De Algemeene Vergadering. Chr. Soc. Landdag op Walcheren DADERS DES WOORDS. Kerk en Radio Art. 13 K. O. Zendingsdag Classis Goes. KERKNIEUWS. Ook daarvan geeft het jongste nummer van de Macedoniër nog weer een bewijs. Daarin is n.l. opgenomen een stuk van den bekenden ZendingsmanBaron van Boetzelaar. Hij woonde in het begin van dit jaar als Nederlandsch af gevaardigde o.a. de Zendingsconventie te Was hington in Amerika bij. Dat Nederland in goed aanzien staat in Zendingskringen blijkt: Zondagmiddag werden de buitenlandsche afgevaardigden op het platvorm gezet en werden wij begroet en kreeg ieder 10 minuten gelegenheid om de groeten van hun land over te brengen. Eerst Nederland (weieens wat benauwend, maar toch tee kenend voor de verhouding wordt bij zulke gelegenheden steeds aan Nederland de eere plaats gegeven), toen Frankrijk, toen Zweden en toen Duitschland". Maar waarin Amerika een zeer goed voor beeld is voor ons, dat is de belangstelling in de Zending. Het beschaamt ons toch wanneer we in dit verslag lezen: „Het nieuw gebouwde Auditorium waar de vergaderingen werden gehouden en dat nog niet geheel af was en geen gezelligen indruk maakte voldeed toch in zooverre goed, dat het met gemak een 6000 personen kan bevattenDe indruk van een zoo geheel gevulde enorme zaal was overweldi gend, vooral als die geheele menigte oprees voor gezang, maakte dit een machtigen in druk. Het heeft iedereen verbaasd, dat deze groote zaal 51/» dag lang morgens, middags en avonds geheel gevuld was. Wel was de opkomst avonds grooter dan morgens, maar dat Amerika de aandacht 572 dag zoolang weet vast te houden, dat bijna niemand in een stad als Washington aan sights-seeing denkt maar een en al conferentie blijft is wel een bijzondere prestatie". Wie ten onzent de belangstelling in Zendings zaken kent, en o.a. denkt aan onze Pinkster- openluchtsamenkomsten, waar het soms zoo ontzaglijk moeilijk is de aandacht voor 3 rede voeringen gespannen te houden, erkent dat we in belangstelling nog wel wat naar Amerika kunnen toegroeien. Onze hoofdstad geniet in de Pinksterweek de eer, dat De Vereeniging van Chr. Onder wijzers en Onderwijzeressen in Nederland en de Overzeesche Bezittingen, aldaar haar Jaar vergadering houdt. Wie eenigermate weet, hoe sterk die Ver eeniging is, en hoeveel zegen en bezieling vooral van haar Jaarvergaderingen in onze Christelijke-Onderwijzerswereld reeds vele jaren is uitgegaan, verheugt er zich over, dat onze provincie haar gastvrouw mag zijn. Moeilijke reisgelegenheid en groote kosten verhinderen Zeeuwsche Onderwijzers wel eens meer naar een wat noordelijk gelegen Ver gaderplaats te trekken, dan hun zelf lief is. Thans is er schoone gelegenheid; laten ook onze jonge Zeeuwsche Onderwijzers en Onder wijzeressen in 't Schuttershof op 2 en 3 Juni niet ontbreken. Den avond te voren, 2en Pinksterdag, zal er D.V. een Wijdingssamenkomst gehouden worden in de Koorkerk. Om half acht. Sprekers zijn daar Ds. Telkamp en Ds. ten Kateterwijl de heer A. van Os orgelmuziek zal laten hooren. Van die samerikomst zullen ook wel zeer vele niet-onderwijzers dankbaar notitie nemen. Waar misschien op beide dagen zelf de niet overtollig ruime zaal Schuttershof niet toelaten zal, dat velen buiten het corps toegang erlangen, laat daar te meer de Koorkerk vol be langstellenden toonen, dat Middelburg en onze provincie waardeert, wat onze Onderwijzers vereniging is en tot nu toe heeft verricht. Schenke 's Heeren gunst schoone en rijke dagen Die ook ten goede komen van ons Chr. Onderwijs in Zeeland. v. D. Te Vlissingen zal Dinsdag 2 Juni een Landdag gehouden worden op de weide van den heer D. de Buck. Dat belooft indien het zoo schoon weder blijft, iets goeds te worden. Walcheren is zoo mooi in het lentekleed. Er zijn maar weinig weiden in dat deel van Walcheren, vanwaar men niet het schoone uitzicht heeft op de blonde duinen. Wie Zeeland kent, en Walcheren Zeelands tuin wordt door de pracht waarin onze God de natuur, vooral in het voorjaar tooit, alleen reeds gelokt. Onze stedelingen minnen die schoonheid. En onze buitenmenschen, die de groene akkers kennen en keuren den stand der ge wassen, minnen die schoonheid wel anders, maar genieten er als grondige kenners nog meer van. Ieder stedeling weet dit, die wel eens met zulk een bevoegde door het land liep. De sprekers op den Socialen Landdag trekken ook aan. Van onze eigen Walchersche predikanten, die er spreken zullen, behoeven we niets te zeggendie kent ge. Ik had vorig jaar het genoegen Ds. Westen burg van Beverwijk op een Zendingsdag te hooren ik herinner mij nog zijn vurigheid en buitengewoon vlotte manier waarop hij zijn onderwerp behandelde. Hij zal thans spreken over „Den strijd tot het Geloof"een princi pieel en belangrijk onderwerp. En de heer Kruithof, voorzitter van het N. C.V. te Utrecht, spreekt over „Onze Roeping"; zijn naam waarborgt een ernstige en vurige behandeling. Voor onze jongelingen en onze mannen, niet slechts de werknemers maar ook de werk gevers, belooft dit een leerzame, schoone middag te worden. Een fanfarecorps .Vlijt en Volharding" te Souburg zal enkele muziekstukken spelen. Zoo wordt het schoone, nuttige en aangename gecombineerd. Vorme' het op de weide van den heer de Buck te samen een zuivere harmonie. v. D. Elders in de Kerkbode vindt men in een uit treksel uit het Kort verslag der Classis Haarlem, de conclusies, waartoe de commissie dezer Classis kwam inzake het gebruik van de radio ten behoeve van den dienst des Woords en van de evangelisatie. Deze commissie acht blijkbaar wensche- lijk dien weg te blijven bewandelen en daarop nog verder te gaan. En de Classis nam die conclusies over. Of ook het rapport der commissie zal ge publiceerd worden weten we niet. We zouden anders ook graag kennis nemen van de gronden waarop deze conclusies steunen. De bezwaren, die we in een vorig nummer van onze Kerkbode noemden, moeten toch ook op de Classis gevoeld zijn en het rapport moet ook die onder de oogen hebben gezien en redenen aangeven, waarom men die niet over wegend achtte. Vooralsnog kunnen we niet anders dan dit besluit der Classis Ha m betreuren en hope dat deze Classis hierin alleen zal blijven staan. Hoe wordt in de conclusie heengegleden over het gevaar, dat radiodienst op Zondag aan leiding zal geven tot kerkverzuim. Daarvan leest ge hier alleen dit: „de vergadering spreekt uit dat de Radio door de leden der gemeente nooit mag worden misbruikt om de bijwoning van den dienst des Woords in eigen kerk te verzuimen". Het gevaar van dat verzuim wordt dus erkend. Dat kan ook al moeilijk anders. En dat meent men dan te kunnen bezweren, door de uitspraak, dat dit toch eigenlijk niet mag. Een conclusie, waarmee allicht de delin quenten in dit opzicht wel zullen instemmen, maar die ze ook stilletjes naast zich zullen neerleggen. En wat het finantiëele bezwaar betreft óf de getallen door den heer van der Deure genoemd zijn veel te hoog geraamd óf de bij drage van hoogstens f 500 per jaar, is bijlange na niet voldoende dat gewenschte werk "voort te zetten. Meer licht in dezen blijft noodig. En zoolang er niet meer licht komt zullen de kerken ver standig doen op een donkeren weg geen stap verder te gaan. Rectificatie. Afgaande op een meedeeling in „De Reformatie" schreven we dat ook de kerk van Leiden er over begon te denken een uit- zendtoestel te plaatsen om daarmee het geheele land te bereiken. In „De Reformatie" van 8 Mei j.l. zagen we echter, dat hier een misverstand in 't spel was. Als Leiden vergunning kreeg van de Regeering zou de bedoeling alleen zijn door een uitzender van beperkte capaciteit het Rusthuis en de onmiddellijke omgeving te dienen. Dit artikel moest een week overstaan. Het bovengenoemde artikel van onze kerken ordening trekt, blijkens de verslagen der Classes, dezer dagen bijzonder de aandacht. Door het geheele land en ook in onze provincie werden door onderscheiden classes commissies be noemd om een of ander punt in de practische uitwerking van dit artikel nader in studie te nemen. Op de resultaten van den arbeid dier com missies willen we niet vooruitloopen. We ach ten dit ook onnoodig omdat voorzoover we konden nagaan nergens de gedachte voor zat het systeem van art. 13 te veranderen en het beginsel, in dat artikel neergelegd, prijs te geven. Wat we hier alleen willen doen is wijzen op enkele onjuiste opvattingen, die men in de gemeente wel eens kan aantreffen, en die wel eens oorzaak zouden kunnen worden, dat de sfeer, waarin die commissies hun werk gaan doen, onzuiver werd, en dat werk bemoeilijkt werd. Voor een tweetal zaken vragen we dan aan dacht, die we telkens willen inleiden dooreen gezegde, zoo uit den mond van gemeenteleden opgevangen. Zoo kan men wel eens hooren,'t is wat moois, die dominee is emeritus en hij gaat nog iederen Zondag uit preeken". De bedoeling met dien uitroep is duidelijk. Men wil er mee zeggenals die dominee nog eiken Zondag uit preeken kan gaan, dan was het ook niet noodig dat hij emeritus werd èn - dat de gemeente zorgt voor zijn pensioen, zonder dat hij er iets voor doet. Zoo oppervlakkig bezien een nog al juiste opmerking en dan natuurlijk minder eervol voor de betrokken dominees. Toch is ze alleen juist te achten wanneer men oppervlakkig redeneert en bij even dieper nadenken blijkt ze ten eeneninale onhoudbaar. Was die redeneering juist dan moest de regel zijn zoolang gij o dominee nog preeken kunt, krijgt ge niet uw emeritaat. Dan zou men den toestand kunnen krijgen, dat een dominee niet meer in staat was te catechiseeren, huisbezoek en ziekenbezoek te doen, kerkeraadsvergaderingen te praesideeren, niet in staat was twee derden van zijn arbeid te verrichten, en dat hij toch niet zijn bedie ning mocht neerleggen, omdat hij nog preeken kon. Vragezou een gemeente dan niet geestelijk schade lijden Soortgelijke toeslanden hebben zich wel voorgedaan in den tijd tijd toen een dominee er o zoo tegen op moest zien z'n emeritaat aan te vragen, omdat hij dan een kommervolle toekomst tegen ging, vanwege het ten eenen- male onvoldoend pensioen. Dan hield zoo'n dominee alles zoo wat aan, ook al was hij daartoe niet meer in staat èn dan gingen er in de gemeente stemmen op, die vroegen zou onze dominee nu niet begrijpen, dat hij toch eindelijk z'n emeritaat eens moest aan vragen omdat de gemeente zóó hollend ach teruit gaat? Vooral in de grootere kerken werd dit ge voeld, omdat de arbeid daar veelal zwaarder is, door het moeten preeken in grootere kerk gebouwen, door de grootere catechisati-s, het grooter aantal vergaderingen enz. Zelfs zegt men dat er kerken^zijn, die, als ze moeten beroepen, het Handboek er op nazien, dat ze vooral jonge dominees beroepen, „want" zoo wordt dan geredeneerd in onze groote gemeente hebben we een man noodig, die nog in de kracht van het leven staat". Als nu die redeneering juist is, dat vooral in een groote gemeente noodig is, dat de Die naar des Woords nog met volle kracht zich aan zijn werk kan geven, omdat het werk zoo omvangrijk is, hoe kan men dan er toe komen te oordeelen, dat een dominee nog niet zijn emeritaat mag aanvragen, wanneer het blijkt dat hij een predikdienst in een klein kerkge bouw nog wel kan waarnemen? Dat een emeritus-predikant nog wel preeken kan in een kleine kerk bewijst absoluut niet, dat hij nog in staat zou zijn alle ambtelijken arbeid naar den eisch te verrichten. De vraag, die de leidende gedachte gaf bij de heele pensioenregeling3 volgens art. 13, was niethoe bereiden we de predikanten zoo vroeg mogelijk een goeden en gemakkelijken ouden dag maarhoe worden het best de belangen der kerken gediend En dan werd geoordeeld, dat het belang der kerken meebracht, een Die naar des Woords die minstens 40 jaar de ker ken gediend had of den zeventigjarigen leeftijd bereikt had, de gelegenheid te geven zich uit den arbeid terug te trekken opdat een jonge kraent, die al den arbeid naar behooren zou kunnen volbrengen, zijn plaats zou kunnen innemen, want het belang der gemeente ging bovenal. Laten er dan in de gemeenten, nu niet meer zulke stemmen beluisterd worden, die zouden blijk geven, dat het belang der gemeente niet goed wordt verstaan. De gemeente heeft meer noodig dan een man, die nog wel wat preeken kan. Is er zoo een misverstand bij sommigen, wat betreft het tijdstip, waarop een aanvrage om emeritaat gewettigd is, een ander doet zich voor wat betreft den aard van het pensioen, dat den emeritus-dienaar wordt uitgekeerd. Dat komt uit in de eveneens soms te be luisteren uitspraak: „wat verdient die man er nn nog wel bijhij heeft bijna zooveel of nog meer als toen hij nog niet emeritus was". Het geheel onzuivere element van afgunst, dat hier ook wel eens onderdoor loopt, laten we maar onbesproken. Afgunst is altijd zonde. En elk onderzoeke maar zijn hart, of het, wan neer die gedachte bij hem oprees, van die zonde vrij bleef. Waar we iets van willen zeggen is van de meening, die bij sommigen leeft, dat een emeritus-dienaar verplicht zou zijn, hetgeen hij door preeken enz. verdient, ten goede te laten komen aan de kerk, die hem emeriteerde, en dat in mindering te brengen bij zijn pensioen. Hij zou dan moeten zeggen: „zie, dat verdien ik zelf nog, dat behoeft gij me dus niet te geven". We laten ook de vraag rusten of hier van de zijde der gemeente egoisme in 't spel zou zijn, wanneer gevorderd werd, dat men zoo handelde. We willen alleen daartegen opmerken, dat bij die beschouwing het karakter van het pensioen wordt miskend. Dat pensioen is toch niet hetzelfde als een uitkeering, die een diaconie wekelijks of maandelijks doet aan een arme om in diens nooddruft te voorzien. Stel dat zulk een diaconie wekelijks aan een arme f 15,— uitkeert en dan hoort dat de man uit een of andere bron er een inkomst van f 5,— bijkreeg, dan zou die diaconie zeker kunnen overwegen haar bijdrage met f 5,— per week te verminderen. Maar zoo staat het met het pensioen van een emeritus-dienaar niet. Dat werd heel duidelijk uitgesproken op de Synode van Dor drecht van 1893, blijkens de art. 179 en 180 van de Acta. Daar wordt gezegd„de ver zorging van Emeriti-predikanten en van Pre- dikants-weduwen en -weezen, gegrond in den eisch van Gods Woord en voorgeschreven door Art. 13 K. O. is niet zaak der barmhartigheid maar recht der genoemde personen en plicht der betrokken kerken. Dat is het eenig goede beginsel. Het uitge keerde pensioen is wat naar recht den emeritus dienaar toekomt. Daar heeft hij de beschikking over en hij alleen, Gansch verkeerd is dus de gedachte, hetgeen hij nog zou verdienen in mindering te willen brengen van wat naar recht hem toebehoort. Het zou een miskenning zijn van dat recht, daarop zelfs maar te zinspelen. En zelfs als er op gronden van het strenge recht nog iets voor zou bij te brengen zijn van een emeritus-dienaar te vragen, dat zijn pensioen verminderd werd met het bedrag dat hij nog verdiende door uit preeken te gaan, dan zou nog het gevoel van billijkheid daar tegen moeten opkomen. De dienaren des Woords, die in deze jaren hun emeritaat kregen en krijgen, na 40-jarigen diensttijd, zijn hun ambtelijk leven begonnen in de jaren 1880 en volgende, daaronder zijn er, die begonnen met een tractement van f 600 plus vrije woning. Velen van hen hebben zich jarenlang de grootste ontberingen moeten ge troosten. En ze hebben dat met blijdschap ge daan. Zouden de kerken het dan nu niet met blijdschap kunnen aanzien, dat die broeders, in den dienst des Heeren vergrijsd, het in hun levensavond wat ruimer hebben, mee daardoor dat zij de krachten, die ze nog hebben, ge bruiken tot den opbouw van Gods koninkrijk Of zouden die kerken moeten zeggen„Ziet eens broeders, wat gij nog boven uw pensioen verdient, dat moeten wij hebben? We meenen dat als de zaak zóó bezien wordt en een andere beschouwing is niet wel mogelijk allerwege zal gevoeld worden, dat dit toch in hooge mate onbetamelijk zou zijn, en dat ook die stem niet meer zal worden gehoord. ZENDINGS-SAMENKOMST Classis Middelburg. Tweede Pinksterdag. Men leze advertentie in dit nummer. Heij. D.V. 2e Pinksterdag, Maandag 1 Juni 1925, hoopt de Classis Goes als naar gewoonte den jaarlijkschen Zendingsdag te houden. Ditmaal viel de keuze op Kapelle. De heer W. de Groene, Dorpstraat, Kapelle, was weer zoo vriendelijk gansch belangeloos zijnen mooien boomgaard voor ons doel af te staan. Nu reeds daarvoor hem gebracht onzen hartelijken dank. Op het terrein zal wezen eene ververschingstent en ook eene uitnemende bergplaats voor fietsen. Geve de Heere, dat prachtig zomerweder medewerke, zoodat het in elk opzicht een dag van verkwikking worde. Mocht ongunstig weer ons zijn weggelegd, zoo wordt de Gereformeerde Kerk van Kapelle-Biezelinge ons welwillend ontsloten. Zij dit laatste niet noodig, juist nu, nu de natuur hier is op het schoonst. Eene wandeling of fietstocht rondom Kapelle, Biezelinge en Eversdijk schenkt reeds rijk genot en doet bewonderen de grootheid Gods, die in alles blinkt. Zoo komt men reeds in de stemming's mid dags half 2 te komen luisteren naar woorden ter aanvuring der Zendingsliefde, wat altijd nog noodig is ook voor onze Gereformeerde Zeeuwen. De nood is zoo grootde volken, roepende om licht en troost, zoovele; de arbeiders nog zoo weinig. God zegent uw Zendingsarbeid in Magalang en die rijke zegeningen vergen steeds meer offers. De verschillende sprekers zullen daarop wel wijzen. Wij hopen te zien optreden dr. Los en ds. van Nes, beide van Den Haagds. Graven- dijk van Dordrecht en ds. Hamming van Mid delburg; alle mannen, wien de bepleiting der Zendingszaak wel is toevertrouwd. Zeker mag verlrouwd, dat in de Kerken van de Classis Goes op den Pinksterdag de verga dering te Kapelle in het gebed zal worden ge dacht Geve de Heere eenen rijk gezegenden dag! En nog iets. Niemand hindere op eenigerlei wijze hen, die gaarne hooren, wat de sprekers te zeggen hebben. A. Scheele. N.B. Het mooi met vele plaatjes versierde boek van P. Lok is op het terrein tegen 60 cent te verkrijgen. Het koopen wordt ten zeerste aanbevolen. S. BEROEPEN TE Mijdrecht, Giessen O. en N. Kerk. Hazerswoude W. H. Gispen, cand. te Sclieveningen. St. LaurensJ. H. Kroeze te Leidschendam. Groningen (A.)Dr. J. C. de Moor te Utrecht. Woubrugge: J. C. Houtzagers, cand. te De Bildt. Kampen (vac. J. J. Westerbeek van Eerten)S. W. Bos te Dokkum. Oud-VossemeerJ. Hoekstra te Dalfsen. StadskanaalJ. van Raalte, cand. te Hattnm. Schouwerzijl, Domburg-Westkapelle D. Feenstra, cand. te Woudsend. AANGENOMEN NAAR Schoonhoven c.a.J. C. Aalders, te Batavia met verlof te Den Haag. BEDANKT VOOR TholenF. A. den Boeft te Kruiningen. Aarlanderveen J. C. Aalders te Batavia. Afscheid en intree. Enumatil. Zondag deed ds. H. H. Schoemaker intrede, 11a bevestigd te zijn door ds. H. Scholten, emeritus-predikant te Zuidhorn, die tot tekst had Jesaja 62 6 en 7. Ds. Schoemaker deed zijn intrede met een predikatie over 2 Cor. 19:21. Aan het einde werd hij toegesproken door ouderling Poortenga namens Kerkeraad en Gemeente, door ds. Scholten, namens de classis en door het schoolhoofd P. Kieft namens het onderwijzend personeel en de jeugdorga nisaties. Toegezongen werd Psalm 134 3. Meeden. Na des morgens door zijn vader, ds J Spoelstra, van Sappemeer, met een predikatie over 1 Petrus 4 11 bevestigd te zijn, deed ds. K. Spoelstra Zondagmiddag intrede met een leerrede over 1 Cor. 2 2. Gebruikelijke toespraken tot de aanwezigen volgden, waarna de nieuwe leeraar werd toegesproken namens Kerkeraad en Gemeente door ouderling Ten Have, namens de Classis door ds. Postema, waarna nog de heeren van Egmond en Rittersma het woord voerden Radio-commissie der Classis Haarlem. Dienaan gaande stond in het Kort Verslag der Classis het volgende De commissie op de vorige classis benoemd om te dienen van advies inzake het gebruik van de radio ten behoeve van den Dienst des Woords en van de evangelisatie, brengt haar rapport uit. Aangenomen worden de volgende conclusies De vergadering, overtuigd dat het gebruik der Radio een uitnemend middel kan zijn in den arbeid in het Koninkrijk Gods en van beduidende beteekenis kan worden met name voor den dienst des Woords in gestichten en voor den arbeid der evangelisatie over heel Nederlanduitsprekende, dat de Radio door de leden der gemeente nooit mag worden misbruikt om de bijwoning van den dienst des Woords in eigen kerk te verzuimenwaardeerende wat de kerk te Bloemendaal tot, heden inzake het Radio-gebruik heeft gedaandankbaar ver emende, dat de kerk van Bloemendaal gaarne bereid is met haar Radio-inrich ting andere kerken te dienenin het oog houdende, dat alleen de kerk van Bloemendaal vergunning heeft tot het uitzenden van preeken van oordeel, dat in het gebruik der Radio een belang ligt, dat den kerken in het gemeen betreft; besluitie. de kerk van Bloemendaal te verzoeken haar Radio-inrichting zoo te vernieuwen, dat deze aan alle billijke eischen behoorlijk voldoet om voor heel het land te dienen en aan deze kerk voor rente en aflossing van het daarvoor noodige kapitaal en voor de exploitatie den steun der classis toe te zeg gen tot een bedrag van 1/3 der kosten en tot ten hoogste f 500 per jaar, mits deze kerk zich verbindt ter zake van haar Radio-inrichting geen besluiten te nemen dan met goed vinden van de classis en zulks voor een tijdperk van ten hoogste 10 jaar. 2e. Aan de Part. Synode de vraag voor te leggen of het gebruik der Radio ten behoeve van den dienst des Woords en van den arbeid der evangelisatie moet

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1925 | | pagina 2