EDOM
FEUILLETON
UIT DE PERS.
Zwakheden.
Misbruik van de H, Schrift en Jezus'
Naam door Socialisten.
Zoowel puDcipiëel als uit practisch 'oogpunt
zou het dus wel zeer gewenscht wezen, det de
Mjd. dienst kon worden overgedragen aau 6ene
Vereeniging.
De meeste aanbeveling zou het verdienen, als
er in Indië zelf eene Vereenigirg kon worden
gevormd, die de leiding vau den Med. dienst
op heel ons Zmdingsterrein in handen nam.
Telkens ondervinden we, hoe moeilijk het is
van Holland uit de zaken der Med. Zending te
besturen.
Men is er veel te ver af. En de correspondentie
duurt vaak veel te laDg< Indien het zou kunnen,
dan was het verreweg h«t beste, dat eeno Ver
eeniging in Iod den Med. dienst bestuurde
en dat er in Holland eene vereeniging was, dia
finantiëdl krachtig steunde en hier de belangen
diende.
Maar we vriezen zeer, dat het ondoenlijk zal
zijn ia Iadië eene Vereeniging te vormen, die
in staat is al die hospitalen over te nemen en
te verzorgeü, al is het met steun uit Holland.
Zal de zaak slagen, dan zal hst wel noodig zgn,
dat er ia Holland eene vereeDiging opgericht
worde, die den Med. dienst overneemt Natuur
lijk is er alles voor te zeggen, dat de Kerken
dan die vereeniging krachtig steunen mete8ne
subsidie, die geleidelijk zou kunnen afloopen.
Ook spreekt het van zelf. dat dan de ver
houding tusschen de Zending en den Med.
dienst behoorlijk moet worden geregeld. En
stellig zal een en ander veel overleg en voor
zichtigheid vormen, waarbij ook met de histo
risch geworden toestanden ernstig rekening
moet worden gehouden. Maar met goeden wil
is dit wel te vinden.
Moeilijker schijnt het ons, in Holland eene
vereeniging in het leven te roepen, die sterk
genoeg is om deze zaak ter hand te nemen,
vooral in den tpd van bange malaise, dien we
thans beleven. Toch komt het ons voor, dat
deze zaak ernstig onder het oog moet worden
gezien en er niet laDger mag worden gewacht
met het ondernemen van een krachtige poging
om in de aangewezen richting eene oplossing
te zoeken.
Wijl een event.ueele overdracht van den Med.
dienst aan een Vereeniging ad hoe van belaDg
is, niet alleen voor de Kerken van Noord-
Holland maar voor alle Kerken, die op Midden-
Java een Med. dienst onderhouden, is het
bovenstaande ook geplaatst in het Zendiogsblad
Het verblijdt ons intusschen reeds te kunnen
mededeelen, dat er Maandag 11 Juli j.l. eene
conferentie is gehouden ter bespreking van deze
aangelegenheid, waarbij uit alle Kerkgroepen,
cie op Midden-Java een Mod. dienst onder
houden, eenige broeders tegenwoordig waren.
Eene commissie werd reeds aangewezen, om
deze zaak in studie te nemen en een rapport en
advies te ontwerpen. We zullen er dus later
wel meer van hooren.
In de „Geref. Kerkbode van Delft" doet
Ds. Hagen een boekje open over zwakheden,
waarmee een predikant te worstelen heeft.
„Ik had verleden week een interessant gesprek
met enkele collega's van me, over onze be
nauwdheden en zenuwachtigheden, voordat we
op den kansel staan en ook voordat we onzen
anderen arbeid aanvangen. De één vertelde dit
en de ander dat. Allerlei ervaringen en narig
heden werden verhaald.
Ik dacht ondertusschen zoo, het zou wel
aardig wezen wanneer de gemeenteleden zoo'n
gesprek eans konden hooren Want het is
merkwaardig, hoe men over d8 meeste predi
kanten in dit opzicht óórdeelt. „Domiré heeft
heelemaal geen zenuwen'', zoo voegt men mg
althans dikwijls toe Eu als ik dat dan ontken,
en zeg, dat ik er af en toe veel last van heb,
dan lacht men eens hartelijk om me, en men ge
looft het niet Nee maar, daar is niets van aan, ja
merkt er op den preekstoel niets van.
Ja, dat is het 'm juist. De meeste predikanten
hebben nergens meer last vaD, als ze maar
eenmaal in den strijd zgn. Da preekstoel vooral
is zoo'n soort houten dokter, die allerlei kwalen
wegneemt, en ook o.a. zenuwachtigheid. Ik heb
wel collega's gekend,.die een o zoo zwak lichaam
DOOE
31) HUGO KINGMANS.
XXV.
Hard werd op de deur geklopt van Edoms
kamer.
Eu onmiddellijk daarop klook Johans opge
wekte stem „Edom, Edom, mag ik binnen
komen. Toe laat me even, heel 8ven binnen."
Ze opende de deur en stond met stralend
gezicht vóór hem.
.Malle jongen, natuurlijk mag je binnen
komen. Ik zit te lezen".
„Ziker een roman vroeg hg, guitig
Eo daarop in eens latend volgen .Edom,
is het heusch waar? Heb-je je gisteravond met
Douwe verloofd?"
,Ja", antwoordde zij. Dat .ja" was een
juichkreet. ,Ja, vindt je het goed?"
Hg greep in jongensachtige opgewondenheid
met zijn beide handen één van de hare.
.Of ik het goed vind? Wie kun je beter
verlangen dan Douwe?" vroeg hg. .Van harte
gelukgewenscht hoor. Wel, wel, wie had dat
kunnen denken!"
hadden, en die toch op den kansel met vuur en
bezieling stonden te preeken, alsof ze beschikten
over een zeer groote dosis lichaamskracht. Ik
heb het wel gehad, dat ik eigenlijk te ziek was
om te preeken, en dat ik onder de preek zoo
frisch werd als een ho8nlje. 't Is me wel over
komen dat ik hevige kiespijn had, en binnen
vijf minuten er totaal niets meer van voelde.
En vooral de zenuwen bedaren ovor 't algemeen
heel gauw, wanneer je maar eenmaal er voor
staat, Maar tevoren Ik verzeker je dat heel wat
preeken in benauwdheid geboren worden, en
aan heel wat anderen arbeid een ware lijdens
geschiedenis voorafgaat. Dat komt dan niet
voort uit vrees, dat men 'fc niet doen kan, dat
men zal blijven steken, of iets dergelijks, 't
Zgn eerder de barensweëen, die aan de geboorte
voorafgaan. En 't eigenaardige is, dat na de
grootste benauwdheden in den regel de mooiste
en boste preeken gehouden worden.
Dat is ook wel te begrgpen. Wanneer je opper
vlakkig studeert en je voorbereidt, dan hangt
de preek aan den buitenkantdan is öf van
binnen in de ziel geen werking, geen roering.
Dan is het geen vuur dat van binnen brandt.
Het gaat eigenlijk buiten je om. Dan kost het
je geen benauwdheden, maar het wordt ook
geen warme bezielende predikatie. Maar wanneer
er degelijke stadie en voorbereiding is geweest,
wordt de preek een stuk van je zelf; ze is in
je ziel ingegaan en ze kan Diet daaruit ioskomsn
zonder spanning en weeën. Ze moet als het ware
uitbreken. En dat geeft vooral een drukkende
benauwdheid.
Allerlei verhalen kwamen in ons gesprek
daarover los. En nog eens, ik dacht de broeders
en zusters moesten eens weten hoe er vaak
getobd en geworsteld werd voordat ze een goeis
preek te hooren kregen.
We werden het hierover eens, dat wg pre
dikanten veel behoefte hebben aan de voorbede
der gemeente. Niet alleen 's Zondags, maar
ook tijdens da voorbereiding in de week. Dan
minstens evenveel. Waüt daar komt het eigenlijk
'fc meest opaen.
Eu in de tweede plaats gevoelden we, dat
men nooit door zulke vóórbenauwdheden zich
moet laten afschrikken. Een enkele doet dat,
ook wel buiten de predikanten-wereld. Omdat
men dan zoo ontzettend tegen een of ander
werk opziet, schuift men het van zicb. Men is
er tevoren al zenuwachtig over, zegt men en
hoe zal het dan worden, als men er aan toekomt.
Maar dat valt juist verbazend mee. Tevoren
is in den regel de zwarigheid ve9l grooter dan
op het oogenblik dat men er toe gezet is. Soms
valt de geheele last van u af en ge staat zoo
vrij en frank, alsof ge met het meest gewone
werk bezig zgfc.
En die angstigheden vooraf O ja, die zgn wel
lastig maar ook zgn ze wel gosd voor ons. Ze
drgven je uit tot Hem die gezegd heeft: „Indien
iemand wgsheid ontbreekt, dat hg ze van God
begeere, die mildelgk geeft en niet verwijt."
Wanneer we zwak zgn, dan zgn wemachtig
Ds. Hagen spreekt hier uit de ondervinding
van velen, vermoed ik. Ia vroeger jaren waren
er wel eens menscheD, die meenden, dat er
geen gemakkelijker leventje was, dan dat van een
dominé Twee preekjes en verder een lange pjjp.
Maar die zelf een halfjaartje dominee geweest
is, en die het dan goed geweest is, die weet wel
beter, en tegenwoordig weten de menschen het
ook wel beter, want ge hebt maar weinige
ouders, die hun jongens voor predikant laten
opleiden.
Het is een zenuwspannend werk, en het is
nochtans een schoon en zeer heerlgk werk een
werk, waarin ge duizend malen uw zwakheid
en on vei mogen moet gevoelen, maar ook duizend
malen 's Heeren hulp en bgstand ondervindt.
Laat uw zoon, wanneer er tenminste wat
degelgks in hem zit, maar gerust dominee
worden; we kunnen er in onze kerken nog heel
wat gebruiken. Laman.
Onder den titel: Religieus Socialistische Lie
deren, brengt de IV. R. G. van 21 Mei de
volgende mededeelingen
„Hoe ben je het te weten gekomen", vroeg
zg.
„Niet van Edom Jansen", antwoordde hg
guitig, met een gemaakt verwijt in zgn stem.
„Een welopgevoed mensch spreekt niet van
zichzelf", kaatste zg den bal terug. Hg lachte
hartelijk en zeide„'t Zg zoo. Ik ben het te
weten gekomen van Willy, die van ngd barst,
dat jij haar vóór bent!"
„Stil, Johan, stil. Zoo mag je niet over je
zus spreken".
„Opeens was hg weer ernstig".
„Edom, wil ik ja eens wat vertellen? Ik be-
grgp van jou niets, letterlgk ni8ts".
„Waarom niet?" vroeg zg verwonderd. Zg
begreep absoluut niet waar heen hg wilde.
„Dat jg altgd in de bres springt voor Willy!
Zoo aardig is ze toch niet voor jou- Integen
deelzeer onaardig. Meestal laat ze jou links
ligger. En dat kan ik niet hebber. Jg bent
honderdmaal beter dan haar!"
„Stil, joDgen, je weet niet, wat je zegt".
Ja, dat weet ik héél goed Ik herhaal
jg bent honderdmaal beter dau haar. Zg be
handelt jou uit de hoogte. En zg kan niet in
jouw schoenen staan". Ea toen Edom weer een
afwerende beweging maakte: „Ja, ik weet het
wel: het is niet zoo goed, iemand in zgn ge
zicht te prijzen, maar ik moest je dat eens
even vertellen. En dan kan ik er meteen bg
vertellen, dat vader er net precies zoo over
denkt. Wil-je wel gelooven, Edom, dat vader
heel veel van je houdt?"
Dat behoefde Edom niet te gelooven. Zg wist
het zeker. Oogenechgnlgk was hg ruw. Maar
„Nieuwe groepen in het godsdienstige ge
meenschapsleven komen voor de vraag naar
liederen, die in het kader van hun bijeenkom
sten passen. Het zoeken naar geschikte verzen
en daarbij passende wgzen is bg haar aan de
orde, en köfc duurt gewoonlijk vrij lang voor
dat men het gezochte gevonden heeft. Velerlei
meer of minder geslaagde proefnemingen gaan
aan het tot stand komen van algemeed aan
vaarde liederenbundels vooraf.
Een lichaam als de Ned. Protestantenbond
heeft de werkwgze gevolgd, bestaande kerkge
zangen over te nemen en daarbij de uit het
oogpunt van kunst en letterkundig fatsoen niet
onbedenkelijke toepassing aanvaard, in het be
staande wijzigingen aan te brengen, welke niet
zelden de eigenlijke bedoeling en geest der oor
spronkelijke dichters weerspreken.
Men herinnert zich, hoe ook onder de Wood-
brookers, inzonderheid ten bate van de z.g.
„gedifferentieerden", deskundigen bezig zgn aon
do samenstelling van een gezangenbundel. Ook
iu het Religieus Socialistisch Verbond is een
commissie werkzaam, waaraan is opgedragen
liederen te vergaren, die op de samenkomsten
dienst kunnen doen.
Voor oniugewgden is het allicht belangwek
kend enkele liederen af te schrijven, die in de
kringen der religieuze socialisten reeds min of
meer burgerrecht hebben verkregen. Ook hier
heeft men bg het klassieke kerklied wel een
en ander gevonden, dat geschikt bleek tor over
neming Zoo pleegt men op de tweejaarlistache
Bigde Werelddagen enkele verzen van Psalm
11 te ziDgen, die men daar als den „socialisten
psalm" aanduidt. Het is het bekende en zeer
geliefde lied, aanvangend met
„De bergen zullen vrede dragen
De heuvels heilig regt
Hg zal hun vrolijk op doen dagen
Het heil, hun toegezegd.
't Ellendig volk wordt dau uit lgden
Door zgnen arm gerukt
Hij zal nooddruftigen bevrijden
Verbrgz'len, wis verdrukt8.
Iu de Haagsche afdeeling van het Religieus
Socialistisch Verbond heeft men een proef ge
waagd met oorspronkelijks verzen, door een
diehtvaardig medelid geschreven op bekende
wijzen. Men heeft zich daar, wat de wgs be
treft, niet naar de kerkgangers maar naar de
meetinggangers gericht. Op de wgs van df-n
Socialistenmarsch zingt men aldaar op den
Zondagmorgen
„Ziügt socialisten hier tezamen
'fc Verzamellied van ons verbond
Het_ mag ons allen slechts betamen
Te juichen nu met hart en mond.
Komt zingen we dan onbevreesd
Van strgdersvuur en heil'gen geest
Om het getuigenis te geven
Men kan bjj brood alleen niet loven.
Refrein:
Ons werk aan 't ideaal gewijd (bis)
Ook eeuwige dingen geldt onzen strgd (bis).
Een ander lied, van denzelfden dichter, op
de wgze van de Internationale, luidt in het
eerste couplet
„Hoort toeGij ngvre socialisten,
Verwerpt de oppervlakkigheid
Wilt om geen nietigheden twisten
Daar een roeping uw leven wijdt.
Werkt voor nieuwe vormen en gedachten
Kweekt ook wijding in het gemoed
De bron der stille zielskrachten,
Schenkt strgdar&vaur en liefdegloed.
Refrein:
Laat ons zingen, getuigen
Van een hooier bestaan
Van een groeien der ziele
Onder de Roode Vaan".
Ten slotte nemen w§ hier enkele liederen
overdie onder de Christelijke revolutionairen in
trek zgn. Het eerste, dat tot titel heeft
„Jongren van Jezus", begint met het couplet:
„Jongren van Jezus, de tijden z|jn zwaar,
Het land is iu lgdsn, het volk in gevaar
De Staten zgn heidensch, de leiders verblind
Houdt vast aan uw Heiland Het einde begint 1"
hg had een zacht en liefdevol, trouw hart.
Johan had zgn karakter niet van een vreemde
Dat oom zgn innerlijke gevoelens voor haar
verborg, was grootendaöls allsen hierom, om
dat hg den vrede wilde bewaren met vrouw
en dochter. Als hg, wat zelden gebeurde,
omdat hg drukke zaken had, als hg eeus met
haar alleen in de huiskamer of het salon zat,
kwam het wel uit, dat hg niets in huis te
vertellen had. Bg al zgn handelsrelaties, bij al
zgn rijkdom wös oom een diep beklagenswaar
dig wezen. Hjj werd niet omringd door vrou
welijke liefde, teederheid, aaugankelgkheid,
zorg. Zjjn vrouw en dochter leefden alleen
voor uitgaan en mooie kleeren.
En Edom wist zg had het uit oom's eigen
mond dat hg er iu den grond van zgn hart
van_ walgde. Daarom was bg ook zoo weinig
thuis, zat altgd maar in zgn zaken, waarin hg
dan op zgn manier bevrediging vond. Als oom
avond aan avond in de Sociëteit zat hg deed
het gelukkig niet! maar als hg het deed,
dan zou dat de schuld van zgn vrouw on dochter
zgn geweest. Z|j joegen hem de deur uit, omdat
zg hem het huis, zoo rgk en fraai gemeubeld,
maakten tot een hel. Het wss er zou koud en
ongezellig. Waarom Edom heel goed begreep,
hoe oom het waardeerde, dat zg zooveel thuis
was. Schertsönd had hg haar eens het „zonnetje
in huis" genoemd. Edom wist, dat hg het
meende. Zg had msdelgden met hem en be
klaagde hem.
Het eerst aan hèm had zg van haar verloving
verteld. Verrast had hg haar aangazien. Hg
wilde het eerst niet gelooven. Maar dat duurde
Din is ar nog een: „De aarde is van gru
welen vol6 waarvan het vierde couplet luidt
Neeü, Godlof, de kracht is aan 't werk,
Die eeuwen 's duivels rgk ondermijnde.
Het bloed van het Lam overwint,
En Satan's bestuur neemt een einde.
Hg weet het, zgn dagen zgn kort,
Nog kan bg de wereld verleiden
Maar dan is met Jezus' triomf
Zgn ondergang niet te vermijden 1"
Uit het Fellowship Hyrnn Book, een gezang
bundel van Engeische Kwakers, die zich tot
de Fellowship of Reconciliation vere9nigden,
inzonderheid ook om den oorlog en in het al
gemeen de gewelds-gedachte te bestrijden, ver
taald is het volgende lied, waarmee wg dit
sfcaalkaarije meenen te mogen besluiten, dat
oen indruk geeft van het in verscheiden toon
en aard zoeken naar het religieus socialistische
lied.
„Zoo zal 't eens zgn eon eed'ler ras
Dan ooit gekend, rijst dan omhoog,
Bezield door 't vuur der vrgheidsvlam,
Met 't licht der wetenschap in 't oog.
Zij zullen vriend'lgk zgn en sterk,
Vergietend nooit een druppel bloed
Maar moedig in don strgd mst al
Wat menschen-grootheid schade doet".
Ea de laatste coupletten
„Een nieuwe en eed'ler kunst bloeit op
Muziek klinkt nu op heil'ger wgs,
Ja, ieder Ieyen wordt er zang
En ganseh do aarde paradgs.
Daar zal geen zonde of schande zgn
Ea pijn en hartstocht zgn niet moer.
Want eind'lgk is de mensch ve»eend,
Verbonden met zgn God 9n Beer".
Ook hier zien wg in het licht treden de be-
teekenis van wat do Schrift zegt van de pR-
tron8n der valsche religie „Want zulke valsche
apostelen zgn bedriegelgke arbeiders, zich ver
anderende ia apostelen van Christusen het is
geen wonder, want de Satan zelf verandert
zich in oen engel des lichts. Zoo is het dan
niets groots, indien ook zgna dienaren zich
veranderen, als waren zg dienaars der gerech
tigheid van welke bet einde zal zgn naar
hunne werken". (2 Cor. 11 1315).
Dat dan niet alleen de christelgke „prole
tariërs" op deze waarschuwing letten, maar al
het christenvolk, zoowel op de hoogste als in
do lage plaatsen der maatschappg. En dat
allen ook hooren en verstaan de vermaning
van den Heere Jrzus, in verband met Zijne, nu
ras naderende, toekomst: „En als bg gezeten
was op den Olijfberg, tegen den tempel over,
vraagden hem Petrus, en Jakobus, en Johannes
en Andreas, alleen Zeg ons, wanneer zullen
deze dingen zgn, eu welk is het toeken, waa
neer deze dingen alle voleindigd zullen worden
En Jezus, "hun antwoordende, begon te zeggen
Ziet toe, dat niemand u verleide want velen
zullen kom8n onder mgnen naam, zeggende
Ik ben da Christus; en zullen velen verleiden".
(Mark. 13 3-6).
(De W.) Prof. L. Lindeboom.
TWEETAL TE
Uithuizen M. Megeriög, te Delfzgl.
H Meulink, te Euschede.
Vlissingen P. Ck. v. d. Vliet, te Hazerswoude.
Y. vau der Zee, te Nieuw-Venuep.
Westerbork (Dr.): J. H. Kroeze, cand. te
Middelburg.
E. H. Woldring, cand. te
Groningen.
Scheemda E. H. Woldring, cand. te Groningen.
H. Steen, cand, te Anjurn.
Niauw-DordrechtG. J. Goede, te Westzaan.
R. W. Huizing, te Harlingen.
BEROEPEN TE
Ecgwierum en ZoutkampH. Steen, cand. te
Ar jam.
Oo9terend op Texel (20ste beroep)E. H.
WoldriDg, cand. te Groningen.
Purmerend W. M. Ie Cointre, te Woubrugge.
niet lang. In vollen ernst stond zg vóór hem,
met een bigde glimlach op het gelaat. Toen
wist hg, dat het zóó was.
Hartelgk had hg haar gefeliciteerd, de hoop
uitgesproken, dat zg gelukkig zou mogen zgn
en haar gezegd, dat zg gosd voor haar man moest
zgn en het hem gezellig maken. Zg had zgn
woorden begrepen. Het was de klacht van een,
die vèlf geen gezelligheid kende!
„Nou, wat is er nu?" stoorde Johan haar in
haar gepsios. „Ik vroeg je wat en je gaat
■zitten droomen."
„Neem me niet kwalgk," zei Edom. „Ik dacht
aan iets. Ja, ik weet, dat oom veel van mg
houdt. Ik begrgp niet, waarom."
„Ik wel. Omdat jg zoo heel anders bent dan
Mama en Willy! Dat is een verschil, gelgk dag
en nacht. Eu nu gaat mijn lieve zus zich deze
week verloven
„O, ja?" vroeg Edom.
Ja, wist je dat nog niet O, natuurlgk, met
jou is ze niet vertrouwelgk. Je bent te min
voor haar. Stoor je er maar niks aau. Wil ik
je eens wat zeggen, Edom? Willy loopt haar
ongeluk tegemoet, Het is gewoon verschrikkelgk.
Dacht ja soms, dat ze iets voelde voor dien
kalen jonkheer Van Reigersberg Ik geef het je
op 'n briefje geen zier. Maar trouwen met een
jonkheer, nietwaar, dat staat gekleed. Dat kan
iederen niet! En dacht je soms, dat hg wat om
Willy gaf? Alweer geen zier. Hg is straatarm,
zit onder de schuld. Nu, wat kun-je dan beter
Idoen, dan een rgk meisje trouwen Maar vindt
je het niet vreeselgkeen huwelgk, waarbg
geen liefde is