Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland
36e Jaargang.
Vrijdag 1 September 1922.
No. 35
UIT HIT WOOED
Redactearen Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg.
zending!
Hoe moet het met den Medischen
dienst
Vaste medewerkers: D.D. P. VAN DIJK, F. J. r. d. ENDE, A C. HEIJ, B. MEIJER, F. STAAL PznR. J. y. d. VEEN en F. W. J. WOLF.
ibolltmintiprtJlper kwartaal b| vooruitbetaling f 1,
Afzonderlijke r.ommerf 8 cent.
A4verta«t1«prt)* 15 cent per regelbi jaarabonnement van
minstens 500 regels belangrijke reductie
UITttAYB VAJH DK
PBRSV1RSENIGIK6_ZEEÜWSCH8 KERKBODE.
Aires Yfti ie Adminiitratie
Firma LITTOOU A OLTHOFF, Sti44slb«rg<
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
uiterl$k Vr^dajmorf en te zendon aan do Drukkers
LITTOOU OLTHOFF, Middelburg
TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280.
HET GELOOF BEHOUDEN.
Ik heb den goeden strijd ge
streden, ik heb den loop geëindigd,
ik heb het geloof behouden.
2 Thimotlieüs 4:7.
Als Patilus deze woorden en den brief,
waarin zij voorkomen, schrijft, is hij te
Rome gevangen. Hij weet, dat zijn einde
nadert. Een gewelddadig eindeImmers
bij zegt: ,.lk word nu tot een drankcfhr
geofferd". Zooals bet drankeffer slechts
een ander offer vergezelt, zoo zal zijn
bloed vergoten worden bij het offer, dat
Christus gebracht heeft. Voor den naam
van dien eenige, die hem met zijn bloed
gekocht beeft, zal nu zijn bloed vergoten
worden.
En daarmee is ,.de tijd zijner ontbinding
aanstaande". Geen geklag, gepn zucht,
komt over zijn lippen of het moest de
zucht der verlichting zijn, bij de gedachte,
dat nu weldra alle banden zullen geslaakt
worden, en de volkomen verlossing daar
zal zijn.
Met dit zijn naderend einde voor
oogen heeft bij Timotheüs vermaand,
om wakker te zijn-in alles, om verdruk
kingen (zoo die komen en zoo dikwijls er in
eiken vorm waarin zij komen) te Jijden,
te dragen, daarvoor niet uit den weg te
gaan. Doe het werk van een evangelist,
maak dat men van uwen dienst ten volle
verzekerd zij, zoo roept bij hen toe. Want
i k word nu tot een drankoffer geofferd.
Ik zal het nu welhaast niet meer kunnen
doen. Maar doe gij het dar.
Daarbij overziet bij dan zijn leven, zijn
levensstrijd en zijn levensloop, die achter
hem liggen; en in aansluiting daaraan de
toekomst, die hem wacht. En daartusscben in
staat dan dat korte, maar zoo veelzeggende
woord, waarmede bij de winst- en verlies
rekening van zijn leven opmaakt
„Ik heb het geloof behouden".
Het geloof behouden
Hoeveel bad Paulus niet verloren!
Hoe geheel anders had zijn weg kunnen
loopen 1 Hij heeft het zich niet ingedacht,
wat bij bad kunnen zijn. Het is hem een
eere, een genade, voor Jezus gevangen
te mogen zitten en zijn leven voor Jezus'
naam en zaak te mogen laten. Maar v*el
heeft hij in dezen tijd het verleden terug
geroepen voor zijn geest. Want uit deze
zelfde gevangenschap schreef hij aan de
Philippensen, dat hij ook in het vleesch
zou kunnen betrouwen (Philipp. 3:4), en
dan noemt hij op, wat hij geweest is.
Maar om er terstond op te laten volgen,
dat hij, hetgeen h6m gewin was, om
Christus wille schade heeft geacht, en ook
alle dingen schade acht „om de uitnemend
heid der kennis van Jezus Christus mijnen
Heere" (vss. 7 en 8).
Maar voor het uiterlijke had bij alles
verloren. Roem en eere van menschen, ze
waren hem reeds ten deel ah j mgeliog.
Hoog stond hij aangeschreven bij de voor-
naamsten der Joden. Hij had alles, waar
door hij een groot man naar de wereld
had kunnen worden. Afkomst, kennis,
rechtzinnigheid, een onbesproken gedrag,
energie, ijver.
En ru Een g>vangen>, arm naar
de wereld, leverde van giften en gaven
der broederen, overal uitgestooten van het
volk, welks heil en zaligheid hij zocht.
Verlaten zelfs van vrienden en broederen
in zijn eerste verantwoording is zelfs
niemand by hem geweest (2 Tim. 4 16).
Hij heeft gestreden maar waar is de
overwinning
Hij heeft den loop geëindigd; maar wat
heeft hij nu bereikt? Op welk resultaat
kan bij nu bogen Wat houdt hij nu
over? Alles ontglipt hem, alles ontzinkt
hem. Behalve dit ééne
„Ik heb het geloof behouden".
Het geloof behouden.
Dat bad niemand hem kunnen ontnemen.
Dat heeft geen schade geleden.
Dat beeft hij ook niet losgelaten. Al het
andere heeft hij prijsgegeven. Maar van
zijn geloof heeft bij niets zich laten
ontrooven.
Dat geloof is hem de kostbaarste schat.
Dien f chat heeft hij bewaard, dien heeft
bij gekoesterd en vermeerderd. Het pand
der waarheid Gods was hem te dierbaar
om prijs te geven. Dat moest behouden
worden ten koste van alles. Daarvan is hij
niet afgegaan. Dat was hem heilig. Daar
over had bij niet te be: chikken. Daarover
was hij geen heer en meester.
Daarmee mocht niet gecapituleerd
worden. Hier was van geen geven en
nemen sprake. Het geloof moest alzoo
worden behouden, zooals hij het ont
vangen had.
Want hier ging het niet om eigen wel
zijn, of eigen heil. Hier ging het om de
eere Gods en van Jezus, zyn Koning en
zijn Heere. Het geloof niet te bewaren,
dat zou ontrouw geweest zijn aan zijn
Veldheer, onder wien hij diende. Dat zou
geweest zijo een verzaken van zijn roeping.
Dat zou geweest zyn een heulen met den
vijand, met Satan, met den vader der
leugen.
Daarvoor had hij dan misschien, maar
ook niet meer dan misschien kunnen
winnen de gunst van menschen, een
weinig toegeeflijkheid en voorkomendheid,
verlichting van druk en banden.
Maar het verlies zou oneindig groot
geweest zijn. Niet alleen voor de eeuwig
heid, maar zelfs reeds in dit leven.
Het geloof behouden, dat sluit ook in
de blijde zekerheid van Gods genade, van
zijn trouw, van zijn bystand.
hi het geloof heeft hij zijn trouwen
Zaligmaker, heeft bij den rijken Christus
zeiven, met al zijn gaven en schatten.
Het geloof behouden.
Hoe behouden? Als een kostbaarkleinood,
dat hij heeft weggeborgen, diep in zijn
hart? Als een teere plant, die bij Diet
aan weer of wind heeft blootgesteld
In geenen deele. Neen, hij heeft bet
geloof behouden in het strijden van den
goeden strijd, in het loopen van de voor
geschreven loopbaan ten einde toe.
Dat geloof zelf was het instrument,
waarmede hij zijn strijd gestreden heeft.
Hij heeft door dat geloof geworsteld. Hij
heeft dat gsloof voorop gezet. Hij is met
dat geloof uitgekomen. Hij heeft dat geloof,
de waarheid Gods, gehanteerd als het
strijdwapen in den strijd der geesten van
zijn tijd. Hij heeft op allerlei levensgebied
die waarheid Gods gekeerd tegen het be
denken des vleesches, tegen de gedachten
der menschen, tegen de wijshfii der
wereld, welke dwaasheid is bij God.
En zoo heeft bij den loop voleindigd,
niet buiten het leven van zijn tijd om,
maar door dit loven heen.
Telkens weer scheen de weg toegemuurd,
of een klove te gapen, waarbij voor de
waarheid Gods geen plaats was, waar bij
met het geloof niet verder kon, zoodat
alles hern toeriep Maar Iaat hier lu toch
het geloof ruBten doe het hier nu eens
zonder dat geloof. Sluit u hier nu eens
hij ons aan.
Maar dan greep hem de Geest des
Hee.ren weer aan. Ea met onverfhuwde
energie, als een trouw dienstknecht van
zijn Heere, ging hij in het geloof verder.
Zóó heeft hij het geloof behouden. Maar
zoo heeft hij met zijn geloof dan ook wat
gedaan. Zoo heeft bij het als een buit
meegevoerd uit den strijd. Zoo bleek het
een onweerstaanbaar strydwapen, en een
onverwinbare kracht.
Dat was voor de wereld de erger-
n i s. Alles had ze hem willen laten, als
hij dat geloof maar had losgelaten.
Dat was des Apostels roem en vertroos
ting, aan het einde van de baan, in het
aangezicht van den dood.
Begeerlijk einde 1 Maar waarvoor dan
ook die strijd gestreden moet worden, en
d i e loop moet geloopen worden, tot het
einde toe.
(Rotterd. Kerkbl
Id het Noord-Hollandsch Kerkblad schrijft
dp. W. Breukelaar, van Zaandam, het volgende
artikel, dat ook voor onze Zeeuweche Kerken
van beteekenis kan worden
By de commissie van advies voor de zaken
der Zending vian de Gereformeerde Kerk te
Amsterdam in samenwerking met de andere
Gereformeerde Kerken van Noord-Holland, is
de vraag aan de orde gesteld of het ook gf-
wenscht wezen zou, dat de Kerken do Medische
Zending gaan overdragen aan eene bestaande
of daartoe in het leven geroepen Vereeniging.
Tot na toe wordt de Med. ZendiDg door de
Kerken onderhouden als een hulpdienst. De
prediking van het Evangelie is de hoofddienst.
En het spreekt van zelf, dat dit ook in den
Zendingsarbeid de hoofdzaak moet wezen.
Naast den schooldienst heeft echter ook de
Med. dienst voor het werk der Zendig groote
beteekenis. Hare waarde wordt niet licht over
schat. Meermalen is dit in 't licht gesteld.
Maar de Med. dienst is toch slechts hulpdienst.
Natuurlyk is daarmede niet bedoeld, dat de
Miss. artsen slechts helpers zouden zyn van
den Miss. predikant. Dokter en domicstaan
naast elkander en hebben beiden hun eigen
terrein. Maar heel de Med. dienst a's zoodanig
heeft slechts ten doel hulp te verleenen by het
eigenlyk Zendingswerk, zy het dan ook een
zeer belangryke hulp. De Med. Zending heeft
zich echter in den loop der jaren zoo breed
ontwikkeld, dat zy den hoofddienst byoa in
de schaduw gaat stellen. Eerst was de Med.
Zending slechts klein op heel het Zendings
terrein van Midden-Java was er slechts één
hospitaal en ééa arts. Maar de Med. Zending
is snel en krachtig uitgegroeid. Nergens was
in heel Indië die groei zoo sterk dan juist op
ons zendingsveld. Behalve de kerken van Zee
land en Noord-Brabant hebben alle kerken,
die op Midden-Java arbeiden, ééa of meer hos
pitalen met één of meer artsen. Vooral op het
Zendicgsterrein van Noord-Holland nam de
Med. Zending een verbazende vlucht. Aan het
hospitaal te Solo zyn twee Miss artsen ver
bonden en aan het Petronella-hospitaal zelfs
▼ierdus te zamen overtreft het budget van den
Med. dienst zeer verre het budget van den
hoofddienst. Het gevolg daarvan is, dat de
zorgen voor den Med. dienst zoo zware eischen
gaan stellen, dat de hoofddienst daaronder soms
schade gaat lyden. Op de vergaderingen, waar
de zaken der Zending worden behartigd, nemen
de besprekingen van den Med dienst soms den
meesten tyd in beslag, en van de inkomsten
voor de Zending moet meermalen voor den
Med. dienst zooveel uitgegeven, dat de hoofd
dienst niet kan worden verzorgd, gelyk het zou
behooren. Metterdaad dreigt het gevaar, dat de
Med. dienst den hoofddienst gaat overvleugelen.
Meermalen is wel de vraag besproken of het
niet beter ware, dat de kerken als zoodanig
zich alleen bepaalden tot het eigenlijke Zen
dingswerk, d. i de prediking van het Evangelie
in woord en geschrift en de hulpdiensten en
dus ook den Med. dienst overlieten aan het
particulier initiatief. Ook thans is de vraag
weer aan de orde gesteld. Ongetwijfeld zyn
hiertegen zeer ernstige bezwaren in te brengen.
Stellig toch is er uit een practisch oogpunt
veel voor te zeggen, dat alle arbeid voor de
propaganda van het Christendom op het Zen-
dingsterrein in één hand blyve. Reeds nu is
meermalen gebleken, dat het wel eens tot on
aangenaamheden kan leiden, indien twee of
meer corporaties naast elkander op een zelfde
terrein werken in den arbeid van het Konink
rijk Gods Gelyk men weet gaan de Christ.
Holl. Inl. scholen op dit terein niet uit van de
Zending, maar van particuliere vereenigingen.
En nu is het al wel eens voorgekomen dat er
hier of daar tusschen de Zending on die scholen
eenige wrijving ontstond, wat niet het geval
zou zyn geweest indien één hand beide had
geleid. We zien dus wel het gevaar, dat ont
staat door den Med. dienst los te maken van
de ZendiDg. En we onderschatten dat gevaar
niet.
Toch komt het ons voor, dat het, althans op
den duur, stellig daarheen moet, dat de Med.
dienst door de Kerken worde overgedragon aan
een particuliere vereeniging.
Vooreerst zyn de Kerken eigenlyk niet ge
roepen tot het verleenen van Medische hulp.
Hier te lande zal er wel geen kerk wezen, die
er over denkt een hospitaal te bouwen. Na
tuurlijk, als het beslist noodzakelijk was en
het paiticulier initiatief het niet deed, dan zou
b.v. een diaconie wel een ziekenhuis mogen
onderhouden. Maar de Heere heeft dit werk
toch niet gelegd op den weg der Kerken. En
ook in Indië is dit niet het geval Zoo spoedig
als dit behoorlijk kan geschieden is het ge-
wenscht, dat de Kerken den Med. dienst los
laten. Ook om den Med. dienst zelf is dit zeer
aan te bevelen. By de behartiging van den
Med. dienst komt men soms te staan voor
allerlei vraagstukken, ook van medischen aard,
waarover de Kerken moeilijk oordeelen kunnen.
Eene vereeniging, in wier bestuur der zake
kundige maDnen zitten, kan beter den Med.
dienst verzorgen, dan de Kerken dit kunnen
doen.
Daarby komt, dat de Zending steeds zwaarder
offers van de Kerken gaat eischen. In een paar
j *ar tyds is byna overal het budget verdubbeld.
Voor de Kerken is het zeer gewenscht, dat zy
van de fiaantiëale zorgen voor de Med. Zending
worden ontheven, opdat men alle kracht aan
den hoofddienst wyde. Ook kan een vereeniging
voor dit doel gemakkelijker gelden byeen
breDgen, dan de Kerken Immers voor den
Med. dienst mag vry ook buiten den kring der
Kerken ingezameld worden, want de Medische
zorge voor den Javaan is een algemeen belaDg.
Uit den aard der zaak kunnen echter de Kerken
bezwaarlijk gelden inzamelen buiten eigen
kring. Maar eene Vereeniging kan gerust aller-
wege aankloppen.
Hierby komt nog iets. De verzorging van
den Med. dienst brengt de Kerken vaak in
aanraking met de RegeeriDg. Zonder den steun
van het Gouvernement zou het eenvoadig
onmogelijk zyn den Med. dieDst te onderhouden.
Onderhandelingen voeren met de Regeeriog
kan echter een vereeniging veel gemakkelijker
dan eene kerk, niet het minst wanneer het
iiaantiëale aangelegenheden betreft.