Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
Uit Het woord.
38e Jaargang.
Vrijdag 20 Juni 1924.
No. 25.
RedacteurenDs. L. BOUMA te Middelburg en Ds. A. C. HEIJ te Koudekerke.
Abonnementsprijs:
Advertentieprijs: 15 oent per regelbij jaarabonnement van
Persvereeniging Zeeuwsche Kerkbode.
EENE RUST VOOR HET VOLK
VAN GOD.
Binnen het volk des Heeren is een
eigenaardig levensbeeld op te merken.
Wanneer ge den wereldling hoort ge
wagen over diegenen die ter kerk gaan,
en als vromen bekend staan, dan is
zijn oordeel in den regel, dito, gij
hebt het zoo gemakkelijk in uw leven
gij hebt een vaste overtuiging en daar
legt ge u bij neergij verlaat er u op
bij leven en sterven en gij kent niet
dert strijd en den twijfel. Maar wij die
ons niet scharen onder de kinderen
Gods, doch op eigen beenen wenschen
te staan, wij hebben het oneindig veel
zwaarder dan gijwij worstelen van dag
tot dag en nooit komen we eigenlijk
tot rustwij worden heen en weer ge
slingerd en na veel inspanning gelukt
het sms meestal nog niet een eigene
onwankelbare overtuiging te kunnen
gewinnen.
Zoo denkt men over ons.
Zou het waar zijn wat hier gezegd
wordt
Als we af mogen gaan op hetgeen
de H. Schrift ons laat zien in diegenen
die onze God uitverkoren heeft om
dragers zijner openbaring te zijn, dan
komen we tot een gansch andere
slotsom We behoeven er niet blind
voor te zijn om ook van sommigen
hunner te kunnen getuigen wat leggen
dezen een heerlijk vertrouwen op de
Heere hunnen God aan den dagZul-
ken zijn er inderdaad. Te midden van
de goddeloosheid der menschen hebben
ze kunnen vasthouden aan den onzien
lijke. Zulken heeft de Heere begiftigd
met de gave van groot geloof. Een
man als Abraham brengt, zonder eenig
tegenspreken, zijn zoon, dien hij liefhad,
ten offer. Een man als David vreest te
midden van tienduizenden niet. Zij la
ten ons zien, hoe onze God machtig is,
ook als de nood prangt, alleen op Hem
te vertrouwen.
Maar dat is toch niet het eenige dat
we uit de Schrift hooren. Want naast
deze voorbeelden doet ze ons ook ver
nemen het woord van een man als Job
heeft niet de mensch een strijd op aarde
Dat is niet enkel de strijd om het be
staan, maar de diepere, geestelijke strijd.
En zeker, zij maakt er ons melding van
dat de man van Tarsen eenmaal zijn
persoonlijke belijdenis heeft saamge
trokken in dit woord ik ben verzekerd
dat noch dood, noch leven, noch tegen
woordige, noch toekomende dingen,
noch hoogte, noch diepte ons zal kun
nen scheiden van de liefde Gods welke
is in Christus Jezus onzen Heere (Rom.
8 38, 39), doch misschien is er niet
één te noemen die vaak zoo bitteren,
innerlijken strijd heeft gestreden als
deze Apostel. In zijn Corinther-brief
klaagt hij over strijd van buiten en vrees
van binnen (2 Cor. 7 5). Aan Timo-
theus zegt hij ik heb den goeden strijd
gestreden (2 Tim. 4 7). Aan de ge
meente van Efeze schrijft hijwij heb
ben den strijd niet tegen vleesch en
bloed, maar tegen de overheden, tegen
de machten, tegen de geweldhebbers
der wereld (6 12).
En als wij, naast de H. Schrift, een
onderzoek instellen bij diegenen in wier
midden we verkeeren, ten opzichte van
hun geestelijken schat, dan ontvangt ge
bevestiging van hun worsteling. Achter
het leven dat voor een ieder waarneem
baar is, hebben ze nog een eigen per
soonlijk leven dat niemand ziet. En in
dat verborgene leven pijnt hen de wor
steling tusschen geest en vleesch, hef
fen ze de klaagzang aan ik ellendig
mensch wie zal mij verlossen van het
lichaam dezes doods doorleven ze de
bezwaren van den geest dezer eeuw.
Het is vaak strijd van binnen èn strijd
van buiten.
Indien de wereldling het wist hoe fel
het levenskruis der kinderen Gods is,
hij zou de rol omkeeren en zeggen
indien gij dat alles meemaakt, dan is
mijn strijd toch lichter.
En wat is nu het voordeel van den
Christen Dit, dat hij behalve den strijd
en te midden van zijn worsteling ook
de rust kent en geniet. Gewoonlijk
wordt het woord uit den Hebreër-brief
er blijft dan een rust over voor het volk
van God, betrokken op de toekomst.
Als alle strijd gestreden en de stem
des drijvers niet meer gehoord wordt,
dan zal de Heere zijn uitverkorenen
rust doen. Dan verheft Hij hun hoofd
en brengt hen in de paleizen zijner
heerlijkheid waar alle moeiten van hen
zal weggenomen zijn. Maar daarop doelt
de Hebreër-schrijver in dit verband van
zijn brief toch niet. Hij bezigt hier een
woord dat wij ook hebben in onze taal
n.l. het woord „Sabbath". En Sabbath
beteekent rust en dan speciaal dat
rusten dat een loslaten van-het-doen-
van-zonde inhoudteen vieren (d. i.
rusten) van onze booze werken (Hei-
delb Catech. vraag 103).
Kan dan een christen wel ooit geheel
die rust vinden dat hij van zijn zonde
af is
Wanneer hij op zich zeiven ziet, dan
niet Maar dan verschilt hij ook in niets
van den wereldling.
Doch als hij zijn oog slaat op dien
Machtige Israëls, die den strijd voor
hem gestreden heeft in het bange
Gethsemane en aan het bittere kruis,
dan heeft hij de rust in zijnen Jezus.
En die wetenschapmijn Heiland
heeft de rust voor mij aangebracht om
te kunnen wederstaan in den boozen
dag, om de listige aanslagen van de
vorst der duisternis te trotseeren, om
in den ongelijken strijd van geest en
vleesch niet altijd onder te liggen, die
wetenschap geeft hem rust. Hij wil de
zonde eigenlijk niet meer. Nog maar
alleen in beginsel. Want de strijd blijft.
Truffel en zwaard moeten beide bij de
hand blijven. Maar hij leeft toch in het
rijke geloofdoor onzen Heere Jezus
zijn wij meer dan overwinnaars. Hij
kampt, maar niet in het onzekere.
Dit nu noemden wij in het begin een
eigenaardig levensbeeld Er is in den
strijd ruster is in de wieling der zonde,
ook een geloovig zich verlaten op Jezus
Er is, bij veel ongehoorzaamheid, ook
een gewillig gehoorzamen aan Gods
geboden. En dat kent geen wereldling.
Verstaat gij ook deze rust in de wor
steling uwer zonde
Indien ge met uw ongerechtigheid
weet uit te gaan naar den Zoon van
Gods welbehagen, en Hem smeekt om
den strijd der eeuwen die alle kinderen
Gods strijden, mede te mogen strijden,
dan zult ge ook iets van de rust af
weten
Die rust is heerlijk
Die rust is profetie.
Die rust zal eenmaal volkomen u ge
schonken worden. ,,Want ze zullen
rusten van hunnen arbeid".
Serooskerke. Faber.
KERKELIJK LEVEN.
St Laurens.
„Vrederust".
DADERS DES WOORD.S.
Ons volk en de Vrije Universiteit.
IL
ZEEUWSCHE KERKBODE
Vaste medewerkersD.D. P. VAN DIJK, F. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, F. STAAL Pzn., en R. J. v. d VEEN.
per kwartaal bij vooruitbetaling f 1,
Afzonderlijke nummers 8 cent.
minstens 500 regels belangrijke reductie.
UITGAVE VAN DE
Adres van de Administratie
Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdag
morgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ 8c OLTHOFF
Spanjaardstraat, Middelburg.
TELEFOON 2 3 8. GIRONUMMER 4 2 28 0.
Er blijft dan eene rnst over voor het
volk Gods.
Hebr. 4 9.
Een kwartier van Middelburg staat nog een
klein kerkgebouw, waarin tot dusver de ge
meente van St. Laurens haar samenkomsten
hield. Ongeveer dertig jaar heeft het daartoe
gediend. Het herinnert aan den arbeid van ds.
Klaarhamer, die tijdens de Doleantie den strijd
hier aangebonden heeft tegen de synodale
organisatie van 1816 en die hier op Walcheren
door zijn vurige en krachtige woorden door
zijn welbesneden pen een vergrooten invloed heeft
uitgeoefend. Het was eerst een klein getal, dat
naar hem luisterde en dat samenvergaderde om
te overleggen wat er gedaan moest worden.
De kleine gemeente verkreeg in combinatie met
Gapinge als eerste predikant ds. Steijling, die
echter niet lang bleef. Door het vertrek van
ds. Wolf, thans emeritus, werd Axel B vacant,
en ds. Steijling nam de ledige plaats in.
De combinatie werd nu opgeheven en de
gemeente van St. Laurens begeerde ds. Toebes,
die toen te Haamstede stond, en die het beroep
aannam. Deze heeft er jaren gearbeid en is voor
kleine kerk tot een rijken zegen geweest. Zijn
prediking was schriftuurlijk en practisch en hij
was daarbij een herder, die met zeldzame trouw
en wijze tact de gemeente heeft geleid. Menig
maal hebben we bewondering gevoeld voor
den arbeid, welke hij er in alle stilte heeft
verricht. Zijn naam was buiten zijn arbeidsveld
weinig bekend, geen bizondere aanmoediging
viel hem ten deel. doch hij werkte voort en
hield de gemeente bij het woord en den dienst
onzes Gods. Van lieverlede breidde de gemeente
zich uit en nam haar plaats met eere in.
Eindelijk brak het uur aan, dat hij met het
oog op zijn leeftijd eervol emeritaat verkreeg en
het mag hem nog tot een aangename herinne
ring blijven, dat de gemeente hem acht als een
waardig dienstknecht van jezus Christus.
Zondagmorgen vergaderde de gemeente nog
in haar oud kerkgebouw, maar Zondagavond
hield zij haar eerste samenkomst in het nieuwe
en veel ruimere, dat een weinig verder aan den
anderen kant van den weg staat. Het was een
aangenaam gezicht, toen we binnenkwamen
onder het zingen, want het gebouw ziet er een
voudig en sierlijk uit en het was meer dan
gevuld. De consulent, ds. Runia, betrad het
platvorm al een heele verbetering en hield
een rede over de woordenUwe getuigenissen
zijn getrouw en de heiligheid is uwen huize
sierlijk tot lange dagen. Het bood ons de vrucht
van ernstig nadenken en deed tevens uitkomen
de waarde van een behoorlijk bedehuis voor de
gemeente. Ofschoon het nog al warm was, werd
er goed geluisterd en de vertolking aan dit
schoone schriftwoord was het ook ten volle
waard.
De Emeritus-predikant ds. Toebes sprak op
zeer hartelijken toon de gemeente aan en drukte
haar ernstig op 't hart om ook voortaan de
gemeentelijke samenkomsten trouw te bezoeken.
Hij ontleende zijn wenken aan de uitnoodiging
in Jesaja's tweede hoofdstuk Komt laat nu
opgaan tot den berg des Heeren etc. Het is
opmerkelijk, dat zijn stem op zulk een leeftijd
zoo vol en krachtig is gebleven.
Na hem verscheen ds. Wessels van Veere,
die als praeses der laatste classikale verga
dering de blijdschap van de kerken op ons
eiland uitsprak en hij deed het op een zeer
passende wijze
De belangstelling ook uit de zusterkerken was
groot. Uit bijna alle kerken waren er afge
vaardigden tegenwoordig. Voorzoover ik heb
kunnen nagaan waren allen het er over eens,
dat de architect en de uitvoerders van 't werk
eere van hun werk hadden.
Naar ik verneem zijn reeds hier alle plaatsen
verhuurd, wel een bewijs, dat zulk een kerk
met meerdere zitplaatsen noodig was.
Voorzoover we oordeelen kunnen, zal de
kerk aldaar nog in ledental toenemen en de
ITeere vervulle de begeerte in het gebed en in
menigen wensch geuit in heerlijkheid, opdat deze
gemeente ook toeneme en opgroeie in de genade
en de kennis van Jezus Christus.
Bouma.
De jaarvergadering van bovengenoemde
stichting wordt D.V. gehouden op a.s. Vrijdag
den 27sten Juni op haar eigen teirein.
De Bidstond wordt als naar gewoonte des
voormiddags gehouden en zal ditmaal geleid
worden door de predikanten II. M. E. Bremer
van Breskens en H Veldkamp van Anna-Jacoba-
Polder.
Het gaat menigeen als mij naar ik geloof en
ik vind zulk een gebedsure op de stichting in
't midden van zoovele kranken naar den geest
altijd treffend. Welk een voorrecht is 't nog,
dat wij samen al deze ellendigen mogen en
kunnen neerleggen aan de voeten van onzen
barmhartigen Hoogepriester, die medelijden kan
hebben met onze zwakheden.
Het is ook een bizonder genoegen na
het openingswoord van den voorzitter, 't welk
altijd den rechten toon aanslaat, te hooren de
verslagen van den secretaris en den penning
meester, want daardoor krijgt men een overzicht
van den veelvuldigen en gewichtigen arbeid,
welke er verricht is over 't afgeloopen jaar.
Waarlijk, zoo wordt men gestemd tot dankbaar
heid voor het vele, dat gedaan wordt om het
lijden te verzachten en zoo mogelijk weg te
nemen.
Behalve onderscheiden huishoudelijke aange
legenheden komt er ook nog een lezing van
df. M. M. den Hertog, Herv. Predikant te
's Gravenhage. Hij behandelt het onderwerp:
„De zelfmoord". Wie zich herinnert, wat op de
laatste jaarvergadering gezegd werd door den
Directeur, dr. Dikland zal des te begeeriger
zijn om eens een degelijke gegronde uiteen
zetting over dit onderwerp te hooren. En we
mogen vertrouwen, dat we dit ontvangen zullen
wijl de spreker zeer ernstige studie daarvan
gemaakt heeft.
Na deze mededeelingen zal het wel overbodig
zijn een opwekking te plaatsen om toch naar
deze samenkomst te gaan. Van lieverlede hebben
deze jaarvergaderingen zulk een goeden naam
verkregen, dat ieder, die in de gelegenheid is,
er gaarne komt.
De Heere geve Zijn zegen over dit samenzijn
en doe verder in milde mate Zijn gunst op onze
stichting rustenBouma.
De billijkheid moet betracht worden bij de
beoordeeling van de studentenwereld. Om het
gedrag van enkelen mag men die heele studen
tenwereld niet veroordeelen, vooral niet nu het
aantal studenten sterk toenam. Hoe grooter het
getal is, des te meer loopt die kring gevaar,
dat er enkelen onder schuilen, die er eigenlijk
niet thuis hooren, maar die toch ook zoo maar
niet kunnen verwijderd worden.
En moet de billijkheid betracht worden bij
de beoordeeling van de studentenwereld. Prof.
van Schelven toonde aan, dat dit evenzeer
noodig is bij de beoordeeling der professoren
en hun arbeid.