Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland 36e Jaargang. Vrijdag 7 April 1922 No. 14 UIT HET WOORD, Redactearen Ds. L. BOUMA te Middelburg en Ds. G. F. KERKHOF te Oost-Souburg. Taste medewerkersDD. P. TAN DIJK, F. J. v, d. ENDE, A. C. HEÏJ, B. MEIJER, F. STAAL Pzn R. J. v. d. TEEN en F. W. J. WOLF. Ab6M«ll«Btf|»r|j8per kwartaal b| rooraitbetalirif f 1,—. Afzonderlijke nummers 8 cent. U1T6AYI TAK DE PBRSTBRBENIGIMQ ZBBUWSCHB KBRKBODB. Adrci tu it Administratis MET 't OOG OP MIJN BEGRAFENIS. In Simons huis te Böthanië, alwaar Jezus zooveel menschelijke liefde genoot, verricht een edele vrouw een werk, dat Jezus roemt als gedaan met het oog op Zij o begrafenis. Die edele vronw is Maria, Martha's zuster, 't Is niet de eerste maal, dat Jezus haar roemt, en dat anderen haar gedrag niet verstaan. Zelfs hare zuster Martha maakte eens zich boos over haar gedrag, maar Jezus zeide,,Maria heeft het goede doel uitgekozen". Jezus voelt het einde naderen, het lijden, de smarten des doods. Simon, de melaat- sche, waarschijnlijk door Jezus gerezen, bereidt uit dankbaarheid hem een maaltijd. Reeds dat was verkwikking voor Jezus. Veel rijker verkwikking zou Maria hem bereiden. WeiDig menschen verstonden wat er in Jezus' ziel omging. Twee Maria's, Maria Jezus' moeder, en Maria Lazarus' zuster, vrouwen met fijn besnaarde zielen, met diep gevoel voor Jezus' lijden en liefde, schijnen 't meest er van te hebben verstaan. Van Maria Jezus' moeder hier niet meer. Maria, Lazarus' zuster toonde hoe zij met Jezus meeleefde in Zijn zielelijden. Beter dan anderen heeft zij verstaan, wat Jezus sprak van zijn uitgaDg te Jeruzalem. Bij haar ook d'aagst van Jezus lijden en dood. Zij doorvoelde iets van de smart in Jezus' ziel. Zooveel 't haar mogelijk is, wil ze haar Meester verkwikking bereiden. Bij elke ontmoeting toont ze dit. De liefde handelt echter niet naar de opwelling van het oogenblik ze zorgt en vraagt hoe kan ik dienen. Zoo heeft Maria's liefde reeds d'albisten fbsch met zeer kostelijke zalf gereed om Jezus daarmee te zalven. Johannes laat immers Jezus zeggen .,zij heeft dit bewaard tegen den dag mij Der begrafenis". Dank zij de gierigheid en cijfei kunst van Judas, weten wij welk offer zij gebracht heeft. Maria's liefde schatte hare waarde niet, Judas' gierigheid wel. Voor 300 pen ningen, zegt hg, had deze zalf kunnen worden verkocht. Boven Jezus' hoofd breekt Maria d'al- basten flesch, stort iets van den inhoud uit over Zijn hoofd, de rest over Zijne voeten. En dat de liefde zichzelf niet zoekt, toont zjj door hare haren los te rukken wat zelfvernedering voor een Oostersche vrouw en met hare haren Jezus' voeten af te drogen. Zulke liefdesopenbariDg moest Jezus zeer verkwikken, temeer waar hij ook wist wat Maria bewoog tot het brengen van dit groote offer in zoo diepe zelfvernedering. De discipelen zien wat Maria doet. Zij namen het zeer kwalijk, zegt Math.Marc, zegt sommigen namen het zeer kwalijk Joh. teekent Judas als den vader der ver oordeeling van dit werk, en op den donke ren achtergrond den duivel als den vader dezer booze gedachte. Hoe dikwerf zijn goede daden in's Hee- ren wijngaard veroordeeld. Eén Judas is voldoende om, met redenen die een schijn van waarheid hebben, de edelste daden in breeden kring te doen veroordeeleü. Een klein vuur steekt een groote hoop hout aan. Alzoo de tong van de hel ontstoken ze is een onbedwingelijk kwaad vol van doodelijk venijn. Hoe wordt hier satans werk openbaar. Hij kan het niet verdragen, dat Jezus ver kwikking wordt bereid, versterkt wordt met 't oog op 't aanstaand lijden. H^j weet hoe goed Maria's daad Jezus doet. Hij kent Judas, bij kent 't menschelijk hart. Judas draagt de beurs voor de armen. Hij is een dief. O, als eens al dat geld opeens in zijn beurs had kunnen glijden. De reuk der zalf vervult het geheele huis. Judas ruikt en fluistert eerst aan één kostelijke nardus, hoe duur had die kunnen worden verkocht. Op de reuk af, weet hij ze juist op waarde te schatten. Hij rekent er niet mee wat die reuk is voor Jezus. Veel minder, dat hier hun aller Meester de hoogste eore wordt aangedaan, door alzoo het hoofd van dezen gast te zalven. Hij fluistert en zijn fluisteren trekt de aandacht. De hoofden komen dichter bijeen. Men ziet naar wat Maria doet. Aan geen edele of hoogere drijfveeren bij Maria wordt gedacht. Als verlies wordt geboekt, wat zij heeft gedaan. Zoover kwam't zelfs, dat men tegen haar vergrimde. Moest de liefdegeur hier elk tot liefde nopen, haat vervult het hart. Op het oogen blik, dat Maria zichzelf geheel vergeet, haar gansche ziel uitstort in haar zelf-overgave voor haar Heer, stort ook Judas, geïnspi reerd door den duivel, zijn gansche ziel uit, door nu meer hoorbaar te zeggen „Waarom is deze zalf niet verkocht voor driehonderd penningen, en den armen ge geven?" Hier staat de man zonder gevoel tegen over de vrouw met 't diepste gevoel. Hier staat het instrument des duivels tegenover het instrument des HeereD, om 't zoet door Maria Jezus bereid in bitterheid te ver anderen. Wat kan één Judas uitwerken, wordt niet onmiddellijk tegenover zijn ge dachte uit de hel, het Woord van Christus gehoord. Hoor Jezus zeggen„Wat doet gij deze vrouw moeite aan". Moeite, verdriet, inner lijke zielesmart was 't voor Maria, zoo niets sparend haar liefdedaad te zien veroor- deelen. Niet alleen voor haar-zelf, maar inzonderheid voor hem dien zij zoo liefheeft, smart haar dit zoo. Voelt dan niemand, wat zij voelt Verstaat dan niemand haar bedoelen Heeft niemand opgemerkt, hoe haar werk haar Meester goed deed Denkt niemand in hoe Judas' woord, ook zonder aan dood en graf te denken, grievend voor hun Heer is, als was hij deze vereering niet waard Moet dan voor het oor van Jezus alleen deze verklaring van baar daad gegeven worden Zelf zeggen wat haar bewoog, zij kan 'tniet. Wat zou 'took baten. Jezus verstaat wat in Maria's ziel omgaat. Zijn liefde leest 'took op haar gelaat. Zij moet 't weten, dat hij haar bedoelen ver staat. Hoor, Judas, hoort, discipelen, Jezus zeggen„Wat doet gij deze vrouw moeite aan, zij heeft een goed werk aan mij ge wrocht". Alleen dit woord was voor Maria reeds genoeg. Een goed werk mocht zij, onwaar dige, aan Jezus doen. Maar meer moet zij weten. Beter dan alle discipelen heeft Maria Jezus' onderricht verstaan. Maria dacht bij haar daad aan Jezus' lijden, dood, begra fenis. De Heilige Geest had al beduid, dat die begrafenis aanstaande was. De zalf door haar bewaard met dit doel, moest nu over Jezus' gezegend lichaam uitgegoten worden. Jezus vertolkt voor aller oor dit diep bedoelen van Maria. Wat weelde moet het voor haar zijn geweest, te hooren, dat Jezus haar verstond, en wist dat hare liefde reeds lang vóór dit uur van scheiden die zalf had bewaard. Maar nu keert Jezus ook de rollen om. Judas wilde pronken met zijn liefde voor de armen, Maria moest als verkwister uit geworpen. Jezus roept 'tuit, alwaar en zoolang, als dit evangelie zal gepredikt worden, zal ook tot haar gedachtenis ge sproken worden van hetgeen zij gedaan heeft. Oog had zij voor mijn lijden, voor mijn sterven, voor mijn begrafenis. Met 't oog op mijn begrafenis heeft zij dit gedaan. En de armen? Moest Judas er voor zor gen, hoe schraal zou hun deel zijn. Dit geld had den armen kunnen gegeven worden, zegt Judas. Maar Johannes zegt, dit zeide hij niet, omdat bij bezorgd was voor de armen, maar omdat bij een dief was, en de beurs had, en droeg hetgeen gegeven werd. Wat Maria deed kon maar eenmaal ge schieden. De armen hebt gij altijd met u zegt Jezus, gij kunt hun weldoen. Mij hebt gij niet altijd. Op het juiste oogenblik heeft Maria dit gedaan, straks zal het graf mijn lichaam ontvangen. Kon dit Maria-werk maar eenmaal ge daan worden, uit Simons huis zou de reuk dier zalf z;ch verspreiden overal waar 't heerlijk evangelie zou gepredikt worden die liefdegeur zou elk tot liefde nopen. En let nu op de heerlijke sprake, die uitgaat tot heel Christus' kerk door wat Maria deed met 't oog op de begrafenis van Jezus. Over de voeten van Jezus goot zij de zalf uit. Van het hoofd tot de voeten Jezus' lichaam vervuld met de reuk der zalf. Giüg Jezus der discipelen voeten was- schen om daardoor hun te leeren elkanders voeten te wasschen, ziehier een antwoord eener discipelin op al de dienende liefde des Heeren. Uw lichaam mag begraven worden, uw naam, uw liefde nooitleeft voort in ons. Uw naam zullen wij belijden, uwe liefde dragen in het hart. De reuk uwer kennis zal openhaar worden in alle plaatsen, gelijk nu de reuk der zalf 't geheele huis vervult. Heel uw gemeente zal belijden Wij zijn Gode een goede reuke van Christus in degenen die zalig worden, en in degenen die verloren gaan. Het raakt de eere van Christus, dat zijn gemeente op aarde Gode steeds een goede reuke van Christus zij. Christus' kerk moet zich daarom in al hare leden steeds zoo openbaren, dat haar heerlijk Hoofd daar door verheerlijkt wordt. Overlaadt de wereld de kerk met smaad, zij dragen dien gewillig om Christus' wil, en toone onder 't dragen van dien smaad te meer de liefde tot haar Heer en Hoofd. De wereld moge onze liefde tot de kerk van Christus be schimpen en tegen ons vergrimmen, Chris tus neemt 't op voor Zijne trouwe discipelen en discipelinnen. Om een brandenden ijver en een zorgende liefde voor de kerk des Heeren roept Maria's treffend voorbeeld. Met 't oog op mijn begrafenis, zegt Jezus, heeft zij dit gedaan. Acht 't geen ijdele verkwisting, wanneer nog d'albasten ilesch over Jezus' voeten uitgegoten wordt. Laat bij uw liefde zorg den minst sierlijken leden zelfs over vloediger eere worden aangedaan. Vergeet daarom bij de verzorging uwer kerk, ook de verzorging uwer armen niet. Laat Maria's liefdewerk ons allen tot jaloerschheid verwekken, om als om strijd den Christus eere toe te brengen in be lijdenis en christelijken wandelin toe wijding en christelijke offeranden in zelf verloochening en strijd tegen de zonde. Christus leed en stierf voor ons. Hij leve door zijn Geest in ons. Dan zal de goede reuk van Christus openbaar worden. Dan zullen wij Maria's daad en Jezus' woord verstaan. Terneuzen. s. Grobneveld. K11KELIJE LITEM. Negen preeken. - 15 cent per refelb$ jaarabonnement ran minstens 500 regels belangr|ke reductie Firma L1TTOOIJ k OLTHOFF, Mliitlbirf. Berichten, Opgaren Pre lik beurten en Advertentiën tot uiterlfk Vrfdagmorgen te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280. Als nu Jezus te Bethanië was, ten huize van Simon den melaatsclie, kwam tot Hem eën vrouw, enz. Math 26 6-13. De tjjden veranderen en de menschen met hem. Men kan ook zeggen de menschen ver anderen en de preeken met hen. Maar zegt iemandhet evangelie blijft steeds hetzelfde, hoe kan dan de inhoud van een preek veran deren Uit deze vraag blgkt me, dat ik me dnidelgker moet uitdrukken. De zuivere pre diking kan nooit anders zijn dan de verklaring der door God geopenbaarde waarheid in Chris tus en de aanwending daarvan op het leven. De inhoud ?au elke prediking moet er zich een eere in stellen om nooit iets anders te breDgan dan Christus en dien gekruisigd. Maar de vorm, waarin de waarheid gebracht wordt, verschilt. De preeken zijn tegenwoordig over 't algemeen korter dan vroeger. Toen ik jong was werden in de kerk, waarheen ik ging, vast tijdens den tweeden dienst de catechismuspreeken van den ouden Knap gelezen, en hoewel ik de preeken over da Zondagen van ons oud leerboek van den kleinzoon, den tegenwoordigen predikant te Groningen niet keD, durf ik toch wel te zeggen, dat de eerste vrijwat langer zijn dan de laatste. Bovendien ieder weet dit wel. In vorige eeuwen stond er een groote zand- looper op den preekstoel en in sommige plaateen bestond de bepaling, dat als de predikant niet zorgde, dat de godsdienstoefening met twee uur afgeloopen was, dan moest hij boete be talen. Daaruit zou men kunnen afleiden, dat het noodig was om aan de dominees paal en perk te stellen. In zoover was het gosd, dat er zulke maatregelen genomen werden. Het geeft echter te danken, dat er nimmer zulke bepa lingen gemaakt werden, met het oog op komedie en concerten, althans daarvan heb ik nimmer gehoord. Er is ook nog iets, wat ik niet verklaren kan. Meermalen heb ik een preek gelezen oit vroe- geren tijd, welke niet alleen lang was maar ook zeldzaam degelijk van inhoud, zoodat ik nu en dan eens ophield en overdacht, wat ik reeds onder de oogen gehad had en ik moeite moest

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1922 | | pagina 1