Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
37e Jaargang.
Vrijdag 11 Mei 1923
No 19
UIT HET WOORD.
RedacteurDs. L. BOUMA te Middelburg.
Vaste medewerkers: D.D. P YAN DIJK, F. J. d. ENDE, A. C. HEIJ, B. MEIJER, F. STAAL Pzn en R. J. v. d. VEEN.
PER8YEREE8IGIK6 ZEEDW8CHE KERKBODE.
In tijden van druk en somberheid op
schier elk terrein van het leven is het
noodzakelijk elkander op te wekken tot
dank en lof aan God, ziende op de on
telbare zegeningen, die Hij zoo rijkelijk
schonk. De belijders van den Christus
Gods maken zich weer gereed den dag
der kroning van hun Koning te her
denken. Doch hoe
Zoo menigmaal kunt gij den toon op
vangen, waaruit klinkt een zeker smart
gevoel, dat Jezus van ons ging en dat
Hij Zijne gemeente achterliet hier op
aarde. Moeilijk kunnen dezulken missen
de voortdurende, lichamelijke aanwe
zigheid van dien Jezus, waarnaar hun
ziel en leven hijgt. En toch heeft Jezus
Zijne jongeren gezegd het is u nut, dat
Ik wegga en zou Hij het niet beter
weten dan gij Er is geen reden om te
zuchten en te treuren en te weenen op
den Hemelvaartsdag, maar wel om het
Psalmlied des lofs en der aanbidding
op de lippen te nemen.
Op den dag der troonsbestijging
heerscht er alom blijdschap, zooals zoo-
velen zich nog zullen herinneren, toen
bijna 25 jaar geleden onze hooge Lands
vrouwe, onze geëerbiedigde Koningin
werd gekroond. En zou de gemeente
des Heeren zich dan niet verheugen op
den Hemelvaartsdag en ieder opwekken
aan te heffen Psalmen tot 's Heeren eere.
De prediking weerklinktGod vaart
met gejuich en de Heere met geklank
der bazuin. Het schijnt niet precies aan
te geven wat is de historische achter
grond van Psalm 47. Sommigen denken
aan het opvoeren van de ark desVer-
bonds naar het heilige der heiligen in
den tempel op Sions top en men stelt
zich dan voor, dat waar God Zijne
tegenwoordigheid in het midden van
Israel openbaarde van het verzoendeksel
in het binnenste heiligdom, nu kon ge
zegd, dat met de opvoering van de ark
naar den tempelberg als het ware God
zelf opvoer tot Zijne heilige woning.
Anderen daarentegen verklaren dezen
Psalm in verband met 2 Kronieken 20,
waarin staat beschreven, dat Josafat in
's Heeren naam en kracht de opruk
kende vijanden had verslagen, waarbij
de voorstelling leefde, dat God zelf was
neergedaald van Zijn troon en uit Zijne
woning om de vijanden Israels te ver
derven en nu na de overwinning weer
Zijne plaats innam. Josafat keerde weer
aan de spits van het leger en hij trok
door de poorten van Jeruzalem onder
de klanken van luit en harp en trompet
"tot het huis des Heeren om daar den
Verbonds-God te danken.
Wat daar geschiedde bij en door oud-
Israel, het is een beeld van de gebeur
tenis op den Hemelvaartsdag. De ge
schiedenis is zoo bekend. 40 dagen na
Zijne opstanding is Christus ten hemel
gevaren van den Olijfberg en zegenend
is Hij van Zijne discipelen gescheiden.
Hier beneden was Zijn werk volbracht
hier had Hij het groote offer gebracht
en in alles gezocht de vervulling van
het welbehagen Gods en getoond, dat
Hij Zich onderwierp aan het Goddelijke
moeten en nu moesten de hemelen Hem
ook ontvangen. Zij konden Hem niet
terugwijzen of uitwerpen, neen, zij moes
ten Hem ontvangen en wel zoo, dat Hij
daar ook blijft, totdat de wolken, welke
Zijn zegewagen vormden op den dag
Zijner kroning, zullen geformeerd wor
den tot Zijn stoel des gerichts, waarop
Hij Zich zetten zal ten jongsten dage.
Die Jezus is ook God, der Goddelijke
natuur deelachtigeenswezens met den
Vader; door een Thomas erkend als
zijn Heere en zijn God. God vaart op
met gejuich. Opvaren wijst er op, dat
Hij deze aarde verliet en toch Hij liet
Zijne discipelen geen weezen. Op den
Hemelvaartsdag lijdt Christus' Kerk
geen verlies, doch zij boekt wel heer
lijke winst, want Hij gaat Zijn werk nu
voortzetten in den hemel voor 's Vaders
aangezicht in Zijne hooggepriesterlijke
voorbede voor Zijne duurgekochte kerk,
ja ook om te regeeren als een Koning,
Wiens voeten alle dingen onderworpen
zijn. Zou de gemeente des Heeren dan
kunnen of durven treuren, nu haar
Koning klom tot zulke hooge plaats
God vaart op met gejuich. De 11 jon
geren des Heeren hebben dat wel niet
gehoord, maar hoe zou het anders kun
nen of de engelen, die gezongen hebben
van het welbehagen Gods boven Efra-
ta's velden, zullen op den blijden kro
ningsdag den Koning der eere met
blijden zang hebben omjubeld. Van hun
blij gejuich moet de hemel zijn vervuld
nu 's Vaders Zoon beklom den troon;
Hij, de Middelaar Gods en der men-
schen, want, vergeet het niet en ver
geet het ook nooit't was uw Middelaar,
Die ten hemel ging en daar uit 's Vaders
hand ontving alle macht.
Als de heilige engelen juichten, zal
de gemeente dan zwijgen of het kind
Gods als verstomd van smart ter neer
zitten Immers neen, want niet om en
gelen te vinden of te zaligen daalde de
Zone Gods tot deze wereld neer of voer
Hij na het volbrachte Middelaarswerk
ten hemel, neen, voor Zijn volk. Niet
geweend dan op dezen dag, maar laat
zien op het kroningsfeest van uw Ko
ning, dat ook gij met dank in het hart
spreektGod vaart met gejuich omhoog
en de Heere met het geklank des ba-
zuins. De getrouwe Zaligmaker, Die
geen enkel Zijner woorden ter aarde
zal vallen laten, vaart op met het ge
klank der bazuin, wat er op wijst, dat
Zijner is de overwinning. Hij toch heeft
alle vijand overwonnende wereld, de
zonde, de dood, het graf en de Satan
liggen geboeid aan Zijne voeten en alles
moet buigen voor Zijn rijksregiment
De hemelvaartsdag roemt dus ook
van Jezus als Overwinnaar. En is Hij
Overwinnaar, dan is Hij ook met alle
macht bekleed dan heeft Hij ook het
recht als Koning op den troon des
hemels te heerschen. Jezus onder ge
juich en bazuingeklank naar den hemel.
Wat eene gedachte! Dezelfde Jezus,
Dien men hier met vuisten in het aan
gezicht sloeg en nu is er gejuich en
overwinningsjubel, 't Kan ook niet an
ders, want Hij is de Koning der gansche
aarde. Naar den hemel gevaren om Zijn
volk de erfenis te schenken. Daar bidt
Hij als Hoogepriester voor Zijn volk
daar is Hij bezig plaats te bereiden,
want geen ledige woningen zullen er in
de hemelen zijn. Derhalve heeft 's Hee
ren volk de roeping op den Hemel
vaartsdag niet te zuchtenoch, was
Jezus nog op de aarde, nu zij weet, dat
Hij ten nutte en zegen van Zijne erve
is ten hemelgevaren, integendeel, met
Psalm 47 ruische de opwekking psalm
zingt Godepsalmzingtpsalmzingt
onzen Koning, psalmzingtBij het lied
der engelen behoort het psalmgezang
der gemeente. Alles, wat gij in of aan
uw Jezus moet u opwekken tot den lof
des Heeren en dat moet aandringen
ook tot uzelven te spreken psalmzingt,
want alles, wat aan Hem is, is zeer
begeerlijk.
Jezus ten hemelJezus op den troon.
Aanbidt Hem en verheft uwe psalmen
des lofs, want Hij is de Koning der
gansche aarde. Bazuint het uit naar
alle zijden in steeds blijder klank en
steeds rijker volheideere zij onze
Koning. En dat niet slechts een enkel
maal, neen, bij den voortduur en steeds
herhalend en opwekkendpsalm zingt,
wat de kinderen des Heeren over het
algemeen veel te weinig doen.
Zingen van de Koning der kerk in
een lied, dat uitspreekt, wat het geloof
in dien Koning ziet en bezit en geniet
en dat ook tevens anderen opwekt en
onderwijst. Het zingen der gemeente
moet zijn eene prediking van de heer
lijkheid van haren Koning.
De sirenenzang der wereld lokt ook
in deze dagen om den koers uit het
oog te verliezen en het roer te wenden
met als vrucht vernietiging en onder
gang. Dat de gemeente dus op den
kroningsdag van haren Koning zinge van
Zijne grootheid, heerlijkheid en dierbaar
heid in een lied der aanbidding en des
lofs, waardoor ook anderen nog worden
geleerd en gesterkt.
Ook het psalmzingen moet geschieden
welbewust en met het doelGod ter
eere en ook anderen ten zegen.
's Heeren Woord wekt derhalve op
niet te treuren, maar wel om te juichen
Vorst Irnmanuel ten lof.
Ook gij zingt, lezer en lezeres, en is
ook uw lied op den Hemelvaartsdag u
door 's Heeren Geest geleerd Gij doet
het toch niet uit gewoonte, maar wel
tot 's Heeren eere alleen Ook op dezen
dag is het zoo noodzakelijk in den op
gevaren Middelaar te zien uwen persoon
lijken Heiland, want 't geeft zulken rijken
troost te wetendie Jezus, Die ten
hemel voer is mij ten nutte daar. Hij,
Die is mijn Koning en ook mijn Heere
en uwe ziel verlangt naar de ure, dat
gij Hem zult zien in Zijne schoonheid.
A Scheele.
Kapelle-Biezelinge
KERKELIJK LEVEN.
„Het nieuwe Leerboek".
Abonnementsprijsper kwartaal bp vooruitbetaling f 1,—
Afzonderlijke nummers 8 cent.
Advertentieprijs 15 cent per regel bp jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrpke reductie.
UITGAVE VAN DE
Adres van de Administratie:
Firma LITTOOIJ OLTHOFF, Middelbar*.
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
uiterlpk Vrp dagmorgen te zenden aan de Drukkers
LITTOOIJ OLT0OFF. Middelburg.
TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280.
God vaart op met gejuichde Heere
met geklank der bazuin Psalmzingt
Gode, psalmzingtpsalmzingt onzen
Koning, psalmzingt! Want God is
een Koning der gansche aardepsalm
zingt met eene onderwijzing.
Psalm 47 6—8.
Voor de Gereformeerde Kerken is het steeds
een belangrijke vraag geweest, op welke wijze
zij het best de kinderen der gemeente konden
onderwijzen in de leer der waarheid. Zij wisten
toch van welk uiterst gewicht het voor het
zaad der kerk was, dat het vroeg kwam tot
een helder bewustzijn van al de weldaden,
welke God in het verbond had beloofd. Leer
zaam is in dit opzicht, wat er in het Rapport
meegedeeld wordt over de onderscheiden
boeken, welke na de Reformatie der 16e eeuw
zijn uitgegeven. Die arbeid is dan ook niet
vruchteloos geweest, want in dien tijd was er
inderdaad een edele wedstrijd om aan de jeugd
de waarheid, welke naar de godzaligheid is,
duidelijk te maken.
Bij de herleving van de Gereformeerde be
lijdenis in de vorige eeuw zien we opnieuw,
dat de ouders en de kerken hebben saamge-
werkt om de kinderen te onderwijzen naar den
eisch van hun weg. Er was zooveel verwaar
loosd, er moest zooveel schade ingehaald wor
den. De catechismus en het Kort Begrip kwamen
weer in eere. Allerlei andere boekjes, oude en
nieuwe werden ingevoerd. Het is schier onge
looflijk, hoevele onderscheidene boeken gebruikt
werden. En toen de Christelijke scholen in ons
land verrezen, hielpen zij krachtig mee, om de
kennis der waarheid op hooger peil te brengen.
Het oude Borsius en het kleine en groote van
Hellenbroek alsmede andere, welke veel later
geschreven waren, werden geleerd. Langzamer
hand echter verdrongen de Catechismus en het
Kort Begrip vele andere en zij verkregen den
voorrang. Op sommige plaatsen werden ook de
artikelen van de Nederlandsche geloofsbelijde
nis van buiten geleerd. En zonder ons aan
overdrijving schuldig te maken kunnen we wel
zeggen dat het catechetisch onderwijs in al
onze kerken een ruime plaats kreeg. Uitnemende
toelichtingen werden gevoegd bij den Cathe-
chismus en het Kort Begrip, opdat de cateche-
santen zich des te beter zouden kunnen voor
bereiden.
Van lieverlede echter is de vraag opgekomen,
of er nog niet een beter middel zou te vinden
zijn, waardoor men het doel kon bereiken.
Voor plaatsen, waar alleen des winters gecate-
cheseerd werd was de catechismus te uitge
breid. Het was onmogelijk om hem in zoo
korten tijd te behandelen. Twee, drie winters
waren er noodig om hem door te komen, en
in dien tijd ging veel van wat eerst opgedaan
was, weer teloor. Bovendien werd er geklaagd,
dat sommige antwoorden moeielijk in 't ge
heugen geprent kunnen worden. En dit valt
niet te ontkennen. Wat nog meer gewicht in de
schaal legtDit leerboek is reeds ruim drie
eeuwen oud en behandelt niet de dwalingen,
welke in onzen tijd voorkomen, terwijl het toch
noodig is, dat de jonge leden der gemeente
daarmede op de hoogte komen. En eindelijk
door de eigenaardige indeeling komen de waar
heden niet genoeg in haar samenhang tot haar
recht. De meeste dezer bezwaren worden in
't Rapport duidelijk aangetoond en daartegen
is niet veel in te brengen.
Zoo kwam de Synode van Leeuwarden er
toe om een drietal Deputaten aan te wijzen,
de predikant Landwehr, die door zijn uitgave
van verschillende handleidingen getoond heeft
voor dezen arbeid bizondere bekwaamheid te
bezitten professor Hoekstra, van wie iedereen
weet, dat hij studie heeft gemaakt van psycho
logie en paedagogiek en de heer H. J. van
Wijlen, een man, die in de schoolwereld een
goeden naam heeft, en droeg hun op het ont
werpen van een nieuw leerboek voor cateche-
satie en school. Het eerste punt, dat zij onder
de oogen gezien hebben, betrof het karakter
dat het boek zou moeten dragen en zij
waren van oordeel, dat het karakter in over
eenstemming moest zijn met het doel, dat de
catecheet zich stelt. Het is een genot te lezen,
wat zij verder er van zeggen. Zij hebben er
oog voor, dat de catechisatie niet alleen bij
brengt kennis der waarheid in theoretischen