Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
36e Jaargang.
Vrijdag 13 October 1922
No. 41
UIT HET WOORD.
Redacteuren Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg.
Taste medewerkersD.D. P. TAN D'JK, F. J. v. d. ENDE, A C. HEIJ, B. MEIJER, F. STAAL Pzn en R. J. y. d. TEEN.
PER8YEREEH1GIH6 ZEEDWSCHE KERKBODE.
Van der Veen.
Abonnrmrntf*pr|j8per kwartaal hp vooruitbetaling f 1,
Afzonderlijke nummers 8 cent.
Advertentieprijs 15 cent per regel bg jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrijke reductie.
UITGAVE VAN DE
Adres van de Administratie:
Firma LITTOOIJ OLTBOFF, Middelburg.
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Adrertentiën tot
uiterlijk Vrijdagmorgen te zenden aan de Drukkers
LITTOOIJ OLTBOFF, Middelburg.
TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280.
DE OVERDENKING MIJNS HARTEN.
Laat de redenen mijns monds en
de overdenking mijns harten webe-
hagelijk zijn voor Uw aangezicht,
o ïïeere, mijn Rotssteen en myn
Verlosser
Psalm 19 15.
De mensch is een denkend wezen. Daar
door is hij onderscheiden van en verheven
boven plant en dier.
Planten denken niet, maar groeien,
bloeien en brengen vrucht voort door de
kracht van het in onbewusten vorm in
hen werkende leven.
Dieren naderen wel den drempel van
het bewustzijn, maar overschrijden dezen
niet. Hun mag in het algemeen gesproken
geen overleg en nadenken ontzegd worden,
maar van denken en nadenken in hoogeren
zin des woords kan er bij hen geen sprake
zijn. Verre staan zij boven de onvrije plant,
die geheel gebonden is, maar ook hunne
vrijheid is aan alle zijden beperkt.
Alleen de meoechelijke geest, omdat hij
met rede en verstand toegerust is, is in
staat te denken, en alzoo te konnon en te
weten.
Nu is dit het eigenaardige en merk
waardige bij den mensch, dat zijn denken
bijna altijd in actie is. Niet maar bij
oogenblikken of tijden, maar schier a'toos
werken en woelen de gedachten in hem.
Soms komen ze onwillekeurig bij u op uit
de diepten van uw onb8wustzijn. Dan weer
worden ze verwekt door 't geen ge ziet,
of hoort of leest. En ook roept gij ze op
zettelijk wakker als ge uwen geest spant
en ze door uwen wil in een bepaalden
gang of orde geleid worden. Maar hoe ook,
uw ziel is nauwkeurig gespreken eigenlijk
nooit gedachtenloos. Met gedachten staat
ge 's morgens op, overdag draagt ge ze
met u mee, waar ge u bevindt of wat ge
ook doet, en 's avonds legt ge u er weer
mee te ruste. Zelfs in den slaap en den
droom gaan die gedachten door, al staan
ze dan ook niet meer onder do contjó'e
van uwen wil, en het is maar zeer zelden
dat door zware krankheid naar lichaam
of geest de machine van het deuken stop
gezet wordt. Gelijk de zee niet rusten kan,
maar rusteloos bij vloed en ebbe door-
golft, zoo borrelen ook rusteloos bij den
mensch, uit de diepte van zijn innerlijk
zijn en wezen de gedachten op Soms in
zoo overvloedige mate dat door de ver
menigvuldiging der gedachten uw ziel
overstelpt wordt.
In die wereld der gedachten woedt nu
op vreeselijke wijze ook de zonde. Zoo
ge uzelf maar ernstig bestu leert, kunt
ge niet het minst ook uit uwe gedachten
bemerken dat ge zondaar voor God zijt.
De gedachten komen uit het hart, het
centrale punt van uw leven, en juist dat
hart is door de zonde boos geworden. Al
wat uit het hart komt, is als dat hart
zelf, zondig en boos. Als in het bart
door genade de kracht der zonde niet
gebroken is, dan wellen daaruit ongestoord
en onverhinderd allerlei zondige gedachten
op, die zich als onreine wateren uitsprei
den over den akker van uw innerlijk lever.
In dien zin waarschuwt J.zus: Want van
binnen uit het hart der menscaen komen
voort kwade gedachten overspelen, hoe
rerijen, doodslagen, dieverijen, gierigheden,
boosheden, bedrog, ontuchtigheid, een boos
oog, lastering, hoovaardij, onverstand. Al
deze bcoze dingen komen voort van bin
nen en ontreinigen den mensch. (Mak.
7 21—23).
Wee den mensch, die zich hiertegen
niet ernstig teweer stelt, biddende om de
kracht der genade en om den Geest des
Heeren 1 Want als gij de gedachten maar
vrij laat opkomen, ze niet wederstaat maar
veel meer met hen speelt, in hunne boos
heid u verlustigt, en door uw fantasie ze
nog uitwerkt en vermeerdert, zullen uwe
gedachten u grijpen, binden en zedelijk
vermoorden. Want komen de gedachten
op uit het hart, eenmaal opgekom?n en
tot meesteressen in uw binnenste gewor
den, zullen ze straks weer inwerken op
uw hart om dat nog meer te verderven
en te verboozen, om u steeds meer on
vatbaar en ongevoelig te maken voor
's Heeren genade. Hier mag wel geluis
terd worden naar hot woord des Heilands
Waakt, opdat gij niet in verzoeking valt
Over de wereld uwer gedachten h< bt
ge alzoo te waken, 't Is niet genoeg tot
de zondige daad niet te komen en voor
het booze woord u te wachten, neen, ook
in uwe gedachten zal de vreeze des Heeren
openbaar worden. Geen vrede met on
reine, lii fdelooze, goddelooze gedachten.
Geen onheilig spelen met wat het zoi.dige
hart telkens in u doet opwellen. Geen
vriendschap in uw binnenste met wat van
uwen God gehaat eu gevloekt is Integen
deel, veel meer met David gebeden Laat
de overdenking mijns harten welbshag- lijk
zijn voor uw aangez:cht, o Heere, mijn
Rotssteen en mijn Verlo st
Voor den Heeie moet al uw weik zijn.
opdat zijn naam door u geheiligd worde.
Aan den Heere zult ge betalen de varren
uwer lippen, opdat uw tong zijne gerech
tigheid vroolijk vermelde. Maar ook uw
gedachte zal voor den Heere zijn Al wat
gij denkt en overde ;kt zal staan onder
de tucht van zijn Woord en de heer
schappij van zijn Geest. Da Heere ver
maant niet alleen de goddelooze verlate
zijnen weg, maar ook en de ongerechtige
man zijne gedachten. En zóó alleen is
er voor u ontferming, want onze God
vergeeft menigvuldiglijk.
Zeker, de booze gedschten wellen tel
kens weer op uit het zondige hart. Gods
kind komt dit op aarde nimmer te boven.
Dit wist David ook wel. Maar daarom
juist ging hij ook in het gebad tot zijnen
God, dien hij in alles had laaren kennen
als zijn Rotssteen en Verlosser. De Heere
komt op het gebed zijn arm kind te hulp,
als het in ootmoed voor Hom zijn zwak
heid belijdt, in oprechtheid zijn hulp en
ondersteuning begeert. Het is een on
waardeerbaar voorrecht, dat ook aller n
door genade gekend w,>rdt, g-durigtot
Gods troon te mogen naderen om aan
H*m ter heiliging over te geven wat in
ons telkens weer zoo diep onheilig be
vonden wordt. Want onze God ontfermt
zich op 't gebed.
En als Hij zich over ons ontfermt, o,
dan wordt ook welbehagelijk voor zijn aan
gezicht gemaakt, wat ons een oorzaak van
smart en droef ïeid was. De overdenkingen
des harten worden dan in 't goede spoor
geleid en bevrijd van de macht en heer
schappij der zonde. Een st.lle en heilige
vrede mag 't deel zijn van elk, die ook in
de gedachten zijns harten Gods wet bemint.
En God komt tot zijn eere door de liefelijke
redenen, die de reine van hart van Ham
denkt en voor Hem spreekt.
De goddeloozen zeggenwij zullen naar
onze gedachten wandelen. Maar wie God
vreest, z^gt aldus: Laat de overdenking
mijns harten u welbehagelijk zijn, o Heere,
mijn Rotssteen en mijn Verlosser I
1UQBKEU1S MSTOH.
Een Wekstem.
Ia de Graafschap Bentheim zgn er enkele
kerker, welke bijna gelijktijdig met de kerken
der Afscheiding in ons land gebroken hebben
met de organisatie der landskerken in dat oord.
Dit is ook in Oost-Friesland het geval. Boven
dien is er nog een ia Westphalen. Ia't geheel
nog geen twintig en daaronder zeer kleine.
Begrfpalgk is 't, dat deze kerken groote moeite
hebben om zich staande te houden en zich uit
te breiden.
Deze kerken echter hebben een groot voor-
r. cht. Zg hebben evenals wij de belijdenis
schriften uit de dagen der Reformatie als
eccoord van kerkelijke gemeenschap en wen-
echen niet anders dan den opbouw van Sions
muren. Wanneer men daarbij bedenkt, dat de
Geref. kerken daar van de dagen der 16* eeuw
af hebben bestaar, en heel de bevolking er in
den bloeitijd onder den invloed der waarheid
is geweest, dun is bet duidelijk, dat de na
werking van zulk een verleden die kerken ten
goede komt. Hare leden gevoelen er zich thuis,
want zjj zgo zich bewust, dat zg niet anders
beoogen, dan wat de godvruebtigen van v.-oeger
nagejaagd hebben.
Die kerken nu hebben in den laatsten tgd
een teeken van gezond kerkelijk leven gegeven.
Met leedwezen hebben zij gezien, dat de oude
gereformeerde kerken, welke er voorbeen ook
in andere oorden waren, de oude paden hebben
verlaten en zij kunnen er niet in berusten,
dat deze maar voortgaan op eeD huns inziens
verkeerden weg. Nu eerst de vreeseljjke oor
log zulk een sjhok te weeg gebracht beeft in
het Duitsche volk en daarna de revolutie zulk
een omkeer te weeg gebracht heeft, hebben
zij zich afgevraagd of de tijd niet gekomen was
om zich te laten hooren. Zij hebben overlegd
met onze kerken op de Synode van Leeuwarden
en vervolgens hebben zij nu een kloek getui
genis gericht tot de gereformeerde kerken en
gezelschappen in Duitschland, na het eerst
overgelegd te hebben aan onze Professoren in
de Theologie van Kampen en Amsterdam, als
mede aan onze Deputaten tot correspondentie
met de buitenlandscbe kerken.
Dit geschrift geeft eerst een kort maar zeer
duidelijk overzicht van de historie der Chris
telijke kerk in hun land. Het teekent de in
voering van het Christendom en toont duidelijk
aan, welke gebreken er aan kleefden. Vervol
gens staat het even stil bg den strijd tusschen
den paus en de keizers. Laat dan duidelijk
uitkomen de rijke beteekenis, welke het optreden
van Luther voor de kerk in Duitschland heeft
gehad. Met een echter wjjst het aar, hoe het
te verklaren is, dat Calvgns beschouwing zulk
oen iDgang ook in hun land gevonden heeft.
Deze bladzijde is bizonder gehoon en trcffmd
en daarom willen we er enkele hoofdzaken uit
overnemen, omdat zg ook voor ons nog altijd
van kracht is „Uit het woord Gods lieten
zij zich onderrichten, dat niet de redding van
den meiscb, maar de verheerlijking Gods als
het einddoel van alle werken Gods en daarom
als uitgangspunt onzer belijdenis beschouwd
moet worden. Naar het woord Gods legden
zg nadruk op de leer der verkiezing en de
verwerping, welke Luther ook leerde, maar die
in de Confessie der naar hem genoemde kerken
om de medewerking des menschen bij de toe-
eigening des heils te kunnen vasthouden tot
een bloote voorwetenschap Gods herleid werd.
Naar het woord Gods konden de gereformeerden
niet gelden laten een mededeeling der godde
lijke eigenschappen aan de menschelijke natuur
van Christus, wgl daardoor het Gode verheer
lijkende en de menschen vernederende verschil
tusschen de Godheid en de menschheid, wan
neer ook al niet geheel opgeheven, nochtans
in den grond der zaak verloochend werdNaar
het woord Gods bekenden de gereformeerden,
dat de Goddelijke genade in de uitverkoornen
onwederstandelijk werkt en niet gelijk de
Lutherecho kerk leert, in het beslissend oogen-
blik door den meDsch tot werkeloosheid ge
bracht kan worden, wgl daardoor de eere van
het zalig worden toch weder aan den mensch
toege «breven zou worden. En eveneens leerde
hen het woord Gods, dat in het Heilig Avond
maal Christus lichaam en bloed niet met den
lichamelgken mond gegeten en gedronken
wordt, maar op geestelijke wjjze met den
mond des geloofs.
Het log voor de hand, dat onze vaders, die
dit alles uit het woord Gods erkenden, met een
eigen belijdenis optraden en dat zg deze be
lijdenis hoog hielden.
Verder wordt aangetoond, dat God hen ook
leidde tot een regeeriDg der kerk, gelgk zg
onder de Gereformeerden bekend is. Zg konden
niet toegeven, dat de kerk daar is, waar de
priester en het misoffer zijn. Evenmin konden
zjj meegaan met de Lutherschen, die beweren,
dat de kerk is, waar een predikant het woord
en het sacrament bedient. De kerk was voor
hen een vergadering van alle ware Christen
gelovigen, welke zich door de instelling van
de door Christus verordende ambten te institu-
eeren heeft en door deze ambtsdragers, welke
te zamen den kerkeraad vormen, naar Gods
Woord laat regaeren. Een hoogere regeerings-
macht geeft het in de kerk niet. Christus zelf
is de eenige algemeene Bisschop en het Hoofd
Zijner kerk Ook de hooge overheid des lands
mag zich geen heerschappij over de kerk aan
matigen. Wel zgn de enkele gemeenten ver
plicht zich federatief tot Classes en Synodes
te vereenigeü, maar deze Classes- en Synodale
vergaderingen zijn slechts meerdere niet eigen
lijk hoogere vergaderingen, dan die van de
plaatselijke kerkeraden, ofschoon de laatste zich
aan de besluiten van de eerste hebben te on
derwerpen, aangenomen, dat z$ niets in strgd
met het Woord Gods bevatteD.
Uit deze onvoorwaardelijke onderwerping aan
Gods Woord vloeide ook voort, een eeredienst,
welke zich aansloot bij het voorbeeld, dat de
eerste Christenkerken gegeven hadden. Al wat
God niet voorgeschreven had in Z|jn getuige
nissen werd uit de kerkgebouwen verwijderd.
Herinnerd wordt nog, dat in verscheidene
streken van Duitschland in de dagen der Refor
matie de Gereformeerde kerken bloeiden, dat
zjj een aanzienlijke plaats in het volksleven
innamen. Wel wordt betreurd, dat reeds vroeg
de landsoverhei 1 zich mengde in de innerlijke
aangelegenheid der kerk en dat daaruit veel
kwaad is voortgekomen, maar het was ook
moeilijk om het weerstand te bieden. Toen
waren er toch velen, die in hoogheid zateü,
welke het als hun plicht beschouwden de on
derscheidene kerken te steunen en te bescher
men Zoolang de kerken krachtig zich bewust
bleven van hun geloofseenheid in Christus,
welke haar drong om over alle nationale gren
zen heen te zien, kon de schade niet zoo groot
zijn. De Nationale Synode van Dordrecht in
1618 toont nog, dat de Gereformeerde kerken
in onderscheidene landen één belang kenden
en ééa strijd voorden. Maar al spoedig zonk het
geloofsleven daarna in en zelfs in een land
als Nederland was het niet meer mogelijk om
in Generale Synode samen te komen.
Daarvoor was het mogelijk, dat onderschei
den dwalingen de kerken binnensloopen en dat
later het rationalisme zgn schadelijken invloed
uitoefende.
Uit deze korte opgave van 't eerste deel is
het dnidelgk, dat deze kerken een duidelijk
overzicht ven de historie aan de Gereformeerde
kerken en gezelschappen in Daitschland ge
geven hebben en als dit het oog opene voor
het verleden, dan zal het besef ontwaken, hoe
ver deze kerken afgeweken zgn van hare be
stemming en onder den zegen des Heeren zou
dit kunnen leiden tot de begeerte naar da