Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
37e Jaargang.
ABONNEMENTSGELD.
Vrijdag 3 Augustus 1923.
No. 31.
RedacteurenDs. L. BOUMA te Middelburg en Ds. A. C. HEIJ te Koudekerke.
Persvereeniging Zeeuwsche Kerkbode.
UIT HET WOORD.
DOOD EN LEVEN.
Dit is nu eigenlijk het donkerste in
het leven, dat bestaat een naam van
leven. Dat er is schijn en wezen. Dat
op het gebied van de geestelijke dingen
voorkomt een schijn-leven.
Telkens worstelen we met den schijn.
Geheel ons leven door. Overal stuiten
we er op. Mooie vormen, welluidende
klanken, pracht-gekozen woorden
Maar als we zien op den inhoud rom
melt het. Het beantwoordt niet aan den
mooien vorm. Het valt tegen. Het
knauwt ons, doet ons pijn, maakt ons
gemelijk, verkeerd.
't Verschrikkelijkst is dat op het
teedere terrein van het leven Gods.
Dat er daar menschen zijn, die vrome
dingen zeggen, die met teksten om
zoomde vermaningen geven, die zware
zinnen wegslingeren, maar die in hun
doen strijden tegen alle godsvrucht.
Wij kunnen als ouderen onze jonge
menschen vermanen en we kunnen dat
zwaar doen ook, maar laten we ze toch
vooral, vooral doen zien ons leven
in Christus.
Men kan ons als levend beschouwen.
Men kan ons de juiste man op de
juiste plaats vinden.
Men kan ons roemen.
Maar als Hij die de zeven geesten
Gods heeft, dat nu eens niet doet
Als Jezus Christus zegtGij hebt den
vormMaar den vorm alleen!
Maar gij zijt dood!
Het is geen kleinigheid, als Jezus dat
zegt. Laten we daarop vooral letten.
Jezus, die onze harts-overweging
proeft. Die ons doorziet. Die deze be
zoedelde aarde heeft doorwandeld. In
leven, Zijn diep onbegrijpelijk leven
gaf in den dood om zondaren te redden.
Die voor het verlorene, het ellendige,
het doode gekomen is.
Jezus, die in onbegrepene liefde den
dood heeft, den geest gegeven heeft
om te redden, om te behouden.
Jezus, als Hij eens zegt, dat we doen
alsof we leven, alsof we Zijn eigendom
zijn, alsof we aan Hem behooren, en
we zijn nog werkelijk dood.
We gaan naar doop en avondmaal,
naar kerk en catechisatie, we doen aan
alles mee. En stel het U voor het
is louter vorm. Niets dan vorm. Alles
schijn. Ons geheele leven. Schijn, zoo
zelfs, dat men ons den naam van
leven geeft.
Jezus, de Rechter, zegt eensGij zijt
doodGe hebt u vroom voorgedaan.
Uw leven is gelogen.
Jezus, als Hij eens ontmaskerd. En als
het dan telaat is, voor immer telaat
Jezus, wiens woord doorgaat tot de
verdeeling der ziel en des geestes
Hij, de Oordeelaar der gedachten!
Het is in het leven al niet van ge
ringe beteekenis wie het zegt.
Maar als Hij die de opstanding en
het leven is, als Hij die den dood kent
om de eere des Vaders en om zonda
ren te behouden, als Hij eens zeggen
moet, als alles naakt en geopend komt
terwijl zijn Goddelijke oogen vlammen
Gij zijt dood!
Christus en dat leert ons hier het
woord Gods taxeert ons naar onze
werken.
Hij zegt tot den dienaar des Woords
te Sardis en tot de kerk aldaar„Ik
weet uwe werken". Hij die het weten
kan. Het weten kan met z'n oog, dat
ons doorkijkt als geen.
Er wordt tegenwoordig op veel din
gen gelet. We hebben in onzen tijd
overal oog en overal oor voor. Maar
letten we daarop wel goed, dat Jezus
eens van zich werpt menschen, die ge
bouwd hebben een prachtig leven, die
gebouwd hebben systemen en gedach
ten, die paleizen hebben gesticht met
christelijke gevels, maar op zandgrond?
Dat Hij die menschen ver van zich
werpt met z'n voor eeuwig veroordee-
lendGa weg, gij die de ongerechtig
heid werkt?
Letten we daarop wel genoeg
Heusch, we behoeven nog niet ethisch
te zijn, om daarover eens wat meer te
praten. Om daarop elkander wat meer
te wijzen. Op onze roeping in het leven.
Op de roeping Gods. Op ons doen en
laten.
Leven, werkelijk leven wordt open
baar in de vruchten. Vruchten in ons
persoonlijk leven en in onze gezinnen.
Hoe komt het, dat het in de gezinnen
zoo verkeerd gaat Hoe komt het, dat
onze jongens en meisjes afdwalen Ver
staan wij onze roeping in ons gezin
Of moet Christus daar zeggenIk
weet uwe werken, maar ik heb ze niet
vol gevonden voor God
Wij leven ons leven maar eens. Maar
eenmaal.
Als voor Gods alwetend oog onze
werken vloeken tegen onzen naam van
leven, dan is het oordeel ontzettend
We zeggen hier geen nieuwe dingen
Maar hierom leest ge ook geen me
ditatie in de Kerkbode. God geve, dat
wij ze lezen om onder het woord Gods
te komen, om dat te laten spreken tot
diep in ons hart, om te bekeeren van
zondige wegen
Hij die de zeven geesten Gods heeft,
zegt dit.
Zoo ge u veroordeeld weet, bidt om
zijn GeestOm den waarachtigen le
vens-Geest
Gij die dood zijt en die dit gevaar
lijke durft bestaan, dat ge doet alsof
ge leeft
Dood en leven!
We hebben er een paar malen over
gesproken met elkander.
Over deze ontzaglijke tegenstelling.
Het moge zijn tot levensverdieping.
Het moge leiden tot persoonlijk zelf
onderzoek.
Want dit is het bangste: het leven
te huichelen!
Al spreken de menschen dan niet
van ons, al zegt men dan heel weinig
of niets, al hebben wij dan heelemaal
geen naam, als we dan toch maar leven.
Eenvoudig en oprecht. Leven, biddend
leven uit God in Christus Jezus
Gestorven te zijn in Adam het is
bang.
Sterven we vreezen het.
Maar den naam te hebben, dat we
leven en toch dood-zijn, dat is vree-
selijk
Dit zegt Christus, die den Geest Gods
heeft
Hoor wat de Geest zegt tot de kerk
Gij kunt nog terugkeeren.
Want Hij is nogJezus!
Vlissingen. P. Cu van der Vliet.
KERKE LIJ KLEVEN.
Het einde vao de zaak Ds. Theesing.
ZEEUWSCHE KERKBODE
i
Vaste medewerkers: D.D..P. VAN DIJK, F. J. v. d. ENDE, B. MEIJER, F. STAAL Pzn., en R. J. v. d. VEEN.
Abonnementsprijs:
A d v e r,t e n t i e p r ij s":
per kwartaal bij vooruitbetaling f 1,
'Afzonderlijke nummers 8 cent.
15 cent per regelj bij jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrijke reductie.
UITGAVE VAN DE
Adres van de Administratie
Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdag
morgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF,
Spanjaard straat, Middelburg.
TELEFOON 2 3 8. GIRONUMMER 42 2 8 0.
De Kwitanties voor het abonnements
geld over het tweede halfjaar 1923
worden gereed gemaakt.
Wij stellen onze abonne's in de ge
legenheid tot 15 A u g u s t u s as. het
abonnementsgeld ten bedrage van
twee gulden in te zenden.
(Postrekening no. 42280
Na 15 Augustus wordt over de niet
betaalde abonnementsgelden beschikt,
met verhooging van 10 cent voor
dispositiekosten.
LITTOOIJ OLTHOFF.
Ik weet uwe werken, dat gij den naam
hebt, dat gij leeft, en gij zijt dood.
Openb. 3 lb.
Men weet wat goddelooze uitspraken deze
predikant van de Herv. Kerk te Middelie zich
veroorloofde.
Daarover werd hij dan ook aangeklaagd bij
zijn classicaal bestuur. Vandaar werd de zaak
doorgezonden naar het Prov. Kerkbestuur van
N. Holland. Genoemd Kerkbestuur meende aan
Ds. Theesing zelf te moeten overlaten wat
onder het Evangelie van Jezus Christus en de
beginselen en het karakter der Ned. Herv. Kerk
hier te lande moet worden verstaan. M. a. w.
ds. Theesing was vrij te leeren wat hij wilde.
Die uitspraak kwam ter tafel van de Algemeene
Synode. En hoe daar over die zaak gehandeld
werd, kan men zien in het onderstaande ver
slag van die zitting, dat we ontleenen aan
„De Standaard".
„In de gisteren gehouden zitting voerde prof.
Aalders het woord naar aanleiding van een
afschrift van het Prov. Kerkbestuur van Noord-
Holland, inzake ds. Theesing, predikant te
Middelie. Spr. zeide, dat ds. Theesing zich,
blijkens zijn geschriften, heeft geplaatst buiten
de sfeer van het Christendom. Hij staat geheel
en al aan de zijde van het paganisme van de
vroegere eeuwen. Hij heeft ook een tartende
houding aangenomen door tijdens het onder
zoek zijn geschrift „Verboden Christendom?"
uit te geven. Hij heeft niets van zijn bewering
teruggenomen, geen beterschap beloofd en ten
slotte heeft het Provinciaal Kerkbestuur de be
oordeeling overgelaten aan het geweten van
den beklaagde zelf en alzoo de absolute leer-
vrijheid geproclameerd. Prof. Aalders heeft deze
zaak niet gezocht, maar op zijn weg gevonden.
Hij wil de vraag van ketterjagerij elimineeren.
De heer Theesing is, als persoon, naar zijn oor
deel vrij om te zeggen wat hij wil, maar niet
als predikant van de Ned. Herv. Kerk. Het
Provinciaal Kerkbestuur heeft geheel willekeurig
aan den beklaagde de beslissing gelaten over
wat onder het Evangelie van Jezus Christus en
de beginselen en het karakter der Ned. Herv.
Kerk hier te lande moet worden verstaan, ter
wijl daarentegen juist het Prov. Kerkbestuur
geroepen was de leer der Ned. Herv. Kerk te
handhaven en bepaaldelijk te oordeelen, of door
dezen predikant metterdaad in openbaren strijd
met den geest en de beginselen van de belijde
nis der Ned. Herv. Kerk was gehandeld".
Prof. Knappert vindt deze zaak pijnlijk voor
allen, die voorstanders zijn van de vrijheid
binnen de grenzen van de Ned. Herv. Kerk. De
vrijheid wordt soms misbruikt en daarom de
vraag Moeten wij het met die vrijheid wagen
Naar zijn oordeel ja. De vorige spreker wil alle
inquisitie wegredeneeren, maar zij zit er toch
in. Wordt Theesing veroordeeld, dan volgt er
morgen een andere. Waar is het einde, als wij
dezen weg opgaan Hij keurt tal van uitspraken
van ds. Theesing af, maar wat hier wordt ge
zegd, is vele malen gezegd. Theesing wordt de
zondebokhij zegt, wat de radicale school
altijd heeft gezegdhij wordt de martelaar en
dat is jammer, want hij is zeer verward. Hij
is tegen het voorstel van prof. Aalders, want
hij wil de vrijheid met alle bezwaren die daar
aan verbonden zijn. Daar worden van alle
zijden verkeerde dingen van de kansels gezegd.
Hij zou wel willen, dat er in iedere classis een
wijs man was, die toezicht hield over de wijze,
waarop de predikant zijn werk vervulde en
over wat hij spreekt van den kansel, om daar
over eens met hem te spreken.
De secretaris en de vice-pres. stellen zich
aan de zijde van prof. Aalders. Men mag wel
niet oordeelen, over wat er in iemand omgaat,
maar wel over wat er van iemand uitgaat.
De heer Te Winkel is van oordeel, dat deze
zaak niet buiten de Synode mocht blijven. Toch
zag hij de behandeling tegemoet met bezwaard
hart. Dank zij het woord van dr. Knappert,
heeft hij het groepje menschen in de Kerk, dat
denkt en spreekt zooals ds. Th., kleiner zien
worden. Zeer zeker mogen wij niet oordeelen
over anderen; maar met betrekking tot'dit ee-
val vraagt spr. of wij dan geen historie hebben
en niet bezitten de oude doopbelijdenis der
Christenheid.
Is iemand in zoo flagranten strijd met die
belijdenis en wordt de vraag gesteld, of Jezus
wel een Evangelie heeft gehad, dan rijst ook
de vraagis zoo iemand nog een Christen en
kan hij Evangeliedienaar zijn. Spr. hoort dr.
Knappert zeggenwij wagen het met de vol
strekte vrijheid. Doch wij hebben toch ook
nog reglementen. En die volstrekte vrijheid is
in de reglementen niet omschreven. Het Prov.
Kerkbestuur heeft recht gesproken door den
Reglementen-bundel dicht te laten en daarbij
te vragenwat is naar ds. Theesing's meening
en geweten rechL
De heer Eilers de Haan vraagtWas er reden
een tuchtmiddel toe te passen? Neen, hij pre
dikte het Evangelie door een tuchtmiddel zou
men de zaak veel erger maken. Prof. Aalders
wijst op Art. 11 van het Algemeen Reglement,
dat spreekt van handhaving der leer, maar in
dat art. 11 heeft handhaving der leer geen
kerkrechtelijke beteekenis. Hij hecht alleen
waarde aan gewetenstucht en niet aan andere
tucht.
De heer Van Paassen heeft bezwaar de uit
drukking gewetenstucht te aanvaarden, er
wordt te groot gewicht aan het geweten gehecht.
Hij ontried de aanklagers de aanklacht.
Tenslotte is het woord aan den president
Dr. Weijland, die herinnert aan het analoge
geval-Bahler, dat in de Synode van 1905 is
behandeld. Toen had een contracta dien predi
kant vrijgesproken, nadat hij had verklaard
alsnog, en beter dan vroeger, zijne belofte te
kunnen herhalen. In de Synodus plena werd
deze vrijspraak hoogelijk afgekeurd, doch de
leden der Synodus contracta hebben destijds
niet zonder protest hunnerzijds hun goed recht
gehandhaafd. Op grond van hetgeen toen ge
beurd is, meent de president een herhaling
daarvan in den thans door Dr. Aalders voor
gestelden vorm te moeten ontraden.
Dit voorstel wordt thans in stemming gebracht
en aangenomen met 12 stemmen (vijf tegen,
twee buiten stemming)".
Veel toelichting is hierbij wel niet noodig,
om het bedroevende en ergerlijke van deze
uitspraak te doen verstaan.
Deze ds. Theesing verkondigt leeringen die
den Kerkelijk hoogleeraar Prof. Aalders te
Groningen recht gaven te beweren dat hij zich
plaatste buiten de sfeer van het Christendom,
en geheel staat aan de zijde van het paganisme