Brieven uit Z.-VIaanderen.
KERKNIEUWS.
Laten we dan maar dadelijk zeggen, dat niet
ons bedoelen is, als we op dat verband willen
wijzen, zulk een enthousiasme te willen blus-
schen. Bij onzen doorgaans-nuchteren volks
aard is enthousiasme een zoo zelden voorko
mend verschijnsel, dat we gaarne ons wat
ruimer bedeeld zouden zien met enthousiaste
menschen.
Ook wij verblijden 'er ons hartelijk in dat
ook de radiotelefonie in dienst gesteld wordt
van de prediking van het Evangelie.
Allang is er op gewezen dat Evangelisatie
vooral onder de z. g. n. hoogere standen noodig
is, maar daar 3'juist 7zoo groote moeilijkheden
meebrengt.
En de menschen uit die hoogere kringen zijn
wellicht op die'wijze, voor een deel althans,
te bereiken.
Juist uit die kringen, 'want zoo goedkoop is
een ontvangtoestel nog niet, dat spoedig al
zoowat iedereen met de heele wereld radio-
telefonisch zoulzijn^aangesloten. We hebben
tenminste gehoord dat zulk een ontvangtoestel
altijd nog wel een honderd gulden kost.
En die kringen, zullen'dan nog maar voor
een deel te bereiken^zijn." Zeker niet allen, die
dat wel zouden kunnen betalen, schaffen zich
ook zoo'n inrichting voor draadlooze telefonie
aan.
Voor de kerken in het algemeen'is dus zeker
nog niet de tijd gekomen te gaan sparen, om
zich een uitzender aan te schaffen en zoo haar
leden, die de kerkelijke samenkomsten niet
kunnen bijwonen, te doen'meehooren en mee
leven en voor de leden van andere kerken kan
haar toch moeilijk de zorg en de verantwoor
delijkheid worden opgedragen. Vooralsnog zul
len ze wel kunnen volstaan met een gewone
kerktelefoon. Daarmee zijn dan niet alleen te
helpen de dooven, die in de kerk kunnen ko
men, maar ook gelijk te Axel, en naar we
meenen ook te Bunschoten, de zieken, die niet
ter kerk kunnen komen, wanneer die aange
sloten worden door draden van de kerk naar
hun woning. Bovendien heeft dit stelsel het
voordeel, dat de kerkeraad kan beoordeelen of
zulk een aansluiting noodig is.
Maar al zou maar een deel van de]menschen
uit de hoogere kringen op die manier te be
reiken zijn, die gelegenheid om hun'het Woord
des Levens bekend te maken, mag dan niet
ongebruikt blijven.
We wenschen daarom de radio-predikers van
harte toe bekwaamheid voor en veel zegen op
hun arbeid.
Evenwel verschillende interessante be
schouwingen over de radio-preeken getuigden
er reeds van het enthousiasme mag ook hier
niet verleiden tot onberaden dingen. Als de
apostel Paulus in 1 Cor. 14 15 schrijft: „Ik
zal wel met den geest bidden, maar ik zal ook
met het verstand bidden", mag daaruit wel
worden afgeleid, dat nog niet altijd het bidden
met den geest ook was een bidden met het
verstand. En zoo ook kan er ook nu wel eens
een enthousiasme zijn, maar waarbij het den
ken wel wat veel op den achtergrond werd
gedrongen.
We zijn waarlijk geen geestverwanten van
de Vrije Gemeente te Amsterdam, maar ons
dunkt toch niet onverstandig, dat zij zich eerst
nog eens ernstig wilden beraden of zij op het
gebouw van hun samenkomst een installatie
tot het uitzenden van radio-telefonische mee-
deelingen voor hun leden, zouden aanbrengen,
omdat misschien vele leden dan voor hun lid
maatschap zouden bedanken.
Voor de Vrije Gemeente bestaat alleen dit
gevaar. Want zij is de eenige in heel ons land.
Maar voor de kerken, ook onze Gereformeerde
kerken komt daar een ander bezwaar bij, want
we hebben in ons land meer dan één Geref.
kerk. Een kerk, die in den gewonen dienst op
Zondag zulk een uitzender gebruikt, maakt
daardoor mogelijk, dat er ook van haar zuster
kerken leden zijn, die de samenkomst hunner
gemeente verzuimen, wantze kunnen thuis
wel een preek hooren
En voor dit geval willen we nu eens onze
Kerkenordening opslaan en lezen in art. 15o.m.,
dat het niemand geoorloofd zal zijn in een
andere kerk eenige predicatie te doen, zonder
bewilliging des kerkeraads van die kerk.
Naar de letter geldt dit artikel voor dit ge
val niet. Maar het beginsel, dat aan deze be
paling ten grondslag ligt, heeft ook voor radio-
preeken op Zondag wel wat te zeggen.
Een kerk, ook een Geref. kerk, mag maar niet
doen of zij de eenige is in ons land. Zij heeft
er ook mee te rekenen, dat er nog andere
Geref. kerken zijn, dat zij zusterlijk daarmee
heeft saam te leven, en dus heeft na te laten
wat het welzijn van die kerken zou kunnen
schaden.
En art. 80 van de K. O. noemt als een groot
vergrijp het indringen in eens anderen dienst.
Bij het radio-preeken mag wel worden toege
zien, dat het niet leidt tot het indringen in
eens anderen dienst, of, wat een zegen kan
worden, doet zóó meer kwaad dan goed.
Heij.
LIL
Amice
Ge zult me toestemmen, dat onze kerkelijke
hemel in deze dagen alles behalve smetteloos
blauw is. Op sommige plaatsen hebben zich
donkere wolken samengepakt, die angstig doen
vragen, wat daaruit zal worden.
Het is als met een onweer, dat dreigt. Angstige
kinderen stelt ge gerusthet zal zulk een vaart
niet loopen't komt wel weer terecht. Maar
zelf kijk je toch ook wat vaker dan gewoonlijk
naar de luchtje kunt toch niet weten, het
kan inslaan.
Van den beginne af schreef ik je Amice, dat
je over die tooneelgeschiedenis niet al te opge
wonden zoudt worden.
Kalmte bewaren en geen overhaaste stappen
doen, is, als altijd en trouwens, ook in dit
geval goed. Om derwille van een paar aange
stoken takken, neem je geen bijl en probeer je
je overigens kostbaren boom om te houwen.
Een verstandig mensch, die vruchten wil blijven
plukken, raadt dan lieversnij als 't niet anders
kan of wil, die aangestoken takken liever af.
Dat neemt niet weg, dat in veler hart toch
eenige zorge is of begint te komen.
Wat de Senaat der V.U., dus het college van
hoogleeraren publiceerde in deze zaak was beter i
maar achterwege gebleven. Het is ook moeilijk
geweest, feitelijk onmogelijk, om hier, gezien
de wijde kloof die er gaapt in waardeering
tusschen dr. Hepp en dr. Buitendijk, een flink
geluid te laten hooren.
Zooals het nu luidt is het meer dan slap.
„De Senaat, zoo staat er, kennisgenomen
hebbende enz. geen oordeel uitsprekend
over de theoretische kwestie van het tooneel
of over de practische kwestie van de voor
stelling van Saul en David, omdat daarover
onder Gereformeerden een zeer verschillend
oordeel mogelijk is,
besloot echter al zijn invloed te zullen
aanwenden om te verkrijgen, dat de stu
denten terwille van het Gereformeerde volk
en uit liefde voor onze Universiteit, zich
onthouden van voorstellingen, welke buiten
eigen kring plaats hebben."
Men neme mij niet kwalijk, bescheiden erken
ik dat Zaamslag niet het middelpunt van het
cultuurleven is, en de vlucht van het groote
stadsleven is sneller dan die op 't platteland
maar ik geloof niet, dat enkele jaren terug zulk
een ruggegraatlooze publicatie de kerkelijke
wereld ingezonden zou zijn.
Ik geloof inderdaad, dat de zaak van 't tooneel
niet met een handomdraai is uit te maken
dat ik dit niet kan en gij niet, Amice, wordt
ook niet gevraagd. Doch vroeger als er zulke
moeilijKe dingen zich voordeden, waren we
gewoon vooral naar Amsterdam te zienwant
vandaar uit kwam altijd een zeker, een goed
verstaanbaar geluid, waarop de Gereformeerde
consciëntie ja en amen sprak. Waar heb je
nu anders professoren voor dan om een oordeel
uit te spreken over een diep ingrijpend geval
als het onderhavige.
En wat ze nu zeggen, is toch eigenlijk ook
een oordeei. „Magik naar 't paardenspel vader?'
vraagt bij ons een jongen. En het antwoord
van vader luidt: „Ik spreek geen oordeel uit
over de theoretische kwestie van de kermis in
't algemeen en over de practische kwestie van
't paardenspel in 't bijzonder, omdat daarover
onder de menschen een zeer verschillend oordeel
mogelijk is". Maar laat het terwille van je
moeder, die nog wat ouderwetsch is op dit punt."
't Zou me de opvoeding wel zijn. De jongen
zal 't laten misschien, als zijn vader nog eenig
beslag op hem heeftmaar waarschijnlijk lacht
hij in zijn hart de bekrompen ideeën van zijn
moeder uit en gaat hij, als 't hem blieft, toch.
En staat het nu evenzoo niet in de publicatie
Waarom spreekt de Senaat geen oordeel uit
Kan ze het niet, omdat ze niet weet óf 't goed
is of nietdan trekken de tooneellustigen onder
onze Gereformeerden de conclusieons beginsel
verbiedt het althans nietwe kunnen vrij gaan.
Wil ze het niet, omdat eigenlijk heel die motie
van de Senaat een modus vivendi zou zijn
tusschen de professoren onderling of tusschen
hen en de studenten? Maar waarom dan niet
liever gezwegen Want die storm van de V.U.
zelf legt zich wel weer. Heel ons volk ziet
echter juist reikhalzend uit naar zulk een oordeel.
Wat bedoelt men meter is een verschillend
oordeel onder Gereformeerden mogelijk Is dit
hetzelfde als een Gereformeerd oordeel Dat
men er verschillend over denkt onder Geref. is
duidelijk genoeg gebleken, maar denkt nu dr.
Hepp of dr. Dijk er Gereformeerd over, of dr.
Buitendijk, daar vragen we bij ons op 't land
naar.
En zoo vind ik ook, Amice, die slot alinea
al zeer wonderlijk en slap De studenten moeten
geen voorstellingen buiten eigen kring houden
ter wille van het Geref. volk. Waarom hier de
studenten tegenover het Geref. volk geplaatst.
Wie zijn dit De studenten zijn toch ook Geref.
volk. En we weten voldoende dat een niet zoo
klein deel van het Geref volk veeleer aan den
kant van dr. Buitendijk staat dan aan den kant
van dr. Hepp.
Ze zullen zich van voorstellingen „buiten
eigen kring onthouden" uit liefde voor de V.U.
Daar zal wel mede bedoeld zijn, omdat door
al zulk optreden liet gevaar voor het bestaan
van de V.U. meer dan louter denkbeeldig wordt.
Dat geloof ik ook, Amice. Het is uit waarach
tige belangstelling, dat ik uit onze zuider kringen
waarin vele trouwe vrienden van onze V.U.
wonen, deze dingen meen te moeten zeggen.
Een gewaarschuwd man geldt voor twee.
We hebben een tweetal artikelen van dr. De
Moor in de Utr. Kerkbode gelezen, die een
duidelijk geluid geeft en nog verder belooft te
geven. Hij schenke ons positiever resultaten,
dan deze declaratie van de Senaat, die in haar
„geen partij kiezen" meer gevaar opleverde
naar links dan naar rechts te gaan.
Ik meen dat Calvijn vasthield aanin twijfel
achtige gevallen onthoud je dan
Daar lees ik hier geen letter van.
Integendeel. Niet uit eenig principe, maar
alleen uit liefde voor de V.U. en terwille voor
het Geref. volk zal de student zich onthouden
van voorstellingen „buiten eigen kring". Doch
voorstellingen „binnen eigen kring". Hoe wijd
is zulk een kring? kunt ge als student,
toekomstig dominé, vrij houden. Wat een student
mag, mag toch ook het Geref. volk Ze geven
immers leiding later? Weten het beter dan wij,
Geref. volk?
Zoo hoeft het niet lang te duren of ook wij
hebben op onze dorpen Gereformeerde tooneel-
vereenigingen.
En het zal een attractie worden voor de
Bondsdagen, dat de beste Geref. tooneelspelers
tusschen al de zware speechen door nu wel
niet „de tante van Charlie", geven, maar b.v.
„Saul en David". Immers een keuze „waarover
practisch niets te zeggen valt". Zoo ziet ge dat
het verzwijgen van een oordeel toch knoopen
doorhakken kan, die duizenden maar liever
knoopen zagen blijven.
Je herinnert je hier vast de uitdrukking van
dr. Dijk op de Ouderl. conferentie:
„Neutraliteit is een manke juffer, die naar
links overhelt".
Deze neutrale publicatie lijkt me dit ook te
doen. Daarom ware ze beter verzwegen.
i Ze kón, gezien de omstandigheden, niet anders
gegeven wordendoch ze is veel te vroeg en
daarom veel te vaag.
En het vage en onrijpe zijn we van onze
V.U. niet gewoon. Er zal nog wel wat beters
komen Amice. Uit de botsing der meeningen
ontspringt de waarheid, zegt een spreekwoord.
Teleurgesteld zijn we, dat ben ik met De
Wachter eens, maar je maakt je koe niet dood,
al deugt een dag of wat haar melk niet. Alleen
haar reputatie als goede melkgeefster lijdt er
wat onder.
Z. v. D.
De Synode der Geref. Kerken in Zuid-Afrika.
Het afscheidswoord aan
Prof. Dr. H. H. Kuyper,
Tegen het einde van de Synode, toen Prof.
dr. H. H. Kuyper gereed stond afscheid te
nemen, sprak ds. L. P. Vorster als voorzitter
van de Synode hem, volgens „De Volksstem"
aldus toe
Hooggeachte Broeder, prof. dr. Kuyper
dit is vir my 'n groot eer as voorsitter van
die Sinode by U afskeid U ons hartelike dank
toe te bring vir U teenwoordigheid in ons
midde.
U is ons tot groot nut gewees deur U mede
werking en gewaardeerde adviese, sowel in
die Sinode self als in die Komissies. Van U
kennis en rype ervaring in kerksake het ons
geprofiteer.
Kort na die opening van die Sinode het U
die groete oorgebring van die Geref. Kerke in
Nederland, ja, van heel die Nederlandse volk.
Die groete is op bekwame wijse beantwoord
deur ons hoogeagte prof. dr. J. D. du Toit, en
ek wil nie herhaal wat so goed deur hom gesê
is nie. Tog voel ek dat die Geref. Kerk van
Suidafrika 'n groot roeping het, en U kan ons
help om die roeping te vervul. Dat die Geref.
gemeentes in Suidafrika weer tot nuwe open
baring gekom het is die werk van God, en Hij
Hy had daarmee 'n doel. Daardeur is die roep
stem tot ons gekom, om die Kalwinistiese
lewens- en wereldbeskouing, wat by die eerste
Hollandse volksplanting bestaan het, weer tot
ontwaking te bring.
Dit is 'n groot taak. En ek wil hier weer
herinner aan wat ek Woensdagnamiddag gesê
't, toe ons onder die vir ons Kerk historiese
seringboom hier op Rustenburg saamgekom 't,
ter herdenking van wat 65 jaar later daar plaas-
gevind het, onder Gods bestel gedaan was,
onder leiding van 'n afgesant uit Nederland,
wyle ds. D. Postma. En nou ons weer 65 jaar
later daar saamkom, is dit in U persoon, weer
'n afgesant uit Nederland, wat ons kom herinner
aan die dure roeping, wat ons aanvaar het, om
die Woord van God suiwer te hou, en te bly by
ons Gereformeerde belydenis, kerkregering,
diens en tug, soos ons die van ons vaders
ontvang het.
Dit is soos ons verneem, U voorneme om
ook die Sinodale Kommissievergaderinge van
die Nederd. Geref. Kerk te gaan bywoon.
Omdat ons kerke (gemeentes) klein is en ons
min of meer 'n geslote kring vorm, is dit vir
ons moeilik om met ander kerke in kontak te
kom. Tog wil ons daarom nie kerkisties wees
nie, want ons het ook 'n roeping te vervul
teenor ons volk. Ons IIoll.-Afr. volk is in sy
kern en in sy diepste wese nog kalwinisties.
In sy uitwendige lewe is hy egter veel ver
donker deur aan die ene sy liberalistiese invloede
en aan die andere sy metodistiese invloede uit
Engeland en Skotland.
Die eerste is wat die kerkelike lewe betref,
oorwin, en so sal dit ook met die twede gaan,
as ons maar as kalwiniste uit die hele land
kon saamwerk en getrou ons plig doen. Die
diie Hollandsche kerke het nogalmal dieselfde
Gereformeerde belydenis-skrifte en liturgie.
In naam van ons Sinode vra ek U om ons
te help om ook in andere kerke en kringe
die Kalwinisme tot meerdere openbaring te
bring. Ons wil vir die teenwoordige geen in-
stitutêre kerkvereniging nie, hierdeur sal ons
molik verdwyn in elemente wat ons vreemd
is, en ons roeping nie kan vervul nie. Maar
ons verlang wel toenadering tot en same-
werking met die ander Hol!, kerke tot heil
van ons volk. En ons laat die toekoms in
Gods Hand. Ons is dankbaar dat daar reeds
samewerking is, insake die Bybelvertaling in
Afrikaans. Daar is nog andere sake waarin
samewerking nodig is, b.v. hersiening (of uit-
bouing) van ons belydenisskrifte en van ons
liturgie.
Dan is daar die vraagstukke van beter
Kristelik Onderwys op ons skolesosiale
vraagstukke soos huweliks-wetgewing, Sab-
bats-heiliging, misbruik van sterke drank ens.
Ook die opheffing van die gesonke deel
van ons volk, die sending onder die heidene
en in verband hiermee die naturelle-vraag
stuk hier die laatste is wel 'n politieke saak
maar raak tog ook die kerk.
Ons wil met andere kerke samewerk om
hierdie vraagstukke op te los volgens ons
Kalwinistiese beginsels tot eer van God en
welsyn van ons Volk.
U bly nog enige maande hier in Afrika en
dan gaan U terug na Holland. Ons wil U
ook 'n boodskap meegee vir die Geref. kerke
van Nederland. Sê aan hulle, ons het met be
langstelling gevolg die oplewing van die
Kalwinisme in Holland en ons het gesien wat
dit vir Holland beteken. Die geluid daarvan
is uitgegaan oor die hele wereld, en die tijd
is aangebreek dat die Geref. kerke van Neder
land nou nie meer net alleen 'n roeping teenoor
Nederland het nie, maar hulle het nou 'n
wêreldroeping te vervul.
Met U betreur^ons, datvzeker groot manne
as U vader, Dr. Abr. Kuyper, Dr. H. Bavinck,
en andere weggeneem ismaarGod het on
der U nog mannegelaat om die wereldtaak
te vervul, en Hij sal U daartoe die weg en die
middele aanwys.'^ Die Kalwinisme is sterk
gewees in Nederland in die 16e en 17e eeu.
Al is dit 'n klein landjie, met die Dordtse Si
node van 1618—19 het dit getoon, dat dit
groot kan wees. Kalwinisme is nog net so
sterk, en wag slegs op Gods bestel om dit
weer 'n wêreldmag te maak. Elk is overtuig,
dat die Geref. Kerke van Nederland die mid
del 'in Gods Hand moet wees om dit weer
'n wêreldmag te laat word,, deur dit in ander
lande, soos Duitsland, Hongarye, Skotland,
Amerika en Afrika, uit sy lange slaap op te
wek.
As vanself voel Nederland dit, en het
reeds daarmee 'n begin gemaak, waarvoor
ons en ander lande dankbaar is. Laat al wat
nog Kalwinisties dink van alle lande nader
aan mekaar gebring word. Laat die Kalwi
nistiese levens- en wêreldbeskouing wees
soos in vroeëre eeue, en 'n wêreldmag wordt.
Laat dit weer soos in die 16e en 17e eeu
gestel wordt, enersyds teenoor ;die pouselike
mag en wêreld-idee, \wat nou'fweer: [sy kop
oral opsteek. Laat dit gestel word andersyds
teenoor die ongeloof en die rewolusie-gees,
wat nou onder die volkere heers. Dan sien ek
uitkomst ook vir die treurige toestand waar
in die sogenaamde beskaafde wêreld tans
verkear. Sal Europa en daarby die Kristelike
beskaafde wêreld gered wordt, dan moet ons
teruggaan na die grond-idee van die Kalwi
nisme, wat volgens Gods Woord is, „die Soe-
wereiniteit van God".
U is tot ons in Suidafrika gekom. Hier
deur is Nederland en Suidafrika weer nouer
aan mekaar gebind geword. Mag die aksie
sig uitstrek tot alle Gereformeerde Kerke en
Europa, Amerika, Asië en Afrika.
Nogmaals sê U dank vir U oorkoms, U is
vir ons 'n broeder, as een van ons geword.
Namens die Sinode het ek die genoeë U 'n
koevert met inhoud en foto's van ons Sinode
en predikante, onder die seringboom geneem,
aan te bied.
Mag God U weer veilig terugbring na
Nederland, U famielie en U arbeid, en U daar
nog tot 'n ryke seën stel.
Elk groet U namens die Sinode tot afskeid".
Hierna werd Prof. Kuyper staande toege
zongen Ps. 134:3, en sloot de voorzitter van
de Synode de zitting met het „Onze Vader".
TWEETAL TE
DrachtenJ. F. Hulstein te Middelstum.
J. H. Kuiper te Winsum.
BEROEPEN TE
WorkumJ. H. A. Bosch te Nijverdal.
ZwammerdamA. B. W. M. Kok te Wommels.
AlblasserdamJ. Joh. Wielenga te Waddinxveen.
Ulrum P. v. d. Sluis te Dirkshorn.
Westmaas en Eiburg: P. de Feyter, cand. te
Axel.
Zuidwolde (Gr.)M. Elzinga te Grootegast.
Wanswerd, c.a.A. J. Bouma te St. Jacobi-
Parochie.
H.-I. AmbachtA. B. W. M. Kok te Wommels.
AANGENOMEN NAAR
Bruinisse-OosterlandD. Bremmer cand. te
Gorinchem.
BEDANKT VOOR
VlaardingenDr. S. P. Dee te Dwingeloo.
Hoek, Schoondijke en WestmaasD. Bremmer,
cand. te Gorinchem.
Aalten Dr. D. K. Wielenga te Baambrugge.
Onderderdam J. W. van Tol, cand. te Assen.
AFSCHEID VAN
Exmorra door ds. H. de Lange met Judas
1 24-25.
INTREE TE
Ten Post (Gron.) door Cand. B. Ramaker met
Judas 20, 21 na bevestiging door ds. A. S.
Schaafsma van Grijpskerk.
Ooltgensplaat door ds. II. de Lange met 1 Cor.
3 14, 15 na bevestiging door ds. A. Ph. S.
Schaafsma van Den Bommel.
Spijk (Gron.) door ds. J. Visscher met Jes.
40 3—5a, na bevestiging door ds. H. A.
Kiviets van 't Zand met Spr. 27 23.
Nieuw kerkorgel. Door een zeer mildeu
gever daartoe in staat gesteld, mocht de Geref.
Kerk van Treebeek (Z.-Limb.) een nieuw orgel
met electrische windvoorziening in gebruik
nemen, tiet instrument, vervaardigd door
Gebr. Franssen te Roermond, ziet er zeer fraai
en degelijk uit, en doet den fabrikant alle eer
aan.
In de Geref. kerk te Terneuzen zal een
nieuw rein pneumatisch kerkorgel met twee
klavieren, vrij pedaal en electr. windmachine
geplaatst worden. Het front wordt vervaardigd
van eikenhout, naar een ontwerp van den archi
tect P. A. Galle, te Terneuzen. De levering
van het instrument is opgedragen aan Kgl.
Bayer, Hoforgelfabriek G. F. Steinmeyer Co.,
te Oessingen (Bayern).
Kerkinstitueering. De afscheidiug van de
leden der Geref. Kerk van Surhuisterveen, die
in het aangrenzende Grond. Opende wonen,
wordt thans werkelijkheid. Het verlangen om
een eigen gemeente te stichten werd door de