Brieven uit een ver land.
U T PERS.
Vloeken.
KERKNIEUWS.
Officiëele Berichten.
Verantwoording uan Liefdegauen.
BOEKAANKONDIGING.
en de dankzegging, die voor Gods groote ge
nadegaven in Christus Hem roemend erkent.
Niet beter kunnen door een bidder lichame
lijke en geestelijke nooddruft worden saamge
bonden.
Eindelijk is als 'een zeer kostelijke zaak in
deze gebeden aan telmerken, dat ze het heele
leven met zijn stoffelijke en geestelijke behoef
ten, stellen in het licht van het Maranatha.
Hoe vermaant'de H. S. telkenmale dat Mara
natha niet te vergeten.'Hoe noodig is dat ook
om waakzaam te blijven en getrouw in de
vervulling van alle roeping. Maar hoe noodig
is dat ook om te smaken den troost in dit vaak
zoo moeilijke leven. Wat een troost in de
wetenschap, dat het wereldleven' met' zijn
smarten en ellendigheden,"eindigt in de glorie
rijke verschijning van den Heere Jezus Christus,
die volkomen zal doen„eindigen alle leed van
zijn volk.
Wat een behoefte aan die verwachting leeft
er ook in het ChristenhartEn wanneer de
kerken dat Maranatha vergaten,ren dat deden
ze vaak, dan kwamen de secten op om, maar
dan weer eenzijdig, dat weer op den voorgrond
te plaatsen
Dat ware voorkomen <wanneer|in de|Christe-
lijke gezinnen altijd geloovig gebeden ware, als
hier: „geef dat wij altijd mogen opwaariszien
ten hemel, verwachtende onzen Zaligmaker
Jezus Christus, totdat Hij op de wolken ver
schijnen zal tot onze .verlossing." Wat een
zegen kan genoten worden, wanneer in onze
gezinnen dan zóó gebeden en zóó gedankt
wordt, als de gebeden vóór en na het eten ons
willen doen bidden.
En daarom kunnen we met groote vrij
moedigheid aanbevelen, ook en vooral van deze
gebeden gebruik te maken voor het bidden en
danken aan den huiselijken disch. Heij.
Zooals de lezers zich herinneren, heeft ds.
Veldkamp eenige brieven geplaatst in onze
Kerkbode, waaruit zij hebben kunnen zien, dat
ds. P. van Dijk en hij o.a. Breslau en Görlitz
bezocht hebben. Ds. Graefe, die daar predikant
was, verzocht mij enkele brieven van hem te
willen opnemen, opdat de lezers eenigermate
op de hoogte zouden komen met die enkele
kerken daar in 't Oosten van Duitschland. Niet
alleen omdat hij reeds jarenlang een mijner
vrienden is, maar vooral omdat ik meende, dat
ook de lezers belang zouden stellen in hem
om zijns werkwil stond ik dit gaarne toe.
De eerste vindt men hier:
Eerste brief uit Görlitz in Silezïe.
Görlitz is eene stad van plm. 85000 inwoners
en van Middelburg ruim 1000 K.M. verwijderd,
heel mooi aan de Lausitzer Neisse. een kleine
uit de bergen komende rivier, gelegen. Bezuiden
van de stad op eenen afstand van een half uur
te voet ligt de Landskrone, een berg, die ruim
400 M. hoog is boven de zee, terwijl Görlitz
zelf al 200 M. boven de zee gelegen is. Zoo
doende is het klimaat van Görlitz wel wat
tochtig en frisch, maar over 't algemeen zeer
gezond.
Er zijn hier 5 kerkgebouwen van de evan
gelische landskerk, 2 van de Roomsche Kerk
en l kleine van de Oud-Lutheranen. In de lands
kerk is geen enkele werkelijk beslist positieve
of rechtzinnige predikant onder de 10 pred.,
die er zijn. Maar er bestaat eene kleine „Christ-
liche Gemeinschaft" binnen de landskerk, be
diend door een van haar aangestelden evangelist,
en buitendien op den grondslag van de lands
kerk een „Christlicher Vereinjunger Manner",
die thans ook eene „Gemeinschaft" gesticht
heeft en die door eenen „Vereinssekretör" ge
leid wordt. Behalve deze geloovige landskerke-
lijke kringen, bestaat er nog eene Baptisten
gemeente, eene zeer kleine Methodistengemeente,
een kringetje van het Leger des Heils en onze
eigen gemeente, die evenals voornoemde krin
gen allen ook heel klein en zwak is. Van de
weinige Herrnhutters en vooral van Adventisten,
„Ernste" Bibelforscher, Mormonen, Oud- en
Nieuw-Apostolischen en dergelijken wil ik nu
maar zwijgen.
Evenals op natuurlijk gebied is de bodem
gesteldheid op geestelijk terrein rotsachtig of
zooals het een broeder eens gezegd heeft „ober-
lau". Wij wonen namelijk in de zoogenaamde
OberlausWz. Dus lauw, zelfs wertouvr (zie
Openb. 3 vs. 15 en 16), waarmede de geeste
lijke luchtgesteldheid van Görlitz niet verkeerd
gekenteekend is!
Hoe is nu in deze stad onze kleine gemeente
ontstaan
Om de jaarwisseling 1851-52 werd een Joden-
zendeling van de Vrije Kerk van Schotland ds.
Daniel Edward van uit Lemberg in Galizien
verdreven en bleef vooreerst in Breslau, de
hoofstad van de provincie Silezïe, om daar ver
dere instructies van zijn zendingskomitee af te
wachten. Omdat er nu in Breslau vele duizenden
Joden wonen, werd besloten, dat hij onder deze
den zendingsarbeid zou opnemen. Nu is er in
Breslau ook eene landskerkelijke „Reformierte
Hofkirche", indertijd gesticht door Frederik den
Groote, kort nadat Silezïe tot Pruisen gekomen
was. Zoodoende werd de gereformeerde Schot
ds. Daniel Edward door die Hofkirche als ge
loofsgenoot verwelkomd en ontving hij hei
gastrecht, om in haar kerkgebouw zijne zen-
dingsgodsdiensfoefeningen te houden.
Maar nu bekeerde de Heere door deze zen-
dingsprediking van ds. Edward ook menschen
uit de landskerk, die hem verzochten, hun ds.
te worden, hen geestelijk te verzorgen en eene
gemeente te vormen, zooals zij die door hem
uit het woord van God als eene gemeente
van Christus hadden leeren kennen. Eindelijk
in 1860 de gastvriendschap der Hofktrahe
was ondertusschen in vijandschap veranderd
werd de eerste gemeente te Breslau gesticht.
In blij optimisme en in miskenning van de
historie en van de grootte van Duitschland
werd de nieuwe kerk genoemd: „Vrije evan
gelische kerk van Duitschland", enkel in na
bootsing van den naam Vrije kerk van Schot
land. Die naam heeft dus met dien van vrij
evangelisch in Nederlandschen zin letterlijk
niets uit te staan. Het woord „vrij" wil niets
anders uitdrukken dan het onbeperkte koning
schap van Christus. Evangelisch werd er aan
toegevoegd met het oog op de Duitsche toe
standen, waar vooral in Breslau vele Room-
schen zijn, en onder vrij al licht vrij religieusen
verstaan werden en [nu nog soms [verstaan
worden, die van een geïnspireerd Woord van
God niet willen weten. Zeer ongelukkig echter
was de keuze van het woord kerk in den
Duitschen zin voor meerdere plaatselijke kerken,
waarvoor bij ons beter gemeenten gezegd moet
worden, en bovenal de toevoeging „van Duitsch
land'. Want al betoonde die jonge gemeente,
toen van uit Schotland krachtig gesteund, eenen
gloeienden Zendingsijver, zoodat zij haren ar
beid zuidelijk tot naar Böhmen en westelijk
tot naar Görlitz uitstrekte, zij bleeft toch maar
tot het uiterste zuidoost hoekje van Duitschland
beperkt en maakte zich door de pretensie van
haar naam haast belachelijk, waarom wij ons
thans ook eenvoudig Vrije evangelische ge
meente in Görlitz noemend d. w. z. eene ge
meente, waarin Christus als Koning regeert
door het? Evangelie, het onfeilbaar Woord onzes
Gods. De Schotten wilden van zulke kerken-
vorming door hun zendeling niet veel weten
en de dubbele positie van zendeling en predi
kanten de'daaruitüvoortvloeiende eigenaardige
financieele verhoudingen (de gemeente was in
dat opzicht meer afhankelijk dan [de predikant)
werden helaas later de bron van allerlei moei
lijkheden, welke ook nog door andere dingen
bevorderd werden. Persoonlijke en leerge-
schillen enz. veroorzaakten spoedig groote en
zeer schadelijke terugslagen, tenslotte eene zeer
betreurenswaardige splitsing, waarop ik later
nog hoop terug te komen. De vreemde plan
ting heeft op den vreemden bodem als het
ware nooit kunnen aarden en'diepe en breede
wortelen slaan en 't is voor mij steeds weer
eene telkens nieuwe oorzaak'van'bewonderende
aanbidding van 's Heeren wegen, dat Breslau
en Görlitz in weerwil van haar kleinheid en
zwakheid bij 165 K.M. afstand, die beide ge
meenten zelfs van elkander nog sterk isoleerde
en nog steeds isoleert, staande gebleven zijn
tot op dezen dag, hulp van God verkregen
hebbende (Handel. 26 22—23.) Want kort
na de stichting van de gemeente van Breslau
werd ook in Görlitz de arbeid opgenomen en
5 Juli 1865 alhier de gemeente geconstitueerd
met 27 belijdende leden, zoodat wij D.V. op
5 Juli van dit jaar 1925 het 60-jarig bestaan
der gemeente zullen mogen herdenken. Reeds
sedert eenigen tijd denk ik met betrekking op
dien dag steeds aan de belijdenis van Paulus
in Hand. 24 v. 14—16, die wij als gemeente
met het oog op die 60 jaren en ook als pre
dikant met het oog op de bijna 30 jaren, dat
ik dienaar des Woords mag zijn, door 's Heeren
vrijmachtige en onverdiende genade en met
ootmoedigen en toch blijden dank jegens Hem
ook nu nog als de onze mogen uitspreken
evenals de vaders der gemeente voor 60 en
ik zelf bij de aanvaarding van de bediening
des Woords voor 30 jaren en dat wel met
dezelfde vrijmoedigheid en verzekerdheid des
geloofs.
Vandaar dat we overvloedige redenen hebben,
om elkander op te wekkenKomt, laat ons
aanbidden en nederbukken; laat ons knielen
voor den Heere, die ons gemaakt heeftwant
Hij is onze God en wij zijn het volk Zijner
weide en de schapen Zijner hand (Ps. 956 en 7.)
Eene volgende keer D.V. meer over Görlitz
en den ondergeteekende,
Hermann Graefe.
Görlitz, 18 Maart 1925.
Het ijdellijk gebruiken van des Heeren Naam
is eene gruwelijke zonde in Gods oogen.
Geen kwaad is er, waarin zoo duidelijk aan
het licht komt de vijandschap tegen en de ver
achting van God door het menschenkind.
Het eenige doel, dat er in steekt, is dat van
God te hoonen.
Geen wonder, dat in de gemeenteraden de
belijders zich opmaken om dit kwaad te be
strijden.
Deswege worden zij natuurlijk femelaars
genoemd en allerlei leelijks aan hun adres ge
sproken en geschreven.
Zoo stond onlangs een stukje in Het Volk,
dat aldus eindigde „Men ziet het, sinds de
Middeleeuwen wordt de strijdwijze tegen het
vloeken in ons landje tammer en onschuldiger.
Maar thans wijzen verschillende verschijnselen
er op, dat men terug wil tot boeten en opslui
ting. „Welk vloekend volkje vloekt die vloek
waardige vloekverbieders eens van de vlakte?"
Wij onderstreepten die laatste woorden,
waarin de felle haat tegen de belijders zoo aan
den dag komt.
Nu was dat een stukje van een inzender
maar de redactie neemt dien man toch in be
scherming en maakt zich met hem solidair.
Immers plaatst zij boven dat stuk het vol
gende: „Wij zijn van meening, dat vloeken,
zooal niet goddeloos, dan toch in allen gevalle
onbeschaafd is. Anderzijds zijn wij echter niet
blind voor liet feit, dat deze hebbelijkheid een
van die uitnemende nationale deugden is, waar
door de Hollander zich nu eenmaal onder
scheidt van andere volken. Daarom geven wij
gaarne het woord aan L".
De aanhef schijnt vroom, maar is het iets
anders dan schijn?
Wat eerst misschien goddeloos, althans on
beschaafd geheeten wordt, eindigt te zijn eene
uitnemende nationale deugd
Afschuwelijk! (Amst. Kerkbode.)
BEROEPEN TE
Groningen (A.jG. R. Knijper te Haarlem.
BedumJ de Waard te Bunschoten.
Schoonhoven, Willige-LangerakII. v. d. Elskamp
te Koog-Zaandjjk.
I Grijpskerkej. Dijkstra, cand; te "Warns.
Vlissingen P. N. Krnijswijk te Voorschoten.
MeppelJ. v. d. Meulen te :s Hertogenbosch.
TzummarumD. G. A. Brouwer te Paesens.
Kampen J. Hoek te Soest.
StellendamA. Dercksen. cand. te Gouda.
BEDANKT VOOR
Capelle a.d. IJsselJ. Meijer te Fijnaart.
WierdenJ. Ozinga te Bennekom.
Uithoorn: W. H. v. d. Vegt te Drachtster-Compagnie.
DriesumH. R. Pel te Stadskanaal.
Afscheid en Intrede.
Groningen. Maandagavond nam ds N. IJ. van Goor
in de Noorderkerk afscheid van zijn gemeente, na
Zondagavond in de Westerkerk van zijn wijk afscheid
te hebben genomen. Ds. van Goor had tot tekst Hand.
20 32. Na het uitspreken van de predicatie, richtte
de scheidende leeraar zich tot de gemeente, waarin
hij met zooveel liefde ruim 18 jaar had mogen werken.
Vooral het scheiden van zijn catechisanten viel hem
zwaar. Vervolgens sprak hij zijn mede-predikanten
ds. Van der Vegte en ds. Van Dijk toe, benevens den
kerkeraad, de predikanten van de zusterkerk B., in
welke toespraak hij liet doorschemeren, dat de ineen
smelting een zoo goed als voldongen feit is. Na de
classisbroeders nog toegesproken te hebben, werd ds.
Van Goor toegesproken door ds. G. II. A. van der
Vegte, oudste dienaar des Woords bij de Kerk A..
namens kerkeraad en gemeente. Op zijn verzoek zong
de gemeente staande Ps. 1214.
Ds. Gispen sprak een kort woord namens de Kerk
B. en ds. van Maurik van Tliesinge namens de Classis.
In alle toespraken kwam ten duidelijkste uit, hoe ds.
Van Goor om zijn persoon en werken wordt gewaar
deerd.
Nieuvvlande. Zondagmiddag nam de heer J. Snoek,
afscheid als voorganger der gemeente, met een pre
dicatie over Matth. 2820. Na het eindigen der af
scheidsrede werd het woord gevoerd door ouderling
Van Goor, namens Kerkeraad, Gemeente, Schoolbe
stuur en personeel der school, en daarna door ds.
van Dijken.
Axel. Zondag 31 Mei hoopt ds. J. S. Post, van
Oudega, na vooral' in den morgendienst, bevestigd te
zijn, in den avonddienst zijn intrede te doen. Als be
vestiger zal optreden, de consulent, ds. P. van Dijk.
van Zaamslag.
Den Helder. Ds. B. v. d. Werft' hoopt Zondagavond
26 April zijn afscheidspredikatie te houden om Zondag
3 Mei zijn intrede te doen te Doorn. Bevestiger is
ds. R. Hamming te Middelburg.
Winsum. Ds. J. Baai hoopt zijn intrede te doen
26 April 1925. Bevestiger is ds. A. J. Bouma te
Wanswerd.
Zutfen. Ds. H. Hummelen, hoopt Zondag, 19 April
a.s. zijn intrede te doen.
Afscheid ds. J. 11. Landwehr. In de Gerei'.
Kerkbode van Rotterdam richt ds. J. H. Landwehr,
die zich te Voorburg gaat vestigen, liet volgende
schrijven aan de gemeente
„Nu de tijd nadert, dat ik de Kerk van Rotterdam,
die ik door Gods goedheid ruim 31 jaren mocht
dienen, hoop tc verlaten, wensch ik enkele mededee-
lingen te doen. mede ter beantwoording van vragen,
die tot mij gericht werden.
Hoewel, Gode zij dank, mijn gezondheidstoestand
beter wordt, heb ik toch, hoezeer ik het ook begeerde,
het Woord niet, meer in uw midden kunnen bedienen.
Ik meen op goede gronden, dat het op dit oogenblik
ook niet raadzaam zon zijn, een afscheidspredikatie
te houden. Die taak zou thans te zwaar voor mij
zijn. Ik heb zooveel in uw midden doorleefd. Nu heb
ik, in overleg met den Kerkeraad, de volgende ge
dragslijn gekozen
Woensdagavond 15 April hoop ik in het midden
van den kerkeraad met diakenen een kort afscheids
woord to spreken. Vervolgens hoop ik allen, tot wie
ik of mijn vrouw in kerkelijk- of verecnigingsleven
gedurende al die jaren in eenige betrekking gestaan
hebben, plaats en uur te noemen, waar ik een kort
woord tot hen hoop te richten. En ten derde hoop
ik op een nader in de „Kerkbode" te noemen Zondag,
na afloop van den gewonen dienst, in de Nieuwe
Westerkerk een kort woord van afscheid tot de gansche
gemeente te spreken. Na afloop daarvan zal er nog
gelegenheid zij", voor die daar behoefte aan gevoelen,
mij persoonlijk te groeten".
De „drooggelegde" Bijbel. Vorige week Zater
dag namen wij een artikeltje van prof. dr. H. H.
Kuyper uit „De Heraut." over, waarin deze mede-
doelingen deed over een in Amerika uit te geven z.g.
„drooggelegden" Bijbel. In het laatste nummer van
„De Heraut" deelt prof. Kuyper thans mede. dat hij
het slachtoffer geworden is van een valsch bericht
in de „New-York Herald". Mr. V. H. Rutger.- maakte
hem hierop attent in een schrijven, dat „De Heraut"
in z'n geheel plaatst.
„De verkorte Bijbel, die in Amerika door twee
professoren der Yale Universiteit en door voormannen
uit de Jongelingsvereenigingen wordt uitgegeven, geeft
in bewoordingen, aan den Bijbel ontleend, en in chro
nologische volgorde een samenvatting van de ge
schiedenis van het Hebreeuwsche volk en de schoonste
verhalen en de schoonste bladzijden van de schrijvers
van het Oude en Nieuwe Testament. De bedoeling dei-
uitgevers is niet, om den volledigen Bijbel te ver
vangen, maar veeleer om bij het, tegenwoordige ge
slacht vernieuwde belangstelling voor de Heilige Schrift
te wekken en de diepe eenheid van die Schrift in
het licht te stellen".
Aldus citeert Mr. Rutgers den predikant J. T. S.
in het „Journal de Genève".
Wat de uitdrukking „rozijnenkoek" betreft, wordt
opgemerkt, dat b.v. in Hosea 3 1 de Hebreeuwsche
woorden niets anders kunnen beteekenen.
Prof. Kuyper teekent bij het, schrijven van Mr.
Rutgers o. m. dit aan, dat zijn afkeuring ging tegen
hel eigenmachtig veranderen van Gods Woord Het
doet hem echter leed, dat hij, door op een onjuist
bericht af te gaan, een voorstelling heeft gegeven,
die verkeerd was.
Terneuzen. Donderdagavond trad in de Gerei'.
Kerk op de gewezen R. K. Missionaris J. Dols uit
China. Ds. S. Groeneveld leidde hem in. Dhr. Dols
sprak over zijn 20 jarigen arbeid in China ais priester.
Voorts over het Boedhisme, over het. formalistisch
bidden aldaar. In Brussel gekomen nadat hij de R. K.
vaarwel gezegd had, ontmoette hij ds. A. Lauvvers tot
zijn groote blijdschap. Hij maakt nu een reis door ons
land en treedt in de Geref. en Ilerv. Kerk op. Door
zijn verblijf in China spreekt hij moeilijk Nederlandsch.
Terneuze n. Donderdagavond hield de jeugd
organisatie. bestaande uit de Knapen- en Meisjes
vergadering haar 5e jaarvergadering onder leiding
van dhr. A J. v. d. Sloot. Uit de vevslagen bleek dat
deze organisatie zich in bloei verheugen mag en een
leerzaamgeestelijk werk verricht. De reciteer-
stnkjes die ten beste gegeven werden, deden een
viertal boeken als prijzen verwerven. Dhr. C. J.
Nobels deed genieten van viool en ceilomuziek. Het.
was na het middernachtelijk uur dat het, feest beëindigd
werd (te laat voor jeugdmenschen).
Dhr. J. Christiaanse sloot met dank aan God.
De Classis Zierikzee zal D.V. vergaderen op Woens
dag 6 Mei. Punten voor 't agendum s.v.p. vóór of
op 22 April. Namens de roepende Kerk.
C. J. Wielenga, Praeses.
D. Mulder, Scriba.
M i d d e 1 b u r g. Het Hongaarsch Comité is voor
nemens dezer dagen een kist met. Kleedingstukken
te zenden met, den kindert.rein naar Hongarije. Aan
gezien de kist nog niet geheel gevuld is en mij van
verschillende zijden nog toezending is beloofd, ver
zoek ik vriendelijk de toegezegde goederen te mogen
ontvangen.
J. H. F. Henseveldt.
He ere n gracht M 25.
Veere, 29 Maait 1925. Zondagmorgen na de gods
dienstoefening maakte onze geachte Leeraar, ds. I.
K. Wessels de gemeente bekend, een roeping te hebben
ontvangen van de Kerk te 's Gravenland. Geve de
Heere Zijnen dienstknecht licht en wijsheid, om een
Gode welbehagelijke keuze te doen. De wensch en
bede van Kerkeraad en gemeente is, dat zijn Eer
waarde, kon het zijn, zijn arbeid onder ons moge blijve
voortzetten.
Namens den Kerkeraad,
H. Luijk, scriba.
Middelburg. De catechisaties worden in de week
vóór en na Pascken niet gehouden.
Het Ministerie van Predikanten.
VERGADERING van den Kerkeraad te Middel
burg. op 2 April '25.
Praeses ds. Telkarnp. Gelezen Jesaja 53 810
Daarna werd gezongen het laatste vers van psalm 22
en gaat praeses voor in gebed.
Presentielijst wordt vastgesteld waaruit blijkt dat
4 ouderlingen en 2 diakenen met en 1 ouderling en
2 diakenen zonder kennisgeving afwezig zijn.
De notulen der vorige vergaderingen worden gelezen
en zonder op- of aanmerking vastgesteld.
Ingekomen stukken
a. Een schrijven Zeeuvvsche Jongelings Bond met
bericht dat Maandag 2e Paaschdag een vergadering
wordt gehouden in Goes.
b. Een schrijven van het Comité vooi' Inwendige
Zending in Nederland, voor kennisgeving aangenomen.
c. Omtrent een dooplid zal door den smalle»
Kerkeraad nader worden gerapporteerd.
d. Ingekomen een schrijven van de Orgelcommissie
met kennisgeving dat de arbeid zal worden voortgezet.
e. Een schrijven van de J. P. Adolf Stichting om
vattende redding maatschappelijk verlorenen, voor
kennisgeving aangenomen.
Rapporten
a. Woensdagavondcommissie.
b. Ingekomen schrijven van benoemde broeders.
Enkelen ontvangen ontheffing.
Anderen aanvaarden.
c. Nieuwe groslijst wordt opgemaakt en de namen
vastgesteld.
d. Besloten wordt Donderdag 23 April huishoude
lijk te vergaderen.
Dankzegging. Sluiting.
Volgende week „Breed".
De Kerkeraad.
Middelburg. Met dank berichten Diakenen
der Gereformeerde Kerk gevonden te hebben in de
Collecte een gift van f 10,met bijschrift„Uit
Dankbaarheid", waarvan f 5,voor de Diaconie en
f 5,voor de Kerk.
L. S.
Sinds 1 Januari 1925 ontving ondergeteekende aan
giften f 10,van N. N. te Oostburgf 5,— uit
Axel en f 8,33 uit Driewegen. Vóór 1 Juni a.s. is
er beslist nog f 150,noodig. Wie helpt mij uit
de zorgen V Broeders en zusters in Zeeland zendt
mij groote of kleine giften. Alle zullen welkom zijn.
A. Scheele,
Secv.-Penn. van Zeeland's Schoolhulp.
Kapelle-Biezelinge, 31-3-'25.
Ter neuzen. Uit de classis Axel ontvangen voor
de Theol. Fac. Vrije Univ. de navolgende collecten
Axel f 81,82; Oostbnrg f 16,60 Iloek f 15,31; Ter-
neuzen f 56,30 Zaamslag f 71,83.
M. lliemens.
Gap in ge. Met vriendelijken dank ontvangen van
den kleinen Jacob Looise honderd opgespaarde halve
centen voor de Zending.
J. K. Verhulst, Penningm.
Z E N D IN G.
Middelburg. Met vriendelijken dank ontvangen
van Gnus Pettinga, Bergen op Zoom, een pakje cap
sules, van Miep Loodewijk 100 h. cvan Neeltje
Versluijs, Serooskerke, 30 cent en een pakje zilverp.
en caps, en van de kinderen Chr. School lleerengr.
een doos zilverpap. en caps. Mej. C. Littooij,
Molstr. M'burg.
Middelburg. Ontvangen ten behoeve van het
Rusthuis, als gift van de belijdenis-catechisanten van
ds. Telkarnp, een bedrag van f 17.50.
Hiervoor hartelijk dank.
De Boekhouder v. h. Rusthuis,
J. Damen.
Was ons hart niet brandende in
o n s. Tien jengdpreeken van Dr. H. T.
Oberman. Met een woord van nagedachtenis
door Ds. G. W Oberman. Uitgave van N V.
Kortevveg en Stemerding, Rotterdam.
Dit werk wacht reeds eenigen tijd op een bespreking.
Ik ben ook eenige weken geleden begonnen te lezen
en ik heb liet meermalen ter hand genomen. Indertijd
had ik gelezen zijn „de Oud-Christelijke Sarkophagen
en hun godsdienstige beteekenis". Doch ik zag er
tegen op om er iets van te zeggen, „van de dooden
niets dan goed" dit oude woord heeft ook tot mij
gesproken, ook al laat ik het niet in volstrekten
zin gelden. Hoe kwam dit! Ik heb het mij zelf
ook afgevraagd en ik meen een antwoord gevonden
te hebben.
Het eerste stuk handelt over„Godsdienst en
wetenschap", het volgende over„Vriendschap enz".
Wanneer men naleest, wat de schrijver daarover ten
beste geeft dan vinden we er heel wat in, :t welk
ons treft. Wij erkennen, dat het. gansche werk waard
is om overdacht te worden. Maar er staat zooveel
in, dat we niet juist achten. Het is merkbaar, dat
deze man ver van de gereformeerde levensbeschouwing
heeft afgestaan. En dit hindert te meer, omdat het
geen opstellen maar jeugdpreeken heeten. Wij kennen
in onze kerken nog niet afzonderlijke samenkomsten
voor jonge menschen, wijl wij vasthouden deze tot
de gemeente behooren zoowel de kinderen als de
volwassenen. Doch in de Ilerv. kerk is het anders.
Zulke bijeenkomsten hebben dan ook de bedoeling