Weekblad I UIT HET WOORD. 36e Jaargang Redacteuren Taste medewerkersI NOODZAKELIJK LIJDEN. Het is de Kindsverbouding, het is de plaats in den huiselijken kring van Gods gemeente op aarde, die het noodig maakt aan de Goddelijke opvoedingszorg onder worpen te zijn. Straf, jammer, leed is er in de geheels wereld genoeg,,Het ganeche schepsel zucht en is als in barensnood Maar niet alle jammer is paedagogische wijsheid van den hemelschen Vader. Er zijn er, die zonder kastijding blijven. Daarvan spreekt Pa. 73 Er zijn geen banden tot hunnen dood en hun kracht is frisco; zij zijn niet in moeiten als andere menschen. Zonder kastijding blijven wil echter daarom nog niet zeggen, dat hun geen enkel leed wedervaren zou. Men kan het kwaad in de wereld hebben en toch geen kastijding ondergaan. Dat is het geval bij het lijden der ongeloovigen. Zij leeren uit hun leed niets met betrekking op de eeuwigheid, het gaat hun voorbij zonder indruk na te laten van hooger macht, hooger wijsheid, hooger goed. Dof berusten kan er zijn, een dulden omdat er niets aan te doen valt zelfs wel een moedig torsen met het oog op het heil van 't gezin of de omgeving, maar het kinderdeel ontbreekt er in. Ook bij hen, die tot de gemeente, maar in uitwendigen zin, slechts tot de z c -tbare kerk, behooren is dit zoo. Zij staan te hoog om te klagen, zija te trotsch van hart om hun leed uit te weenen ze worden geslagen en klemmen de tanden op elkaar. De waarschuwing wordt hier ook tot een gemeente gericht 1 Hoe gedraagt gij U onder het leed Ge kunt echter ook „voorspoedig" zija in de wereld, het goed hebben en niettemin kastijding ondergaan. Niet alleen op het ziekbed wordt geleden, niet slechts in verscheurde gezinnen ge weend. Ook in de binnenkam°r van den rijke, onder een kleed van zijde, schreit, ofschoon zeldzamer, een verslagen hart en zucht wel een gebogen ziel. Want elk hart kent zijn eigen bittere smart, en voorspoed ook kan het kind in 's Heeren huisgezin droevig stemmen, omdat die zoo met hechte kluisters de ziel weet te binden aan het stof; omdat die voorspoed dikwijls zoo weiüig het hart hemelwaarts doet verheiï 3D omdat hij het contact zoo bevordert met de zonde, die men haat en toch niet loslaat, niet loslaten kon menigmaal, door het in voorspoed te weelderig geworden „vleesch". Er kan kastijding zijn, innerlijke voort durende, als goddelijk erkende terecht wijzing, een torsen van leed, waarom men soms arm of krank of vervolgd zou willen zijn als men 't kwijt wasofschoon echter ook dat leed van voorspoed ons naar God voeren moet met bloedig tegenstaan ze'.fs van de dan vooral ons zoo licht omringende zonde. Ook David leed wel in de binnenkamer van een paleis onder Godgemis. door een VaaêrT Bij dit licht der Schrift verkrijgt ge antwo rd op de vraag: Waarom moet, daar t chCoristus voor de zijnen leed, de geloüvige nog lijden? God gebruikt het door hem beschikte leed als instrument ter wederbaring dien Hij in Christus heeft uitverkoren brengt hij er door tot erkenning van zijn zonde voor God en het geloovig aannemen van zijnen Heiland. Voor wie wedergeboren zijn, gebruikt Hij het lijden tot oefening ter heiligmaking (vs. 10) en om te openbaren wat door genade in die kinderen is. En naast dit nut voor hen, wordt het lijden door Hem dienstbaar gemaakt voor de eere zijns Naams en de verbreiding van Zijn rijk. Alle martelaren immers vormen de groote wolke der getuigen waarop wij worden gewezen opdat ook wij door 't geloof uit zwakheid kracht zouden bekomen. Zoo kan ons geloovig ziekbed, onze „christelijke" armoede, ons vroom gedragen hui elijk leed, de vervolging waaraan wij bloot staan zija tot verheerlijking Gods. WTie zal zeggen wat een schat van zegen voor zijn huisgeziu een geloovig-kranke vader of moeder verspreidtwat een be langrijke taak voor Gods Koninkrijk vervult een, die al breekt soms in de eenzaamheid zijn hart, met gezalfd hoofd alzoo de tijd van het door God hem opgelegde vasten vervult Zoo gedragen wordt het lijden het vuur dat den braambosch wel doet branden, maar niet verteertwordt de kastijding dienstbaar aan de groote waarheid, die de duivel lastert, dat niet vanwege Gods om- tuining rondom den geloovige, maar uit Abonnementsprijsper kwartaal bp vooruitbt Afzonderlijke nummers 8 ceni Advertentieprijs 15 cent per regel; bp jaaral minstens 500 regels balangrp „Maar indien gij zonder kastijding zijt, welke allen deelachtig zijn geworden, zoo zijt gij dan bastaarden en niet zonen". Hebr. 12 8.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1922 | | pagina 1