Brieven nit Vlaanderen. Actie Vrije Universiteit. ook als er nog van verdienste voor God 6prake zal kunnen zgn voor het werk der geloovigen. Daar zal dan Gods keur overgaan en kunnen die werken dan niet in alle deelen Gods goedkeuring wegdragen, dan zal er van verdienste geen sprake kunnen zgn. Maar dan komt de verdieDsteloosheid der goede werken ook wel in helder licht te staan Het is er immers verre van daan, dat de goede werken der geloovigen volmaakt zgn. Ze zgn alle onvolkomen en met zonden bevlekt. Zelfs een Paulus, die toch wel een ernstig voorne men had om naar alle geboden Gods te leven, moest de k'echt ophtffen: want ik heb een vermaak in de wet Gods naar den inwendigen menscb, maar ik zie een andere wet in mijne leden, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds, en mg gevangen neemt onder de wet der zonde die in mgne leden is. Rom. 7 22, 23 Voor de leer van de verdiensteloosheid der goede werken is nog een anderen grond te noemen. De perfectionist, die de volmaaktbaarheid leert, stemt niet in met wat wg in Zondag 24 bestrijden, dat onze beste werken in dit leven alle onvolkomen en met zonden bevlekt zgn. Hjj meent, dat de geloovige in dit leven de volmaaktheid kan bereiken en werken kan doen, die gansch volkomen en der wet Gods in alle stukken gelijkvormig zgn. Maar zelfs dan zou nog blijven de verdien steloosheid van de goede werken der geloovigd Dan zou nog big ven gelden het woord, dat' Heere Jezus sprak in de gelijkenis van dec nutte dienstknechten ,En wie van u heeft een dienstknec ploegende of de beesten hoedende, die t hem als hg van den akker iokomt tersto zal zeggen kom bg en zit aan Maar zal hg niet tot hem zeggen reid wat ik te avond zal eten, en omgi u en dien mg, totdat ik zil gegeten gedronken hebben, en eet en drink daarna Dankt hg ook dien dienstknecht, omj hg gedaan heeft hetgeen hem bevolen wa| Ik meen, neen. Alzóó ook gg, wanneer gg zult geda hebben al hetgeen u bevolen is, zoo zeg Wg zgn onnutte dienstknechten, want 1 hebben maar gfdaan hetgeen wg schul<j; waren te doen". Luk. 17 710. Die waardeering van het werk van een dien knecht lgkt ons heel vreemd, eigenlgk onbilltë en onrechtvaardig. Maar Jezus' uitspraak oi lokte aan die haar hoorden geenerlei proteb Zg wisten, dat met dien dienstknecht bedoe was een slaaf, die geheel het eigendom was vt zgn meester. En zulk een slaaf kon geen aa spraak maken op dank wanneer bg zgn we| gedaan had ook niet, wanneer hg het goj gedaan had. Dat was eenvoudig zgn plicht daar verdiende hg niets mee. En de geloovigen zgn het eigendom van hul Heere Jezus Christus Hg kccht ze zich tot ee eigendom tot den prgs van Zgn bloed. Ook bi hen geldt dus de waarheid, dat als za alles g< daan hebben wat hun bevolen is, dan kunne ze daaraan nog geenerlei recht ontleenen, o^ voor hun werk gedankt te worden. Dan ve! werven zg zich daardoor nog geenerlei verdienst. En als er dan gelgk het in waarheid is zoo ontzaglgk veel aan hun werken ontbreekl hoe ver blgven ze dan wel van het verdien» door hun goede werken. f Ook nog om een derde reden. Als het is dat de geloovige goede werken dot dan is God daardoor niet gehouden tot dan) baarheid aan hen, maar zgn zg daardoor ge houden tot dankbaarheid aan God, omdat Hg dan die goede werken hun gaf te doen. Als er bg de geloovigen is het willen en het werken, dan is het omdat God in hen werkte beide dat willen en dat werken. (Fil. 213) En voor die groote gave zgn zg dan Gode dankbaarheid verschuldigd. Is zoo wel gegrond de overtuiging, dat wg met onze goede werken niets kunnen verdienen en blgft des ondanks in den geloovige uit onderscheiden o rzaken machtig werken de drang om toch zich een eigene ge rechtigheid op te richten en door werken ver dienste te verwerven, dan blgft het ook noodig telkenmale te herinneren, dat, als we ons aan gorden tot het doen van goede werken we dat dan moeten doen in de gedachteniet om de verdienste. Maar daarmee is niet alles gezegd. Daarmee is nog maar uiting gegeven weer aan het negatieve. En ook dit negatieve heeft zgn positieve zgde. Leert de H. S. ons duidelgk de verdienste loosheid der goede werken, ze wil ons daarmee niet leeren, dat de goede werken onverschillig zonden zgn, en dat ze ganschelgk geen waarde zouden hebben. Ze hebben wel degelgk betee- kenis en waardg. Onze Catechismus zegt daar wel niet veel van, maar toch iets. .Verdienen onze goede werken niet, die God voortaan in dit en het toekomende leven wil beloonen Deze beloo- ning geschiedt niet uit verdienste maar uit genade." Vb 63. Niet uit verdienste geschiedt die belooDiog, maar uit genademaar ze geschiedt dan toch ze is er dan toch Er is toch een belooniog een belooning, die verhand houdt met de werken en die dus grooter of kleiner is, al naar die werken zijn. Dat leert de H. S. ons ook Bg monde van den Heere Jezus zelf .Maar hebt uwe vganden lief en doet goed en leent zonder iets weder te hopen en uw loon zal groot zgn". Luk. 6 35 En b| monde van den apostel Paulus .Maar een iegelgk zal zgn loon ontvangen naar zijnen arbeid1 Cor. 3 8. Diezelfde gedachte ligt er in het woord van den apostel, als hg in 2 Cor. 5 10 schrgft, dat wg allen moeten geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hg gedaan heeft, hetzg goed, het;| kwaad. Wie den zin van dit woord vatten wil, le?e wat onze uitnemende Schriftuitlegger J. van Andel, daar ter plaatse er van zegt .Met opzicht tot hen, uit wier werken blgït dat zg door een oprecht geloof Christus warqi ingelgfd, komt echter, evengoed als bg degenin die verloren gaan, de vrasg naar de werka aan de orde. Niet slechts dieren de werka als kenteeken van hun geloof maar ook as maatstaf van hun loon. Daarom bestaat oc voor de geloov:gen de mogelgkheid, dat ha loon verkort wordt; ja, voor dienaren in h; evangelie bestaat, volgens 1 Cor. 3 15, o mogeljjkheid, dat zg geen loon voor hun diens- werk ontvangen, maar dat zien verbranden, t zeiven als een vuurbrand uit het vuur wordt gerukt, behoudeD, ja, maar als een die naai en bloot zgn brandend huis ontvlucht. Daaro is het hier door den apostel gesproken wool wel geschikt om allen tot diepen ernst te ster men, en te prikkelen tot voleindiging d heiligmaking in de vreeze Gods. Wij moet nooit vergeten dat ons leven op aarde de plac bepaalt, die ons in het rijk der heerlijkheid z worden aangewezen(cursiveering van ons.) Daar is geen verdienste voor de goede werke Kwam er een Sanatorium, maar dat neutraal wilde zgn, dan zouden althans de Gereformeer den, maar zeker ook vele anderen, groote be-| zwaren hebben hun patiënten daarheen te zen den en niet dan in het uiterste geval daarto overgaan. Als er een Sanatorium komt dan moet het eeijj Christelijk zgn. Dan kan het dienen voor allen. Een neutraal Sanatorium is eigenlgk onbruik baar voor een christen Vooral voor een chris ten in zgn lgdensweg. Een Christelgk Sanatorium is ook geschi' voor de enkele oDgeloovigen, voor wie opna zou noodig zgn. Het christendom zal hun da; niet worden opgedrongen. Blgkt de mogelgkheid te bestaan voor h hebben van een eigen Sanatorium voor Zeelanji en bestaat de zekerheid, dat dit Sanatorium ee positief Christelgk zal zgn, dan kunnen we va harte aan de totstandkoming meewerken. Ar ders houden we ons afzgdig en bewaren oi geld om onze patiënten te kunnen zenden nar Sonnevanck, opdat zg niet zouden behoeve gezonden te worden naar het Sanatorium voc Zeeland. Hkij. IV. Amice, We zitten hier in Vlaanderen ia dezen tij wel afgezonderd. Midden in den winter gevoelt men soms opkomend verlangen naar de stad. Ia de stil eenzaamheid van het dorp moet men zoovel] gerieflijkheden misseD, waarvan gf als stedeli profiteert. Vooral 's avonds. Ge kunt u geen voorstelli maken, hoe donker het 's avonds op de lan| landwegen kaD zgn, en ge vraagt u toch v eens verwonderd af, waardoor het komt, slechts bg hooge uitzondering de kerkeraa] leden ontbreken op de vergadering, die op vroegst toch eerst om acht uur is geëindi; Het kost ge9n geringe op( faring in Vlat deren kerkeraadslid ie zgn. Want even of in Schoondgke of Oostburg, dan wel meer het land van Axel in het ambt stabt, de wegi] zgn overal vreeselgk, de afstanden overal v en lantaurns aan den weg overal onbekend. Overdag neen, dan bengden wg U zelfs in den winter de stad niet. Ik spreek nog niet eens over de schoonheid van den polder onder de sneeuw Maar hebt ge de bekoring wel eens genoten van een pas geploegden akker Recht liggen de lange rjjen der versche klonten klei. Zwart en blauw, of donker grgs soms wat licht bruin getint. Den vetten sogkant omhoog liggen ze zacht glanzend in het winterzonnelicht. En achter op het ploegveld hangen blauwe nevels, waar de zon gouden tinten door toovert. De boerenjongen achter den ploeg loopt ge huld in den damp van zgn rookende paarden. Kaarsrecht gaat de diepe voor. En achter hem aan in blinkend wit-grgs, met plekjes zwart vluchten de meeuwen die in de varsche vore buit vinden te kust en te keur. Er is poëzie ook op den akker des winters met zgn ploegen en paarden, met meeuwen en kraaien, met zgn zon en nevel. En er gaat van zalk een open gelegden akker ook een sprake uit van stille verwachting. Van een verwachting als waarvan Psalm 65 spreekt, als hg het land door God ziet .begeerig" gemaakt. Vergeef mg dit uitstapje! Toch heb ik deze week nog al eens aan den ploeg van mgn boerenjongen gedacht. Je ziet hem soms met drie paarden tegelgk aan het W«*lr 1 dj oarnon wflrkinv critiek soms wel wat scherp. Doch ik zou hem liever zgn invloed zien aanwenden, dat op de manier van de ploegpaarden meer samenwerking van de medewerkers openbaar werd opdat ook hier rechte voren gesneden worden, dan dat ik hem hoor bepleiten het nut van een methode, die m.i. nooit een rechte methode voorleiding kan zgn. Eea methode trouwens die de redactie zelfs voor de .stemmen uit de kerken" niet aanvaardt: want in No 1 van den le jaargang schreef zg; .eindelijk berust, gelijk vanzelf spreektde be slissing over het al of geschikte voor opname bg de Redactie." Zoodat dus alleen nog de ongecontroleerde .botsiDg-methode" het uitsluitend recht van de medewerkers onderling blgft? Dat meent Dr. de M. zelf niet. Z. v. D. Donderdagmiddag vergaderden ia de Con sistoriekamer der Geref Kerk te Goes enkele leden van den Ring Goes voor de actie in 't belang der Vrge Universiteit. Vele leden waren met of zonder kennisgeving afwezig. Toch was het ean vergadering, waar een goede geest heerschte en waar vele maatregelen wer den getroffen in 't belang der genoemde actie. n[ P»" i 1 i fua

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1922 | | pagina 2