4e Zeenwsche Ouderlingen-Conferentie. De exploratie van „JACHIN" ia deo taia vaa Zeelaad. Kerk- en Schoolnieuius. Men kan daarover tot op zekere hoogte lachenmen wordt er door herinnerd aan wat de tweede Psalm van zulke menschen zegt. Maar het is toch een ontzettend bewijs, hoe diep men zinkt. Hoe machtig het ongeloof wordt. Hoe al tartender de vuist naar den hemel wordt gebald. En natuurlijk, dan komen de belijders van 's Heeren naam niet vrij. Dan moeten de Christenen het ontgelden wordt de haat tegen God gekoeld aan hen, die Hem eeren. Stel je eens voor, Amice, dat het op je dorp gebeurde. Dat al sterker de tegenstand werd. De verleiding grooter. Wat zoudt ge u als ware belijders aan een sluiten. Hoe zoudt ge voor uw kerk waken. Uw Chr. school be minnen. Uw geestelijke goederen met kracht trachten te beveiligen. Hoe zou uw gebed vermeerderen. O, er wordt geleden vooral daardoor. Ge leden in Hongarije, maar meer nog in Duitsch- land door ons Christenvolk. Door onze Gere formeerde broederen Ge hebt er iets van kunnen lezen in Malt- zahns' „Als moeders zondigenVan de ver dervende ongeloofsmachten, die het toeleggen op het hart van het eertijds stoere volk. Van het leed, dat edele harten lijden in den ondergang van het „Vaterland". Den onder gang, doordat er geen vreeze Gods meer is; doordat geestelijke waarden verloren raken de zonde er zegevierthet Christendom er wordt gevloekt en het Heidendom gezegend. God er door velen wordt „afgezet" en Wodan op 't schild geheven 1 Geloovige Duitschers en ook wij hebben het zaad gezien waaruit zulk een oogst is ge groeid. Achter de Duitsch-nationalen in Lenz ver rijzen de schimmen van Strausz, van Büchner, van vroegeren nog en grooteren Er zijn echter nog vele Christenen in Duitsch- land. Er zijn nog vele Gereformeerden. Die moeten geholpen worden. Ze hebben ons geholpen. Toen ons Geref. volk in druk kwam in overoude tijden. Embden was toevluchtFrankfort en Keulen. Ze hebben ons geholpen. Met hun geestelijke schatten, toen ze die zoo ruim hadden. Wie dankt God niet in onze kerken voor wat we kregen uit Heidelberg? om maar één plaats te noemen. Wat heeft Duitschlands wetenschap ook op 't gebied van de religie niet voor ons Geref. volk in Nederland gedaan 1 Ik weet wel, daar kwam veel van niet-Ge- reformeerde zijde. Het moet met voorzichtigheid gebruikt worden. Maar tot nasporing van de letterlijke beteekenis der Heilige Schrift, tot recht verstand van den grondtext is vooral onze Duitsche natuur ook voor onze kerken van ontzaglijken invloed geweest. Waar verschenen in latere eeuw de bijbels in de grondtaalWie legde op de studeer tafels de commentaren van Keil, van Zahn, van Meyer, van Lange? Tegenover het Christelijk Duitschland heeft Nederland, heeft ook Gereformeerd Nederland een roeping. We zouden vele brieven noodig hebben om heel den invloed na te gaan, dien Duitschland op ons vaderland kerkelijk, sociaal, wetenschappelijk en technisch heeft gehad. Ons Geref. Nederland kan die roeping vol brengen door het Geref. Duitschland te steunen. Tot een hand en een voet te zijn. Het gaat niet in de eerste plaats om een werk van barmhartigheid. Dat is er zijdelings wel inbegrepen. Maar het gaat om steun van het Geref. leven. Geestelijke steun en stoffelijke steun. De Geref. broeders in Duitschland, die zich tot ons hebben gewend moeten de eenheid gevoelen. Ze moeten het wetenin onzen duren nood staan we niet alleen. Waar de stormen van het ongeloof tegen de nog veelzins zwakke schuttingen van onze Geref. scholen, en kerken aanslaan, dan helpen naast de onze ook de schouders onzer Nederlandsche, onzer Zeeuw- sche broeders, die schoren en duwen, opdat ze tegen den druk bestand zullen blijven. Menschelijker wijze kunnen ze het alleen niet volhouden. Zeker hun geloof op God zal door beproeving heen gesterkt worden. God houdt zijn kerk in stand. Ook in het Duitsch land van 1923ook al zet een heele partij God af. Doch God werkt middellijk. Gelijk in Zacharia 4: Niet door kracht noch door geweld maar door 's Heeren geest zal het ge schieden. Maar Zerubbabel staat met het tinnen gewicht in de hand om te bouwen aan Godes tempel. Wie zijn tot dien steunarbeid van Gods kerk in Duitschland meer geroepen dan zij, die in hun vrije kerk in Nederland zoo van dag tot dag ondervinden, wat een weldaad Hij ons daarin schonk juist in dezen tijd van driest ongeloof en brutale Godverzaking? Over de wijze waarop deze steun is te bren gen, hoop ik je in een volgenden brief iets te schrijven. Dat het ook hier althans voor een groot deel een opwekking geldt om finantiëelen steun is te begrijpen. Maar dat is voor een zoo bevoorrecht volk als ons Geref. volk is, geen bezwaar. Voor wat werkelijk steun behoeft, is bij de meesten, Gode zij dank, nog altijd een vriendelijk hart. Ik ontving van enkelen reeds min of meer belangrijke bedragen, die ik later hoop te ver antwoorden. Voor gij echter in uw zak tast, Amice, zou ik u willen vragen, in een volgenden brief den gedachtengang van het comité tot steun van het Geref. leven in Duitschland te willen volgen. Intusschen met heilbede, Z. v. D. (Vervolg.) Na de middag-pauze refereert Ds. C. J. 1 Wielenga over De autonomie (zelfstandigheid) der plaatse lijke Kerk in verband met de adviezen en besluiten van de meerdere vergaderingen. Stellingen: 1. De Regeering der Kerk berust eeniglijk en alleen bij Christus. Gedeeltelijk oefent Hij die regeering uit door middel van de Ambten, dus door den dienst van menschen. 2. Die regeermacht, door Christus hun ver leend, berust niet bij iederen Ambtsdrager af zonderlijk, maar bij hen te samen als Kerkeraad. 3. Iedere plaatselijke Kerk is zelfstandig. 4. De plaatselijke Kerken behooren met elkander in verband te treden en samen te komen in meerdere vergaderingen. De nood zakelijkheid van dit Kerkverband kan op princi- pieele en practische gronden worden aange toond. 5. Dit Kerkverband moet geregeld zijn en aan bepaalde eischen beantwoorden. Inzonder heid mag aan de zelfstandigheid van de plaatse lijke Kerk hierbij niet te kort worden gedaan. 6. Met nadruk moet er daarom opgewezen worden, dat deze meerdere vergaderingen niet een soort van besturen zijn. Het zijn samen komsten niet van personen, maar van Kerken. 7. Wat de bevoegdheden betreft geldt, dat op die meerdere vergaderingen alleen kerkelijke zaken mogen behandeld worden, en wel op kerkelijke wijze. Nog meer bepaald alleen dat, wat de Kerken in het gemeen betreft, en wat op de mindere vergaderingen niet kon afge handeld worden. 8. De besluiten der meerdere vergaderingen hebben bindende kracht en behooren mitsdien uitgevoerd te worden. Tenzij duidelijk kan worden aangetoond, dat eenig besluit in strijd is met Gods Woord of buiten de bevoegdheid valt van de meerdere vergadering. Vraagt een Kerk advies over een inwendige aangelegenheid, dan is zij ook geroepen met gegeven advies ernstig rekening te houden. 9. Het is de roeping der Ouderlingen, te waken tegen hiërarchische insluipsels en ander zijds de besluiten der meerdere vergaderingen getrouw te helpen uitvoeren en alle indepen- dentistische neigingen te bestrijden. In het Woord van God, aldus spreker, zijn de beginselen tot Kerkregeering gegeven over welke alle onze ouderlingen het wel eens zullen zijn. Spr. bedoelt dan ook geen polemiek, meer repetitie te geven. Hij noemt de verschillen de stelsels van KerkregeeringRoomsch of Papale stelsel (één wereldkerk, de paus het hoofd)Luthersch-terratoriale stelsel (de kerk gebonden aan de grenzen van het land)het collegiale stetsel (Herv. Kerk Genootsch.)In- depentistische,, (de ambtsdragers ontleenen hun gezag aan de gemeente) e.a. om daar tegenover te plaatsen het Geref. stelsel van Kerkregeering of Presbijteriale (Presbijter-ouderling). Naar Geref. opvatting berust de regeering der kerk uitsluitend bij Christus, en Hij oefent macht uit door menschen. Deze zijn dienaars aan Christus lastbrief gebonden. In strijd met Gods Woord handelen Wederdoopers en Darbisten, de ambten verwerpende; want Christus gaf sommigen tot Apostelen, Evangelisten, Herders en Leeraars of opzieners. De opzieners onder scheiden wij in regeer- en leerouderlingen. Deze vormen den Kerkeraad bij welke de regeermacht berust, niet bij iederen ouderling afzonderlijk. Hij kan wel alléén zijn werk doen want macht wordt uitgeoefend door organen, maar hij is verantwoordelijk aan den geheelen kerkeraad. De kerkeraad ontleent zijn regeermacht aan Christus niet aan de gemeente. Hij kan de gemeente hooren, maar nooit kan in een z.g.n. gemeentevergadering met meerder heid van stemmen over een zaak worden beslist. Het Presbijterialen stelsel houdt alzoo in, dat een aantal Presbijters een raad vormen en biedt alzoo waarborg tegen hiërarchie (Form, tot bev. v. Ouderl.) Iedere plaatselijke kerk is zelfstandig, doch zij is niet autonoom (Ref. was het onderwerp zoo opgegeven) Christus is haar wetgever, zij is Christonoom, gebonden aan Zijn Woord, niet aan andere pl. kerken. De pl. kerk gaat niet uit van een Moederkerk en is geen afdeeling van een Genootschap. Zij is een afzonderlijke, zelfstandige kerk macht en last totBediening des Woords; der Sacramenten en handhaving der tucht. De kleine kerk staat hierin op één lijn met de groote. Wij spreken dan ook van Geref. Kerken. Maar deze leven met elkander in goed geordend kerkelijk verband, op grond van, de gemeenschap der heiligen, en de éénheid van belijdenis. Zij komen samen in meerdere vergaderingen: Classis, Particuliere- en Generale Synode. Deze „m.verg" is echter niet een bepaald opperbestuur. Elke kerk blijft hare rechten behouden. Ref. geeft hiervoor verschillende gronden aan en beroept zich op de H.S. (Hand. 15; Brieven der Apostelen) Er zijn gemeenschappelijke be langen Belijdenis, Liturgie, Opleiding, Zending, Grensregeling, Emeriteering enz. Bovendien heeft de ééne pl. kerk roeping tot de andere, wat uitkomt bij vacature, opkomende moeilijk heid, ketterij enz. Nooit mag dwang uitgeoefend, dienen moet hoofdzaak zijn. Dit kerkverband bedoelt geen nieuw ambt. De pl. kerk blijft zelfstandig in pl. zakenniet in zaken van algemeene beteeke nis. Daarover wordt beslist in de samenkomst der kerken op grond van de afgeleide macht. Geen personen komen daar samen maar kerken, gevende hun last of credentiebrief die slechts zoolang geldt als de vergadering duurt. De bevoegdheid der samengekomen kerken gaat over kerkelijke zaken niet over die van Staatkundigen- of anderen aard. Geen strafbe palingen staan haar ten dienste, een besluit heeft den vorm van advies, en dit is dan ook het eigenaardige van de Geref. kerkregeering. De pl. kerk wachte zich evenwel voor Inde- pendentisme en houde zich aan de besluiten, als zijnde van bindende kracht. Wij gelooven in de leiding des H. Geestes; de meerdere veigadering is echter niet feilloos en daarom is er ook recht van appèl, onrecht mag in de kerk van Christus niet gedoogd worden. Het beslotene worde bondig geacht tenzij het in strijd is met Gods Woord. Goede trouw eischtniet afwijken van het accoord en liefde zij grondslag van ons kerkverband. In het ouderlingenambt bezit de Geref. Kerk een hecht bolwerk tegen de hiërarchie. (Spr. wijst in dit verband op de fout van 1816 en den ingezonken toestand der kerk in die dagen). De ouderlingen moeten waken voor de rechten der pl. kerk, maar mogen de pl. kerk niet op de spits drijven en anderzijds vervallen in het euvel der Independenten, (hier wordt naar de belangrijke brochure van wijlen Ds. G. F. Kerkhof gewezen), Vrijheid en ge bondenheid zijn hier wonderlijk vereenigd. Laten wij Gode dankbaar zijn voor wat ons in ons kerkelijk leven tot hiertoe is geschonken. Aan bespreking nemen deel drie ouderlingen en twee predikanten, waarna Ref. de gelegen heid heeft om op verschillende punten nader in te gaan. Ie. Over de juiste beteekenis der gemeente vergaderingen en de rechten der pl. kerk ten op zichte huishoudelijke-classis-regelementen welke voorschrijven de honoraria bij classisbeurt-, catechesatie, leiding kerkeraadsvergaderingen enz. De vraag werd gedaan, hoe of 't mogelijk is dat een kerk in zulk kerkverband versterft en verdort? Hoe te handelen met onwillige kerkeraden Spr. antwoordt, dat gemeente-verg. nuttig kan zijn mits goed geleid. Het nut hangt onlos makelijk samen met de leiding. Versterven en verdorren is zelfs mogelijk in goed kerkverband, maar zonder dit is de kans des te grooter. Spr. gebruikt het beeld van den bloedsomloop, een afgesnoerd lid versterft zeker. Strafbep. ontbreekt in Geref. Kerkrecht, 't Geref. stelsel van kerkregeering veronderstelt goedwilligheid, verdwijnt deze eigenschap dan loopt het voor de betrokken kerken mis. 2e. Gevraagd naar 't verschil tusschen be sluit en advies zegt ref.Besluiten gaan over belangen van gemeensch. aard. Advies is b.v. onze Synodale bepaling bij beroeping. 3e. Is het wel voorzichtig als een meerdere vergadering besluiten neemt waarvan ze als gevolg scheuring kan voorzien (Gezangen, Liturgische diensten.) De meerdere vergadering moet zeer voor zichtig zijn en te voorziene scheuring moet zeker leiden tot de grootste voorzichtigheid. 4e. De vraag rees is meerdere vergadering" wel de juiste term enWat moet de classis doen als de kerkeraad niet doet, wat des kerkeraads is inzake tucht? Spr. antwoordt: Voor „meerdere" zou „grootere" kunnen dienen, maar het zal niet gemakkelijk zijn een nieuwen algemeen aan vaarden term te vinden. De classis kan nooit doen wat des kerkeraads is, dat is hierarchiesch, Synodaal, niet Pres- bijteriaal. Een middel is classis-deputatie, of door kerk- visitatoren op een zaak te wijzen, veel meer kan niet geschieden. 5e. Even kwam ook nog om den hoek gluren het urgente onderwerp „Dr. de Moor, Voetius", maar voorzichtigheidshalve blijve dit maar buiten 't resumé. De Praeses zegt den sprekers hartelijk dank voor hun zeer leerzame referaten, waarmee ze heel leerzame uren hebben verschaft, en brengt dank aan allen die aan het welslagen dezer gezellige conferentie hebben medegewerkt, inzonderheid ook den Kerkeraad van Goes, en den trouwen koster voor de zorgvuldige be diening. Hij gedenkt met weemoed nu wijlen Ds. Kerkhof, dien wij in ons Zeeuwsch kerkelijk leven zoo missen en spreekt Ds. de Graaff hartelijk toe die van Eerw., Weleerw. broeder werd. Zoo de Heere wil zal de 5e conferentie ge houden worden te Vlissingen in MeiBr. Haverhoek van Krabbendijke is bereid om dan te refereeren over: „De kerk en de sociale quaestie". Na het zingen vanZijn naam moet eeuwig eer ontvangen, gaat Ds. v. d. Veen voor in dankgebed en is deze 4e conferentie geëindigd. Bergen op Zoom. F. Boon. 't Is buiten zon en zomer en als de nieuwe dag komt uit de donkerheid van den nacht, dan eerst het morgenrood, dan het morgengoud tot de zon opgaat in hare kracht. Zoo ging het ook bij het aankomen van de dagen, die het werk van „JACHIN" in het volle licht zou den plaatsen. Eerst werden onze gedachten terug gevoerd naar de oprichting, toen kwam nog eens de blijdschap van de vorige jaarver gadering in herinnering en nu hebben we den ontwikkelingsgang van het heden genoten. Ds. K. Schilder van Delft had de leiding van den bidstond in de altijd aantrekkelijke Gast- huiskerk. En wat een voorrecht voor ons, dat zoovelen zich tot het gebed wilden schikken. Naar aanleiding van de tekstkeuze uit Lukas 10 vs. 20 werden onze gedachten bepaald bij de blijdschap der discipelen en de tucht van Christus. Voor die verheuging was plaats, want de machten uit den afgrond waren teruggewe ken. Toch moet niet in de eerste plaats onze aandacht vallen op „het kunnen", doch wel op het „mogen". Want het laatste begrip wijst ons op onuitsprekelijke heerlijke genade en waar die werkt daar komt het tot graven en ver diepen en tot nog meerdere ontplooiing van het eeuwig Koninkrijk. Ook voor „Jachin" kan de tucht van Christus meerdere blijdschap en ontwikkeling brengen. De transformatie van de Hofpleinkerk was uitstekend gelukt. Wat vriendelijke zorgen om die hoogopgaande palmen te plaatsen en wat genoeglijk zoo rond die met bloemen versierde tafeltjes. Dat kon een heel prettige begroetings samenkomst worden. En 't is geschied ook en allen die Jachin" lief hebben zijn daardoor nader bij elkander gekomen. De voorzitter van de Middelburgsche afdeeling sprak een welkom en ook leden van het hoofdbestuur voerden het woord; en drukte hunne voldoening uit over wat in Middelburg werd aangeboden. Een zangkoor samengesteld uit al de leden van de Middelburgsche afdeeling deed eene lofverhef fing en een bede hooren en Mej. A. L. zorgde voor een alt-solo. Na psalmgezang en gebed werd het samenzijn gesloten. Het glanspunt was de Algemeene Vergadering op Woensdag 11 Juli. Uit alle deelen van het land waren de broeders en zusters gekomen om de belangen van den Zondagsschoolarbeid te bespreken. De morgenvergadering werd door den Voor zitter der Zondagsschoolvereeniging Prof. Gros heide geopend. In zijn openingswoord sprak hij een welkom tot al de saamvergaderden, gaf in groote trekken de algemeene toestand van de vereeniging aan, wees op het aanstaande regeeringsjubileum van onze Koningin en ein digde met de mededeelingen van droeven aard, dat broeder Oranje van Amsterdam en dr. H. Kaaijan van Utrecht door ziekte verhinderd waren aan deze vergadering deel te nemen. De verschillende verslagen brachten veel his torische herinneringen en een duidelijk beeld van wat is gedaan en wat nog moet worden gedaan in het belang van „Jachin". Een be stuurslid van het Geref. Tractaatgenootschap Filippus en een afgevaardigde van de Ned. Zondagsschoolvereeniging spraken goede woor den voor verdere ontwikkeling. Iu de pauze werd gelegenheid geboden de Nieuwe Kerk te bezichtigen, waarvan zeer velen gebruik maakten. Bij het praalgraf van de Evertsen werd een stille hulde gebracht en de organist deed eenige toepasselijke aria's hooren. Daarna werden nog de provinciale gebouwen betreden en de mooie gobelins in oogenschouw genomen. Na de pauze leidde de heer W. A. van Wijk het onderwerp in: „De beteekenis van het goed memoriseeren van teksten en psalmverzen en de beste wijze van overhooren. Dit uitermate praktische onderwerp werd op zeer praktische wijze uiteengezet. Op de verschillende ingezonden voorstellen volgde een zeer geanimeerde bespreking. Na de gebruikelijke rondvraag werd de vergadering gesloten. Ten slotte nog een woord van dank aan allen, die aan het slagen van de Algemeene Vergadering hebben medegewerkt. Aan de ruim honderd dertig personen, die toezegging hebben gedaan om het werk van „Jachin" met een geldelijke bijdrage te willen steunen en aan de broeders en zusters die hunne woningen hebben opengezet om de van elders gekomen Jachi- nieten voor enkele dagen veel vriendelijkheid te bewijzen. Gedenk het werk van „Jachin" in uw gebed, want waar gebeden wordt daar daalt genade en waar genade komt daar werkt kracht. G. W. K. Secr, afd. Middelburg. BEROEPEN TE: Emlichheim (Bentheim)J. E. Goudappel te [Utrecht. Nieuw-Dordrecht (2e maal)J. A. Verhoog te [Willemstad. Ruinerwold-KockangeT. L. Kroes te Workum. ScheemdaJ. H. Staal te Wierden. Nieuw-VennepJ. van Henten te Oldekerk. ArumW. v. Gelder te Langeslag. O. en W. SouburgA. G. Wolff te Loenen- [Vreeland. AANGENOMEN NAAR Huizen (N. H.)J. E. Vonkenberg te Amersfoort. Spijkenisse: P. v. d. Spek cand. te Voorburg. BEDANKT VOOR Culemborg, Naarden en Opperdoes: J. E. [Vonkenberg te Amersfoort. Katendrecht: D. de Wit te Berkum. BierumA. Steunenberg te Heemse. SpijkJ. de Waard te Spakenburg. KommerzijlZ. Hoek te Zonnemaire. DordrechtJ. C. Rullmann te Utrecht. Beetgum, Opeinde-Nijega, Haastrecht, Kollumer- [pomp, Gramsbergen, Blokzijl, Vianen en [Brielle-TinteJ. v. d. Spek cand. te [Voorburg. Silvolde-GendringenH. W. Felderhoff te [Zevenhuizen. AlblasserdamJ. D. Boerkool te Velsen. INTREE TE Ds. G. Deddens te Rijswijk (Z.H.) met 1 Petr. 2 4 en 5. BEROEPBAAR. De heer D. Ringnalda Jr. werd door de Classis 's-Gravenhage met algemeene stemmen toegelaten om te staan naar den Dienst des Woords en der Sacramenten. Hij zal terstond een eventueel beroep in overweging nemen. Zijn adres is: Schuytstraat 58, Den Haag. AFSCHEID. D. S. van Dijken van Zweeloo met 2 Thessel. 3 3. Nieuw Kerkgebouw. De kerk van Utrecht nam haar vierde kerkgebouw in gebruik. Ds,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1923 | | pagina 2