Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
38e Jaargang.
Vrijdag 30 Mei 1924.
No. 22.
RedacteurenDs. L. BOUMA te Middelburg en Ds. A. C. HEIJ te Koudekerke.
Persvereeniging Zeeuwsche Kerkbode.
UIT HET WOORD.
MIJNE OOGEN HEF IK TOT U OP.
Heerlijke belijdenis. Een vertellen
van een zielsgeheim aan God, den Heere,
een bekentenis die met de daad ge
paard gaat. Immers wie zal zoo spre
ken tot God en 't niet doen.
Hoe heerlijk schittert 't geloof bij
oud Israël in zulke taal.
De tempel te Jeruzalem beeldde voor
Israël uit de hemelsche woonstede Gods.
In dien tempel woonde God achter
gordijnen. Alleen de Hoogepriester
mocht tot God naderen eenmaal 's jaars
in 't binnenste heiligdom. Zelfs de
afbeelding van den hemel was dus ge
sloten voor het volk, hoeveel te meer
de hemel zelf.
De ballingschap had voor een tijd
zelfs de vromen van den tempel ver
dreven. In den vreemde, onder spot
en hoon der vijanden, moesten zij om
zwerven.
Nu weergekeerd blijkt 't, dat de bal
lingschap hen nader tot God heeft
gebracht.
Daar moesten zij, des spots veel te
zat, opzien naar de hemelen, naar God,
die in den hemel woont.
Nu zingen zij hun optochtsliederen,
in herinnering aan dien spot en zij
jubelen 't uitTot U, die in de hemelen
zit, hef ik mijne oogen op. Zij doen
dit, zij zijn het gewoon, zij hebben het
geleerd zoo spreekt en doet een volk,
dat zwaar gedrukt werd, dat nog be
nauwd wordt, dat van beneden geen
hulp verwacht, een volk dat door ge
nade zeggen kan
'k Ben gewoon in bange dagen
Mijn benauwdheid U te klagen.
Het oogen-opheffen naar boven is
dan tevens een geloofsdaad. De ware
geloovigen weten Onze God is sterker
dan alle goden, zetelt niet op aarde,
maar in de hemelen.
Hoeveel rijker is de Gods-openbaring
van ons dan voor oud-Israël. Door
zijn Zoon heeft God tot ons gesproken.
Gods eigen Zoon kwam op aarde, maar
is ook weer opgevaren naar den hemel.
Op hemelvaartsdag mochten wij weer
dit heerlijk feit gedenken.
Wie onzer denkt bij 't,,Die in de
hemelen zit", niet eerst aan Jezus
Christus, onzen Heere Aan Hem die
zit ter rechterhand Gods.
Eerst 't oog op Jezus Christus, onze
Heere, dan op God den Heere. Door
Hem tot God gaan, die zegt„Ik ben
de weg, de waarheid en het leven
Mijne oogen hef ik op tot U, o mijn
Heiland, tot U, o mijn God.
Nu bij rijker openbaringslicht moest
dit de taal van Gods volk steeds zijn.
Is dit onze taal Heften wij in waarheid
onze oogen op tot God
Helaas ook in onze christelijke krin
gen komt er al meer een vereeren van
het schepsel boven den Schepper.
Religie, kunst, macht, kapitaal en
helaas de naakte zonde en het bruut
geweld zijn de goden van onzen tijd.
Elk kan naar eigen believen verkiezen
wat hij wil.
Alleen, het opheffen van de oogen
naar Hem die in den hemel zit, wordt
door den tijdgeest bespot, wordt door
de wereld veracht. En duizenden, die
den naam van christen dragen, kunnen
of willen dien spot der wereld niet ver
dragen, schamen zich hun geloof, en
doen de wereld na, kiezen ook onder
de goden dezer eeuw naar de smaak
der wereld hun zingenot.
Zij hebben zoo dikwerf gehoord 't
beweren ons christendom is arm en
biedt niets voor onze ziel, die begeert
naar Paradijsweelde. De wereld echter
is rijk, zoo hoort men dan tegelijk, rijk
aan kunst, rijk aan religie, rijk aan
macht, rijk aan kapitaal, rijk bovenal
aan durf om de zonde naar zinnelust in
't openbaar te bedrijven, rijk ook aan
vrijheid. Vrij mag elk die wil ook zijn
oogen opheffen naar boven.
Het nieuwe Christendom van onzen
tijd roept 't uitRicht uwe oogen overal
heen waarvoor uw ziel te genieten is.
Een huichelaar wordt genoemd, wie
hieraan niet wil meedoen.
De ware Christen zal echter ook in
onze dagen blijven zeggen Ik hef mijne
oogen op tot U, die in de hemelen zit.
Hoe noodig is 't echter in onze dagen
in christelijke kringen hiertoe op te
wekken. De tijdgeest werkt op nieuwe
wijze. Verachting en spot zullen weer
't deel worden der ware Christenen.
Wie niet dweept met een der Goden
van de wereld is nu reeds een achterlijk
mensch, die zijn tijd niet verstaat, wordt
nu reeds bespot en veracht. Velen
kunnen daar niet tegen en bezwijken.
Anderen vinden 't voornaam ook de
smaak van den wereldmensch te hebben.
Zij buigen voor de Goden dezer eeuw.
Is het nu genoeg, wanneer de ware
christen in de binnenkamer zijn oogen
opheft tot Hem, die in den hemel zit
Stellig niet. Draagt, christenen, die door
Gods genade hierin volhardt, uw belij
denis uit naar buiten. Wilt door uw
voorbeeld anderen opwekken, bezielen,
aansporen om 't ook te doen Wij
moeten, als de wereld oprecht van een
arm christendom, spreken van onzen
rijken Christus, en in 't geloof uitdragen
in 't midden dezer wereld de schatten
van Christus, die wij bezitten door het
geloof. Schatten voor de eeuwigheid,
waarvoor alleen de Paradijsweelde aan
de ziel hergeven wordt.
Vindt, wie buigt voor de gaven dezer
eeuw steeds verzadiging, nooit teleur
stelling ja meer kan de wereld ellende
en moeite wezen, tranen drogen, droef
heid bannen. Kan de wereld een weg
wijzen om aan ellende te ontkomen
Die in den hemel zit kan ons een
weg ontsluiten tot verlossing van alle
ellende, opent den weg naar het Para
dijs. Een weg ..Voor ons hart, een weg
voor onze verwachtingen, een weg voor
onze idealen. Hij alleen stelt in de
ruimte, en opent de verten voor ons
zielsoog. Hij alleen is 't
Die na kortstondig ongeneugt',
Mij eindeloos verheugt.
De beperktheid van het aardsche
leven, de onvoldaanheid, die al 'taardsch
genot achterlaat, bovenal de zonde in
ons en rondom ons, doet telkens, ook
wie 't zoekt bij de wereld, als uit nood
weer roepen naar boven.
Er is rijker, reiner genot, oneindig
hooger, dan de wereld ooit bieden kan.
De eeuw is in het hart van den mensch
gelegd. Hij dorst naar iets dat verre
uitgaat boven al het aardsche. Iets dat
alleen in de hemelen is.
De oogen dan naar boven.
De oogen naar de hemelen.
De oogen naar Hem, die in de heme
len zit.
Vertrouwt de zorg voor uw ziel alleen
toe aan haar Schepper.
Vlucht voor de nooden en behoeften
van uw ziel alleen tot haar Verlosser.
Laat u uw zieleweelde toevoeren al
leen door wie ze scheppen kan en ook
uw ziel kan stemmen en bereiden om
ze te genieten.
Op God Drieëenig 't oog.
Hij schenkt troost in nooden, verza
diging van vreugde, eens de lieflijk-
heen van 't zalig hemel leven.
Hij schept een nieuw Paradijs, ver
nieuwt naar zijn evenbeeld al zijn uit
verkorenen.
Hij doet eens, verzadigd met zijn
Goddelijk beeld, God in zijn heerlijk
heid en luister aanschouwen.
Schaamt u dan nooit deze heerlijke
belijdenis.
Maar wees dan ook waar voor uw
God en ga met al uw zielsbehoeften
steeds tot God, uw God, de bron van
vreugd.
Terneuzen. S. Groeneveld.
KERKELIJK LEVEN.
De Samaritanen.
Pastorale Conferentie.
DADERS DES WOORDS.
Valsche Profeten.
ZEEUWSCHE KERKBODE
Vaste medewerkers D.D. P. VAN DIJK, F. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, F. STAAL Pzn., en R. J. v. d VEEN.
Abonnementsprijs: per kwartaal bij vooruitbetaling f 1,
Afzonderlijke nummers 8 cent.
Advertentieprijs: 15 cent per regelbij jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrijke reduotie.
UITGAVE VAN DE
Adres van de Administratie
Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
Berichten, Opgaven^Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdag
morgen^ uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF
Spanjaardstraat, Middelburg.
TELEFOON 2 3 8. GIRONUMMER 42280.
Ik hef mijne oogen op tot U, die in
de hemelen zit.
Psalm 128 1.
In 't ochtendblad van Woensdag 21 Mei j.l.
stond een artikel, dat mijn aandacht trok en
waaraan ik enkele mededeelingen ontleen. Het
gaf een beschrijving van de wijze, waarop de
tegenwoordige Samaritanen het Paaschfeest
vieren op den berg Gerizim.
Zooals bekend is, is het aantal der Samari
tanen zeer klein. Enkele jaren geleden las ik in
een Duitsch Tijdschrift, dat er niet meer over
waren dan 150 en 200. En nu vond ik het op
merkelijk, dat de schrijver van dit artikel opgaf
150. Vroeger waren er veel meer, maar de
Arabieren hebben hun aantal zeer verminderd.
Hoe taai echter moet hun nationaal leven zijn,
dat zij niet geheel verdwenen zijn. De schrijver
van 't artikel voorziet dan ook, dat zij na niet
al te langen tijd tot het verleden zullen be-
hooren, te meer omdat er meer mannen dan
vrouwen onder hen zijn. De nu nog overge
blevene houden vast aan de door de vaderen
hun overgeleverde godsdienst. Zij eeren nog
altijd de vijf boeken van Mozes en het boek
van Jozua als het Woord Gods.
De hooge feesten houden zij op den berg
Gerizim en daar brachten zij ook dit jaar hun
offer. Zij wonen anders in Nabloes, een stad
met een overwegende Arabische bevolking. Wijl
de maatschappelijke welvaart onder hen gering
is, konden zij slechts drie schapen tot een offer
wijden. De Hoogepriester, welke de plechtig
heid leidde, stamt volgens hun beweren af van
Pinehas. Opmerkelijk is 't, dat dit oude bas
taardvolk na zooveel eeuwen en zoo klein in
aantal nog altijd de paaschviering hoog houdt.
Het feest werd bijgewoond door een groote
menigte Arabieren, joden en christenen en
bovendien nog door vele vreemdelingen, die
toen juist in Palestina waren. Het is niet ge
makkelijk om de hoogte van den Gerizim te
beklimmen, maar de moeite werd rijkelijk be
loond. Het moet wel aangrijpend geweest zijn,
bij 't licht der volle maan boven op dezen
historischen berg zoo iets bij te wonen.
Hoe het komt, weet ik bijna zelf niet, maar
als ik iets lees over de Samaritanen, dan trekt
het mij altijd aan en ik gevoel een drang in
mij om er iets van mede te deelen. De vraag
komt dan altijd bij mij op, welke bedoeling zou
God er mee hebben om dit volk zoolang te
laten wonen op dezelfde plek, waar hun baker
mat stond. Uit de evangeliën weten we, dat
God onder dit door de joden zoo verachte volk
zijn gekenden heeft gehad, die onder de schare,
welke niemand tellen kan, hun plaats reeds
hebben gevonden.
Bouma.
Zeeland is een kleine provincie en bestaat
uit onderscheiden eilanden, zoodat we hier nog
het eigenaardige hebben, dat Zierikzee het
middelpunt is van Schouwen en Duiveland,
Goes van Z. Beveland, Middelburg van Wal
cheren, Oostburg van 't land van Kadzand enz.
De Geref. kerken zijn er niet vele, terwijl
het aantal predikanten nog geringer is, dan moet
men er zich over verwonderen, dat de Zeeuwsche
Pastorale Conferentie jaar in jaar uit blijft be
staan. Ge kunt haar niet vergelijken met eenige
Conferentie van gelijken aard, want zij is ge
heel eenig in haar soort. De bekoring, welke
van haar uitgaat ligt niet in de beroemde
mannen, die er optreden, niet in de hoog
wetenschappelijke referaten welke er gehouden
worden. Er is een tijd geweest, dat zij mee
dingen kon, maar die tijd ligt achter ons. De
Conferentie, welke onze predikanten uit het
geheele land houden, staat zeker veel hooger
wijl zij beschikt over de meest eminente per
sonen. Neen, de bekoring welke van onze
vergadering uitgaat, ligt in het echt huiselijke,
dat haar kenmerkt. Wij zijn er zoo geheel
onder ons. Wij kennen elkander korter of
langer en wij ontmoeten elkander gaarne.
Wanneer we zoo in een gezelligen kring een
dag doorbrengen, dan is het voor ons na veel-
vuldigen arbeid in den winter een verademing.
Het spreekt van zelf, dat er ook in dezen
kring eenige wisseling is. We verwachten
enkele broeders, die er voor 't eerst komen
zullen. Het zou ons bevreemden, wanneer zij
er zich dadelijk niet thuis gevoelen. Wij zijn
blij, wanneer onze jeugdige broeders ook op
dit gebied van meet af met ons meeleven.
Naar we meenen bestaat er grond tot de
verwachting, dat Dinsdag een aangename en
gezegende dag zal zijn. De vergadering begint
des voormiddags 10 uur en dan komt al spoedig
aan de beurt het referaat over het Zionisme,
't welk ds. Wessels van Veere leveren zal. Het
onderwerp is in goede handen en we kunnen
rekenen op een duidelijke en grondige behan
deling. Vervolgens zal de gelegenheid tot vragen
uitlokken tot nadere en geanimeerde bespreking.
Ds. v. d. Vliet zal na de pauze D.V. ons
onthalen op een belangrijke bijdrage over de
vier evangeliën, zoodat we ook in dit opzicht
niet teleurgesteld zullen worden.
Moet ik er nog bij zeggen, dat er ook in de
kerk plaats is voor onze ouderlingen, diakenen
en leden van een onzer kerken. De zusters zijn
niet minder hartelijk welkom als de broeders.
De kerken bieden ook nu weer aan alle
predikanten een gemeenschappelijken maaltijd
aan. Bouma.
VIII.
Als Prof. Bavinck in zijn Dogmatiek I2 bl.
351, schrijft: Profetie en wondergave gaan
samen. Al de profeten en ook de apostelen
hebben het bewustzijn, wonderen te kunnen
doen", mag niet vergeten worden, dat ook deze
regel zijn uitzonderingen heeft.
Omermaarééne te noemen, maar dan ééne,
die sterk spreekt, bij Johannes den Dooper