Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. 38e Jaargang. Vrijdag 5 December 1924. No. 49. RedacteurenDs. L. BOUMA te Middelburg en Ds. A. C. HEIJ te Koudekerke. Persvereeniging Zeeuwsche Kerkbode. UIT HET WOORD EEN KONING GELIJK AL DE VOLKEN. Zet 'n koning over ons. Het Joodsche volk in de dagen van Samuël verlangt geregeerd te worden. Zoo verlangt elk volk van elke eeuw, zoowel vóór als na de verschijning van Jezus. Sinds God bij den bouw van Babels to ren in de groote menschenmaatschappij zulke diepgaande geledingen heeft ge trokken, dat zelfs de taal, die men voor zijn gedachten gebruikt, een andere is, heeft elk volk afzonderlijk behoefte aan regeering. Een behoefte die in de zondige volksziel verlangen wordt door tweeërlei oorzaak. De zonde is in het individu en daar om ook in de gemeenschap zoo sterk doorgedrongen, dat men als volk wel een macht boven zich moet formee- ren, om die samenleving mogelijk te maken. Elke overheid en dies ook de vorsten regeeren naar het oordeel van den mensch-zonder-God bij de gratie van het volk en dus ook zoolang zulk 'n volk dat wil. En het wil dat, omdat men het noodzakelijk acht. Wel is er in onzen tijd een streven, om de idee van het koningschap en van een overheid- in-het-algemeen prijs te geven, die banden te verbreken, maar daarmee is de werkelijkheid van die behoefte niet weg. Juist in zulke troebele tijden, wanneer men voor de gevolgen van dat streven naar bandeloosheid wordt gesteld, doet de behoefte aan leiding zich te ster ker gevoelen. Maar er is nog een tweede zielkun dig motief voor deze behoefte. Een volk wil in den glans van zijn koningschap een weergave hebben van eigen macht en eigen rijkdom, van wat het is en wat het heeft. Het wil zich ver meien in zelfvoldoening en Israël was dan ook in de dagen van Salomo bij zonder ingenomen met hun vorst. Er lag in de vereering van hem fei telijk een vereering van zichzelf, ver sterkt nog door hun naijver op de volkeren van rondom. Deze beide motieven, die van be- hoefte-aan-leiding en van uitbeelding van-eigen-waarde, wekken samen het verlangen Zet 'n koning over ons. Nu behoeft dit verlangen in den strikten zin van het woord niet zondig te zijn. Ook bij heilige harten zou deze behoefte bestaan en uit beiderlei motief. De mensch kan niet buiten leiding en ook niet de menschen samen. Om dat wij schepselen zijn, moeten wij wel geleid worden. In 'n heilige wereld zou aan deze noodzakelijkheid ten volle beantwoorden het regiment van den Koning der koningen. Zelfs mogen wij aannemen, dat ook de waarde van den mensch en zijn zelfgevoel-als-volk dan tot volle ontplooiing zou komen in hun Koningin zijn persoon zou uitkomen hun macht en heerlijkheid. Zoo zal het ook eenmaal worden. Het geloovige hart koestert het ideaal, dat het koningschap van God over de menschheid zal hersteld worden in den persoon van Jezus Christus. In Hem zal liggen onze leiding en onze heerlijkheid. Wij willen door Hem geregeerd worden, maar wij zullen ook zijn als 't ware de paarlen in zijn kroon. Ook de geloovige en alle geloovigen saê.m mogen en behooren zelfs het ver langen te kennen Zet 'n koning over ons. Dit verlangen vertolkt de diepste be hoefte van het wedergeboren „volk" van God. Maar dan bedoelen wij, burgers van het koninkrijk der hemelen, den Koning, dien Israëls God ons geeft. Dan bedoe len wij Jezus. Er ligt daarom voor Gods volk, voor zoover het zich dit bewust is te zijn, veel troost in de belofte, dat God zijn Koning reeds over Sion gezalfd heeft. Zij het dan een Sion, dat nog niet met uitwendig gelaat komt, dat het nog zonder land, zonder territorium bestaat, dat we als zoodanig de aarde nog niet erfelijk bezitten. Eenmaal toch zal in vervulling gaan alles is het uwe, maar gij zijt van Christus en Christus is Gods. Daarop hadden in Samuels dagen ook de Israëlieten hun verlangen moeten richten. Zij hadden zich met hun hart moeten hechten aan den beloofden Messias, den Koning, dien Israëls God hun geven zou Wilden ze tijdelijk andere koningen hebben, welnumisschien ware die wensch voor Gods aangezicht toelaat baar, maar dan 'n koning, die uitbeelden zou de toekomstige heerlijkheid van den Messias. Een koning, die eenige macht ontving van God, zooals Chris tus daarna alle macht. Een koning, die te meer de gedachte zou levend houden in de volkszielmeer dan Salo mo komt. Ware dus dat verlangen „zet 'n koning over ons" op zichzelf niet zondig en kon daarin zelfs heel mooi de Messias- verwachting tot uitdrukking komen, hun zonde was zet 'n koning over ons, gelijk al de volken hebben. Zij bedoelen door het verlangde koningschap zichzelf te regeeren en in dien koning zichzelf te doen gel den. Een koning bij hun gratie en niet bij de gratie Gods. Dit was zondig, dit was heidensch. Dit was in beginsel, wat God twee verzen verder zelf betuigt „zij hebben Mij verworpen, dat ik geen Koning over hen zal zijn" (1 Sam. 8:7); in hun verlangen lag verscholen de verwerping van God en met God van den door- Hem-te-geven Messias. De historie heeft dit bewezen. Hun geheel eenige positie in de wereld als volk van God, in onderscheiding van alle andere volkeren, heeft Israël slechts zeer onvoldoende verstaan. Het koningschap, dat met Saul begon, heeft daarom hun Messiasverwachting ondermijnd. Velen zagen in hun zelfgenoegzaamheid niet verder dan het koningschap, dat voor oogen was. Vooral in Salomo's dagen verlustigde men zich in de pracht en de praal ervan. Bij den hoogsten bloei van het volk tastte de worm van zelfvoldoening de volks ziel aan, waardoor de Messiasverwach ting werd verzwakt en bij velen uitge roeid. Bij anderen, die deze verwachting nog wel bleven koesteren, werd ze vervalschtde te-wachten-Koning zou nog wel meer zijn dan Salomo, maar dan toch in de eerste plaats zou dit meerdere liggen in diens machtsont plooiing. Niet het eergevoel van Gods volk te wezen deed hen naar den Christus verlangen, maar hun zelfge voel, hun trots. Het vinden van Jezus in die eenvou dige kribbe was voor den Jood een ontzettende ontnuchtering, Niet aanstonds ten volle, want men overwoog nog de mogelijkheid, dat hij later, man geworden, zich wel zou doen gelden. Maar toen hun allengs duidelijk werd, dat hij dit niet deed, verliet de massa hem. Zelfs kon Jezus' machtsontplooiing in zijn wonderen hen niet meer boeien, Tenslotte groeit hun ontnuchtering aan tot ergernis, die hen er toe gebracht heeft, zijn dood te zoeken. Christus' kruis is den Jood, speciaal den Jood met zijn verwachting een ergernis, 'n ergernis, die hen het kruis doet ingraven op Golgotha's heuvelrug. Die ontzettende daad, waartoe alleen de Jood met zijn bepaalde Messias verwachting instaat was. In dat kruis is, na een lang proces van verwording hunner Messiasver wachting, tenvolle verwezenlijkt het verwijt van Jehovah„Zij hebben M ij verworpen". Niet de begeerte van het koning schap zonder meer, maar de zon dige begeerte naar 'n koning g e 1 ij k al de volken hebben, heeft voor bereid het koningschap, de kruisiging van Hem, die op de [vraag „zijt gij koning" antwoordde „Gij hebt het ge zegd". Voor het volk van God in onze be deeling, voor de gemeente van Christus is deze geschiedenis van Israëls Messias verwachting een baken in zee. Het ideaal houden we vast. Diep koesteren wij in ons hart het verlangen Zet 'n Koning over ons. Maar daarbij willen we dan ook ver staan onze geheel eenige positie in de wereld als volk van God, in onder scheiding van allen honger naar macht in onze dagen Daarom uiten wij dit verlangen aan Godzet G ij 'n koning. U w Koning over ons, want, wij hebben behoefte aan leiding en onze heerlijkheid als hernieuwd, herboren menschengeslacht moet zich in onzen Koning ontplooien Maar dan hechte ons hart zich aan den Koning, dien Israëls God ons geeft. Jezus Christus. We gaan geen Babel-torens bouwen, noch nationaal, noch internationaal, die tot den hemel rijken. In dien Koning zal reeds God bij en met ons zijn. God met ons. Immanuel. Onze ideaalstaat. Ja, kom Heere Jezus. Middelburg. Telkamp. KERKELIJK LEVEN. Vloekverbod. ZEEUWSCHE KERKBODE Vaste medewerkers: D.D. P. VAN DIJK, F. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, F. STAAL Pzn., en R. J. v. d VEEN. Abonnementsprijs: Advertentieprijs: 'per kwartaal bij vooruitbetaling f 1, Afzonderlijke nummers 8 cent. 15 cent per regelbij jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reduotie. UITGAVE VAN DE Adres van de Administratie Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. Beriohten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdag morgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF Spanjaardstraat, Middelburg. TELEFOON 2 3 8. GIRONUMMER 42 2 80. Zoo zet nu een koning over ons, om ons te richten, gelijk al de volken (hebben). 1 Sam 8 5. Soms komt bij de verscheidenheid van de Kerken de dieper liggende eenheid uit. Dit za gen we eenige weken geleden in onze goede stad. De kerkeraad van de Geref. Gemeente en die van de Geref. Kerk zonden bij den gemeen teraad een verzoek in om het openlijk vloeken op straten en markten, m. w. op zijn eigen gebied, tegen te gaan. De kerkeraad van de Herv. Kerk steunde het verzoek door er adhaesie aan te betuigen. Reeds op zichzelf is het sa mengaan van deze drie Kerken een verschijn sel, dat weldadig aandoet. Dr. J. P. Cannegieter, vrijzinnig predikant bij de Herv. Kerk alhier, zond ook een adres bij den raad in, maar om mede te deelen, dat negen leden van den kerkeraad er tegen wa ren geweest om een dergelijk request te steu nen. Wij deelen alleen het feit mede zonder er een oordeel over uit te spreken. Gelijk het gewoonlijk gaat, zoo kwam ook nu het verzoek eerst in 't College van Burge meester en Wethouders. De meerderheid twee van de drie adviseerde den raad om het Verzoek niet in te willigen. Doch een wethouder ging met dit gevoelen niet accoord. Het was ook hier links tegen rechts. De Bur gemeester gaf toelichting van 't standpunt, dat de meerderheid innam. Velen hadden verwacht, dat we nu ook zouden gekregen hebben de gronden, waarop een Wethouder niet met den Burgemeester en den anderen Wethouder was meegegaan, doch dit is niet gebeurd. Het speet ons, want bij zulk een gelegenheid kan een uiteenzetting veel goed doen. Het raakt hier een zaak, welke een heldere toelichting eischt. Uiteraard komen er niet dikwijls zaken in een openbare raadszitting voor, die rechtstreeks de beginselen raken. En als het geschiedt, dan vernemen we graag, wat onze mannen te zeg gen hebben. Hier gold het niet een onderge schikt punt, maar de openlijke lastering van Gods heiligen Naam. Erkentelijk zijn we de raadsleden, die zoo warm voor het verzoek gesproken hebben. En al is het waar, dat het advies van den Bur gemeester en den eenen Wethouder door de meerderheid der raadsleden aanvaard werd, toch waardeeren wij de wijze, waarop de on zen zich geweerd hebben. Wij gelooven voorts, dat een kloek belijden in Raden en Staten roe ping is. De burgers hebben er recht op om te weten, wat de vroede mannen er van denken. Het ontbreekt nu vaak aan helderheid. Gemak kelijk is 't om onderling eens over een of ander punt te keuvelen, maar als men eenmaal in zulk een vergadering geroepen wordt het woord te voeren, dan moet men goed weten, wat men zegt. En daarom zouden wij gaarne zien, dat de meest bekwamen aan het debat deelnamen. Professor Lindeboom, die ofschoon hoog be jaard nog altijd even wakker blijft, plaatst in „De Wachter" van 7 November j.l. een stuk, dat hij overgenomen had uit het veertiendaagsch Bijblad van „De Nederlander" van 15 October. Wij laten het hier volgen, omdat het zoo hel der en bezadigd is: Is het Vloekverbod af te keuren als vrijheidsbeperking Sommige gemeenteraden hebben een straf verordening tegen het in 't openbaar vloeken vastgesteld. De vraag is gerezen, of zij daarmee niet hebben overschreden de grenzen die naar hedendaagsche begrippen aan het strafrecht gesteld zijn.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1924 | | pagina 1