gewoonte den
jaarlijkschen Zendingsdag te houden. Ditmaal
viel de keuze op Kapelle. De heer W. de Groene,
Dorpstraat, Kapelle, was weer zoo vriendelijk
gansch belangeloos zijnen mooien boomgaard
voor ons doel af te staan. Nu reeds daarvoor
hem gebracht onzen hartelijken dank. Op het
terrein zal wezen eene ververschingstent en ook
eene uitnemende bergplaats voor fietsen.
Geve de Heere, dat prachtig zomerweder
medewerke, zoodat het in elk opzicht een dag
van verkwikking worde. Mocht ongunstig weer
ons zijn weggelegd, zoo wordt de Gereformeerde
Kerk van Kapelle-Biezelinge ons welwillend
ontsloten.
Zij dit laatste niet noodig, juist nu, nu de
natuur hier is op het schoonst. Eene wandeling
of fietstocht rondom Kapelle, Biezelinge en
Eversdijk schenkt reeds rijk genot en doet
bewonderen de grootheid Gods, die in alles
blinkt.
Zoo komt men reeds in de stemming's mid
dags half 2 te komen luisteren naar woorden
ter aanvuring der Zendingsliefde, wat altijd nog
noodig is ook voor onze Gereformeerde Zeeuwen.
De nood is zoo grootde volken, roepende
om licht en troost, zoovele; de arbeiders nog
zoo weinig. God zegent uw Zendingsarbeid in
Magalang en die rijke zegeningen vergen steeds
meer offers.
De verschillende sprekers zullen daarop wel
wijzen. Wij hopen te zien optreden dr. Los en
ds. van Nes, beide van Den Haagds. Graven-
dijk van Dordrecht en ds. Hamming van Mid
delburg; alle mannen, wien de bepleiting der
Zendingszaak wel is toevertrouwd.
Zeker mag verlrouwd, dat in de Kerken van
de Classis Goes op den Pinksterdag de verga
dering te Kapelle in het gebed zal worden ge
dacht
Geve de Heere eenen rijk gezegenden dag!
En nog iets. Niemand hindere op eenigerlei
wijze hen, die gaarne hooren, wat de sprekers
te zeggen hebben.
A. Scheele.
N.B. Het mooi met vele plaatjes versierde
boek van P. Lok is op het terrein
tegen 60 cent te verkrijgen. Het koopen
wordt ten zeerste aanbevolen.
S.
BEROEPEN TE
Mijdrecht, Giessen O. en N. Kerk. Hazerswoude W.
H. Gispen, cand. te Sclieveningen.
St. LaurensJ. H. Kroeze te Leidschendam.
Groningen (A.)Dr. J. C. de Moor te Utrecht.
Woubrugge: J. C. Houtzagers, cand. te De Bildt.
Kampen (vac. J. J. Westerbeek van Eerten)S. W.
Bos te Dokkum.
Oud-VossemeerJ. Hoekstra te Dalfsen.
StadskanaalJ. van Raalte, cand. te Hattnm.
Schouwerzijl, Domburg-Westkapelle D. Feenstra,
cand. te Woudsend.
AANGENOMEN NAAR
Schoonhoven c.a.J. C. Aalders, te Batavia met verlof
te Den Haag.
BEDANKT VOOR
TholenF. A. den Boeft te Kruiningen.
Aarlanderveen J. C. Aalders te Batavia.
Afscheid en intree.
Enumatil. Zondag deed ds. H. H. Schoemaker
intrede, 11a bevestigd te zijn door ds. H. Scholten,
emeritus-predikant te Zuidhorn, die tot tekst had
Jesaja 62 6 en 7. Ds. Schoemaker deed zijn intrede
met een predikatie over 2 Cor. 19:21. Aan het einde
werd hij toegesproken door ouderling Poortenga
namens Kerkeraad en Gemeente, door ds. Scholten,
namens de classis en door het schoolhoofd P. Kieft
namens het onderwijzend personeel en de jeugdorga
nisaties. Toegezongen werd Psalm 134 3.
Meeden. Na des morgens door zijn vader, ds
J Spoelstra, van Sappemeer, met een predikatie over
1 Petrus 4 11 bevestigd te zijn, deed ds. K. Spoelstra
Zondagmiddag intrede met een leerrede over 1 Cor.
2 2. Gebruikelijke toespraken tot de aanwezigen
volgden, waarna de nieuwe leeraar werd toegesproken
namens Kerkeraad en Gemeente door ouderling Ten
Have, namens de Classis door ds. Postema, waarna
nog de heeren van Egmond en Rittersma het woord
voerden
Radio-commissie der Classis Haarlem. Dienaan
gaande stond in het Kort Verslag der Classis het
volgende
De commissie op de vorige classis benoemd om te
dienen van advies inzake het gebruik van de radio
ten behoeve van den Dienst des Woords en van de
evangelisatie, brengt haar rapport uit. Aangenomen
worden de volgende conclusies
De vergadering, overtuigd dat het gebruik der Radio
een uitnemend middel kan zijn in den arbeid in het
Koninkrijk Gods en van beduidende beteekenis kan
worden met name voor den dienst des Woords in
gestichten en voor den arbeid der evangelisatie over
heel Nederlanduitsprekende, dat de Radio door de
leden der gemeente nooit mag worden misbruikt om
de bijwoning van den dienst des Woords in eigen
kerk te verzuimenwaardeerende wat de kerk te
Bloemendaal tot, heden inzake het Radio-gebruik heeft
gedaandankbaar ver emende, dat de kerk van
Bloemendaal gaarne bereid is met haar Radio-inrich
ting andere kerken te dienenin het oog houdende,
dat alleen de kerk van Bloemendaal vergunning heeft
tot het uitzenden van preeken van oordeel, dat in
het gebruik der Radio een belang ligt, dat den kerken
in het gemeen betreft;
besluitie. de kerk van Bloemendaal te verzoeken
haar Radio-inrichting zoo te vernieuwen, dat deze
aan alle billijke eischen behoorlijk voldoet om voor
heel het land te dienen en aan deze kerk voor rente
en aflossing van het daarvoor noodige kapitaal en
voor de exploitatie den steun der classis toe te zeg
gen tot een bedrag van 1/3 der kosten en tot ten
hoogste f 500 per jaar, mits deze kerk zich verbindt
ter zake van haar Radio-inrichting geen besluiten te
nemen dan met goed vinden van de classis en zulks
voor een tijdperk van ten hoogste 10 jaar.
2e. Aan de Part. Synode de vraag voor te leggen
of het gebruik der Radio ten behoeve van den dienst
des Woords en van den arbeid der evangelisatie moet