Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
37e Jaargang
Vrijdag 8 Juni 1923
No. 23
Redacteur: Ds. L. BOUMA te Middelburg.
Ya&te medewerkersD.D. P. YAN DIJK, F. J. v. d. ENDE, A. C. HEIJ, B. MEIJER, F. STAAL Pzn en R. J. y. d. YEEN.
PER8YEREEM1GIH6 ZEEUW SC HE KERKBODE.
UIT HET WOORD-
KIRJATH SEFER.
Ook door ons stilzwijgen en toezien
kunnen we ons zoo merkt onze
schoone Catechismus op de schrik
kelijke zonde van Godslastering deel
achtig maken.
Ge zult toch om deze woorden niet
zóó'n engen cirkel trekken, dat ge veilig
u voelt, als ge den vloeker in uw ge
zelschap vriendelijk verzocht hebt „uw
godsdienstige gevoelens niet te kren
ken", zooals dat dan heet, maar uw
gezichtskring wijder uitstrekken, en deze
woorden aldus verstaan, dat alle toe
zien, stilzitten, lijdelijkheid als
de eere Gods in 't gedrang komt, zonde
voor God is.
Maar stilzitten, toezien, en nalaten de
eere Gods te zoeken, niet minder.
Wij ontstellen, als we hooren, dat de
Drieëenige God in den bank der be
klaagden wordt geplaatst.
Maar evenzeer moesten we verblee-
ken bij 't rechte inzien van onze na
latigheid, ons niets doen.
Om deze eenvoudige reden, dat Gods
toorn inbrandt tegen de zonde van de
daad, maar ook oplaait als bij ons
de daad ontbreekt.
Immers, de verwijzing naar de plaats
van ontzettend tandengeknars geschiedt
op dezen grondge hebt mij niet ge
kleed, niet bezocht, niet te drinken
gegeven.
Niet, om wat gedaan, maar om wat
niet gedaan was.
Wegens stilzitten, toezien, niets doen.
En ze meenden, zóóveel te zijn en te
hebben„Hebt Gij niet in onze straten
geleerd".
Dit inzicht nope ons, niet in welvol
daanheid ons te vermeien in wat ver
kregen en bereikt werd, maar met alle
spanning der ziel te vragenwat nog
gedaan en bereikt moet worden.
Dat stilzitten het oordeel oproept,
heeft Israel ondervonden.
Ze wilden daar eerst niets van ge-
looven.
Ze hadden al zooveel gevochten en
gedaan, en ze hadden de volken van
Kanaan vrijwel onder de knie, en nu
had God wel bevolen, ze alle uit te
roeien, maar ze konden nu toch hun
God ongehinderd dienen, en die enkele
overgeblevenen zouden daaraan geen
kwaad doen, was dat nu zóó erg, dat
ze nü eens gingen uitrusten en stilzitten,
en de overigen niet verdreven.
dat was heel erg.
Want niet gemakkelijk slaat het hei
lige naar 't onheilige over, maar wel
omgekeerd, de zonde is besmettelijk
en zoo werd dat niet strijden
Israels dood.
Van dien dood leest ge al aanstonds
in 't begin van 't Richterenboek
Zij vergaten den Heere hunnen God.
Zij werden verkocht in de hand van
den koning der Syriërs.
En hier ligt de oorsprong hunner
verwerping.
Het is nu eenmaal niet anders, wie
niet actief is, is passief, d.w.z. wie niets
doet, ondergaat iets.
In dit geval streed Israel niet actief
tegen de onheilige geesten der hei
denen, maar onderging er den invloed
van, wat oorzaak was van z'n onder
gang.
Evenals wanneer een schip niet meer
inworstelt tegen de golven, maar met
kapotgeslagen roer 't geweld der golven
ondergaat, en derhalve ondergaat.
Vierkant tegen dien geest van lam
heid en stilzitten in, heeft Kaleb g e-
sproken.
Kaleb was geen man van stilzitten.
Dat was hij niet, toen hij nog stond
in mannelijke kracht in de woestijn, en
adviseerde tegen de Enakieten op te
trekken.
Dat was hij óók niet, toen z'n haren
reeds verzilverden, en hij reeds begon
over te buigen naar de aarde, die hem
straks ontvangen zou.
De vonken spatten er nog uit, als de
meer dan honderd-jarige grijsaard uit
roept voor aller oor„Wie Kirjath
Sefer zal slaan, en haar innemen, ik zal
hem ook mijn dochter Achsa tot een
vrouw geven.
Kirjath Sefer was de laatste stad op
de aan Kaleb toegewezen erve, waar
de Enakieten nog vasten voet hadden.
En nu wou Kaleb óók die laatste
stad nog hebben.
Hij zei nietik heb aan Hebron genoeg.
Hij ging in tegen Israëls geest.
Hij maakte ernst met Gods gebod.
Hij zag in, dat als de vijand niet ver
dreven werd met het heilige zwaard,
de vijand, hoe gering ook in aantal zou
overwinnen met zijn onheiligen geest
Kaleb was niet bang voor den mach
tigen arm der reuzen de Enakieten.
Maar hij was bang voor den reuzen-
geest.
En daarom vond hij Kirjath Sefer van
zooveel belang, dat hij zijn dochter tot
prijs biedt.
Immers Kirjath Sefer was de
geest elijke haard der Enakieten.
Kirjath Sefer beteekentde schrijvers-
stad.
Daar woonden de mannen van de pen.
Die hun gedachten in de boeken
vereeuwigden.
In Kirjath Sefer stond de „universi
teit" der Enakieten.
Daar werden misschien de priesters
van de bosschen opgeleid.
Daar werd de verfoeilijkste ongodis
terij gebrouwen.
En dat gif zou oversluipen zacht
en glibberig en gluiperig als een adder
naar Israël.
Daarom dien hoogen prijsAchsa,
zijn dochter.
Kirjath Sefer moet g e s 1 a g e n.
En ingenomen.
Want als Kirjath Sefer bleef staan
in ongebroken kracht, dan zou 't de
eerste maal niet wezen, dat een volk
wel schijnbaar overwonnen had door
zwaard of mitrailleur, z'n tegenstander,
maar deze den overwinnaar door z'n
geest.
En het is erger, dat een volk zucht
onder de macht der duisternis, dan
onder de vuist van den dwingeland.
Schat toch nooit gering het gevaar
van Kirjath Sefer—de stad des schrijvers.
Het gevaar van de boeken is groot.
De uitvinding der boekdrukkunst is
een reuzenstap ten hemel de bijbel
werd zoo gemeen goed van alle volken
maar ze is ook een reuzenstap ter
hel.
Wat in Kirjath Sefer wordt uitge
dacht aan onheiligs, en neergepend
door de schrijvers in de boeken, wordt
gelezen, en het zondige sluipt in de
hersenen, maar b 1 ij f t daar niet doch
sluipt over in hand en voet.
De zonde-g e d a c h t e leidt tot de
zonde-d o o d.
De omwenteling in de gedachten
en de hoofden, voert tot de omwente
ling op straat, en 't bloedig hand
gemeen.
De raad, de gedachte der godde-
loozen ziedaar de eerste trap.
De weg der zondaars ziedaar de
tweede trap.
Het gestoelte der spotters
ziedaar de derde trap.
Het begint niet met de zonde-uit-
breking in daden, maar denk aan
't paradijs 't begint met de omwen
teling in de geesten der menschen.
De revolutie op straat vindt haar bron
en uitgangspunt in Kirjath Sefer
in de stad der schrijvers in de stu
deerkamer der geleerden.
Daarom zegt de Schrift ook in één
adem: de goddelooze verlate z'n weg,
en de ongerechtige man z'n gedach
ten.
De zondige gedachte en theorie, leidt
tot den zondigen weg.
De theorie in de boeken, in Kirjath
Sefer uitgebrouwen.
Schat Kirjath Sefer toch nooit gering.
Het is daarom, dat wij de wacht heb
ben te betrekken bij de eerste begin
selen, en te waken, dat de anti-chris
telijke beginselen der schrijverstad
gepropageerd in boek, en week- en
dagblad en universiteit, niet oversluipen
in de hoofden van onze mannen en
vrouwen, jongens en meisjes.
Wee, wie hier stilzit, want dat be
teekent den ondergang.
Juist omgekeerd moet hier gevochten.
Wie Kirjath Sefer zal slaan, en
haar innemen.
Er moet gemobiliseerd.
Alle troepen moeten in 't vuur.
De ouden, de Kalebs door hun
roepen.
De jongen de Othniels door
't harnas aan te trekken, en 't zwaard
in de vuist te nemen.
Geen tegenstelling van die twee,
maar elkaar aanvullend.
Geen stilzitten, om den vijand maar
in Kirjath Sefer te laten zitten.
Maar arbeiden.
We hebben noodig een christelijke
pers en een christelijke school
en een „Vrije Universiteit".
Ge gevoelt, dat daar offers voor
noodig zijn, en dat toezien en stilzitten
in 't moeras brengt.
Kaleb, de oude man, die steunde op
z'n eenige dochter thuis, Achsa, die
hem verzorgde, die hij haast niet kon
missen, die wilde hij geven, weggeven
als Kirjath Sefer maar geslagen
werd.
Als de geest van den anti-christ
maar niet won.
Zóó'n offer wordt van u nog niet
gevraagd.
Maar toch offers.
Het behoud van ons christelijk volks
deel is er mee gemoeid.
En daarom wiege zich toch niemand
in slaap, rustig in wat we bezitten, maar
ieder geve aan den krachtigen bloei
van onze school en universiteit en
pers z'n offers, z'n geld, z'n gebed,
z'n steun, z'n sympathie.
Misschien denkt iemandHoe zullen
w ij het winnen van de reuzen de
Enakieten.
Door 't geloof van Kaleb, die ver
trouwde, dat een klein groepje in de
mogendheden des Heeren Heeren een
heel land vol reuzen wel vellen kon.
Maar bovenal beziele ons de liefde.
De bruidsliefde tot den bruidegom.
Als Christus zich opmaakte, om des
Satans vesting te slaan, en z'n leven
liet buiten de legerplaats om z'n
bruid Achsa te winnen
Hoe moet dan de liefde der bruid
opvlammen voor zulk een liefde.
Naast die liefde blijft de onze altijd
een smeulende vonk.
Maar laaie ze meer dan tot nog toe op.
Minder stilzitten en toezien.
Maar meer liefde-arbeid om de eere
te zoeken van Hem, die Zijn leven stelde
voor Zijn schapen.
Anna-Jacoba-polder. H. Veldkamp.
KERKELIJK LEVEN.
Het voorgestelde Huwelijksformulier.
Abonnementsprijsper kwartaal bp vooruitbetaliüg f 1,—.
Afzonderlijke Dammers 8 cent.
Advertentieprijs 15 cent per regelbp jaarabonnement van
minstens 500 regels balargrpke reductie.
UITGAVE VAN DE
Adres van de Administratie:
Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
uiterlpk Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkers
LITTOOIJ OLTBOFF, Middelburg.
TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280.
En Kaleb zeide; Wie Kirjath-
Sefer zal slaan, en haar innemen,
dien zal ik ook mijne dochter Achsa
tot eene vrouw geven.
ricuteren 1 12.
Godslastering met woord en daad is
schrikkelijke zonde.
P. S. In mijn vorige meditatie schreef ikfeest-
looze. De zetter maakte er van geestelooze.
H. V.
IV.
Als we toekomen aan het weergeven van onze
bezwaren tegen de voorgestelde wijzigingen,
willen we enkele kleinere het eerst bespreken
om dan tenslotte breeder te bezien tv/ee zaken,
die we meenen, dat wel zeer ernstig door de
kerken mogen overwogen worden.
We hebben wel eenig bezwaar dat de af
kondiging van het huwelijk wordt ingeleid met
Geliefden in den Heere ChristusJuichen we
het toe, dat het Formulier zelf met die aanspraak
begint, en dat alzoo een leemte wordt wegge
nomen waarop Dr. Kuyper indertijd in ,Onze