Bouva. Het Gezag der Schrift. Kbbihov Vrije Universiteit. Ktrk- «ii SshMlnl«awi. Offitlë«l« Berichten. dringen, dat kerken, die dezelfde belijdenis hebben, tot elkander zullen komen. Met de noodige voorzichtigheid en wjjs beleid kan er veel tot stand komen, al zjjn de bestaande moeieljjkheden nog zoo groot en vele. We hebben met opzet gesproken over kerken, die dezelfde belijdenis hebben. De pogingen, welke vroeger en later aangewend zijn om kerken van een geheel verschillenden oorsprong en aard tot elkander te brengen, hebben toch slechts povere resultaten opgeleverd. Hoe vaak is er gewerkt om de breuk tus- schendeGriek8ch-orthodoxekerk en de Roomsch Katholieke kerk te heelen en die twee staan thans nog verder van elkander af dan voorheen. Evenzeer is op niets uitgeloopen de onderhan delingen in de 16a eeuw tusschen de Grieksch- orthodoxe kerk en de Kerken der Reformatie. Ook wat ondernomen is om de Episcopaalsche Kerk van Engeland tot vereeniging met de Roomsch-Katholieke Kerk heeft niets anders tengevolge gehad dan schade voor de eerstge noemde en voordeel voor de laatste. Men zou echter de opmerking kunnen maken, dat het ia Pruisen gelukt is om de Luthersche en de Gereformeerde Kerken saam te brengen, maar om spoedig het antwoord te vernemen, dat dit hoofdzakelijk mogelijk is geweest, doordien de Gereformeerde kerken heur karakter hebben ingeboet, terwijl er nu nog velen zijn, die gaarne zouden zien, dat heel die unie ongedaan gemaakt kon worden. Met het oog op 't verleden bestaat er wei nig uitzicht, dat kerken van verschillende belijdenis ooit tot vereeniging zullen komen, tenzij dan dat de een of andere groep het ken merkende van eigen confessie willen prijsgeven. En alvorens zulk een offer te brengen, mag men eerst wel overwegen, of op die wijze een basis gevonden kan worden waarop men el kander als eerlijke mannen ontmoeten kan, eerljjk tegenover den arbeid en don strijd van vorige geslachten, en eerlijk bovenal tegenover het werk Gods in de historie. Langzamerhand heeft men dan ook ingezien, dat het een onbegonnen werk is om kerken van onderscheidene belijdenis met elkander te vereenigen en daarom wil men met voorbijgang van bestaande geschillen samenwerking trach ten tot stand te brengen. Een zeer ernstig voorbeeld daarvan hebben we in de Evangeli sche Alliantie, die den nadruk legt op wat de christenen in alle landen met elkander gemeen hebben. Zjj vond naar zij meende een geschik- ten grondslag in de twaalf Artikelen van ons algemeen, ongetwijfeld Christelijk geloof. Zij zocht derhalve de eenheid beneden de geloofs verdeeldheid. Nu is het waar, dat allen, die zich naar Christus noemeD, deze Apostolische belijdenis huldigen en het valt niet te ontken nen, dat zij iets goeds teweeg gebracht heeft. Z| heeft er met nadruk aan herinnerd, dat alle geloovigen in alle landen één zijn, zooals deze eenheid o.a geteekend staat in het vierde hoofdstuk van Paulus' brief aan de Efezeërs, en op haar samenkomsten hebben vooraan staande mannen uit verschillende landen uit nemende woorden gesproken. Eq nog altijd werkt dezelfde drang, waardoor gij in 't aanzijn werd geroepen, in meer beperkten kring, maar het heeft de kerken weinig nader tot elkander gebracht. Dit is het geval met den bond, welke de kerken van heel de wereld samenbrengen wil tot een bepaald doel en zulke vergaderingen zjjn wel mooi, maar practisch resultaat is er niet al te veel van te verwachten. Immers de zwarigheid is niet om duidelijk te maken, dat de christenen in alle landen geroepen zijn om te strijden voor het geloof, dat eenmaal den heiligen overgeleverd is. Daarover kan men redevoering na redevoering houden. Daarover kan men geestdrift wekken. En dit is goed. Maar soodra men den weg moet wijzen, waar langs men voorttrekken kan schouder aan schouder, vermenigvuldigen zich de moeie- lijkheden. Het is gemakkelijk om een verzoek tot alle kerken te richten, dat zij op een be- paalden Zondag het een of ander groot belang in de publieke gebeden gedenken willen, of dat zjj in hare samenkomsten op een of ander gewichtig punt de aandacht willen vestigen, maar van veel meer merkt men weinig. Al dit streven naar eenheid legt echter ge tuigenis af van een begeerte om elkander nader te leeren kennen en om elkander beter te kunnen waardeeren, en in zoover verdient het aller belangstelling. Het is echter wel jammer, dat meest hartstochtelijke strijders voor de een heid meestal zjj zjjn, die voor de rijke ont wikkeling der waarheid onder de leidiüg des H. Geéstes in de histerie het minst gevoelen. XI. Even moet vastgesteld, wat tot nog toe werd geconstateerdle dat de Heilige Schrift naar het getuigenis van Christus en de Apostelen, en daarna overeenkomstig het oordeel der Christe lijke Kerk in haar geheel, tot ons gekomen is met Goddelijke autoriteit. Dies moeten we en willen we voor haar buigen en naar haar luisteren. 2e. Dat de boeken der H. Schrift saam vor men één organisch geheeluit welk geheel en uit de onderdeelen waarvan ons tegenstraalt de glans van de Goddelijke heerlijkheid en maje steit het meest uit bet centrum der Openbariog Gods, maar voorts ook uit de ver-van-dat-middel- punt-verwjjderd-liggende deelen. 3e. Dat het getuigenis des Heiligen Geestts in de harten der ware geloovigen die vastheid en zekerheid des geloofs werkt, waardoor zij heel die Schrift aanvaarden als Woord Gods, en steeds meer gaan inzien, dat cok in al haar geledingen die Schrift van Goddeljjken oor sprong is. 4e. Dat wij aanvaarden de organische inspi- ratie der Schrift, waardoor niet opgeheven wordt de men8chelijke factor in de teboekstelling der Openbaring Gods, maar die menscheljjke factor wel terdege wordt erkend en opgemerkt in de individualiteit van de verschillende Echrjjverp, in hun taal, woordkeus, stijl, manier van voor stelling, enz. Wij hebben geen mechanische opvatting van de inspiratie, alsof de H. Geest woord voor woord, letterteeken voor letterteeken den schrijvers dicteerde. Maar wel heeft die Geest zoodanig ingewerkt op het bewustzijn der bijbelschrijvers, dat door hen op onfeilbare wijze de Openbaring Gods werd teboekgesteld en aan de navolgende geslachten kon worden overge leverd. Hetgeen zij zeiven mee doorgemaakt hadden, beschreven zij op hun eigene manier. Voor hetgeen geschied was in hun afwezigheid, raadpleegden zjj allerlei personen. Denk bijv. aan Lucas 1 1. Voor historie uit het verleden raadpleegden zij bestaande documenten en bronnen. En bij dat alles ontbrak het hun niet aan de bizondere leiding des Geestes. Al dic teerde die Geest hun niet woord voor woord, Qjj leidde hen bij hun nadenken. Bij maakte hun indachtig woorden en zaken Hjj leidde hen bij hun naspeuringen en onderzoekingen en zoo kreeg de Kerk des Heeren een Bijbel, die product was van mensohenarbeid en Geestes- leiding. Door heel die Schrift heen loopt boven dien de gouden draad der Godsopenbaringwe mogen geen oogenblik uit het oog verliezen, dat juist dit het groote doel was, waartoe God de Heere die schrijvers dreef en leidde, be kwaamde en inspireerde. Om die Goddelijke factor is het in 't bizonder te doen. Daarin vindt de Schrift hare bestemming. De Schrift is Woord Gods tot de menschenwereld. Van mensehentaal is gebruik gemaakt en van den loop der historie, om in dien weg de gedachten Gods aan de zondaarswereld bekend te maken. Wanneer iemand nu die Goddelijke factor en die menschelijke factor in de Heilige Schrift wil gaan scheiden en uit elkaar halen, dan ver liest hij het levende Woord Gods, en houdt niet anders over dan doode letters, woorden, zinnen. Welnu, als we daarvan nu overtuigd zijn, gaan we verder met onze beschouwing, De openbaring Gods, die Hjj aan deze men schenwereld gaf, is volkomen waar en betrouw baar, is evenzeer waarachtig als Godzelf waar achtig is. Maar die openbaring moet uitgedrukt worden in menschelijke taal, in den beperkten gedachtengang der menschen die openbaring moet zich hullen in een aardech gewaad, n.l. in dat van de historie van menschen en volken moest ingaan in allerlei menschelijke vormen van denken, onderzoeken, overpeinzen, in woor den uitdrukken, teboekstellen straks van ver talen, overzetten, aanhalen, enz. en bij die behandeling heeft de Schrift ook ondervonden, wat het lot van alle menschelijke geschriften is, dat er ook gebreken en vlekken aan geko men zijn. De Heilige Schrift is niet zonder vlek of rimpel. De tekstcritiek is dan ook die wetenschap, die er op uit is om zooveel moge lijk alle vlekjes en rimpeltjes, die er in de Schrift te vinden zijn, weg te werken. Die vlekjes en rimpeltjes betreffen nooit hoofdza ken, maar altoos zeer ondergeEcbikte bijzaken. Doch niet te loochenen is het feit, dat zelfs de meest nauwkeurige bijbeltekst, die we hebben, altoos nog behept blijft met foutjes en gebreken. Doch dat ontneemt voor ons niets aan de Goddelijke autoriteit van de Schrift. Toen de Heere Jezus op aarde rondwandelde, zal er ook wel eens een vlek en rimpel aan zijn kleed aan te wijzen geweest zijn, maar dat ontnam Hem niets van Zjjne Goddelijke heerlijkheid voor de oogen Zijner discipelen. In het gewaad der Schrift komt tot ons de Godsopenbaring van het Vleeschgeworden Woord, maar al zijn er nu op dat Schriftge waad vlekjes en rimpels aan te wijzen, dat ontneemt voor ons niets aan den Goddelijken heerlijken glans van de Heilige Schrift in haar geheel als Woord Gods. Op zulke vlekjes moet ge u dan ook niet blind gaan zitten staren. Schriftcritici maken over die vlekjes groot alarm. Maar wie de dierbaarheid van Gods Woord proefde, vindt in zulke vlekjes heusch geen steenen des aanstoots. Laat ik maar ineens een spreke ad voorbeeld geven van Calvijn. Als ge Hand. 7 16 uit Stephanus' rede legt naast Gen. 23, waar verhaald wordt, hoe Abraham een graf kocht van Efron den Hethiet, en naast Gen. 33, waar staat dat Jakob een graf kocht van de zonen van Hemor uit Sichem, dan is daarmee niet te rijmen, dat Stephanus zegt.het graf, hetwelk Abraham gekocht had voor eene som gelds vanEnmor, den vader van Sichem". Orer zoo'n tegenstrijdigheid is onder mannen der critiek natuurlijk heel wat te doen. Maar dat raakt o.i. in het geheel niet het Goddelijk gezag der Schrift. Hier is onmis kenbaar een fout ingeslopen. Calvijn schrijft in zijn verklaring van de Handelingen.Het is duidelijk, dat de naam van Abraham foutief is", enDaarom moest deze tekst ver beterd worden". Ik zou meer zulke voorbeelden kunnen aan halen, om te laten zien den gebrekkigen vorm, waarin de Schrift tot ons kwam. Ieder Gereformeerde, die op de hoogte is van deze zaken, erkent dat ook. Maar die .vlekken" zijn voor hem geen steenen des aanstoots. Weet ge, wat prof. Bavinck schrijft, als hij wüst op dat gebrekkige in de Schrift? Een kloek woord, voor ieder onzer om in de ziel te prenten en goed te onthouden .Dat isopdat de uitnemendheid der krachtook van de kracht der Schriftzij Godes en niet ows". Zoo spreekt het geloof. Dat is eön geloofs- woord. Het ware geloof wordt aangevochten, bestre den, op de proef gesteld. Ook het geloof inde Schrift als Gods Woord, ook het geloof in de inspiratie, in het Goddelijk gezag des bjjbels. Maar dat hindert niet. Dat is niet tot nadeel van het geloof. Dat geschud-worden van den boom des geloofs doet hem de wortelen dieper in de aarde slaan. Ge moet dan ook niet denken, dat die moeielijkheden, welke bij Schriftlezing en Schriftonderzoek zich voordoen, geen be- teekenis hebben. Die moeielijkheden zijn er om door het geloof te worden overwonnen. En die moeielijkheden ontdekten niet pas de heeren moderne Schriftcritici uit de laatste eeuw, wei neen, die hebben ook de voorgeslachten wel bespeurd Kerkvaders en Hervormers, maar ook gewone theologen, jazelfs eenvoudige Christenen die jaar uit jaar in dagelijks met speurenden geest hun Bjjbel lazen. Maar die moeielijkheden waren voor hen geen steenen des aanstoots. Die brachten hen niet tot in twijfel trekken van het Goddelijk gezag der Schrift. Mochten zjj soms in hoofd of hart voor een wijle strijd ge voelen, ze hebben door het geloof overwonnen en hun ganschen Bijbel weer erkend als het Woord huns Gods. De geleerde moderne theo logen verbeelden zich altoos, dat die tegen strijdigheden en moeielijkheden pas door hen ontdekt zjjn en er alleen zijn voor hun groote geleerdheid en scherpzinnig onderzoek, 't Is igdele waan en inbeelding De getrouwe Bijbel lezers kennen hun bijbel veel beter dan de moderne critici. Ei ze hebban ook wel van dia moeielijkheden bij hun lezen en onderzoeken van Gods Woord ontmoet, maar ze bleven nochtans in gehoorzaamheid buigen voor die Heilige Schrift, en hun geloof in de Godde lijke autoriteit der Schriften werd er geenszins door geknakt. Gaat het niet evenzoo met ons geloof in Gods Voorzienig bestel? Wjj beljjden van gan- scher harte, dat onze God en Vader in de hemelen alle dingen onderhoudt en draagt, leidt en regeert, zoodat er geen ding geschiedt bg geval, maar dat ons alles van Zjjne Vader hand toekomt. En wordt dit ons Voorzienigheidsgeloof niet telkens van alle kanten aangevochten en be streden en op de proef gesteld Door al wat er op aarde gebeurt, door de wereldgebeu-te- nissen, door de oorlogen en verhoudingen onder de volkeren, door onrecht en ongerechtigheid die in allerlei kringen vaak schijnbaar triom feeren, door Gods leiding met Zjjn Kerk, met Zjjn volk, met ons eigen lot en leven. Voor hoevele duizende raadselen en onoplosbare problemen komen we niet te staan Houden we dan op te gelooven in Gods wereldbestuur, of in Gods Vaderlijke leiding van ons levens lot Immers neen! Het geloofsvertrouwen in God wordt er niet door geknakt. Wordt 't al ge schud, door die schudding wordt het per slot van rekening nog gesterkt. Daarom vindt de geloofstaal van Habakuk weerklank in de harten van al Gods volk .Al hoewel de vjjgeboom niet bloeien zal en geen yrucht aan den wjjostok zjjn zal, dat het werk des oljjfoooms liegen zal, en de velden geen spjjze voortbrengen dat men de kudde uit de kooi afscheuren zal, en dat er geen rund in de stallingen wezen zal, zoo zal ik nochtans in den Heere van vreugde opspringen, ik zal mjj verheugen in den God mjjns heils". Ondanks alle raadselen houden we vast aan ons geloofsvertrouwen in Gods Voorzienig bestel. Zoo staat het nu ook inzake ons Schriftgeloof. Ondanks alle moeielijkheden en tegenstrijdig heden, welke wjj bjj de Schriftlezing ontmoeten, bljjft voor ons zoo vast staan als een paal boven water de Goddelijke autoriteit van die Heilige Boeken. Zoodra een waar geloovige twijfelt aan het Goddeljjk gezag der Schrift, gevoelt hjj dit evenzeer als een zonde voor Godals wanneer hjj twjjfelt aan de Godsregeeriog in alle we reldgebeuren. Hoe dan te denken over die moeielijkheden en tegenstrijdigheden Daarover in een volgend artikel. Het Comité voor Zeeland herinnert H. H Correspondenten en Agenten aan de noodzake lijkheid, om nog deze week de gewijzigde Ijjst van leden en contribuanten op te zenden naar Amsterdam, wil het resultaat van uw actie nog opgenomen worden in het nieuwe jaarboekje. AdresBureau Vrjje Universiteit, Keizers gracht 164. Tevens bericht het ontvangst en doorzending van giften Meliskerke f 1,Biggekerke f 15, f2.50 (med. fac.), Zoutelande f 12.75, f2.50 med. fac) f2 50 (contributie), Serooekerke 5,— (uit collecte Geref. kerk). Namens hem, Tklkamp. TWEETAL TE HaarlemA. M. Boejjengs, te Sassenheim. J. van HerkseD, te Twjjzel. Rotterdam(8a Pred.-plaats) N. Buffioga te [IJmuiden. H. Brouwer H. Mzd. te Heemstede. BEROEPEN TE Njjemirdum H. Fokkens, te Boornbergum. Andel (N.-BrP. A. Zeilstra, te Nieuwveen. Harmeien, Glanerbrug en Vianen W. A. Wiersinga, cand. te Kampen. Nieuwe-Pekela Jac. Eringa, te Engwierum. Woudsend: H. Fokkens, te Boornbergum. AANGENOMEN NAAR Amsterdam (voor de Jodenzending, W. J. J. Velders, te Rottevalle. BEDANKT VOOR Giessen-Oud- en Nieuwkerk c. 9.W. van Gelder, te Langeslag. HillegomIJ. v. d. Zee, te Nieuw-Vennep. Wans werd: J. van Herksen, te Ttvjjzel. IJselmonde: H. de Brujjn, te Nieuwendjjk. Nederhorst-den BergP. A. Zeilstra, te Nieuwveen. OoltgensplaatJoh. Kwak, te Culemborg. AFSCHEID VAN BergentheimG. Goris, met Hebr. 13 8. AlteveerJ. Bosch, met Ezech. 33 33. Wanswerd P. D. de Groot, met Filipp. 4 23. Eestrum: B. Hagenaar, met Hebr. 13:20, 21. ,P°k d® Kerkeraad van Zaandam besloot uit zjjn midden een of meer jeugd-ouderlingen aan te wjjzen. Da bekende ds. Impeta van Katwjjk aan Zee beleefde zjjn 72sten jaardag. De gemeente zong hem toe Psalm 62 8. Er zjjn sommige bladen, bjjv. de N. R. Ct., die een uitgebreide rubriek .Kerknieuws" leveren, bjjna dag op dag, maar kennelijk niet met het doel om de belangstelling in het ker kelijk leven bjj de lezers te verhoogen, doch veel meer om druppelsgewijze geringschatting van het kerkelijke leven hen in te gieten. De toon, waarop gesproken en geschreven wordt over kerkelijke zaken (met name als 't gaat over het kerkeljjk leven van ons, Gereformeer den) verraadt meer vijandschap tegen het Evangelie dan liefde ervoor. Zulke schrijvers moesten de lezers niet voorlichten in religieuse zaken. Laten dat tenminste doen mannen, die er eenige sympathie en liefde voor gevoelen. In onze kringen moet men dan ook zeer voor zichtig zjjn, zich niet op die giftige manier te laten voorlichten want als ge eiken dag iets daarvan slikt, werkt het toch op den duur geheel verkeerd op uw waardeering in. Ds. R. Brouwer van Baarland hoopt op 4 Juni (Pinksteren) afscheid te preeken en 11 Juni intree te doen te Herwjjnen. Zandvoorts kerkeraad heeft op de breed- gemotiveerde uitspraak van de Classe Haarlem op even breedvoerige wjjze van antwoord ge diend. Het komt hierop neer, dat Zandvoort bjj zjjn eens genomen besluit bljjft, en voorts een uitspraak van de Generale Synode zal trachten te verkrijgen. Eerst zal de kwestie komen op de Part. Syn van N.-Holland. De Classe Harderwijk heeft, lettende op den grooten predikantennood, besloten er bjj de Partic. Synode van Gelderland er op aan te dringen, om te bevorderen dat volgens art. 19 K.O. aan grooter aantal hulpbehoevende studenten steun worde verleend. De .Kring van Belangstellenden in de verrijking van ons Kerkgezang", zal deze zaak op de e.v. Generale Synode weer aanhangig maken. Een circulaire dienaangaande is aan alle kerkeraden verzonden. De oneenigheid in de kerk te Aalst (classe Tie)), waarvan de vorige week meedeed ling gedaan werd, heeft geleid tot scheuring. Een jaar geleden werd al door sommigen ge profeteerd, dat het in Aalst denzelfden weg zou opgaan als in Veen. Het uitgetreden deel derv kleine gemeente (ze bestond uit 36 belijdende" leden) zal nu wel een Oud-Geref. gemeente stichten. De Classe Winsum heeft ds. R. Haitsma van Uithuizen uit het ambt van Dienaar des Woords ontzet. Het eerste nummer van het .Onderlingen- blad" verscheen precies op tjjd en ziet er de gelijk uit. De opzieners moeten er maar eens kennis mede maken. En we hopen dat onder de medewerkers het tal van ouderlingen moge groeien. De gezondheidstoestand van ds. J. H. Landwehr te Rotterdam is vooruitgaande, vol gens getuigenis van twee dokters, doch ver lenging van het ziekteverlof tot September wordt noodzakelijk geacht. Geslaagd voor het cand. examen theologie aan de V. U. de heer F. A. den Boeft te Gorinchem. Toen onlangs in het vacante Hasselt in de Herv. kerk een modern predikant uit de Classe zjjn vacaturebeurt had vervuld, bad na afloop daarvan een der ouderlingen (de kerke raad is orthodox) in aller tegenwoordigheid .Heere vernietig het kwade, dat wjj gehoord hebben dezen morgen". Maar zóó bidden is niet voldoende, dan moet er ook in die richting gearbeid wordeD, met name door de opzieners der gemeente. Helaas, een dagblad deelt mee, dat de volgende keer, toen die predikant zjjn beurt kwam vervullen, de ouderlingen thuis bleven. Dat is niet het vervullen van zjjn roe ping als opzieners. Wanneer zullen de gere formeerde broeders in de Herv. kerk toch eens ernstig over hun roeping gaan nadenken? De leden der Gert formeerde Kerk te Middel burg worden vriendelijk doch dringend ver zocht, van iedere verhuizing of sterfgeval kennis te geven aan ondergeteekende. M. B. Fanoy. L. Burg B 16. KORTE NOTULEN der vergadering van de Gereformeerde kerken in de Classis Zierikzee, gehouden Woensdag 3 Mei 1922. 1. De vergadering, onder leiding van ds. Hoek, begint met het zingen van Ps. 100 1, het lezen van Ps. 23 en gebed. 2. De classis stelt vast, dat de credentialen in orde zjjn. Wissenkerke vaardigde een diaken af. Tengevolge van onvoorziene omstandigheden kon slechts een afgevaardigde aanwezig zjjn van Brouwershaveneveneens maar één van Geersdjjk.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1922 | | pagina 2