Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
36e Jaargang.
Vrijdag 10 November 1922
No. 45
UIT HET WOORD.
1882 - Ds. L. BOUMA - 1922.
RedacteurenDs. L. BOUMA te Middelburg en D?. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg.
Taste medewerkersD.D. P. VAN DTJK, F. J. v. d. ENDE, A. C. HEIJ, B. MEIJER, F. STAAL Pzn en R. J. y. d. TEEN.
Abonnementsprijsper kwartaal bp vooruitbetaling f 1,
Adres van de Administratie
Firma LIITOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
x
Afzonderlijke nummers 8 cent.
Advertentieprijs 15 cent per regel bij jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrijke reductie.
UITGAVE VAN DE
PERSYEREEHIGIRB ZEEOWSCHE KERKBODE.
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiëa tot
uiterlijk Vrü dagmorgen te zenden aan de Drukkers
LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg.
TELEFOON 233. GIRONUMMER 42280.
GEDENKT UWEN VOORGANGEREN.
Gedenkt uwen voorgangeren. die U het woord Gods
gesproken hebben. Hebr. 13 7a.
Gedachtenis aan de voorgangers, zoowel degenen,
die reeds heengegaan zijn, als diegenen die reeds jaren
aaneen en nog waken voor onze zielen (vs. 17) dient in de
eerste plaats te zijn een gedenken van de daden des Heeren
Uit allen trouwen arbeid van de Godsmannen uit oude
en nieuwe bedeeling, klinkt het woord „genade" op en
daarom moet in elke herinnering aan onze leidslieden, de
dankbare toon zijn Alleen den hoogen God zij eer en dank
voor Zijne genade
In gedachtenis moeten de Hebreeën, moeten wij hen
houden, wegens hun ambt; zij hebben 't Woord Gods
verkondigd, dragers zijnde van het gezag der goddelijke
schriftuurverkondigers van de waardij van dit woord voor
elke menschenziel, voor het leven der volkeren.
Dat woord Gods te verkondigen is zoo gemakkelijk
geen taak wordt ontzaglijk moeilijk in tijden van strijd,
van verguizing, van marteling.
Wat was Stefanus' kracht, wat hield Jacobus, Paulus
in stand
Wat is nog voor alle trouwe predikers temidden van
zooveel aanvallen eener ongeloovige wetenschap, eener
alles vermijdende critiek, de basis, de sterkte
Wat voor eenvoudige dienaren de steun ook temidden
van geringschatting en miskenning? Waaruit, als Paulus
voor Apollos, als Apollos voor Cefas wordt teruggezet,
putten zij vertrouwen in het toch niet ijdel zijn ook
van hun arbeid
Hun steun en hun kracht, hun betrouwen en hoop,
hun veerkracht en moed, hun geestdrift en bezieling vonden
zij in het geloof in de boodschap, die zij brachten.
Het geloof, dat zich liefdevol buigt naar het verdrukte
dat zich verdedigend teweerstelt tegen fnuikende invloeden.
Het geloof, dat zij als de parel van groote waarde
door Gods genade bewaarden voor eigen hart, en dat ook
omvatte de roeping van hun leven.
Het geloof in den eeuwigen en eenigen Koning zijner
kerk van Wien zij door kwaad gerucht en goed gerucht
zich Zijn dienaren, Zijn tolken wisten.
Voorgangeren konden zij zijn, omdat zij zelf bezaten
het geloof waardoor zij Amen zeiden op Gods beloften
en het daarna met innige overtuiging aanbevalen aan de
gewetens der menschen.
Ook bij den grootsten tegenslag, ook bij innerlijke
verdeeldheid der gemeenten, ook bij veel ploegen als op
rotsen en moedbenemende schijnbare vruchteloosheid
konden door dit geloof de voorgangers blijven arbeiden,
blijven bidden, blijven hopen.
Ook om hun ambtsoefening moeten wij hen gedachtig
zijn. Zeker, die voorgangers waren geen volmaakten. Hoe
was Paulus' verleden hoe kon Petrus soms eenzijdig drijven.
Geen hunner of hij was zondaar een aarden vat slechts
voor den kostbaren inhouddoch om de uitnemendheid
van hun opdracht, en de trouw in haar vervulling wordt
den Hebreeën toegeroepenGedenkt hen
Gedenkt ze ook daarom, wijl gij zelf een taak hebt
Gisteren dat was de tijd uwer voorgangers, die
wegvielen of wier leven ten avond neigt.
Heden dat is uw tijdEn dat heden stelt eischen
voor uw leven.
De strijd is niet minderhet gevaar wordt grooter.
Gods knechten zaaien nooit 's daags, of's nachts wordt er
onkruid bijgezaaid door vijanden.
Zoo zegt vs. 9: Wordt niet omgevoerd met vreemds
leeringenUw strijd is ook noodig, neem nu aan hen
een voorbeeld.
Elisa sloeg met den mantel op 't water en riep: Waar
is de God van Elia Onze ouderen van '34 en '86 de meeste
reeds heengegaan, ze hebben van de oude Geref. leer van
Geneve en Dordt het stof weer afgeslagen en zijn het gif
van slappe, pelagiaansche theologie met Gods Woord
tegengegaan. Is thans alle gevaar voor vreemde insluipsels
volkomen bezworen Gedenkt uwer voorgangers, en buigt
ook gij, hun geloof navolgend, voor de authoriteit van
's Heeren getuigenis. Stelt u in 't zelfde geloof als zij tegen
dien thans uit anderen hoek waaienden wind van leer
met dezelfde leuze Er staat geschreven
Het kan ons zoo droevig stemmen onze voorgangers
te zien wegvallen. Hoe vertrouwd waren de eerste ge
meenten met hun Apostelen en Evangelisten. Wij zonden
zoo gaarne houden, die wij in de frischheid van hun manlijke
kracht, in de kloekheid van hun zomertijd, toen wij jong
waren, hebben gekend.
In Efeze weent men als Paulus afscheid neemt van hen
onder wie hij jaren heeft getoefd.
't Is de droefheid wegens de vergankelijkheid hier
beneden.
„Worden" is het kenmerk van de aardsche bedeeling;
„zijn" slechts van de hemelsche.
Liefde slaat banden tusschen voorganger en gemeente,
welker verbreking smartelijk is. Elia reed met vurigen
wagen ten hemel en toch riep Elisa hem na Mijn Vader,
mijn Vader! Achteruittreden van voorgangers wekt gevoel
van verweezingals de forschen eiken in het bosch door
ouderdom gaan hellen, straks neerstorten, worden met de
schrale jonge stammen de lichte plekken niet terstond
gevuld.
Wie zal als de Vaders verdwijnen, in hun plaats treden?
Doch meer dan droefheid past dankbaarheid.
Hun arbeid was waken voor onze zielen, en wie dit
in zijn voorgangers gezien heeft „zielewachter" te zijn, het
zielevoedsel gereikt, zielezorg geoefend, in trouwen een
voud naar de geschonken gaven het zieleheil bevorderd
te hebben, die is voor dat voedsel en die zorge dankbaar.
Dankbaar aan God, die ons in hen een zegen wou
bieden dankbaar ook aan hen, die als dienaren huns Gods
dit mochten doen.
Al vallen voorgangers wegde zaak, die zij dienden
blijftwant de Zender valt niet weg die is gisteren, en heden
dezelfde en in der eeuwigheid.
Zonder leidslieden zal de gemeente nooit zijn.
Want altijd blijft die ééne Leidsman, in Wien is de
vastheid der eeuwige heuvelen, aan wier voet de rivier
van den tijd voorbij snelt; in Wien is de eenheid tusschen
het gisteren der voorgangers, het heden van ons en
het straks onzer kinderenin Wien is de band tusschen
de strijdende en de triumfeerende Kerk.
Hij, de Leidsman is dezelfde in liefde, dezelfde in trouw,
dezelfde in genade voor Zijn volk.
In zijn onveranderlijkheid ligt de zekerheid van de
Kerke Gods ook bij het voorbijgaan harer voorgangers.
Het geloof in die onveranderlijke trouw van den
Koning der Kerk geve troost en kracht aan de voorgangers
als zij soms moedeloos vragen naar vruchtaan de gemeen
ten als zij mannen, die haar lief waren, zien afnemen en
weggaan.
Datzelfde geloof sterke beide in de betrachting van
het vermaan des Apostels
Zoo dan, mijne geliefde Broeders, zijt standvastig,
onbeweeglijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Hee
ren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere".
Z. v. D.
Zoo God wil, zal op Zondag a.s. één onzer Redacteuren,
Ds. L. Bouma van Middelburg, zijn 40-jarig ambtsjubileum
vieren.
In 1882 begon de jubilaris zijn loopbaan te Driesum,
waar hij bleef tot 1889. Daarna diende hij de kerk van
Terneuzen tot 1896. Vervolgens die van Emlichheim tot
1898. En vanaf het laatst genoemde jaar de kerk van
Middelburg. Thans mag hij gedenken hoe de goedertieren
heid des Heeren over hem geweest is, hoe zijn Zender
hem al die jaren in zijne bediening gesterkt en daartoe
bekrachtigd heeft.
De kerken, die hij diende, zullen zich over hem ver
blijden Middelburg met name, die hij het langst en laatst
mocht dienen, aan wie hij zich gegeven heeft toen hij tot
de middaghoogte van zijn leven gekomen was en wie hij
thans nog biedt de gerijpte vrucht van zijnen levensherfst.
Zelf zal hij in zijn God en Heiland zich verheugen
met stille blijdschap, Hem ootmoedig dankzeggende voor
zoo groote genade.
Bovenstaand portret van Ds. B00MA is welwillend afgestaan door de
Firma Gebr. Zomer Keunikg te Wageningen, die het, gebruikte voor hare
uitgave: Kerkkalender 1923.
De Administratie.
Van dit jubileum mag in ons blad niet gezwegen worden.
Reeds om de plaats niet, die de Heere aan onzen
broeder in het kerkelijk leven, inzonderheid in dat van
Zeeland gegeven heeft.
Die plaats is niet aan den zoom of omtrek, maar
meer centraal. Zelf heeft hij die plaats niet gezocht, maar
de Heere bereidde die voor hem door hem toe te rusten
met rijke gaven van hoofd en hartgaven, die door hem
niet in een zweetdoek begraven, maar getrouw en ge
willig gebruikt zijn tot heil van 's Heeren kerk.
Wie eenigzins het leven en werken der Classe Middel
burg kent en de Particuliere Synodes van Zeeland bijwoonde
als gedeputeerde of belangstellende, weet dat God in Ds.
Bouma een leidende persoonlijkheid geschonken heeft, en
verwondert er zich niet over dat deze regelmatig naar onze
Generale Synodes werd afgevaardigd. Men proeft in hem
onmiddellijk den man van dege wetenschap, met zin voor
de historie, met een fijn aanvoelen van onze kerkrechtelijke
beginselen en met een warm hart voor de belangen van
Gods Kerk en Koninkrijk.
Met de kerken, die hij diende en Middelburg, die hij
nog dient, danken ook de kerken van Zeeland den Heere
voor de gave in dezen broeder geschonken.
Uit den aard der zaak vestigen wij het oog op den
jubilaris als mede-redacteur van ons blad.
Ook voor kerkelijk scribent werd hij in de wieg gelegd.
Reeds vroeg verschenen er van zijne hand pennevruchten.
In onze provincie was hij met Ds. Littooij, Ds. Hulsebos en
anderen werkzaam aan het „Zeeuwsch Kerkblad". Na de
versmelting van dat blad en den „Zuider Kerkbode" tot ons
tegenwoordig blad, „Zeeuwsche Kerkbode", is hij van den
beginne af één zijner Redacteuren geweest. Zijne benoeming
daartoe bleek een gelukkige te zijn. Onverdroten heeft hij
op uitnemende wijze zijn persarbeid verricht, want ons
blad heeft de liefde van zijn hart. Het bestuur der Pers-
vereeniging en de lezers van ons blad danken hem daarvoor.
Vele redenen zouden bij te brengen zijn om te verklaren
waarom de artikelen van den jubilaris gaarne gelezen
worden. Wij wijzen slechts op een drietal.