Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. 38e Jaargang. Vrijdag 21 Maart 1924. No. 12. RedacteurenDs. L. BOUMA te Middelburg en Ds. A. C. HEIJ te Koudekerke. Persvereeniging Zeeuwsche Kerkbode. UIT HET WOORD- Reeds in de landstreken van Ceserea Filippi was Jezus begonnen Zijne dis cipelen er op voor te bereiden, dat Hij straks naar Jeruzalem moest om daar veel te lijden van de overpriesters des volks en zelfs veroordeeld te worden tot den gevloekten kruisdood. Bij die gelegenheid bleek het zoo duidelijk, dat in het bijzonder Petrus zich in zulke voorstelling niet vinden kon. Ook hij wilde wel, dat Jezus naar Jeruzalem gaan zou, maar niet om daar te sterven. Hij wenschte Jezus gekroond als het hoofd van het Messiaansche rijk. Hoe ernstig ook terecht gewezen door Jezus bij die gelegenheid, blijkt toch straks in de Paaschzaal, dat hij zijn denkbeeld nog niet heeft losge laten, want zoo duidelijk is het, dat hij zichzelf in krachten overschatte. Met Jezus, zoo meent hij, kan hij wel in de gevangenis en zelfs in den dood. Vurig is hij en onvervaard. Juist dat hooge hart moet vernederd die vleeschelijke zin moet bestreden dat ijdele zelfvertrouwen moet losge laten. Simon moet er aanDan kan hij straks Petrus zijnZal hij een der meesten zijn in den discipelkring, zoo moet hij eerst leeren de minste te wor den en daartoe moet hij sterven aan zichzelf. En zoo zegt de Heere, Hij, Die alles weetSimon, Simon, zie, satan heeft zeer begeerd ulieden te ziften als de tarwe. Neen, het is hier niet Petrus, de rotsmanmaar Simon, wijl zijn natuur lijke zin en wil hier weer zoo krachtig naar voren trad, en wel herhaald, om hem op te wekken toch het gevaar, waarin hij verkeerde goed te zien en eigen krachten niet te overschatten. Zoo wordt Simon gewaarschuwd tegen alle eigenwaan en zijne natuurlijke karaktergebreken. Jezus zag het gevaar naderen. Satan had zeer begeerd, hartstochtelijk ge- wenscht dien Simon in het bijzonder eens te mogen ziften als de tarwe. Van God had de verleider begeerd het recht op Simon toe te passen zijne krachten en listen der verzoeking en hij maakte zich sterk te bewijzen, dat die Simon Petrus niet was van de echte soort tarwe, doch niet anders dan een nietswaardig kaf je en dat deze discipel in den grond der zaak niet hooger stond dan een verrader. Satan wil ze schudden als de tarwe dus met woest en ruw geweld. Wat zou er dan van den discipel terecht komen Doch Jezus trad voor hem in. Hij, de Borg en Middelaar. Reeds vóór Petrus geworpen werd in satans zeef. Jezus schenkt de verblijdende verze kering Ik heb voor u gebeden. De Heiland gebeden voor hem. Veel heeft Jezus gebedentelkens verkwikte Hij Zich in de stille eenzaamheid in het gebed tot den Vader. Gebeden heeft Hij ook voor Zijne discipelen. Hij ge beden voor hen, want Hij kende den noodHij wist de listen van den satan en voor Petrus door satan zou worden aangevallen, heeft Jezus reeds voor hen gebeden Wat eene troost voor Gods volk te wetenook in de ure der ver zoeking ruischt Jezus' woordIk heb voor u gebeden. Wat Jezus gebeden heeft voor Zijn discipel Gebeden, dat uw geloof niet ophoude. Wat Jezus in Zijn gebed van den Vader vraagt, wordt altijd verhoord. Jezus bidt niet, dat Zijne discipelen toch niet in satans zeef zullen worden geworpen, maar wel, als satan zijne volle kracht op hen werpen zal om ze te doen weg stuiven als kaf, dat dan het geloof niet ophoude, n.l. het geloof in God; het geloof in Christus Jezus en de kracht van Zijn werkhet geloof in Gods Woord, in Gods Verbond, in Gods be loften. Ware dat geloof door den duivel te ontrukken van Gods kind, zoo was alles verloren. Maar Jezus heeft voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude dat het blijve en steeds werkzaam zij en zich vastklemme aan den God der trouw. Jezus' bidden is de oorzaak, dat satan's slagen niet doodelijk zijn, want God zal schenken het schild des geloofs, waarop de pijlen des boozen afstuiten; Hij zal geven de verzekerdheid des geloofs, die doet vaststaan in het midden van de gevaren en zelfs als in de ure der verzoeking 's Heeren discipel valt, ook dan is het geloof nog niet weg, want straks breekt het weer in heerlijke kracht naar buiten. Jezus heeft gebeden, dat uw geloof niet ophoude. 't Geloof moet dus wel zijn van groote waarde, omdat Jezus voor Zijne discipelen niets anders vraagt. Alleen geloot, want het geloof is allesin Christus is het de kracht, die alles overwint. De ure komt in Simon Petrus leven, dat hij zal belijdenalles verloren, wat uit en van mijzelven was, maar ik heb door Gods genade het geloof in Jezus Christus behouden. Komt hij tot die hoogte der belijdenis, dan kan hij voldoen aan Jezus' opdrachten gij, als gij eens zult bekeerd zijn, zoo ver sterk uwe broederen Gij begrijpt wel, dat met bekeering hier niet bedoeld wordt de omzetting door Gods kracht, maar als hij zal bekeerd zijn van zijne doolpaden van eigen-willen en zelf-kun- nenals hij zichzelf heeft leeren ver liezen en het pad der zelfvernedering heeft leeren betredenals hij eigen waan over boord leert werpen en enkel en alleen steunen op zijn Heere en Heiland. Dan is hij de mande vurige, krach tige man om zijne broederen te ver sterken te bekrachtigen en te bemoe digen in het geloof en in de hoop. De Heere wil berouw na diepen val, maar dan ook geleerd en gelouterd hebt gij naar Gods wil te arbeiden tot bekrachtiging der zwakkeren Voor satans zeef hebben wij te vreezen, doch niet minder voor ons zelf, want het hart is zoo hoog en 't gaat zoo eigenzinnig tegen Gods wil en Woord in. Bange verzoeking en donkere diepte kan soms niet gespaard om u weer te brengen op het rechte spoor. En de grond van dat allesI k heb voor U gebedenIn Christus ligt het genadewerk, aan u begonnen, vast. Kapelle-Biezelinge. A. Scheele. KERKELIJK LEVEN Van Boeken Bouma. Brieven uit Z.-VIaanderen. ZEEU KERKBODE Vaste medewerkers D.D. P. VAN DIJK, F. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, F. STAAL Pzn., en R. J. v. d VEEN. A b O n n e mVn t s p r ij sper kwartaal bij vooruitbetaling f 1, Afzonderlijke nummers 8 cent. Advertentieprijs: 15 cent per regel; bij jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. UITGAVE kVAN DE Adres van de Administratie Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdag morgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF Spanjaard straat, Middelburg. TELEFOON 2 3 8. GIRONUMMER 42 2 8 0. En de Heere zeideSimon, Simon, zie de satan lieeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwemaar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude; en gij, als gij eens zalt bekeerd zijn, zoo versterk uwe broederen. Luc. 22 81 en 82. In Liefdeslicht door H. S. S. Kuyper. Uitgave van J. H. Kok, Kampen. Ter inlichting nemen we over wat Mej. Kuyper in 't begin schrijft „In een vorigen bundel vertelde ik van Liefdesleed. Maar hoezeer in deze bedoeling alle liefde draagt haar eigen leed, geen leed dooft ooit Liefde's licht. Want liefde is licht. En niet alleen licht, maar een lichtbron, die door alle leed heen, blijft belichten het leven zoo van wie liefde geeft als van wie liefde ontvangt. Waar liefde is, staat heel het leven, ook het lijdend leven, in liefdeslicht". De zes schetsen, welke het boek bevat, zijn zeer goed geschreven. Zij zijn niet minder dan de eerste bundel. De vrouwen, welke er in voorkomen zijn door een vrouwenhand ge- teekend. En dit is merkbaar. Elke lezer zal dit waardeeren. We hebben ze met zeldzaam genot gelezen, juist, omdat het vrouwelijk eigenaardige er zoo goed in uitkomt. Dit boek heeft onze Christelijke lectuur inderdaad ver rijkt. We twijfelen er dan niet aan, of dit boek zal veel en graag gelezen worden. Er valt voor onze dochters en vrouwen heel wat uit te leeren. Lichtstralen op den levensweg. Kern van woorden uit de H. Schrift voor het morgen- en avonduur van eiken dag des jaars. Uit het Engelsch ver taald door C. M. E. K. Uitgave van J. H. Kok te Kampen. Aan het voorwoord van Prof. dr. H. H. Kuyper ontleen ik het volgende: „Uit het Woord Gods zijn hier de heerlijkste beloften, de rijkste vertroostingen, de teerste uitingen der liefde Gods saamgelezen als paarlen van een gouden-snoer". We behoeven er niets bij te zeggen. We veroorloven ons alleen de opmerking, dat een grootere letter het lezen vergemakkelijkt zou hebben. Een Kerstnacht voor Parijs door N. W. van Diemen de Jel. Uitgave van J. II. Kok te Kampen. Wie graag een boeiend verhaal leest, kan hier terecht. Een moeder wil zorgen, dat haar zoon, die voor Parijs ligt in den Fransch-Duit- schen oorlog van 1870-71 zijn Berliner bollen op Kerstfeest heeft. Zij dacht, dat zij ze wel per post verzenden kon, doch de Directeur nam geen eetwaren aan. Daarom besloot zij ze te brengen en nu worden ons verteld alle wederwaardigheden, welke zij vergezeld van haar hond op reis ontmoet. Hoewel de weg lang en soms zeer gevaarlijk is, komt ze, waar zij wezen wil. Zij ontmoet haar zoon, die in de gelegenheid gesteld wordt om moeder op de terugreis te geleiden. Als men eenmaal met lezen begint, weet men niet voor men aan 't einde is. Het is lectuur, welke ontspanning brengt. De penteekeningen van Jo Spier dragen er veel toe bij om het aantrekkelijk te make n De Hofnar van Gelra Een verhaal uit het begin van de zestiende eeuw door J C. Homoet. Uitgave van J. H. Kok, Kampen. De schrijver verplaatst ons naar een veel bewogen tijd, waarin veel voorgevallen is, wat ons nog belang inboezemt. Wel voor stellen kan ik mij, dat menigeen ook dit ver haal met genot leest en het kan ook het pro- testantsch bewustzijn versterken. De gegevens, welke in dit boek verwerkt zijn, hebben wei eens in andere boeken dienst gedaan, zoodat men onwillekeurig denkt aan werken welke we vroeger gelezen hebben en dit neemt veel van 't spannende weg. De teekening van den Hofnar is echter heel goed. De illustraties verhoogen de waarde. Een dappere jongen door H. Streefkerk. Met illustraties van J. H. Isings Jr. Tweede Druk. Uitgave van J. H. Kok, Kampen. Een echt jongensboek. De jeugd waardeert het. De tweede druk bewijst het. Ook nu zal het zijn weg wel vinden. Het verdient het ook. Zoo'n dappere jongen vindt bijval en verhoogt de werkkracht van onze knapen. De illustraties zijn wel geslaagd. P. Keuning. De Kracht van hunne Kracht Uitgave van de Uitgeversmij., E. J. Bosch Jbzn, Baarn. De band is aangenaam voor 't oog. Men grijpt er van zelf naar. Men vraagt zal Keuning in dit boek weer in zijn kracht zijn? Men begint te lezen: „Feest in Dijkhuizen". De be schrijving pakt dadelijk. De mannen en de vrouwen, met wie kennis maken zijn heusch menschen, zoodat zij allerwege voorkomen, al is 't dat zij het stempel van de omgeving, waar zij wonen, dragen. Die vrouw Koning ziet men in haar gebreken en deugden. Een echt vrouw uit het volk, maar die het niet gemakke lijk heeft. Er zal heel wat moeten gebeuren eer zij zich schikken zal in haar lot. Nu dit ge schiedt dan ook en waarlijk het is een genot om haar langzaam te zien worden, gelijk zij behoort te zijn. Kostelijk is ook de teekening van vrouw Kremer in het volgend stuk. Men leert deze vrouw kennen, men raakt geheel met haar ver trouwd en men verblijdt er zich over, dat zij zoo tot haar recht komt. Zeldzaam goed is ook het derde stuk „De Kerk der vaderen". Van dien ouden Dallinga moet ieder houden, ook al kunnen de Knijpstra er niet bij. Dat is nog eens een man met ver diepingen als men leest wat er eebeurt in den nacht bij het ziekbed van zijn kleinzoon, dan vallen voor ons al zijn gebreken op eenmaal weg. Ik zou kunnen voortgaan. Maar ik houd op, want het een is even mooi als 't ander en ik raad ieder aan om dit boek van Keuning te lezen. Het is uit het rijke menschenleven ge grepen. Het papier is stevig en de druk zeer helder. In alle opzichten een boek, dat er wezen mag. XLVII. Amice. Het is een oud spreekwoord, dat wie aan den weg timmert, veel berechts heeft. Dat dit in de kerk ook het geval is, kan je niet onbekend zijn. En is ook licht verklaarbaar. Wie geroepen is, de zonden te bestraffen moet kunnen verdragen, dat hij zelf met scherpe blikken wordt nagegaan. Reeds de Apostel Paulus zeide, in zijn voor schrift voor opzieners dat ze moeten zijn „onberispelijk". Doch het zal wel niet mogelijk blijken alle critiek te ontgaan. Heel aardige dingen schrijft op zijn pittige manier Luther hierover in zijn Tafelgesprekken. Het kan misschien ook in onze provincie geen kwaad naar die oude wijsheid te luisteren. Ze is hier en daar wat scherp, maar slaat den spijker soms precies op den kop Tien vereischten kunt ge stellen aan een goeden dominé Hij moet goed en ordelijk kunnen prediken. Hij moet een aangenaam uiterlijk hebben. Hij moet welsprekend zijn.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1924 | | pagina 1