Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. 38e Jaargang. Vrijdag 23 Mei 1924. No. 21. RedacteurenDs. L. BOUMA te Middelburg en Ds, A. C. HEIJ te Koudekerke, Persvereeniging Zeeuwsche Kerkbode. UIT HET WOORD. DADERS DES WOORDS. Valsche Profeten. ZEEU ERKBODE Vaste medewerkers: D.D. P. VAN DIJK, F. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, F. STAAL Pzn., en R. J. v. d VEEN. Abonnementsprijs: Advertentieprijs: per kwartaal bij vooruitbetaling f 1,—. Afzonderlijke ^nummers 8 cent. 15 cent per regel bij jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. UITGAVE VAN DE Adres van de Administratie Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdag morgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF Spanjaard straat, Middelburg. TELEFOON 2 3 8. GIRONUMMER 42280. HEMELVAART EN WEDERKOMST. Deze Jezus, die van u opgenomen is in den hemel, zal alzoo komen gelijker wijl gij TIem naar den liemel hebt zien henenvaren. Hand. 1 11b. Eens had Jezus tot Nathanaël gezegd (Joh. 1 52) een woord, dat mede goed voor al zijn volgers is„Gij zult den hemel zien geopend en de engelen Gods opklimmende en nederdalende op den Zoon des menschen". Met zijn heilige engelen binnenkort gedenken wij weer dit feit is Chistus opgevaren onmiddelijk na zijn hemel vaart zien zijn Apostelen de heilige Engelen nederdalen. Twee mannen stonden bij hen in witte kleederen, teekenen van heiligheid en waarheid. Een heerlijk woord had Jezus voor zijn hemelvaart nog tot zijn discipelen gesproken ,,Gij zult mijne getuigen zijn zoo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria en tot aan het uiterste der aarde." (Hand. 1 8b). En toen was Jezus opgenomen in den hemel. „Er was geen wagen en geen wervelwind als eens bij Elia's opneming. Plotseling kwam er beweging in zijn lichaam. Zijn voeten raakten de aarde niet meer. 't Lichaam werd opgeheven. Langzaam ging het hooger. Duidelijk namen de discipelen dit alles waar. Voor de oogen zijner jongeren werd hij van de aarde ten hemel opgeheven. Met hun oogen volgen zij Hem zoolang zij kunnen. Opeens onttrekt een wolk Hem aan hun oog. Hij gaat ten hemel in. Christus is neergedaald uit den hemel in de benedenste deelen der aarde Heeft toen een pad gebaand door dood en graf ten leven. Met zijn hemelvaart legt Hij af 't onzichtbare pad tusschen de aarde en den hemel. Hij, die de weg, de waarheid en het leven is, baant voor den zondaar 't pad ten hemel, ja voor allen, die door Hem tot den Vader gaan. Opwaarts zien de discipelen. Hun blikken blijven op den hemel gevestigd, maar de wolk belet hun te zien wat zij willen zien. 't Wordt hun niet vergund den ingang van hun Meester in den hemel te zien. Onnut wordt nu hun staren, hun op waarts zien naar den hemel, en toch zouden ze blijven staren. Daar komen de engelen, die wij zouden kunnen noemen de engelen van de hemelvaart. Wat staat gij en ziet op naar den hemel, zeggen ze. Uw oog zoekt Jezus. Van u is Hij opgenomen. Konden dood en graf Hem niet houden, omdat Hij Gods Zoon was, de aarde kan den Opgestane niet houden. Nu is Hij op gevaren tot Zijnen Vader en tot uwen Vader. In den hemel is Hij opgenomen. Meent niet, dat Christus voor u verloren is, voor u zijn discipelen en voor heel zijn kerk. Hij leeft. Hij leeft altijdals Hoofden Heer regeert Hij zijn gemeente. Nu zal Hij zijn koninkrijk oprichten. Zijn koninkrijk niet van deze wereld. Het is gegrond, het zal nu komen. Van uit den hemel zal Hij de groote Veldheer van het leger Gods in alle dingen regeeren en tot de voleinding leiden. Opgenomen in den hemel is uw Koning en Heere, o gemeente van Christus, o volk van God. Onwankelbaar is zijn troon, ongenaakbaar voor eiken vijand zijn paleis, onvernietigbaar zijn leven. In den hemel woont Hij. Boven de wolken is zijn troon. De engelen dienen Hem en letten op zijn wenken. Geen aardsche macht kan Hem beletten zijn Raad te volvoeren. Volkomenlijk kan Hij zaligmaken allen die door Hem tot God gaan alzoo Hij altijd leeft om voor hen te bidden. Op de wederkomst en voleinding richt Hij nu alle dingen. Naar den hemel is Christus heenge gaan, in den hemel is Hij opgenomen. De discipelen zagen Hem henenvaren en ontvingen van de engelen getuigenis, dat Hij in den hemel was opgenomen. De engelen van de hemelvaart spreken echter metéén van de wederkomst des Heeren. Zij verklaren immers Hij zal alzoo wederkomen, gelijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien henen varen. Alzóó. Is dit een vage vergelijking tusschen de wijze van zijn vertrek en van zijn wederkomst. Neen, het zegt aan de hemelvaart zal de wederkomst gelijk zijn. Op zichtbare wijze zal Hij wederkomen, in de wolk, met de bazuin, in gezelschap. Eeuwen mogen er verloopen tusschen 't eerste en het tweede feit, als onmid dellijk verbonden in Gods Raad worden deze twee feiten ons hier voorgesteld. Aan de werkelijkheid der hemelvaart twijfelen wij niet. Wij moeten evenmin twijfelen aan de werkelijkheid der weder komst. Zoo als Hij opvoer komt Hij weder. Verwacht Hem uit den hemel. Ver wacht Hem als Gods Raad voleindigd is, niet eerder en niet later. Het aardsch gedoe mag ons somwijlen ontroeren, met angst en schrik vervul len bange tijden mogen er komen, de vijanden Gods mogen dreigend soms de handen opheffen ten hemel, ze mogen ons soms bewegen onzen tred te ver haasten om iets dreigends af te weren, onze Heiland wordt door geen aardsch gebeuren ooit bewogen zijn tred te verhaasten. Het rumoer der volkeren, zelfs het openen der helle poorten zal Hem niet noodzaken weder te komen. Noch satan, noch eenige aardsche macht bepaalt het oogenblik van zijn wederkomst. Alleen op 't hemelsch maatgeluid, op 't oogenblik, dat de loop der eeuwen zal beëindigd zijn, zal Christus wederkomen. Die ure is bij God bepaald. De tijd die verloopt tusschen de schepping en de voleinding wordt geen seconde ver lengd of verkort. Eens komt het goddellijk „Het is geschied". Dan zal het uurwerk stil staan, hemel en aarde nieuw worden, het nieuwe Jeruzalem neerdalen op aarde. Jezus komt. Aardsche machten mogen dreigen, bange tijden mogen komen, Jezus roept ons toezijt niet bezorgd, uw Wach ter waakt Jezus zal wederkomen, maar juist daarin ligt de verzekering, dat Hij zijn volk geen oogenblik uit 't oog verliest. Hij ziet, ja meer, Hij leidt al het we reldgebeuren. Door Christus regeert de Vader alle dingen. Alle aardsche machten zijn aan Chris tus onderworpen. Hij regeert totdat Hij wederkomt. De aarde kan geen paleis dragen voor onzen hemelkoning, zoolang hier dood en verderf woeden. Tot zoolang heeft Hij zijn paleis in den hemel. Zal die toestand echter eeuwig du ren Zal de aarde aan het verderf worden overgegeven Zullen dood en verderf hier eeuwig heerschen Neen, Christus komtMaar dan zul len ook het Beest en de valsche profeet, ja, de duivel zelf, ook de dood en de hel geworpen worden in den poel des vuurs, met allen, die Jezus niet hebben liefgehad. Voor de goddeloozen zal er dan geen plaats meer zijn op aarde. Het hemelsch Halleluja zal dan ook op aarde weer klinken van het eene einde tot het an dere. De vromen zullen het aardrijk beërven. Alzoo zal Hij wederkomen, het zegt ons dezelfde Jezus, die opvoer ten hemel daalt weer neer naar de aarde, zichtbaar, maar dan voor aller oog. Immers Hij komt ten gerichte. Hij komt als de hemelsche Veldheer om al zijn vijanden van de aarde te ver bannen, te werpen in het eeuwig verderf. Tot zoolang kan en wil Hij hier niet wonen. De wederkomst is echter zeker. Naar Gods Raad en op Gods tijd. Op den dag van Jezus' hemelvaart werd het reeds verkondigdAlzoo zal Hij wederkomen. Dit is de aankondiging van het feit der voleinding, gelijk Gabriël aankon digde het feit der geboorte van Jezus. Zullen wij dan twijfelen aan het woord der Engelen. Even stellig als op de ontvangenis van den Heiligen Geest de geboorte uit Maria volgde, moet op de hemelvaart de wederkomst komen. Moge bij allen die Jezus en zijn ver schijning liefhebben bange vrees en angstige twijfel telkens weer verdreven worden door het handenklappend op zien naar omhoog met een geloovig Kom, Heere Jezus, ja kom haastelijk, op de lippen. Is dit ook uw bede Hij zelf heeft ook getuigdZie, Ik kom haastelijk. Terneuzen S. Groeneveld. VII. Een kenteeken waaraan de ware van den valschen profeet zou te onderscheiden geweest zijn, kan gelijk we gezien hebben niet liggen in eenig uiterlijk teeken. En dat was zoo zonder meer ook niet te vinden in den levenswandel. Ook dit heeft men wel gemeend en gezegd, dat de valsche profeten daarin van de echte waren te onderkennen, dat de levenswandel der laatsten in alles in overeenstemming was met Gods wet en die der eersten daarentegen aanleiding gaf tot velerlei critiek. We kunnen ons ook uitnemend indenken, dat men het daarvoor heeft aangezien. Ook nu meent men nog vaak dat hiermee de moeilijke vraag is op te lossen of iemands woorden al dan niet geloof verdienen. Als men toch oor deelt, iemand voor een vroom en bekeerd man te kunnen houden, meent men dat dan ook waar is wat hij zegt. Elk opziener heeft het bij zijn huisbezoek wel eens ervaren, dat hij niet kon instemmen met wat een lid der gemeente beweerde, en dat, wanneer hij dan tegen een dergelijke uit spraak opkwam, hem in antwoord daarop werd toegevoegd: „maar die en die heeft het gezegd, en dat is toch een bekeerde, vrome man*. Het kenteeken in den wandel zou metter daad een bijna afdoend hulpmiddel zijn ge weest en nog zijn, wanneer het vast stond dat het daarvoor te gebruiken ware. Een bijna afdoend hulpmiddelnog niet een altijd afdoend middel. Immers daar kan verschil van meening zijn of iemand nu werkelijk voor een vroom man te houden is. Daar zijn de menschen het nog lang niet altijd met elkander over eens. Toch zou in vele gevallen wel eenstemmig heid daarin te vinden zijn, en wanneer men het dan met elkander er over eens was, dat iemand voor een vroom man kon gehouden, zou men in diens wandel een afdoend hulp middel hebben om te weten dat men uit zijn mond de waarheid vernemen zou. Maar elk weet wel, dat men van menschen, die men voor vrome menschen houdt, soms wonderlijke dingen te hooren kan krijgen en dat zijn wandel ons dus niet den waarborg geeft dat hij in alles geloof verdient. En dat nu in den levenswandel maar niet zoo zonder meer een kenteeken lag, waaraan te onderscheiden viel of men met een waren of valschen profeet te doen had, leert de H. S. duidelijk. Het is zeker waar dat vele valsche profeten een allesbehalve behoorlijk leven leidden. En het is dus ook waar dat, iemand die zulk een leven leidde allicht niet kwam met een bood schap Gods. Toch kan dat nog wel het geval zijn. Denk maar aan Bileam. Tot de groote zon den behoort ook de gierigheid en de geldzucht. Zoo denkt er de H. S. over en zoo leert het in overeenstemming daarmee, ook ons Avond- maalsformulier, wanneer het op één rij stelt, de echtbrekers, hoereerders, dronkaards, dieven, woekeraars, roovers, spelers en gierigaards. En een gierigaard en geldzuchtig was man Bileam ongetwijfeld. Iloe verlokten hem de geschenken, die hem in uitzicht werden gesteld door den koning van Moab. Hoe houdt hij daarom aan om toch maar mee te mogen gaan met de afgezanten van Balak. En deze Bileam, die om zijn uiterlijk leven geenerlei achting verdiende, kreeg toch een ware en zelfs heerlijke boodschap Gods over Israël te verkondigen. Hier is ook te wijzen op Saul en Kajafas, beide mannen wier levenswandel niet was naar Gods wet, en die toch woorden Gods gespro ken hebben. Van lang niet alle valsche profeten staat ook vast, dat ze een ergerlijk leven leidden. En van een, die met een valsche boodschap kwam, den profeet uit Bethel, van 1 Kon. 13, staat wel vast dat op zijn levenswandel geen aan merking te maken viel. Ook de levenswandel geeft dus zonder meer nog niet een betrouwbaar kenteeken. Heij. Op Hemelvaartsdaag nar Goes. Tot aanbeveling van een pas verschenen boekwerk wordt wel eens gezegd, dat het in een bepaalde behoefte voorziet.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1924 | | pagina 1