DADERS DES WOORDS.
Geen Vrijzinnige of zg.n. neutrale
bladen in onze huizen.
Brieven ait Z.-Vlaanderea.
Kerk- en Schoolnieuius.
o.i. de oorzaak van dat gevoel. Het zal moeilijk
anders kunnen worden georganiseerd, maar
het zou beslist een terugtred zijn, indien'we
voor onze hospitalen een zelfde organisatie in
het leven gingen roepen, als nu voor de Hol-
landsch-Indische scholen reeds bestaat.
3) Er werd b.v. op gewezen, dat, als er in
Holland een evangelisatievereeniging aan 't
werk gaat en deze acht b.v. een school noo-
dig als evangelisatiemiddel, dan zal zoo'n school
ook van die evangeliesatievereeniging moeten
uitgaan. Het personeel moet gedragen worden
door de gedachte, maar van zoo'n vereeniging
uitgaat. Werd zoo'n school b.v. opgericht en
gexploiteerd door een aporte schoolvereniging,
dan zou zoo'n school aanstonds een ander
karakter dragen en als evangelisatie-middel aan
invloed verliezen. Dezelfde organisatie, welke
het evangelie brengt, moet zooveel mogelijk
ook de hulpmiddelen in handen hebben, die
aan de verbreiding van het evangelie dienst
baar zijn.
Al degenen, die in eenigerlei tak der zending
werken, moeten ook in dienst staan van de
organisatie, die de zending drijft. De macht
van de idee is vooral hier zoo sterk. Twee
organisaties, die met elkander in contractueel
verbend staan, zal aanleiding geven tot bot
sing het zendingskarakter van zulk een me
dische vereeniging zal niet groot kunnen zijn
en ieder, die in dienst van zoo'n vereeniging
staat, zal voor zijn gevoel buiten de zending
staan. Dit zijn opmerkingen van hen, die mid
den in den zendingsarbeid ook in den medische
zendingsarbeid zitten, en zeer hoop ik dat de
afgevaardigden van Zeeland en Brabant ter
Generale Synode zich sterk zullen verzetten
tegen overdracht aan een vereeniging van den
medischen dienst der zending. Dat zou voor
de zending een misstap beteekenen.
Trouwens de redenen waarom men tot die
overdracht zou willen besluiten zijn louter van
financieelen aard. Men zal niet zeggen dat het,
zooals het nu gaat, verkeerd gaat, dat juist om
een beteren gang in den arbeid te krijgen, deze
scheiding zou moeten plaats hebben, integen
deel, niemand hier wenscht verandering.
En indien die verandering toch tot stand zou
moeten komen, dan zou het de vraag zijn, of
die vereeniging nu makkelijker het geld los zou
kunnen krijgen. De bedoeling is n. 1. dat voor
een zendingshospitaal de gelden zullen bijeen
gebracht worden door de provincie, wier hos
pitaal het is. Maar zou dat nu waarlijk door
een vereeniging beter kunnen geschieden dan
door onze kerken? Wij gelooven het hier niet
en ik vermoed, dat die vereeniging telkens
weer de hulp van de kerk zou moéten inroe
pen om het benoodigde te krijgen. Maar ook
al zouden de financiën gemakkelijk te verkrij
gen zijn, wat we niet gelooven, dan nog mag
de scheiding niet plaats hebben, omdat deze
scheiding de zendingsbeteekenis van de hos
pitalen zou schaden. De doktoren moeten in
dienst staan van de kerken, gedragen worden
door de roeping, die de kerken hebbenzij
moeten in al hun arbeid het doel der zending
in het oog houden en dit is alleen mogelijk,
als zij door de kerken worden uitgezonden.
Indien men het anders zegt, dan blijkt dit ons
alleed daarom mogelijk, omdat men niet van
nabij kan zien, hoe de zendingsarbeiders, die
in dienst der kerken staan, meer doordrongen
zijn van de zendingsgedachte, dan zij, die in
dienst van een vereeniging staan".
Op enkele Woorden na heb ik het pleidooi
van ds. Merkelijn overgenomen, opdat allen
kunnen weten, hoe er in Indië over dezen voor
slag gedacht wordt. Ik meen inderdaad, dat
zij, die er dan arbeid verrichten, verdienen
volledig gehoord te worden.
Ik wil er slechts één opmerking aan toevoegen.
Ds. Merkelijn zegt, dat slechts geldelijke motieven
geleid hebben tot een dergelijk voorstel, doch
dit is onvolledig. Er zijn zendende kerken in
ons vaderland, welke overladen zijn met werk
en die nu vaak moeten oordeelen over zaken,
waarvan zij niet op de hoogte zijn en die wat
nog meer zegt niet rechtstreeks tot haar roe
ping behooren. Dientengevolge vraagt men zich
af, of het niet mogelijk is, zich alleen tot het
werk te beperken, waarvoor men aansprake
lijk is.
Indien het u gaat als mij dan heeft dit
warme woord van onzen ijverigen broeder ons
verkwikt en het deed ons goed, dat de arbei
ders daar ginds zulk een groote waarde hech
ten aan kerkelijke zending zelfs in zoo grooten
omvang.
Het zou onvoorzichtig zijn, indien we hier
in Nederland aanstonds overgingen tot het be
sluit om den medischen dienst los te laten, na
zulk een degelijk protest uit Indië zelf. Maar
een andere vraag is, of er door verdeeling van
arbeid in de toekomst niet meer te zeggen valt
dan Ds. Merkelijn vermoedt.
Doch laat het vóór en tegen ernstig over
wogen worden.
Bouma.
Jaar en dag gaat in onze kringen al de
waarschuwing uit, in onze gezinnen niet te
brengen en toe te laten vrijzinnige en z.g.n.
neutrale bladen. En dat wel om deze gegronde
reden, dat de lectuur daarvan een groot gods
dienstig en zedelijk gevaar meebrengt. Het werk
wordt alzoo tegengestaan en bedreigd. Toch
wordt nog niet algemeen onder ons naar dien
goeden regel gehandeld, en moet daaruit wel
worden afgeleid, dat men niet diep genoeg be
seft het gevaar dat hier dreigt. Daarom willen
we hier opnemen een stuk uit een artikel door
Ds. K. Schilder geplaatst in de Delfsche Kerk
bode, dat algemeen de aandacht trok en reeds
in onderscheide bladen werd overgenomen, o.a.
in „De Rotterdammer" en „De Reformatie".
Hij schrijft dan daarin o.m.
Het volgende is werkelijk gebeurd. Ik zeg
natuurlijk niet waar het was. En de lezers be
hoeven ook niet daarnaar te informeeren.
't Komt op de zaak zelf aan.
't Was kermis. En op die kermis zou het weer
raar toegaandronkenschap, liederlijkheid,
nachtbraken, zedeloosheid, ontucht. Want zoo
was 't elk jaar gegaan.
Toen had men een anti-kermis-comité op
gericht en mij gevraagd er een woordje voor
te spreken. Wel dweepte ik niet met de beweging
in eiken openbaringsvorm, dien ze aannam,
maar ik gaf aan de uitnoodiging toch gehoor,
want ik kon natuurlijk alles zeggen, wat ik wilde.
Ik heb toen dien avond onder meer gesproken
over de eigenaardigheid in het verschijnsel, dat
er liberale en gansch fatsoenlijke lieden zijn,
die veel van al wat braaf en net is houden,
die gaarne bezig zijn „tot nut van algemeen",
die druk doen aan den roep om philanthropic,
die tranen plengen en liedjes wijden aan
stichtingen vanbarmhartigheid („neutrale" altijd),
die tehuizen oprichten met staatsgeld een
bazar voor gevallen meisjes en die melkkuur
paviljoen bouwen voor verstokte dronkaards
of maatregelen nemen tot bescherming van
onwettig geboren kinderen, en die toch elk jaar
opnieuw het verzet tegen de kermis den kop
indrukken en steevast vóór de „volksverheffing
in dit roemruchte volksvermaak voor platte
zielen en dom janhagel stemmen, als ze in den
gemeenteraad zitten of in dergelijke wijze
colleges. Ik heb me verstout te zeggen, dat ze
te vergelijken waren met menschen, die niet
heelemaal goed „bij" zijn.
Ik heb toen, ter illustratie van dit gevoelen,
verteld, dat ik eens een preek van den bekenden
Amerikaanschen reuzenpreeker (voor dit keer
is dat woord „reuzen" op zijn plaats) Billy
Sunday gelezen had, en daaruit weergegeven
de volgende passage, die letterlijk bij hem aldus
luidt
„Weet ge wat men in sommige krankzinnigen
gestichten doet? Wanneer men bij een krank
zinnige beproeven wil, of hij zijn verstand terug
gekregen heeft, dan zet men hem in een kamer
met steenen vloer en een loopende waterkraan
en dan geeft men den patiënt een dweil en zegt
hem, den vloer droog te dweilen. Als hij dan
verstand genoeg heeft, om de kraan af te sluiten
eer hij den vloer gaat dweilen, dan wordt hij
ontslagen, maar laat hij de kraan doorloopen,
dan weet men dat hij nog gek is.
„Dat is, wat gij zoekt te doen. Gij zoekt
droog te dweilen met belasting (op drankmis
bruik) en krankzinnigengestichten en gevange
nissen en Keelykuren en verbeteringsgestichten.
Het eenige ding dat gedaan moet worden is:
den toevoer af te snijden".
Nu laat ik me hier, net zoo min als ginds,
natuurlijk niet uit over de vraag van Overheids
maatregelen tegen drankmisbruik, hoewel het
daarover liep bij Billy Sunday. Ik geef alleen
maar zijn beeld, zijn vergelijking weer, omdat
ze treffend illustreert, wat wij verwijten aan
liberale dokters, die op zekeren tijd van 't jaar
tusschen de tanden brommen, als zij kermis-
meisjes „behandelen" moeten, soms, nadat ze in
Rotterdam of zoo „mishandeld" zijn en die toch
vóór de kermis zijnaan overheidspersonen,
die maatregelen nemen tegen ontucht, en dezen
toch met vlag en wimpel binnenhalen, aan allen,
die lofredenen houden op den arbeid tot ver
edeling van den volkszin en toch maar al wat
den volkssmaak bederven kan begroeten met
een weidsch gebaar van verlichting en anti-
clericalisme.
Maar nu ben ik nog niet klaar.
O gij, Gereformeerde menschen, o gij ortho
doxe lieden, waarom dweilt ge den vloer, waarom
kiest ge dominéés om te dweilen, en ouder
lingen om te dweilen, en evangelisten om te
dweilen en waarom sluit ge het kraantje niet
af? Het kraantje alvast van de pers?
Waarom leest ge bladen als het „Rotterdamsch
Nieuwsblad", of de „Haagsche Courant" waarom
zooveel andere godsdienstlooze of anti-gods
dienstige bladen, en waarom laat ge uw eigen
pers maar tobben?
Omdat die andere goedkooper zijn? Och, onze
bladen kunnen tegenwoordig ook wel in prijs
concurreeren, omdat andere menschen bijpassen,
wat gij nog onthoudt. Maar al waren ze drie
maal zoo duur, dan is dat mede uw schuld.
De godsdiensthaters profiteeren van uw twee
dubbeltjes per week, die ze straks steken in
Kerk-vijandige ondernemingen. En onze bladen
ze kunnen kijken naar uw twee dubbeltjes.
Maar er aan komen niet.
En straks
Straks moet de kerkeraad bij uw jongen komen,
want hij gaat mee met de anti-kerkelijke vak
beweging. Dan mag de kerkeraad den vloer bij
u dweilen. Maar gij hebt eiken dag het pers
kraantje opengezet en hem onthouden de be
schouwingen, die tegenover de leugens der
moderne vakbeweging staan.
Straks gaan uw kinderen, zoodra ze kunnen
naar vieze bioscopen twaalf moorden en
dertien inbraken en één echtbreuk voor een
stuiver. Dan mag de dominee komen om den
vloer bij u te dweilen. Maar gij laat het kraantje
openstaan. In uw krant worden immers Nap de
la Mar, en het ensemble zóó en het variété zus,
alsof ze wereldredders waren, geestdriftig ver
heerlijkt En uw zoontje weet uit uw blad de
adressen voor naakte-beenen-ostentatie en
erger te halen.
Straks klaagt ge over de onkunde, die er
onder de kerkmenschen is, betreffende kerkelijke
zaken en kerkelijke stroomingen. Ge schudt uw
hoofd over leden van uw kerk, van uw gezin
die niets weten van onzen schoolstrijd, onze
politieke worstelingen, ons hooger onderwijs.
En de dominee moet naar de vergadering en
redden wat te redden is. Hij moet den vloer
dweilen. Maar gij laat het kraantje open en
als iemand u onderhoudt over uw Christelijke
roeping ten opzichte van de Christelijke pers
dan keert ge 't dubbeltje, dat voor de pers
is, voor onze pers, om en om, hetzelfde
dubbeltje, dat straks uw familie in de kas stort
van de moderne vakbeweging, die de Kerk
vermoordt en de revolutie in de hand werkt,
of in de cassa van de bioscoop, bij de soms
wat gele, zieke, gepoeierde juffrouw.
En doe me nu een genoegen. Als dit artikel
u geldt, of een van uw kennissen, zeg dan niet
die Billy Sunday kan aardig vertellenom dan
weer 'n kop koffie te drinken. Schrijf dan een
briefkaart voor u zelf, of ga met een ingevulde
briefkaart naar uw kennis toe. En bestel dan
aanstonds een anti-revolutionair dagblad.
Als ge het ernstig meent met uw dweil, doe
dan het kraantje dicht.
Direct.
Dat is eisch van gezond verstand.
Het is ook een stuk van waarachtige vroom
heid.
Als dit niet duidelijk is, dan weten we niet
hoe het nog duidelijker zou kunnen gezegd
worden. En als het dan nu begrepen is, laat
dan ook naar den wijzen levensregel, hier aan
gegeven, gehandeld worden. Laat men, naar
dezen maatstaf ook beoordeelen en behandelen,
allerlei advertentiebladen, die zich wel aan
dienen als neutraal, maar toch, blijkens hun
advertenties over Bioscoopuitvoeringen en
dergelijke, zich stellen in den dienst der vrij
zinnige gedachte.
Ook die propaganda voor het ongeloof houden
we dan uit ons huis.
Heij.
XXV.
Amice.
Ik zou je wat meedeelen in dezen brief om
trent den gedachtengang van „het Comité tot
ondersteuning en versterking van het Geref.
leven in Duitschland".
Leest ge den naam van het Comité goed,
dan weet ge eigenlijk reeds precies wat de be
doeling is. Ze is tweeërlei. Bewaren en bouwen.
Wat dreigt te vallen steunen, wat nog al te
teer is, sterken.
Ook het Geref. leven in Duitschland wordt
zwaar geteisterd en waar wij althans in ver
gelijking met de meeste landen nog van rijken
zegen kunnen getuigen ook in onze Geref.
kerken, daar hebben wij o.i. van Godswege een
roeping speciaal in dat opzicht.
In Nederland is het ten duidelijkste gebleken,
dat „het Calvinisme oorsprong en waarborg
is der constitutioneele vrijheden", en zoo staat
het ook voor U zeker onomstootelijk vast, dat
instandhouding van dit Geref. leven, het be
waren van die gezonde en krachtige kern voor
het volk, de Duitsche natie, van onberekenbaar
gewicht is,
Hoe goed het ook is, dat allerlei personen
of kleinere belangen in Duitschland gesteund
worden, er is iets dat voornamer en beter is.
Ook beter doel treft. Waarbij trouwens ook die
personen en mindere belangen ingesloten zijn.
En dat isDit gereformeerde leven in Duitsch
land te schragen. Voor zoover onze Duitsche
broeders te kort schieten, hen te helpen om te
redden wat gered moet worden om te versterken
wat dreigt om te komen.
Die steun kan uit den aard der zaak niet „te
hooi en te gras" geschieden.
Is ook niet in één enkele gift afgeloopen. Die
zal wat langer dienen te geschieden. In de eerste
jaren moet dit een voorwerp van onze zorge zijn.
En die behoeften zijn niet onafzienbaar.
Juist aangewend zal bij den lagen stand van
de mark een bedrag van ettelijke duizenden
guldens wonderen kunnen doen.
Zoo verbazend veel Geref. kringen zijn er in
Duitschland niet. Ik geef je hier het lijstje van
wie binnen dien kring vallen. Misschien hoort
er nog een enkele bij, maar het is toch vrij
volledig.
a. De kerken die zich vereenigd hebben in
den Geref. bond der Duitsche Landeskirche.
b. De vrije kerken in O. Friesland, en
Bentheim.
c. De Niederrheinische kerken in de buurt
van Wesel en Gladbach.
d. De vrije kerken in Nedersaksen.
Voor haar kerkedienst, haar scholen, haar
opleiding, haar pers hebben die betrekkelijk
kleine groepen steun van buiten noodig.
Natuurlijk zit in de zorg b.v. van den eeredienst
ook zijdelings de zorg voor de predikanten e.d.
Maar het is geen kwestie van barmhartigheid,
waarom het hier gaat.
Het is eigenlijk een zelfde geval als met onze
Theol. School en onze V.U. Daaraan contri
bueert ge om ze mee te helpen instand houden
daarvoor wordt gecollecteerd enz.
Nu zou het Comité dit ook voor enkele jaren
willen zien toegepast voor die verschillende
Duitsche Geref. instellingen.
En dan in dezen vorm.
„Provinciesgewijze of (nog beter) classis-
gewijze wordt een bepaalde Duitsche
kerk of seminarie of school ter verzorging
gekozen, niet door het gereformeerd
kerkelijk instituut als zoodanig, maar
door het gereformeerde volk dat in zulk
een afgebakend ressort woont".
De bedoeling van dit laatste isDe menschen
laten we zeggen in de classis Axel nemen de
verzorging op zich van b.v. de kerken uit de
buurt van Gladbach de menschen in de classis
Appingadam zorgen b.v. voor de kerk van
Embden.
Vanzelf is er een generale leiding, waarvoor
't meerendeel de mannen voor zorgen, die door
de Generale Synode benoemd zijn voor de
correspondentie met de buitenlandsche kerken
ik noem U o.a. de heeren Colijn en Idenburg,
Prof. Bouwman en Aalders.
Zelf kunnen we niet terstond aangeven waar
elk deel van den steun dient geplaatst.
Klakkeloos gaat dit ook maar niet. Er zijn
vragenlijsten naar die Kerken gezonden, die laat
ik maar zeggen onderzoeken naar het „naadje
van de kous". Zoodat er schier volkomen
zekerheid bestaat, dat waar hulp geboden wordt
die hulp ook noodig is.
Nu is er voor elke provincie een correspon
dent aangewezen; doch het zal noodig zijn,
dat er in elke classis ook een of twee perso
nen zijn, die de taak op zich nemen om gelden
te verzamelen, contribuanten te winnen.
Later schrijf ik je wel eens, wie in Zeeland
zich hiervoor disponibel stelden.
Ik hoop dat de zaak je heel duidelijk is ge
worden. Ons doel is geen barmhartigheid, geen
evangelisatie, geen nieuwbouw, maar alleen
dit, dat wij als Gereformeerden die nog zoo
ruime voorrechten genieten onze schouders zet
ten onder de zaak onzer geloofsgenooten in
Duitschland en dat de beginselen die ons lief
zijn, ook daar mogen kunnen doorwerken.
Behoeven wij dit belang u op 't hart te bin
den, Amice?
Bouwers aan 's Heeren tempel worden we
geroepen te zijn. En als we nu zien, hoe in
het land onzer broeders, wel de bereidvaar
digheid is, hoe ze daar wel met de troffel in
de hand gereed staan om voort te bouwen
ondanks den tegenstand, zullen wij dan wei
geren hun bouwsteenen te zenden, die zij daar
zoo noode missen?
Welk een geestelijke steun ligt ook voor hen
in de wetenschap: „DeNederlandschegeloofs
genooten deelen in onze zorg, strijden onzen
strijd mee, bidden met ons, waken met ons op
de muren".
Er wordt veel gevraagd. Maar veel meer dan
God van ons vraagt, geeft Hij ons. En van 't
geven is nog nooit iemand arm geworden. Van
't geven worden wel naar Gods beloften allen
rijk
Wat we dan noodig hebben? Mag ik nog
een kleine opwekking geven? Ik stel me een
arbeidersgezin voor, dat zegt„nu, Comité,
daar heb ik voorloopig elk jaar één gulden
voor over. Dat is toch zeker zeer goed te
overkomen? En wat vertegenwoordigt dit Er
gaat van dien werkman, dan naar onze buren
een bedrag van tusschen 100 en 125900 Mark.
Zeeland staat er bekend voor, wat te kunnen
missen. Voorloopig kan men zijn gaven wel aan
mij sturen, of wanneer ze bezorgd worden bij
den predikant, of bij het Hoofd uwer school,
twijfel ik niet, of zij willen dit wel in orde
brengen. Zegene de Heere dit werkl
t.t.
Z. v. D.
P.S. Om hooge verzendkosten te voorkomen
kan men het beste storten op mijn Giro No.
72887, Kantoor Terneuzen. Voor ongeveer een
stuiver zendt men dan het hoogste bedrag over.
BEROEPEN TE
TholenCand. Ringnalda, van 's-Gravenhage.
AANGENOMEN NAAR
Nieuw-DordrechtJ. A. Verhoog te Willemstad.
KootenH. Knoop te Schouwerzijl.
OostkapelleE. Douma cand. te Den Haag.
BEDANKT VOOR
Bleiswijk, Scharendijke, Twiizel, Oosterzee,
Suameer en Nederhorst den Berg: E. Douma
cand. te Den Haag.
WanswerdT. L. Kroes te Workum.
SexbierumJ. v. Loo te Mijdrecht.
Schipluidends. D. J. van Katwijk te Zwam-
(merdam.
Praeparatoir examen. De heer L. Hoorweg
Jr., Sterielaan 23, Hilversum, deed met goed
gevolg praep. examen. Hij stelt zich nog niet
beroepbaar, maar wil gaarne de kerken dienen
met een stichtelijk woord.
De heer J. Snelhaas Jz. te Hoogeveen, werd
beroepbaar gesteld door de classis Meppel en
is bereid aanstonds een eventueel beroep in
overweging te nemen.
Peremptoir examen. De heer P. J. Lam-
booy werd door de classis Meppel peremptoir
geëxamineerd. Hij is beroepen door de kerk van
Hoogeveen voor den missionairen dienst op
Soemba. Tot aan zijn vertrek daarheen wil hij
gaarne de kerken des Zondags dienen. Zijn
adres is: De Bilt (prov. Utrecht).
Dr. B. J. Esser. Daar diens echtgenoote
weer hersteld is en geschikt verklaard voor
een verblijf in de tropen denkt hij in het a.s.
najaar weer naar het zendingsveld op Java
terug te keeren.
Intree 8 Juli. Ds. A. Boekenoogen te
Wijhe met Handel. 8 5—8; de bevestiging
had 's morgens plaats door ds. H. R. Nieborg
van Heersjansdam, met Marcus 4 26—29.
Kerkelijke herdenking Jubileum H. M. de
Koningin.
Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruijs de Beerenbrouck
heeft als voorzitter van den Raad van Minis
ters aan de onderscheiden kerken meegedeeld
dat de Regeering het op bijzonderen prijs zou
stellen, indien op 5 Sept. e.k. de kerkgenoot
schappen aanleiding konden vinden deze heuge
lijke gebeurtenis plechtig kerkelijk te gedenken
Nieuw Kerkorgel is in gebruik genomen
door de kerk te Dieren, met de bespeling van
den bekenden organist Bestelaar te Rotterdam.
Ds. P. van Hoven te Meliskerke blijft ge
lukkig in beterschap toenemen en hoopt binnen
enkele weken zijn arbeid te kunnen hervatten.
Nieuw Kerkgebouw. Te Assen is een
terrein aangekocht voor een nieuw kerkgebouw.
Te Amstelveen werd besloten een 2e nieuwe
kerk te stichten.
Vergrooting Kerkgebouw. Te Oldekerk
(Gron.) zal het kerkgebouw vergroot worden
en een vergaderlokaal gebouwd.