Brieven uit een ver land. U T PERS. Vloeken. KERKNIEUWS. Officiëele Berichten. Verantwoording uan Liefdegauen. BOEKAANKONDIGING. en de dankzegging, die voor Gods groote ge nadegaven in Christus Hem roemend erkent. Niet beter kunnen door een bidder lichame lijke en geestelijke nooddruft worden saamge bonden. Eindelijk is als 'een zeer kostelijke zaak in deze gebeden aan telmerken, dat ze het heele leven met zijn stoffelijke en geestelijke behoef ten, stellen in het licht van het Maranatha. Hoe vermaant'de H. S. telkenmale dat Mara natha niet te vergeten.'Hoe noodig is dat ook om waakzaam te blijven en getrouw in de vervulling van alle roeping. Maar hoe noodig is dat ook om te smaken den troost in dit vaak zoo moeilijke leven. Wat een troost in de wetenschap, dat het wereldleven' met' zijn smarten en ellendigheden,"eindigt in de glorie rijke verschijning van den Heere Jezus Christus, die volkomen zal doen„eindigen alle leed van zijn volk. Wat een behoefte aan die verwachting leeft er ook in het ChristenhartEn wanneer de kerken dat Maranatha vergaten,ren dat deden ze vaak, dan kwamen de secten op om, maar dan weer eenzijdig, dat weer op den voorgrond te plaatsen Dat ware voorkomen <wanneer|in de|Christe- lijke gezinnen altijd geloovig gebeden ware, als hier: „geef dat wij altijd mogen opwaariszien ten hemel, verwachtende onzen Zaligmaker Jezus Christus, totdat Hij op de wolken ver schijnen zal tot onze .verlossing." Wat een zegen kan genoten worden, wanneer in onze gezinnen dan zóó gebeden en zóó gedankt wordt, als de gebeden vóór en na het eten ons willen doen bidden. En daarom kunnen we met groote vrij moedigheid aanbevelen, ook en vooral van deze gebeden gebruik te maken voor het bidden en danken aan den huiselijken disch. Heij. Zooals de lezers zich herinneren, heeft ds. Veldkamp eenige brieven geplaatst in onze Kerkbode, waaruit zij hebben kunnen zien, dat ds. P. van Dijk en hij o.a. Breslau en Görlitz bezocht hebben. Ds. Graefe, die daar predikant was, verzocht mij enkele brieven van hem te willen opnemen, opdat de lezers eenigermate op de hoogte zouden komen met die enkele kerken daar in 't Oosten van Duitschland. Niet alleen omdat hij reeds jarenlang een mijner vrienden is, maar vooral omdat ik meende, dat ook de lezers belang zouden stellen in hem om zijns werkwil stond ik dit gaarne toe. De eerste vindt men hier: Eerste brief uit Görlitz in Silezïe. Görlitz is eene stad van plm. 85000 inwoners en van Middelburg ruim 1000 K.M. verwijderd, heel mooi aan de Lausitzer Neisse. een kleine uit de bergen komende rivier, gelegen. Bezuiden van de stad op eenen afstand van een half uur te voet ligt de Landskrone, een berg, die ruim 400 M. hoog is boven de zee, terwijl Görlitz zelf al 200 M. boven de zee gelegen is. Zoo doende is het klimaat van Görlitz wel wat tochtig en frisch, maar over 't algemeen zeer gezond. Er zijn hier 5 kerkgebouwen van de evan gelische landskerk, 2 van de Roomsche Kerk en l kleine van de Oud-Lutheranen. In de lands kerk is geen enkele werkelijk beslist positieve of rechtzinnige predikant onder de 10 pred., die er zijn. Maar er bestaat eene kleine „Christ- liche Gemeinschaft" binnen de landskerk, be diend door een van haar aangestelden evangelist, en buitendien op den grondslag van de lands kerk een „Christlicher Vereinjunger Manner", die thans ook eene „Gemeinschaft" gesticht heeft en die door eenen „Vereinssekretör" ge leid wordt. Behalve deze geloovige landskerke- lijke kringen, bestaat er nog eene Baptisten gemeente, eene zeer kleine Methodistengemeente, een kringetje van het Leger des Heils en onze eigen gemeente, die evenals voornoemde krin gen allen ook heel klein en zwak is. Van de weinige Herrnhutters en vooral van Adventisten, „Ernste" Bibelforscher, Mormonen, Oud- en Nieuw-Apostolischen en dergelijken wil ik nu maar zwijgen. Evenals op natuurlijk gebied is de bodem gesteldheid op geestelijk terrein rotsachtig of zooals het een broeder eens gezegd heeft „ober- lau". Wij wonen namelijk in de zoogenaamde OberlausWz. Dus lauw, zelfs wertouvr (zie Openb. 3 vs. 15 en 16), waarmede de geeste lijke luchtgesteldheid van Görlitz niet verkeerd gekenteekend is! Hoe is nu in deze stad onze kleine gemeente ontstaan Om de jaarwisseling 1851-52 werd een Joden- zendeling van de Vrije Kerk van Schotland ds. Daniel Edward van uit Lemberg in Galizien verdreven en bleef vooreerst in Breslau, de hoofstad van de provincie Silezïe, om daar ver dere instructies van zijn zendingskomitee af te wachten. Omdat er nu in Breslau vele duizenden Joden wonen, werd besloten, dat hij onder deze den zendingsarbeid zou opnemen. Nu is er in Breslau ook eene landskerkelijke „Reformierte Hofkirche", indertijd gesticht door Frederik den Groote, kort nadat Silezïe tot Pruisen gekomen was. Zoodoende werd de gereformeerde Schot ds. Daniel Edward door die Hofkirche als ge loofsgenoot verwelkomd en ontving hij hei gastrecht, om in haar kerkgebouw zijne zen- dingsgodsdiensfoefeningen te houden. Maar nu bekeerde de Heere door deze zen- dingsprediking van ds. Edward ook menschen uit de landskerk, die hem verzochten, hun ds. te worden, hen geestelijk te verzorgen en eene gemeente te vormen, zooals zij die door hem uit het woord van God als eene gemeente van Christus hadden leeren kennen. Eindelijk in 1860 de gastvriendschap der Hofktrahe was ondertusschen in vijandschap veranderd werd de eerste gemeente te Breslau gesticht. In blij optimisme en in miskenning van de historie en van de grootte van Duitschland werd de nieuwe kerk genoemd: „Vrije evan gelische kerk van Duitschland", enkel in na bootsing van den naam Vrije kerk van Schot land. Die naam heeft dus met dien van vrij evangelisch in Nederlandschen zin letterlijk niets uit te staan. Het woord „vrij" wil niets anders uitdrukken dan het onbeperkte koning schap van Christus. Evangelisch werd er aan toegevoegd met het oog op de Duitsche toe standen, waar vooral in Breslau vele Room- schen zijn, en onder vrij al licht vrij religieusen verstaan werden en [nu nog soms [verstaan worden, die van een geïnspireerd Woord van God niet willen weten. Zeer ongelukkig echter was de keuze van het woord kerk in den Duitschen zin voor meerdere plaatselijke kerken, waarvoor bij ons beter gemeenten gezegd moet worden, en bovenal de toevoeging „van Duitsch land'. Want al betoonde die jonge gemeente, toen van uit Schotland krachtig gesteund, eenen gloeienden Zendingsijver, zoodat zij haren ar beid zuidelijk tot naar Böhmen en westelijk tot naar Görlitz uitstrekte, zij bleeft toch maar tot het uiterste zuidoost hoekje van Duitschland beperkt en maakte zich door de pretensie van haar naam haast belachelijk, waarom wij ons thans ook eenvoudig Vrije evangelische ge meente in Görlitz noemend d. w. z. eene ge meente, waarin Christus als Koning regeert door het? Evangelie, het onfeilbaar Woord onzes Gods. De Schotten wilden van zulke kerken- vorming door hun zendeling niet veel weten en de dubbele positie van zendeling en predi kanten de'daaruitüvoortvloeiende eigenaardige financieele verhoudingen (de gemeente was in dat opzicht meer afhankelijk dan [de predikant) werden helaas later de bron van allerlei moei lijkheden, welke ook nog door andere dingen bevorderd werden. Persoonlijke en leerge- schillen enz. veroorzaakten spoedig groote en zeer schadelijke terugslagen, tenslotte eene zeer betreurenswaardige splitsing, waarop ik later nog hoop terug te komen. De vreemde plan ting heeft op den vreemden bodem als het ware nooit kunnen aarden en'diepe en breede wortelen slaan en 't is voor mij steeds weer eene telkens nieuwe oorzaak'van'bewonderende aanbidding van 's Heeren wegen, dat Breslau en Görlitz in weerwil van haar kleinheid en zwakheid bij 165 K.M. afstand, die beide ge meenten zelfs van elkander nog sterk isoleerde en nog steeds isoleert, staande gebleven zijn tot op dezen dag, hulp van God verkregen hebbende (Handel. 26 22—23.) Want kort na de stichting van de gemeente van Breslau werd ook in Görlitz de arbeid opgenomen en 5 Juli 1865 alhier de gemeente geconstitueerd met 27 belijdende leden, zoodat wij D.V. op 5 Juli van dit jaar 1925 het 60-jarig bestaan der gemeente zullen mogen herdenken. Reeds sedert eenigen tijd denk ik met betrekking op dien dag steeds aan de belijdenis van Paulus in Hand. 24 v. 14—16, die wij als gemeente met het oog op die 60 jaren en ook als pre dikant met het oog op de bijna 30 jaren, dat ik dienaar des Woords mag zijn, door 's Heeren vrijmachtige en onverdiende genade en met ootmoedigen en toch blijden dank jegens Hem ook nu nog als de onze mogen uitspreken evenals de vaders der gemeente voor 60 en ik zelf bij de aanvaarding van de bediening des Woords voor 30 jaren en dat wel met dezelfde vrijmoedigheid en verzekerdheid des geloofs. Vandaar dat we overvloedige redenen hebben, om elkander op te wekkenKomt, laat ons aanbidden en nederbukken; laat ons knielen voor den Heere, die ons gemaakt heeftwant Hij is onze God en wij zijn het volk Zijner weide en de schapen Zijner hand (Ps. 956 en 7.) Eene volgende keer D.V. meer over Görlitz en den ondergeteekende, Hermann Graefe. Görlitz, 18 Maart 1925. Het ijdellijk gebruiken van des Heeren Naam is eene gruwelijke zonde in Gods oogen. Geen kwaad is er, waarin zoo duidelijk aan het licht komt de vijandschap tegen en de ver achting van God door het menschenkind. Het eenige doel, dat er in steekt, is dat van God te hoonen. Geen wonder, dat in de gemeenteraden de belijders zich opmaken om dit kwaad te be strijden. Deswege worden zij natuurlijk femelaars genoemd en allerlei leelijks aan hun adres ge sproken en geschreven. Zoo stond onlangs een stukje in Het Volk, dat aldus eindigde „Men ziet het, sinds de Middeleeuwen wordt de strijdwijze tegen het vloeken in ons landje tammer en onschuldiger. Maar thans wijzen verschillende verschijnselen er op, dat men terug wil tot boeten en opslui ting. „Welk vloekend volkje vloekt die vloek waardige vloekverbieders eens van de vlakte?" Wij onderstreepten die laatste woorden, waarin de felle haat tegen de belijders zoo aan den dag komt. Nu was dat een stukje van een inzender maar de redactie neemt dien man toch in be scherming en maakt zich met hem solidair. Immers plaatst zij boven dat stuk het vol gende: „Wij zijn van meening, dat vloeken, zooal niet goddeloos, dan toch in allen gevalle onbeschaafd is. Anderzijds zijn wij echter niet blind voor liet feit, dat deze hebbelijkheid een van die uitnemende nationale deugden is, waar door de Hollander zich nu eenmaal onder scheidt van andere volken. Daarom geven wij gaarne het woord aan L". De aanhef schijnt vroom, maar is het iets anders dan schijn? Wat eerst misschien goddeloos, althans on beschaafd geheeten wordt, eindigt te zijn eene uitnemende nationale deugd Afschuwelijk! (Amst. Kerkbode.) BEROEPEN TE Groningen (A.jG. R. Knijper te Haarlem. BedumJ de Waard te Bunschoten. Schoonhoven, Willige-LangerakII. v. d. Elskamp te Koog-Zaandjjk. I Grijpskerkej. Dijkstra, cand; te "Warns. Vlissingen P. N. Krnijswijk te Voorschoten. MeppelJ. v. d. Meulen te :s Hertogenbosch. TzummarumD. G. A. Brouwer te Paesens. Kampen J. Hoek te Soest. StellendamA. Dercksen. cand. te Gouda. BEDANKT VOOR Capelle a.d. IJsselJ. Meijer te Fijnaart. WierdenJ. Ozinga te Bennekom. Uithoorn: W. H. v. d. Vegt te Drachtster-Compagnie. DriesumH. R. Pel te Stadskanaal. Afscheid en Intrede. Groningen. Maandagavond nam ds N. IJ. van Goor in de Noorderkerk afscheid van zijn gemeente, na Zondagavond in de Westerkerk van zijn wijk afscheid te hebben genomen. Ds. van Goor had tot tekst Hand. 20 32. Na het uitspreken van de predicatie, richtte de scheidende leeraar zich tot de gemeente, waarin hij met zooveel liefde ruim 18 jaar had mogen werken. Vooral het scheiden van zijn catechisanten viel hem zwaar. Vervolgens sprak hij zijn mede-predikanten ds. Van der Vegte en ds. Van Dijk toe, benevens den kerkeraad, de predikanten van de zusterkerk B., in welke toespraak hij liet doorschemeren, dat de ineen smelting een zoo goed als voldongen feit is. Na de classisbroeders nog toegesproken te hebben, werd ds. Van Goor toegesproken door ds. G. II. A. van der Vegte, oudste dienaar des Woords bij de Kerk A.. namens kerkeraad en gemeente. Op zijn verzoek zong de gemeente staande Ps. 1214. Ds. Gispen sprak een kort woord namens de Kerk B. en ds. van Maurik van Tliesinge namens de Classis. In alle toespraken kwam ten duidelijkste uit, hoe ds. Van Goor om zijn persoon en werken wordt gewaar deerd. Nieuvvlande. Zondagmiddag nam de heer J. Snoek, afscheid als voorganger der gemeente, met een pre dicatie over Matth. 2820. Na het eindigen der af scheidsrede werd het woord gevoerd door ouderling Van Goor, namens Kerkeraad, Gemeente, Schoolbe stuur en personeel der school, en daarna door ds. van Dijken. Axel. Zondag 31 Mei hoopt ds. J. S. Post, van Oudega, na vooral' in den morgendienst, bevestigd te zijn, in den avonddienst zijn intrede te doen. Als be vestiger zal optreden, de consulent, ds. P. van Dijk. van Zaamslag. Den Helder. Ds. B. v. d. Werft' hoopt Zondagavond 26 April zijn afscheidspredikatie te houden om Zondag 3 Mei zijn intrede te doen te Doorn. Bevestiger is ds. R. Hamming te Middelburg. Winsum. Ds. J. Baai hoopt zijn intrede te doen 26 April 1925. Bevestiger is ds. A. J. Bouma te Wanswerd. Zutfen. Ds. H. Hummelen, hoopt Zondag, 19 April a.s. zijn intrede te doen. Afscheid ds. J. 11. Landwehr. In de Gerei'. Kerkbode van Rotterdam richt ds. J. H. Landwehr, die zich te Voorburg gaat vestigen, liet volgende schrijven aan de gemeente „Nu de tijd nadert, dat ik de Kerk van Rotterdam, die ik door Gods goedheid ruim 31 jaren mocht dienen, hoop tc verlaten, wensch ik enkele mededee- lingen te doen. mede ter beantwoording van vragen, die tot mij gericht werden. Hoewel, Gode zij dank, mijn gezondheidstoestand beter wordt, heb ik toch, hoezeer ik het ook begeerde, het Woord niet, meer in uw midden kunnen bedienen. Ik meen op goede gronden, dat het op dit oogenblik ook niet raadzaam zon zijn, een afscheidspredikatie te houden. Die taak zou thans te zwaar voor mij zijn. Ik heb zooveel in uw midden doorleefd. Nu heb ik, in overleg met den Kerkeraad, de volgende ge dragslijn gekozen Woensdagavond 15 April hoop ik in het midden van den kerkeraad met diakenen een kort afscheids woord to spreken. Vervolgens hoop ik allen, tot wie ik of mijn vrouw in kerkelijk- of verecnigingsleven gedurende al die jaren in eenige betrekking gestaan hebben, plaats en uur te noemen, waar ik een kort woord tot hen hoop te richten. En ten derde hoop ik op een nader in de „Kerkbode" te noemen Zondag, na afloop van den gewonen dienst, in de Nieuwe Westerkerk een kort woord van afscheid tot de gansche gemeente te spreken. Na afloop daarvan zal er nog gelegenheid zij", voor die daar behoefte aan gevoelen, mij persoonlijk te groeten". De „drooggelegde" Bijbel. Vorige week Zater dag namen wij een artikeltje van prof. dr. H. H. Kuyper uit „De Heraut." over, waarin deze mede- doelingen deed over een in Amerika uit te geven z.g. „drooggelegden" Bijbel. In het laatste nummer van „De Heraut" deelt prof. Kuyper thans mede. dat hij het slachtoffer geworden is van een valsch bericht in de „New-York Herald". Mr. V. H. Rutger.- maakte hem hierop attent in een schrijven, dat „De Heraut" in z'n geheel plaatst. „De verkorte Bijbel, die in Amerika door twee professoren der Yale Universiteit en door voormannen uit de Jongelingsvereenigingen wordt uitgegeven, geeft in bewoordingen, aan den Bijbel ontleend, en in chro nologische volgorde een samenvatting van de ge schiedenis van het Hebreeuwsche volk en de schoonste verhalen en de schoonste bladzijden van de schrijvers van het Oude en Nieuwe Testament. De bedoeling dei- uitgevers is niet, om den volledigen Bijbel te ver vangen, maar veeleer om bij het, tegenwoordige ge slacht vernieuwde belangstelling voor de Heilige Schrift te wekken en de diepe eenheid van die Schrift in het licht te stellen". Aldus citeert Mr. Rutgers den predikant J. T. S. in het „Journal de Genève". Wat de uitdrukking „rozijnenkoek" betreft, wordt opgemerkt, dat b.v. in Hosea 3 1 de Hebreeuwsche woorden niets anders kunnen beteekenen. Prof. Kuyper teekent bij het, schrijven van Mr. Rutgers o. m. dit aan, dat zijn afkeuring ging tegen hel eigenmachtig veranderen van Gods Woord Het doet hem echter leed, dat hij, door op een onjuist bericht af te gaan, een voorstelling heeft gegeven, die verkeerd was. Terneuzen. Donderdagavond trad in de Gerei'. Kerk op de gewezen R. K. Missionaris J. Dols uit China. Ds. S. Groeneveld leidde hem in. Dhr. Dols sprak over zijn 20 jarigen arbeid in China ais priester. Voorts over het Boedhisme, over het. formalistisch bidden aldaar. In Brussel gekomen nadat hij de R. K. vaarwel gezegd had, ontmoette hij ds. A. Lauvvers tot zijn groote blijdschap. Hij maakt nu een reis door ons land en treedt in de Geref. en Ilerv. Kerk op. Door zijn verblijf in China spreekt hij moeilijk Nederlandsch. Terneuze n. Donderdagavond hield de jeugd organisatie. bestaande uit de Knapen- en Meisjes vergadering haar 5e jaarvergadering onder leiding van dhr. A J. v. d. Sloot. Uit de vevslagen bleek dat deze organisatie zich in bloei verheugen mag en een leerzaamgeestelijk werk verricht. De reciteer- stnkjes die ten beste gegeven werden, deden een viertal boeken als prijzen verwerven. Dhr. C. J. Nobels deed genieten van viool en ceilomuziek. Het. was na het middernachtelijk uur dat het, feest beëindigd werd (te laat voor jeugdmenschen). Dhr. J. Christiaanse sloot met dank aan God. De Classis Zierikzee zal D.V. vergaderen op Woens dag 6 Mei. Punten voor 't agendum s.v.p. vóór of op 22 April. Namens de roepende Kerk. C. J. Wielenga, Praeses. D. Mulder, Scriba. M i d d e 1 b u r g. Het Hongaarsch Comité is voor nemens dezer dagen een kist met. Kleedingstukken te zenden met, den kindert.rein naar Hongarije. Aan gezien de kist nog niet geheel gevuld is en mij van verschillende zijden nog toezending is beloofd, ver zoek ik vriendelijk de toegezegde goederen te mogen ontvangen. J. H. F. Henseveldt. He ere n gracht M 25. Veere, 29 Maait 1925. Zondagmorgen na de gods dienstoefening maakte onze geachte Leeraar, ds. I. K. Wessels de gemeente bekend, een roeping te hebben ontvangen van de Kerk te 's Gravenland. Geve de Heere Zijnen dienstknecht licht en wijsheid, om een Gode welbehagelijke keuze te doen. De wensch en bede van Kerkeraad en gemeente is, dat zijn Eer waarde, kon het zijn, zijn arbeid onder ons moge blijve voortzetten. Namens den Kerkeraad, H. Luijk, scriba. Middelburg. De catechisaties worden in de week vóór en na Pascken niet gehouden. Het Ministerie van Predikanten. VERGADERING van den Kerkeraad te Middel burg. op 2 April '25. Praeses ds. Telkarnp. Gelezen Jesaja 53 810 Daarna werd gezongen het laatste vers van psalm 22 en gaat praeses voor in gebed. Presentielijst wordt vastgesteld waaruit blijkt dat 4 ouderlingen en 2 diakenen met en 1 ouderling en 2 diakenen zonder kennisgeving afwezig zijn. De notulen der vorige vergaderingen worden gelezen en zonder op- of aanmerking vastgesteld. Ingekomen stukken a. Een schrijven Zeeuvvsche Jongelings Bond met bericht dat Maandag 2e Paaschdag een vergadering wordt gehouden in Goes. b. Een schrijven van het Comité vooi' Inwendige Zending in Nederland, voor kennisgeving aangenomen. c. Omtrent een dooplid zal door den smalle» Kerkeraad nader worden gerapporteerd. d. Ingekomen een schrijven van de Orgelcommissie met kennisgeving dat de arbeid zal worden voortgezet. e. Een schrijven van de J. P. Adolf Stichting om vattende redding maatschappelijk verlorenen, voor kennisgeving aangenomen. Rapporten a. Woensdagavondcommissie. b. Ingekomen schrijven van benoemde broeders. Enkelen ontvangen ontheffing. Anderen aanvaarden. c. Nieuwe groslijst wordt opgemaakt en de namen vastgesteld. d. Besloten wordt Donderdag 23 April huishoude lijk te vergaderen. Dankzegging. Sluiting. Volgende week „Breed". De Kerkeraad. Middelburg. Met dank berichten Diakenen der Gereformeerde Kerk gevonden te hebben in de Collecte een gift van f 10,met bijschrift„Uit Dankbaarheid", waarvan f 5,voor de Diaconie en f 5,voor de Kerk. L. S. Sinds 1 Januari 1925 ontving ondergeteekende aan giften f 10,van N. N. te Oostburgf 5,— uit Axel en f 8,33 uit Driewegen. Vóór 1 Juni a.s. is er beslist nog f 150,noodig. Wie helpt mij uit de zorgen V Broeders en zusters in Zeeland zendt mij groote of kleine giften. Alle zullen welkom zijn. A. Scheele, Secv.-Penn. van Zeeland's Schoolhulp. Kapelle-Biezelinge, 31-3-'25. Ter neuzen. Uit de classis Axel ontvangen voor de Theol. Fac. Vrije Univ. de navolgende collecten Axel f 81,82; Oostbnrg f 16,60 Iloek f 15,31; Ter- neuzen f 56,30 Zaamslag f 71,83. M. lliemens. Gap in ge. Met vriendelijken dank ontvangen van den kleinen Jacob Looise honderd opgespaarde halve centen voor de Zending. J. K. Verhulst, Penningm. Z E N D IN G. Middelburg. Met vriendelijken dank ontvangen van Gnus Pettinga, Bergen op Zoom, een pakje cap sules, van Miep Loodewijk 100 h. cvan Neeltje Versluijs, Serooskerke, 30 cent en een pakje zilverp. en caps, en van de kinderen Chr. School lleerengr. een doos zilverpap. en caps. Mej. C. Littooij, Molstr. M'burg. Middelburg. Ontvangen ten behoeve van het Rusthuis, als gift van de belijdenis-catechisanten van ds. Telkarnp, een bedrag van f 17.50. Hiervoor hartelijk dank. De Boekhouder v. h. Rusthuis, J. Damen. Was ons hart niet brandende in o n s. Tien jengdpreeken van Dr. H. T. Oberman. Met een woord van nagedachtenis door Ds. G. W Oberman. Uitgave van N V. Kortevveg en Stemerding, Rotterdam. Dit werk wacht reeds eenigen tijd op een bespreking. Ik ben ook eenige weken geleden begonnen te lezen en ik heb liet meermalen ter hand genomen. Indertijd had ik gelezen zijn „de Oud-Christelijke Sarkophagen en hun godsdienstige beteekenis". Doch ik zag er tegen op om er iets van te zeggen, „van de dooden niets dan goed" dit oude woord heeft ook tot mij gesproken, ook al laat ik het niet in volstrekten zin gelden. Hoe kwam dit! Ik heb het mij zelf ook afgevraagd en ik meen een antwoord gevonden te hebben. Het eerste stuk handelt over„Godsdienst en wetenschap", het volgende over„Vriendschap enz". Wanneer men naleest, wat de schrijver daarover ten beste geeft dan vinden we er heel wat in, :t welk ons treft. Wij erkennen, dat het. gansche werk waard is om overdacht te worden. Maar er staat zooveel in, dat we niet juist achten. Het is merkbaar, dat deze man ver van de gereformeerde levensbeschouwing heeft afgestaan. En dit hindert te meer, omdat het geen opstellen maar jeugdpreeken heeten. Wij kennen in onze kerken nog niet afzonderlijke samenkomsten voor jonge menschen, wijl wij vasthouden deze tot de gemeente behooren zoowel de kinderen als de volwassenen. Doch in de Ilerv. kerk is het anders. Zulke bijeenkomsten hebben dan ook de bedoeling

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1925 | | pagina 2